Toen we pas getrouwd waren en onze intrek genomen hadden in het pand Derde Zandsestraat 20 te Huissen, hadden we voortdurend last van een verstopte afvoer, zowel van het waswater evenals van het wc. De weg waaraan we woonden heette toen Derde Zandsestraat en de grond was tot het midden van de weg je eigendom. Gaten in de weg werden opgevuld met puin, zand, grind en geledigde asladen van steenkoolafval. Riolering was er ook niet; iedereen had zijn eigen afvoersysteem, dat in de regel bestond uit een ingegraven cementen of metalen opvangreservoir(septictank) in de grond van de tuin, bereikbaar via zelf aangelegde afvoerbuizen en een viertal tussenputjes. Herhaaldelijk zat alles verstopt en het gebeurde ook wel eens dat al die faecaliën en huishoudelijke afvoerresten opgestuwd werden door de afvoerpijpen van het regenwater, die ook in die putjes uitkwamen; als dat het geval was, had je een groot probleem. Doordat ik voor klusjes in en bij het huis vanwege drukke werkzaamheden in ons bedrijf, bestaande uit bakkerij, café en winkel, nooit tijd kon reserveren hadden we overal onze hulpjes voor. Voor een verstopte afvoer liet ik altijd Wim Schouten of Willem Arends komen. Bij ons thuis in de zaak werd na afloop van de klus gelijk afgerekend uit de kassa van winkel of café. Vanuit mijn privé-woning in de Derde Zandsestraat was dat niet altijd mogelijk. Toen Willem Schouten en Arends op een bepaalde middag het verstopte afvoersysteem bij onze woning weer op gang kwamen brengen, waren zowel ik evenals mijn vrouw Ria niet thuis. In de garage hadden we een fles jenever gezet, zodat de beide Willems als tussendoortje even enkele pikketanissen konden nemen voor het opdoen van de nodige energie. Nu was het zo gesteld dat beide helpers ook nog onze achterbuurman uit die tijd, Dorus Wolters, op bezoek hadden gekregen. Toen mijn vrouw thuiskwam zat het drietal gemoedelijk aan de borrel. Omdat de drank bijna op was, ging mijn vrouw bij ons aan de zaak er nog een tweede liter bijhalen. Ikzelf zat nog op de broodroute; dus werd de drank vanuit de winkel door mijn moeder aangereikt. Toen het drietal flink "in de olie" huiswaarts keerde had Willem Arends eerst af willen rekenen, maar omdat mijn vrouw geen contanten meer in huis had, gaf ze te verstaan dat de baas dit morgenvroeg zelf zou doen. In de vroege morgen, om half vijf, hoorden we vanuit ons bed dat er steentjes tegen het slaapkamerraam gegooid werden. Toen ik het raam opende zag ik Willem Arends beneden staan, die me luidschreeuwend te kennen gaf dat er onmiddellijk afgerekend moest worden. Hij was ook al in de bakkerij geweest, alwaar mijn stiefvader en een knecht al aan het bakken waren. Nadat ik Willem het tientje met een knaak fooi erbij had betaald ging hij mopperend heen. Toen ik de andere dag van de route terugkeerde, vernam ik van mijn moeder, dat mevrouw Arends des middags de twee lege jeneverflessen tegen incassering van 50 cent statiegeld in de winkel had teruggebracht. Hierbij had ze mijn moeder te verstaan gegeven dat het schandalig was, dat ik of mijn vrouw niet meteen met haar man had afgerekend. Dit was zij van "Lombok" niet gewend! Als rente voor "de langdurig" openstaande schuld had mijn moeder de gedupeerde mevrouw Arends ook nog een rol koekjes voor bij de thee meegegeven.
|