Toen we in het begin van de jaren 70 van de vorige eeuw voor het eerst vakantie hielden in een oude tot caravan omgebouwde winkelwagen, ging dat alles heel wat primitiever dan nu anno 2008. Elektriciteit op een camping kende men toen niet; binnen in onze salonwagen brandde een gaslampje die het nogal eens liet afweten en dan was het bij Wolfswinkel weer een andere lamp of sok halen. Bij koud weer hadden we een gaskacheltje aan, onze behoeften deden we ergens buiten in een houten keetje, daar stonden onder de blote hemel een paar wasbakken, scheren deed je er ook met gebruik van een stuk scheerzeep, merk "De Vergulde Hand" en een joekel van een scheermes, die nog wel eens de verkeerde richting koos. Onze eerste camping was "Erica"op de Miggelenbergweg in Hoenderloo, de beheerders waren Joop en Mientje Berendsen uit Zevenaar en de eigenaresse was de weduwe moeke Freriks. Kampeerders uit die tijd waren echte buitenmensen die ook veel oog hadden voor de prachtige natuur op De Hoge Veluwe en alleen dáár al van genoten. De onderlinge sfeer in die tijd was fantastisch en op het weekend en in de zomervakantie kreeg je steeds visite of ging je bij de buren buurten. Met ons allen gingen we in Hoenderloo naar de kermis, of gezellig naar een cafeetje, en was het mooi weer, dan zaten we met hele stellen buiten en was het moppen tappen, een koud biertje uit onze "koelkast" onder de grond vatten, ook wel eens vlees roosteren op ons eigen gemaakte barbecue met blaasbalgje erbij en altijd veel lol tappen. Op een Pinksterzondag in mei werd er in de buurt van camping Harmsen "De Schenkel" op een uitgestrekt stuk open bos en heidegrond een zogenaamde Haagpreek van de Pinkstergemeente gehouden. Met een groepje van een man of vijftien van onze camping, waarvan er enkelen totaal ongelovig waren, togen we daarheen. Het was een bijzonder indrukwekkende bijeenkomst met zeker drieduizend bezoekers . Op een veilingskist die als kansel gebruikt werd stond onze predikant, een zekere broeder Esmeyer. Deze jongeling kon niet alleen goed preken, maar was voor onze vrouwelijke wederhelften een charmeur zonder weerga. Toen het tijdens zijn toespraak wat begon te waaien, legde hij meteen een link tussen deze bries en de "Vurige Tongen" die door De Heer hierboven op deze Pinksterdag uitgezonden werden. Kom naar voren en hef uw handen ten Hemel, beleid uw zonden en bekeer U! Het waren onze ongelovige vrienden die met hoog opgeheven hoofd en armen het eerst naar voren traden voor de zalving en handoplegging.We waren verbijsterd toen we dat waar namen! Om na afloop van de bijeenkomst het terrein te verlaten was een hele heksentoer, want overal stonden grote melkbussen en potige broeders van de Pinkstergemeente om ons uitgeleide te doen. Door met een tientje in de hand opvallend op en neer te wapperen en dit briefje boven een der melkbussen zichtbaar los te laten, stonden mijn vrouw en ik met onze verrijkte geest al gauw weer buiten het afgebakende heidegebied.
|