In een totaal uitverkochte studio 4 van het Flageygebouw vond gisteren de finale plaats van de wedstrijd Koor van het Jaar en werd er naar een opvolger gezocht van het Gents Madrigaalkoor. Heel opvallend dat 4 jeugdkoren en slechts 2 volwassenenkoren de finale bereikt hadden. Veel jeugd dus op het podium maar ook opvallend aanwezig in de zaal, onder het goedkeurend oog van Bert Anciaux.
Ware het niet dat Cantilene uit Ekeren een wat mindere inzet kende met Monteverdi, dan zouden ze wellicht ook de eindtrofee in de wacht gesleept hebben. Nu moesten zij zich tevreden stellen met de laureaatstitel voor jeugdkoren en met de publieksprijs. De overwinning ging uiteindelijk naar Camerata Aetas Nova uit Leuven o.l.v. Dieter Staelens. Niet alleen brachtenén Cantilene én deze Camerata de beste zanguitvoering, maar ook hun presentatie was het meest aangepast. De vier andere koren stonden duidelijk een trapje lager op het schavot, en voor sommigen was het heel onwennig zoeken naar een moderne presentatie.
Toch was deze avond nog maar eens een bewijs dat het koorleven leeft. Het ultieme bewijs hiervoor werd geleverd met het resultaat van de Canvasprijs: 20.056 stemmen werden uitgebracht (allemaal van verschillende mensen) zonder dat er uiteindelijk veel ruchtbaarheid was aan gegeven in de pers.
Vind je de onderstaande tekst mooi? Hij komt uit de bijbel, het Oude Testament en werd talloze keren op muziek gezet. Het is het Hooglied van de liefde, de Song of Songs.
Muziek was voor de Grieken iets goddelijks. Dat wordt al weerspiegeld in het woord zelf: het woord muziek betekent Muzenkunst. De Muzen, over wie wordt gesproken, waren de negen dochters van Zeus en Mnemosyne, respectievelijk de oppergod en de godin van het geheugen. De Muzen waren de beschermsters van verschillende soorten poëzie en wetenschap.
De Muzen heten: -Kalliope (die met de schone stem): Muze van de epische poëzie (heldendicht). Zij blaast op de panfluit of begeleidt zichzelf op de lier. -Klio (beroemdmakend): Muze van de geschiedenis. Zij speelt op de aulos (dubbelhobo). -Polyhymnia (rijk aan zangen): Muze van de pantomime. -Euterpe (de verblijdende): Muze van het lierdicht en het fluitspel. Zij speelt op de aulos, de fluit en andere muziekinstrumenten. -Terpsichore (de danslustige): Muze van de dans en de lyrische poëzie. Ze bespeelt alle snaarinstrumenten. -Erato (de beminnelijke): Muze van het koorlied en de liefdespoëzie. Zij speelt op de lier, op de kithara of op de handtrommel. -Melpomene (de zingende): Muze van de tragedie. Zij speelt op de harp en de aulos. -Thalia (de bloeiende): Muze van de komedie. Zij bespeelde de aulos. -Ourania (de hemelse): Muze van de sterrenkunde
We hebben het er al eens over gehad: voor alles bestaat er tegenwoordig een speciale dag, in die mate dat er geen dagen genoeg meer zijn in het jaar om het allemaal bij te houden. Een ware inflatie die ons uitnodigt om de dag van de armoede, de dag van de klompendragers, de dag van de jeugdbeweging, de dag van het verloren parkietjes ... in gedachten te houden: de één al zinvoller dan de andere. In Nederland fabriceerden ze onlangs een filevije dag en 's avonds kwamen ze dan triomfantelijk vertellen dat er 20 % minder files op de wegen waren.
En vandaag is het dus de e-mailvrije dag. Wees er van overtuigd, ik zal mij haasten. Email is een stukje van ons aller leven aan het worden: goedkoop, snel, en een leuke manier om in een mum van tijd de andere kant van de wereld te bereiken. Wat kan er nu mis zijn aan een "hoi" voor een vriend die je een beetje mist? Ik krijg dagelijks zo een 100 mails. Daar zit natuurlijk rommel bij: de deleteknop is nooit ver weg. Maar er zitten ook hartverwarmende dingen tussen, en daarvoor alleen hoop ik dat deze emailvrije dag een complete mislukking wordt.
Zal ik het nog maar eens zeggen? Iedere keer als er optredens van koren naderen, moet ik op de tippen van mijn tenen staan (en ook al op mijn strepen) om iedereen er aan te herinneren dat ik verwacht dat iedereen die wil meedoen ook echt verondersteld wordt om geen - of bijna geen - van de laatste repetities te missen. Het is niet voldoende dat je tegen mij of tegen jezelf zegt dat je alles wel thuis zal instuderen, of dat je alles al kent. Ik heb liever een homogeen koor dan een koor waar ineens nog zgn. sterren komen opduiken. Nog maar eens: een koor is een ploeg, geen samenraapsel van individuele talenten die hun ding komen doen. Ik zou zo zeggen: iedereen kan gemist worden en niemand kan gemist worden. En nu maar repeteren met concentratie en enthousiasme. Ik sta op scherp.
De mooiste Gregoriaanse melodie die mij uit mijn kindertijd bijbleef, is die van het Dies irae. Het Dies irae werd gezongen tijdens de uitvaartmis. Het is de smeekbede van de gestorvene aan God om op de Dag des Oordeels toch medelijden te hebben met hem, arme zondaar. Het kerkkoor zong het namens hem of haar die voor in de kerk tussen de kaarsen opgebaard lag. Als het koor dat zong, hoe vals ook, verplaatste ik mij - ik was inmiddels misdienaar - in de positie van de mij verder totaal onbekende overledene en boog mij nog dieper voor de treden van het altaar, want ik was, dat wist ik maar al te goed, vaak stout.
De tekst van het Dies irae vond ik nogal luguber maar de melodie niet. Die was zo lief, zo droevig, dat de Lieve Heer wel meelij moest hebben. Het lied werd niet zoals het In paradisum op weg naar het kerkhof gezongen, over het krakend grind, langs de waaiende bomen, maar binnen in de kerk en opnieuw voelde ik de armen van het kerkgebouw om me heen: er was ontferming. Dat hoorde je in de melodie.
Het is altijd mijn favoriete Gregoriaanse melodie gebleven. Ik zong hem later bij wijze van eigen popsong met de piano, het harmonium of het orgel. Mijn vader zei dan dat ik het fout speelde. Ik maakte er d-mineur van en stopte er een modulatie in naar a-klein. Dat deden al die kerkorganisten ook en dat stoorde hem. Het Gregoriaans mocht in feite niet eens begeleid worden, dat was a capella zang. Dies irae, zei mijn vader, was de allervolmaaktste Gregoriaanse melodie; het stond in de diatonische kerktoonladder van d, daar kwamen geen modulaties (geen chromatiek) in voor. Mijn vader verdedigde het zuivere Gregoriaans. Dat was middeleeuws. Helder, licht middeleeuws, zoals de monniken van Solesmes hem dat leerden.
Dies Irae is nu verdwenen uit de uitvaartliturgie. Maar ik blijf het jammer vinden.
Het luisteren naar muziek maakt dezelfde chemische stoffen los in ons lichaam als "sex and food". De bekende leuze van veel muzikanten die beweren te leven van seks, drugs en rock 'n roll, heeft dus een diepere betekenis. De stof dopamine, het hormoon dat gekoppeld is aan het gevoel van geluk en algemeen welbehagen, is verantwoordelijk hiervoor. Ieder muziekgenre of iedere song heeft natuurlijk een ander effect. Het is aan ons om de proef op de som te nemen. Misschien er eens lekker bij gaan zitten met de ogen dicht en de muziek over ons heen laten komen? Analyseer dan maar wat er gestimuleerd wordt: de honger, de libido of misschien iets totaal anders? Of de heilzame werking van muziek beluisteren echter een goede compensatie kan vormen voor een stomende vrijpartij, of een culinair hoogstandje op je bord, blijft natuurlijk de vraag...
Soms vraag ik mij wel eens af wat mij toch bezielt om een blog als deze actief te houden, als er al een reden was om er ooit mee te beginnen. In het begin denk je: aha, een handig middeltje om te communiceren met de koorleden zonder de rompslomp van individuele mailtjes. Vervolgens wil je geen robot zijn of en prikbord waar alleen maar droge mededelingen op verschijnen. Een derde stapje maak je als je vaststelt dat er nogal wat interesse (nieuwsgierigheid?) is naar je gevoelens: een propere vorm van exhibitionisme en voyeurisme is wellicht niemand vreemd. En ... eigenlijk is het veel eenvoudiger, je vindt het gewoon leuk dat je een beetje van je gemoedsleven mag laten zien.
Tenslotte begint deze column zijn eigen leven te leiden: elke dag komen er tussen de vijftig en de honderd bezoekers, en die wil je natuurlijk niet teleurstellen. Daar zit waarschijnlijk ook een stukje ijdelheid bij, maar geef nu toe, niets menselijk is ons vreemd. Een dirigent is toch al een beetje iemand die vooraan wil staan om zijn ideeën tot werkelijkheid te brengen.
Heel misschien deel je ook een beetje je eigen geluksgevoel en schoonheidsbeleving mee. Want geven en delen, maakt je meer completer als mens.
winter. je ziet weer de bomen door het bos, en dit licht is geen licht maar inzicht: er is niets nieuws zonder de zon.
En toch is ook de nacht niet Uitzichtloos, zo lang er sneeuw ligt Is het nooit volledig duister, nee, Er is de klaarte van een soort geloof Dat het nooit helemaal donker wordt. Zo lang er sneeuw is, is er hoop.
De Russisch-orthodoxe kerkmuziek kent een zeer rijke geschiedenis. In tegenstelling tot andere orthodoxe landen, waar de kerkmuziek tot voor kort voornamelijk eenstemmig werd uitgevoerd, zien we in de Russisch-orthodoxe kerkmuziek een heel andere ontwikkeling.
Na de kerstening van Rusland in de 10e eeuw en de overname van de kerkstructuur uit Byzantium, krijgt de eenstemmige Byzantijnse zang op Russische bodem al snel een typisch eigen karakter. De dramatische en expressieve Byzantijnse melodieën van de Grieken worden onder invloed van de reeds bestaande rijke zangcultuur en eigen volksaard al gauw bewerkt tot vloeiende, rustige melodieën.In de ikonenschilderkunst is een vergelijkbare ontwikkeling waar te nemen.
In de 14e en 15e eeuw ontstaat de zogenaamde Russische meerstemmigheid, die is gebaseerd op de meerstemmige Russische volksmelodieën.
De tweede helft van de 17e eeuw geldt als breekpunt in de geschiedenis van de Russisch-orthodoxe kerkmuziek. Vanaf dit moment wordt de muziek voortdurend door het westen beïnvloed. Twee tegenover elkaar staande zangtradities, die van het Moskouse Rijk en de meerstemmigheid van westerse oorsprong, botsen nu met elkaar. Dit is het eigenlijke begin van de verwereldlijking van de Russische traditie. De periode van buitenlandse beïnvloeding valt in een aantal stadia uiteen, te weten de Poolse mode ín de 17e eeuw, de Italiaanse invloed in de 18e eeuw en de Duitse stijl in de 19e eeuw. Parallel hieraan verloopt de technische ontwikkeling van de koormuziek.
Omstreeks 1900 begint de Russisch-orthodoxe kerkzang weer terug te grijpen naar haar eigen wortels. De kerkmuziek maakt zich als het ware los van de afhankelijkheid van de westerse meerstemmigheid. Een steeds groter aantal oude manuscripten wordt ontcijferd en men ontdekt weer de rijkdom van de eigen Russische zangtraditie. Deze ontwikkeling gaat door tot op de dag van vandaag.
Nog een kleine nabeschouwing bij de Deutsche Messe die vanmorgen in de Sint Pauluskerk in Antwerpen werd ten gehore gebracht. Op het einde van de mis bedankte de pastoor de "aanwezige" koren, een hele resem waarbij opviel dat het alleen enkele ouderen waren die waren komen opdagen in de overigens volle kerk. Ik kan me zo voorstellen dat het een kick is voor de dirigent om toch nog een koor van 200 zangers te kunnen dirigeren. Jammer dat de oorspronkelijke orkestbezetting die Schubert voorzag (blazers, timpaan, pauken en orgel) gereduceerd was tot blazers, waarbij dan regelematig nog één stem ontbrak. Bij zo een gelegenheid zou Koor & Stem echt niet mogen besparen op de bezetting. Voor en tijdens de mis bespeelde titularis De Troyer het majestueuze orgel. Maar ook zijn dagje was het niet: te zwaar gefeest op een of ander Ceciliafeest? Alles bij mekaar vind ik dat Koor & Stem eens moet kritisch kijken naar dit feestelijk gebeuren, wil men niet dezelfde weg opgaan als het stilaan doodbloedende Vlaams Nationaal Zangfeest. Anders krijgt het deel dat ANZ heet stilaan de reputatie van stervensbegeleider. Het koorleven verdient beter!
Gisterenavond Junior Eurovisie songfestival. Het grote broertje wil mij nogal eens in slaap wiegen, maar voor de kinderen heb ik geen luciferstokjes nodig om mijn ogen open te houden. Ik ben heel blij dat twee liedjes die echt op kindermaat geschreven waren hoge ogen hebben gegooid. "BZZZZ" van Georgië is een liedje dat in de beste traditie van de Oost-Europse koren niet zou misstaan en werd de terechte winnaar. Wat minder hoog maar toch nog altijd een stuk beter dan allerlei poprommel was "Nanana", wat al even goed aansloot bij de tienjarigen die het brachten. Om één of twee kleine pareltjes te ontdekken zou je het natuurlijk al doen. Kwam daar dan nog het gemeenschappelijk UNICEF-liedje bij waarin "hand in hand" de zangvreugde van de gezichtjes van de deelnemers afdroop, en de avond was weeral goed. Ik merk trouwens dat toestanden gelijk Eurosong voor Kids wel degelijk kinderen aan het zingen zet. Daarom ook dat onze Jan De Smet met zijn moderne Sinterklaasplaat alle lof verdiend.
Koud, regenachtig, hagelbuien, donker. Echt herfstweer dat een beetje nostalgisch maakt. Het doet mij denken aan mijn jeugd in Beringen. 's Avonds na het avondeten en de afwas zaten wij steevast in de keuken, de kolenstoof (geen Leuvense, maar toch met een lekker warme oven) brandde en ronkte, mijn vader en moeder zaten bij elkaar en als we wat naar de radio geluisterd hadden was het tijd om aan het dagelijks ritueel van het rozenhoedje te beginnen. Op een onbewaakt moment (misschien was het wel missie geweest in de kerk?) hadden mijn ouders beslist dat zij bij het Marialegioen zouden gaan en alle dagen een rozenkrans zouden bidden. Dat was het signaal voor mijn moeder om haar gemakkelijk in haar oude zetel te nestelen. En de bromstem van mijn vader zorgde er al gauw voor dat zij indommelde en de antwoorden op de weesgegroetjes uitbleven. Het naar bed gaan probeerde ik zolang mogelijk uit te stellen, want centrale verwarming hadden we niet. Vier dekens en een bedsprei konden niet beletten dat het soms ijselijk koud kon zijn als ik in mijn bedje lag. Bedje, zeg maar bed. Zo een groot ding waar je in moest klimmen en waar misschien mijn bedovergrootmoeder nog in gelegen had. Ik ben er verdorie mijn lief bijna mee kwijt geraakt, want die had bij haar thuis al chauffage en vond het maar niks in dat grote koude huis. Nu, 50 jaar later, ben ik nog altijd gelukkig als het lekker warm is in huis. Het is de omgekeerde wereld geworden, mijn vrouw puft en ik heb dan nog de neiging om een zwier aan de thermostaat te geven. Komt er van, ze had maar niet moeten liggen rillen toen.
Over het leven en het werk van Franz Peter Schubert, de grote Weense componist die leefde van 1797 tot 1828, is tamelijk veel bekend, omdat er veel onderzoek naar is gepleegd en het niet gaat om een figuur uit de (vaak anonieme) Middeleeuwen. In alle levensbeschrijvingen komt naar voren dat hij arm was, nogal teruggetrokken, klein van stuk, drager van een brilletje en een buikje, kippig, gek op een glas wijn en groot vereerder van Van Beethoven naast wie hij op zijn verzoek begraven werd. Toch is er over de achtergrond van zijn meest populaire koorcompositie, de Deutsche Messe, weinig te melden. Men weet dat de tekst, die niet die van de klassieke misgezangen is, is gemaakt door Johann Philipp Neumann, een professor van de Technische Hochschule in Wenen, maar wat de aanleiding geweest is tot het maken ervan en tot het geven van de compositieopdracht door Neumann aan Schubert valt niet meer te achterhalen. Schubert heeft eraan gewerkt enkele jaren vóór zijn dood, in 1826, en noemde zijn eerst door de geestelijkheid niet hartelijk begroete werkstuk Gesänge zur Feier des heiligen Opfers der Messe. Het registratienummer is Deutsch 872. Men heeft wel gedacht dat de compositie bedoeld was voor het koor van de genoemde Technische Hogeschool, maar inmiddels weten we dat daar alleen een mannenkoor was, terwijl de muziek geschreven is voor vierstemmig gemengd koor met blazers, pauken, timpaan en orgel. Kennelijk om een feestelijke gelegenheid op te luisteren in een redelijk grote parochiekerk. We weten wel dat de tekstschrijver en de componist handelden in de geest van keizer Joseph II (1741-1790), die progressieve ideeën had en de volkstaal propageerde voor de liturgie op zijn grondgebied. Michaël Haydn was Schubert daar overigens al in voorgegaan met zijn Deutsches Hochamt van 1782. Dat de geestelijkheid eerst niet enthousiast reageerde, kwam niet daardoor maar door het gevaar dat de populaire, maar gemakkelijk tot oppervlakkige en sentimentele uitvoering leidende gezangen het meer hoogstaande repertoire zouden verdringen, vooral toen het werk werd bewerkt voor alleen mannenkoor en voor éénstemmige volkszang. De muziek is in haar oorsprong al zeer eenvoudig, men herkent de liederencomponist in de betrekkelijk gemakkelijke en emotionele melodiën, die inderdaad het gevaar in zich dragen ordinair langgerekt te worden uitgevoerd. Schubert besefte dit zelf maar heeft niet de tijd gehad om hier tegen te protesteren, zodat in de tweede helft van de negentiende eeuw zijn compositie door kritische muziekkenners met argwaan werd aanhoord. Gelukkig is men in onze tijd weer wat meer op het spoor van de eigenlijke muzikale kracht gekomen van het werk, waar Schubert honderd gulden mee heeft verdiend. En ons aller waardering!
Bericht van het persagentschap Belga van 17/06/2008 Anders dan vaak wordt aangenomen zijn mannen gevoeliger voor muziek dan vrouwen. Dat concludeert althans de Britse psycholoog Davis Moxon na een onderzoek naar de reactie van mannen en vrouwen op geluid.
In opdracht van electronicaconcern Sony Ericsson onderzocht Moxon hoe mannen en vrouwen fysiek reageren op muziek.
Uit het onderzoek blijkt dat mannen bij het luisteren naar muziek de grootste fysieke veranderingen ondergaan. Ook kunnen ze beter bepalen welke muziekgenres hen beïnvloeden en zijn ze zich meer bewust van de gevoelens die verschillende geluiden oproepen. Uit metingen naar de biochemische veranderingen in het lichaam tijdens het luisteren naar muziek bleek dat mannen opgewonden raken van korte stukjes Britse soul. Ook Duitse hiphop (76 procent), Letse pop (67 procent) en Estlandse rock (33 procent) verhogen bij mannen de testosteronspiegel.
Vrouwen blijken zich minder bewust van het effect van muziek op hun lichaam. Zij raken vooral opgewonden van pikante Spaanse latinmuziek. Bij zowel mannen als vrouwen veroorzaakt dat genre echter ook de meeste stress.
Verder kwam uit het onderzoek naar voren dat muziek niet per se langzaam hoeft te zijn om een ontspannende werking te hebben. Snelle nummers uit de Kroatische pop, Letse poprock en Poolse poprock werken het meest ontspannend bij zowel mannen als vrouwen.
Volgens de onderzoekers werd het meest opvallende effect bereikt door de Kroatische pop; bij alle deelnemers daalde de cortisolspiegel en steeg de IgA-waarde bij het luisteren naar die muziek. Dat betekent dat het de luisteraars ontspant en tegelijkertijd hun immuunsysteem versterkt.
De meeste mensen die zeggen dat ze niet kunnen zingen, zeggen dat omdat ze denken dat ze vals zingen.Daardoor ga je bijna gegarandeerd vals zingen. Om zuiver te leren zingen, is het vaak belangrijk dat je juist niet te hard probeert om de noten te raken. Meestal kan je beter aan heel andere dingen werken. Solfège bijvoorbeeld, zodat je toonhoogteverschillen leert horen en voelen. En ademsteun, om een goed geraakte toon aan te leren houden. Of technieken om de noot in je hoofd te kunnen horen voordat je hem zingt.
Vals zingen kan op verschillende manieren. Zo zijn er zangers die altijd iets te laag zingen, of een fractie te hoog. Sommige zangers kunnen een noot niet goed raken. Anderen raken hem wel maar kunnen hem niet aanhouden. Je kan vals zingen omdat je niet goed hoort wat je doet, omdat je onvoldoende ademsteun hebt, omdat je niet geconcentreerd bent, te veel of te weinig gegeten hebt, of omdat je buiten je bereik probeert te zingen... Zuiver zingen gaat meestal het makkelijst in een koor! Op een of andere manier 'kopieer' je de toonhoogte van de mensen die jouw partij zingen bijna automatisch. Er zijn deskundigen die zeggen dat je nooit perfect zuiver kan zingen - maar dat is helemaal geen probleem. Blijkbaar accepteert je oor kleine toonhoogtevariaties van zangers veel makkelijker dan "net-een-beetje-valse-piano's" (of andere instrumenten). Dat heeft waarschijnlijk veel te maken met het ingebouwde vibrato van de stem: de toonhoogte zweeft altijd een beetje.
Voor elke noot die je zingt, moet je je stem opnieuw 'stemmen'. Een fractie van een seconde voordat je een noot zingt, zorgen talloze spiertjes ervoor dat je stemplooien precies de juiste spanning hebben om je stemspleet op precies de juiste snelheid open en dicht te laten gaan. Dat heet prephonatory tuningofwel stemmen vlak voor de klank. Om dat goed te laten verlopen, moet je de gewenste toonhoogte in je hoofd kunnen 'horen' voordat je hem zingt.
Zonder prephonatory tuning zou je elke noot moeten corrigeren terwijl je hem al zingt. Sommige zangers zingen zo: ze zetten een noot in en buigen hem dan omhoog of omlaag tot ze goed zitten, of denken dat ze goed zitten. Dat klinkt niet echt geweldig, natuurlijk.
Zuiver zingen heeft ook veel met concentratie te maken. Als je aandacht verslapt wordt het moeilijk om een noot te raken. Maar als je je te veel op zuiver zingen concentreert, kan je juist daardoor ook vals zingen. Het is net als proberen om niet aan roze olifanten te denken. Een tip: denk niet aan de noot die je zingt, maar aan de noot die je gaat zingen. Als je je noten wel kan raken maar niet goed kan aanhouden, zit hem dat mogelijk in je ademsteun. Een volle of een lege maag kan ook op andere manieren voor een minder succesvol optreden zorgen. Dit is een apart onderwerp.
Daarstraks op de blog van mijn mailmaatje een reeks funny cijfers gelezen. het ging over het gemiddelde dat een mens in zijn leven haalt. Zo zou een gemiddeld menselijk wezen 10.000 repen chocolade in zijn leven verorberen. Dat zal bij mij een stuk hoger liggen ( kan je checken als je onbescheiden naar mijn broeksriem gluurt).
Maar ik denk dat het over Amerikaanse cijfers ging, want wat zag ik tot mijn complete verbazing en verbouwereerdheid. Gemiddeld 1700 vriendschappen in je leven !!! Ik heb zitten tellen en ik kwam toe met mijn vingers en mijn tenen. Ofwel ben ik een compleet asociaal wezen, ofwel betekent vriendschap heel wat meer voor mij. Natuurlijk kom je hopen mensen tegen die je leuk vindt, waar je mee opschiet, waar je zelfs op tijd en stond fun mee kan maken. Maar vriendschap ?
Vriendschap en liefde liggen niet ver uit mekaar. Zelfs met een groot hart heb je plaats te weinig om zoveel mensen een heel leven trouw te blijven, steeds klaar om te luisteren en om te helpen, vertrouwd genoeg om je geheimen aan toe te vertrouwen. Ik heb er een paar en dat vind ik al een grote schat.
Van harte welkom. Ik ben blij dat je nog eens langs komt op mijn blog. Niet dat ik de goeroe ben die wijsheid te verkondigen heeft. Ik vind het gewoon gezellig dat jij op bezoek komt, om te kijken welk ei ik nu weer kwijt moest. Ik ben gisterenavond even naar een vorming geweest van het Forum voor Amateurkunsten met de uitdagende titel "Infosessie Fondsenwerving". Het liep er geen storm, maar ik bevond mij wel in fijn gezelschap: Fanny, die mee helpt Korile te besturen, was er om mee ideeën te sprokkelen bij Prof.dr. Jos Huypens van de faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen van de Universiteit Antwerpen.
Ik ga de uiteenzetting niet nog eens dunnetjes over doen. Als je (nog uitgebreider) wil weten wat de brave borst ons allemaal te vertellen had kan je nog altijd zijn boekje kopen: "Fondsen werven is (geen) kinderspel". (Uitgeverij Politeia, 2007, 82 pag.). Misschien moeten we het daar wel eens over hebben op de respectieve bestuursvergaderingen van Korile en het Ruysscheveldekoor. Centjes zijn nu eenmaal onontbeerlijk als je je koorei wil leggen. Of ... eieren in de korf.
Voor zingen kreeg je vroeger op school punten. Dat was in zoverre gek dat je er verder geen les in kreeg, wij tenminste niet.
Het was blijkbaar net zoiets als de drie punten die je op je wekelijkse rapport mee naar huis kreeg, voor Gedrag, Vlijt en Netheid. Dat waren ook dingen die je blijkbaar uit jezelf moest leren produceren. Niemand vertelde je ooit echt wat je daar precies voor moest doen, al wist je gewoonlijk heel goed op welke manieren je een slecht punt zou kunnen krijgen, als dat ooit je bedoeling zou zijn. Maar hoe moest je "Vlijt" laten zien? Voor "Gedrag" ging het nog een beetje. Met je armen over elkaar demonstratief stijf rechtop zitten in je bank, zodat je goed zichtbaar je best deed. Dat hielp soms, om een beurt te krijgen bijvoorbeeld, als we bijna allemaal onze vinger hadden opgestoken bij de vraag wie het goede antwoord wist.
Of was dat dan "Netheid"? Of tóch Vlijt?
En waarop bij het punt voor "zingen"gelet werd was al helemaal onduidelijk.
Nu is het niet helemaal waar dat we geen zangles kregen. We leerden wel liedjes, en we zongen ook wel eens samen. Maar hoe je nu als individu mooi zou kunnen leren zingen, nee.
Je stem bijvoorbeeld, dat was iets dat je nu eenmaal had, had je al gauw door, en de aanwijzingen van de meester kwamen gewoonlijk neer op zaken als "niet zo vals zingen, luisteren naar je buurman", "niet brommen, maar een octaaf hoger inzetten", "niet schreeuwen, maar zachtjes zingen" en dergelijke.
Hooguit werden we nu en dan eens aangemaand om de klinkers met je lippen mooier te vormen dan je bij gewoon praten gewoonlijk deed, en de medeklinkers allemaal echt hoorbaar uit te spreken. Of we moesten een liedje zoemen in plaats van gewoon zingen met woorden. Dat duidelijk moeten uitspreken had soms ook voor jezelf wel eens praktisch nut. Je merkte dan dat het moest zijn "Kom laten wij aanbidden" en niet "gaan bidden" zoals je eerst gemeend had.
Voor zover er nu op school of met kinderen gezongen wordt zijn we het stadium voorbij van de meester die ons obligaat de Brabançonne moest bijbrengen. Als we nu nog op school opnieuw aan de slag gaan met het zingen voor kinderen dan komt er een nieuwe generatie aan!
Je kan moeilijk zeggen dat ik er vroeg bij ben vandaag. Ik moest dan ook van het ene optreden naar het andere feest.
Ik zal maar beginnen met mijn korile-ertjes te complimlenteren. Ik vond dat ze het heel goed gedaan hebben vanmorgen: aandachtig, muzikaal, genuanceerd. Ook de pastorale werkers van het UZ hebben mij achteraf gezegd dat het optreden prima was en een aparte dimensie had gegeven aan de viering. Zingen als bevrijding, zingen als troost. Goed gedaan!
En daarna een leuk feestje (Cecilia, weet je wel) in Stekene met een groep mensen die het goed met elkaar kunnen vinden. Tegelijkertijd een erebetoon aan Robert Maes, de man die 20 jaar lang in het bestuur met zorg en stiptheid de financies van het Ruysscheveldekoor onder zijn hoede had en dit nu noodgedwongen en tot onze grote spijt moet doorgeven aan iemand anders. Grote trouw verdient grote dank.
Op 15 november 1492 noteerde Christoffel Columbus voor de eerste keer in zijn dagboek het bestaan van een plant waarvan de bladeren konden gedroogd worden en dan opgerold en gerookt. De sigaar was ontdekt. Of zij toen ook al gedraaid werd op de dijen van de weelderige Midden-Amerikaanse vrouwen is niet vermeld.
Bij hun terugkeer naar Europa nemen de zeevaarders niet alleen de tabak mee, maar ook de rookgewoonten. Men kent zelfs medische en miraculeuze krachten aan de tabak toe. In geleerde geschriften wordt geschreven dat het Amerikaanse kruid alle ziektes geneest. Deze mythe zal lang standhouden.
Jean Nicot de Villemain (1530-1600), van wiens naam nicotine is afgeleid, prijst de tabaksplant als geneesmiddel tegen migraine bij de Franse koningin aan. Tabaksrook wordt zelfs gebruikt om drenkelingen opnieuw tot bewustzijn te brengen, een voorloper van mond aan mondbeademing. In de 16
de eeuw is tabak werkelijk in. Op basis van tabak worden siropen, gorgeldrankjes, haarlotions, liefdesdrankjes en huidzuiveringsmiddelen gemaakt.
De Fransen vinden nog een andere manier uit, ze proppen de tabak gewoon in hun neusgaten! Snuiven, zo heet dat. Dit wordt een teken van goede smaak, vooral gebruikt door lieden uit de hogere klassen. De snuif wordt bewaard in rijkelijk bewerkte snuifdozen. En omdat het Franse hof dikwijls de toon aangeeft, moet de rest van Europa wel volgen.
In de 16
de en 17de eeuw krijgt de tabak meer en meer de naam van genotmiddel. In die tijd ontstaan ook de eerste antirookcampagnes, want het buitensporig gebruik in vele landen van Europa verontrust de gezagsdragers. Lodewijk XIII verbiedt zelfs de verkoop van tabak in Frankrijk. James I van Engeland schrijft een aanklacht tegen rokers. De sultan van Turkije, Amurat IV, vaardigt een wet uit waarbij het roken verboden wordt. Bij een overtreding wordt de neus afgesneden. In Rusland wordt het roken zwaar bestraft en in Perzië, het huidige Iran, wordt de bovenlip weggesneden van diegenen die op roken betrapt worden.
In de 18
de eeuw stoppen alle heren die zich heren willen noemen, zich de neus vol in Europa, want een pijp vinden ze te ordinair. De pijp is vooral geliefd bij zeelui, alhoewel op zee niet wordt gerookt. Dat is immers te gevaarlijk voor brand. Matrozen nemen genoegen met pruimen. Ze nemen een prop tabak in de mond en kauwen erop. Om te vermijden dat ze deze overal uitspuwen, worden er houten of koperen spuwbakjes geïnstalleerd.
In het begin van de 19
de eeuw ontstaat in Spanje een nieuwe rookgewoonte. Bedelaars rapen sigarenpeukjes op en roken ze door de tabak in een papiertje te rollen. Zo ontstaat de sigaret.
Voor het Ceciliafeest van het Ruysscheveldekoor is een nogal geheimzinnig optreden aangekondigd. Daar mogen we natuurlijk niks van verklappen. Daarom hebben we het vandaag maar over BUIKSPREKEN;
Buikspreken is spreken zonder je lippen te bewegen. De term buikspreken komt van het Latijnse ventriloquisme (venter = buik, loqui = spreken). Het buikspreken wordt echter niet in de buik gedaan, maar voor en achterin de keel.
De kunst van het buikspreken vergt veel oefening. Buikspreken is feitelijk een illusie voor het oor, zoals goochelen een illusie voor het oog is. Net als goochelen maak je gebruik van afleiding om het meer geloofwaardig te maken. Dit kun je doen door:
Ervoor te zorgen dat de handpop de aandacht en zicht wegtrekt van de feitelijke bron van het geluid
Vervangende letters gebruiken die door de hersenen worden gecorrigeerd
Hoe spreek je zonder je lippen te bewegen?
Geloof het of niet, maar iedereen is nu al 50% buikspreker. Ontspan uw kaak en open uw mond een klein beetje. Spreek nu (in uw normale stem) de klinkers Aa, Ee, Oo, Ie, Eh, Ah, Oh, Oe, Uu, Uh, Ui, Au Gefeliciteerd! u heeft zojuist gesproken zonder uw lippen te bewegen!
Ontspan uw kaak en zeg het gehele alfabet zonder uw lippen te bewegen. De meeste letters gingen goed, op een paar na. bij B, F, M, P, Q, V en W bewogen uw lippen waarschijnlijk. De overige letters hoeven geen probleem te geven. Deze letters noemen we de probleemletters Het is helaas onmogelijk om deze probleemletters te zeggen zonder de lippen te bewegen. Dus hoe doen buiksprekers dit? Dit doen ze door vervangende geluiden te maken en snel deze letters over te slaan zodat de hersenen vanzelf deze gaten opvullen. Een beetje humor erbij helpt ook om de kleine foutjes te verdoezelen.
Vervangende geluiden (met name aan het begin van een woord)
B wordt vervangen met een "kuh" of "nguh" geluid achterin de keel. Het woord "Banjo" spreek je dan uit als "kan-jo" of "ngan-jo". Dit klinkt misschien opvallend, maar het publiek zal hier minder last van hebben, aangezien de woorden "kan-jo" of "ngan-jo" niet bestaan, zullen hun hersenen hier al snel "banjo" van maken.
Hierbij helpt het ook om de context van het woord duidelijk te maken door als buikspreker eerst het woord uit te spreken, bijvoorbeeld
Buikspreker: "Ik ben gek op country muziek, met al die banjo's" Handpop: "Ik luister alleen nog maar ngan-jo muziek!"
De buikspreker heeft hier het woord alvast aangekondigd, waardoor in de hersenen van het publiek "ngan-jo" automatisch wordt vervangen door "banjo".
F spreek je uit met de klant die in het Engels voor "th" wordt gebruikt, zoals in "the" en "there". Een woord als "Fiets" spreekt de handpop uit als "thiets". Sommige buiksprekers gebruiken hier ook een "huh" klank voor, waarmee "fiets" "hiets" wordt.
M wordt uitgesproken met een "nah" of "nèh" klank. Een woord als "Maan" wordt dus "Naan".
P wordt als "kl" achterin de keel uitgesproken. "Praten" wordt dan "Klaten".
Q wordt als "Koe" uitgesproken. Een woord als "Aqua" spreek je dan uit als "Akoe-a".
V spreek je net als F uit met een "th" klank. "Vaas" wordt dus "Thaas".
W is te maskeren middels een "oeh" klank. "Waar" wordt dus "Oe-aar"
In 2007 verscheen de volgende mededeling van de hogeschool in Groningen:
Studenten van de Hanzehogeschool Groningen hebben een muziekkussen met ingebouwde mp3-speler voor Alzheimerpatiënten ontwikkeld. Het luisteren naar licht klassieke muziek of liedjes van vroeger maakt de patiënten in de laatste stadia van dementie rustig.
Dat heeft de noordelijke onderwijsinstelling dinsdag bekendgemaakt. De uitvinding is ontstaan uit de samenwerking van studenten van de opleiding Elektrotechniek, de Academie voor de Verpleegkunde, de Academie voor Gezondheidsstudies en het Instituut voor ICT. "Het kussen is zo ontworpen dat de patiënten de muziek alleen horen als ze liggen", legt een zegsvrouw uit. Eerder onderzoek heeft al uitgewezen dat mensen die lijden aan Alzheimer rustig worden van muziek.
"Het probleem is echter dat ze heel onrustig worden van een koptelefoon op hun hoofd. Dat probleem is met het kussen verholpen." De familie van de patiënt kan zelf uitzoeken welke muziek er in de mp3-speler wordt gezet. Het Groningse kussen wordt in de loop van het jaar ook in productie genomen, zorgverzekeraar Menzis ondersteunt het project.
De ontwikkeling van de stemkwaliteit is gebonden aan criteria die plaats-, sociaal-cultureel- en tijdgebonden zijn. Net zoals lichaamsbouw, omgangs- en uitingsvormen en dynamiek van leven samenhangen met het heersende klimaat, de streek het landschap en het klimaat waarin men woont, en de tijd waarin men leeft.
Europese stemmen verschillen van Afrikaanse stemmen. Een groot cultuurverschil, bijvoorbeeld, is het onderscheid tussen mannen- en vrouwenstemmen, dat in de ene cultuur groot kan zijn (Europa, Amerika) en in de andere klein, of bijna niet aanwezig (Azië).
Het temperament en de aard van een volk of bevolkingsgroep manifesteren zich in het geluid en de hantering van de stem. Zo zijn er de meer expressieve, emotionele en extraverte culturen (Mediterraan gebied) en de meer vlakke, rustige en introverte culturen (Siberisch, Germaans).
Iedere cultuur drukt op een andere manier de waarde uit die wordt gehecht aan specifieke stemkenmerken, en iedere cultuur doet een beroep op andere stemvaardigheden. De verhouding en samenhang tussen al deze factoren bepalen uiteindelijk voor een groot deel hoe een stem gaat klinken.
Gij die mij voor onvriendelijk houdt en nors, misschien wel voor een mensenhater, wat doet gij mij een onrecht aan! Ik ben van kindsbeen af zacht en teder van gemoed geweest. Ook tot het doen van grote en goede dingen was ik altijd bereid; maar sedert zes jaar verkeer ik in een allerongelukkigste toestand.
Van jaar tot jaar teleurgesteld in de hoop beter te worden, ben ik nu veroordeeld tot een lijden, waarvan herstel of geheel onmogelijk is of jaren op zich kan laten wachten. Vurig en levendig van temperament, ben ik nu toch gedwongen mij af te zonderen en eenzaam door het leven te gaan. Wanneer ik mij eens over alles heel wil zetten, hoe dubbel hard word ik door droeve ervaringen met mijn slechte gehoor teruggestoten.
En toch is hetmij niet mogelijk tot de mensen te zeggen, spreek harder want ik ben doof. Ik kan onmogelijk de treurige toestand blootleggen van een zintuig dat bij mij meer volkomen moest zijn dan bij anderen: een zintuig dat ik eenmaal ook in de grootste volmaaktheid bezat, zo volmaakt als weinigen nog bezeten hebben.
En nu het gemis te erkennen? Nee, ik kan het niet! Vergeef mij daarom als ik mij terugtrek, waar ik mij overigens graag in uw midden zou bewegen. Dubbel zeer doet mij mijn ongeluk omdat ik daardoor miskend word. Voor mij bestaat geen ontspanning in gezelschap, grondige gedachtenwisseling of vertrouwelijkheid. Bijna altijd ben ik alleen, en niet meer dan de noodzakelijkheid eist, durf ik mij onder andere mensen te begeven. Als een banneling moet ik leven. Want kom ik in gezelschap dan overvalt mij de grootste angst dat ik mijn gebrek zal verraden. Zo was het ook dit laatste half jaar dat ik buiten doorbracht. Mijn verstandige arts ried mij aan mijn gehoor zoveel mogelijk te ontzien en hield daarmee ongetwijfeld rekening met mijn tegenwoordige neiging tot afzondering. Maar de behoefte aan gezellig verkeer bracht mij toch dikwijls in gezelschap. Doch wat een gewaarwording als iemand die naast mij stond in de verte een fluit hoorde of een herder hoorde zingen en er geen geluid tot mij doordrong. Zulke ervaringen brachten mij bijna tot wanhoop en toch moet ik zwijgen om mijn gebrek niet te verraden.
O, als gij dit nu weet, bedenk dan dat gij mij onrecht hebt aangedaan. En zij die lijden als ik, het moge hen troosten een lotgenoot te ontmoeten die niettegenstaande de vele moeilijkheden toch alles gedaan heeft wat in zijn vermogen was, om de plaats in de rij van waardige mensen en kunstenaars te behouden.
Ik veronderstel dat jullie allemaal plichtsgetrouw de mededelingen van Koor & Stemgelezen hebben. Wie van jullie is er eigenlijk naar de (gratis) infosessie geweest over sponsorwerving? Maandag a.s. is er nog een laatste kans in Mechelen (zie www.amateurkunsten.be). En kom achteraf niet klagen als de bodem van je schatkist in het zicht komt: koren besturen is meer dan gezellig een natje en een droogje tot je nemen.
Het zal je maar gebeuren. Je gaat naar de Boekenbeurs, één van de 165.000, neemt je kleinkinderen mee - een extra beveiliging tegen nieuwe ontdekkingen, knijpt je ogen dicht alsof je Sint Antonius bent die een blote jonge maagd te zien krijgt, gebruikt overvloedig je zakdoek om het kwijlen tegen te houden, je denkt aan de economiosche recessie en ... je komt redelijk vrolijk naar buiten in de wetenschap dat de gekochte kinderboeken toch maar 60 eurootjes gekost hebben. Je moet tenslotte toch iets doen aan de leescultuur van je kleinkinderen. En dan zie je twee dagen later in De Morgen (eigenlijk is de Standaard mijn favoriete krant) dat je een geweldig koopje kan doen als je het grote fotoboek van Magnum gaat halen. Weg zijn al je trucs tegen de verleiding als je in een winkel binnenkomt met de suggestieve naam "Het oneindig verlangen". Kan je nu echt dat heerlijk ogende boekje over Sint Petersburg laten liggen of voorbijlopen aan een titel als "Barcelona de grote verleidster"? Nee dus, je zondigt lekker en het doet nog deugd ook.
De Canadese legerdokter, John McCrae, stuurde na de gruwel van een dodelijke Duitse chloorgasaanval tijdens de tweede slag om Ieper in 1915 een gedicht op naar het Engelse maandblad 'Punch', "waarin in de begin- en eindregels de klaprozen het offer van de dood als bevruchtend zaad voor de vrede symboliseren" (Marcel de Cleene): In Flanders fields the poppies blow / Between the crosses, row on row, If ye break faith with us who die / We shall not sleep, / though poppies grow / In Flanders fields
(In de velden van Vlaanderen waaien de klaprozen tussen de kruizen, rij aan rij, Wanneer u de eed aan ons die stierven zult breken, zullen wij niet slapen. Ondanks dat er klaprozen groeien in de velden van Vlaanderen).
Hierop reageerde toen een Amerikaanse vrouw, Moina Belle Michael, met een eigen gedicht, "We shall keep the Faith". Dit gedicht schreef zij op een zaterdagmorgen in november 1918, twee dagen voor Wapenstilstandsdag (11 november 1918). Zij besloot daarna, in overeenstemming met de laatste regels van het gedicht van John McCrae, altijd een klaproos te dragen. (Later schreef zij nog een boek met het hele verhaal over het ontstaan van 'Poppy Day': "The Miracle Flower - the Story of the Flanders Fields Memorial Poppy".)
Op een vergadering vonden enkele van haar vriendinnen dit een goed voorbeeld en zij zouden voortaan klaprozen gaan verkopen. Met het geld dat zij - en allen na hen - op deze manier verdienden, werden vrouwen en kinderen van gesneuvelde en invalide soldaten geholpen.
Poppy Day
In Frankrijk begon men in 1921 dit gebruik over te nemen en in Engeland een jaar later. Hier heeft men elk jaar nog steeds een 'Poppy Day' met als slagzin: 'The memory fades but the suffering doesn't' (de herinnering vervaagt maar niet het lijden). Deze speciale dag valt op de tweede zaterdag van november, de dag voor de nationale herdenkingsdag. Ook in België kent mende klaprozendag in november, met uiteraard hetzelfde doel.
Ook komen jaar na jaar massa's toeristen uit Groot-Brittannië en uit de gehele Commonwealth op 11 november (Remembrance Day, Memorial Day) klaprozen leggen op de graven van hun in de Eerste Wereldoorlog gesneuvelde familieleden.
Vanmorgen naar de boekenbeurs geweest met de twee oudste kleinkinderen (7 en 5). Voor ons zelf kijken is er dan niet bij, maar het is toch een goeie aanzet om de leestraditie in de familie meer dan levend te houden. Het wordt alleen een erfenisprobleem: de bibliotheek die mijn vrouw en ik opgebouwd hebben bevat nu al meer dan 11000 boeken. Eigenlijk zou je die niet uit mekaar mogen halen, maar als basis laten dienen voor een veel grotere verzameling. Maar er mag geen ruzie van komen hé. Ik heb ook een grappige taalverschuiving opgemerkt: als onze ouders iets wilden zeggen dat niet voor kinderoortjes bestemd was - over zwangere vrouwen edm. - dan schakelden zij over naar het Frans. Vanmorgen twee keer op de Boekenbeurs gehoord dat dit nog altijd bestaat, maar nu is het Engels geworden. En ging niet over babietjes maar over Sinterklaas. Hoe de kindjes gemaakt worden is een minder groot geheim dan de identiteit van zwarte piet.
Sint-Nicolaas werd in 270 geboren in Pataras (Klein-Azië). Hij stierf als bisschop Nicolaas van Myra op 6 december 340 in Myra en werd later vanwege zijn vele goede daden heilig verklaard. Al voor het jaar 1000 was hij één van de meest algemeen vereerde heiligen in de oosters en westerse kerk, een soort afspiegeling van de Christusfiguur. In de middeleeuwen ontwikkelt zijn sterfdag zich tot het kinderfeest zoals we het nu kennen. Het begon met het kiezen van een bisschop en assistenten uit de arme kinderen van een stad. Deze kinderen kregen tot 'Onnozele Kinderen' (28 december) eten en cadeaus (onder meer schoenen). Langzaam maar zeker groeit het trakteren van kinderen uit tot een algemeen volksgebruik.
Lange tijd was er grote weerstand tegen dit gebruik, met name vanwege de rooms-katholieke elementen. In een aantal Nederlandse plaatsen, waaronder Tiel, Grave en Alkmaar werden openbare Sint-vieringen zelfs verboden tot groot protest van de bevolking. Pas in de 19de eeuw duikt de bisschop weer in het openbaar op. Uit deze tijd stammen ook de meeste van de Sinterklaasliedjes ('Zie ginds komt de stoomboot' staat bijvoorbeeld in 1851 in de versjesbundel 'St.-Nicolaas en zijn knecht' van J. Schenkman).
De legenden over deze Sinterklaas zijn onuitputtelijk. Oudere lezers kennen ongetwijfeld de verhalen van de drie ingepekelde kinderen die Sinterklaas tot leven wekte, de drie zusters die hij van prostitutie weerhield, de drie schipbreukelingen die hij nog net wist op te vissen en de drie soldaten - bij keizer Constantijn ten onrechte aangeklaagd - die hij onder zijn bescherming nam. Het cijfer drie is onlosmakelijk met Sinterklaas verbonden. De legenden vertellen dat hij bijna alles drie keer deed. Hij las drie maal dezelfde teksten voor, hij hief steevast drie maal het glas, hij bediende zich tijdens de maaltijden drie keer en... volgens kwatongen mocht de goedheilige man zelfs drie keer vrijen per nacht, want Sinterklaas komt uit een tijd dat de celibaatsverplichting voor geestelijken nog niet gold. Deze vreemde voorkeur voor het cijfer drie heeft ongetwijfeld te maken met het feit dat Sinterklaas een groot verdediger van de drievuldigheidsleer was. "Laten we alles doen ter ere van de Vader, van de Zoon en van de Geest," zijn de enige woorden die van de heilige Nicolaas bewaard bleven.
Wanneer mensen in hun leven bedreigd worden, wanneer hen onrecht wordt aangedaan, wanneer dodende machten om zich heen grijpen en hun licht dreigt uit te gaan, dan reageren mensen vaak door samen te komen met lichten allerhande als teken van protest. Bij werkverlies, een gewelddadig overlijden, een natuurramp, een onderdrukking worden er ten teken van protest vuren aangestoken, kaarsen neergezet en fakkels gebrand, vuurwerk afgestoken. Denk aan de vuren bij stakersposten, het verbranden van poppen bij betogingen, het gooien van voetzoekers, fakkeloptochten, massaal branden van kaarsen bij de moord op jonge mensen, bij natuurrampen of bij een aanslag zoals deze op elf september in New York.
De bestaande lichtfeesten in de vele culturen zijn feesten die mensen blijvend willen waarschuwen voor het levensbedreigende en herinneren aan de vele houdingen die het leven kunnen veilig stellen en in ere houden. Feesten ook waarin de verhalen van de bevrijders worden herinnerd en doorverteld. St.-Maarten die protesteert tegen de Romeinse verdrukking en kiest voor de armen. Nicolaas wiens naam letterlijk "bevrijder van, voor het volk" betekent, Jezus van Nazareth wiens Hebreeuwse naam Jehosua "God bevrijdt" betekent. Jezus' volgelingen kiezen voor de minsten, de zwaksten, voor diegenen wiens leven het meest bedreigd is. In onze streken is het feest van Sint Maarten gebaseerd op de herdenking van de christelijke heilige Martinus van Tours. Zijn feest is verbonden met de Keltische en Germaanse gebruiken van onze voorouders. Het staat mede daardoor in een reeks van lichtfeesten waar ook Halloween, Allerheiligen en Sinterklaas een plaats in heeft.
Plopperdeplop! Drukke zondagmorgen met 4 kleinkindjes die het huis al overhoop zetten vanaf kwart voor zeven. Gedaan met de rust, met het voorzichtig wakker worden, met het in alle kalmte genieten van de zondagmorgen-koffiekoek. Maarrrr.....leuk.
Collega-dirigenten roemen Juliaan Wilmots nog altijd om zijn koorpedagogische talenten. Vic Nees: In welke omstandigheden ik hem ook zag dirigeren, altijd konden zijn slagtechniek en gestiek tot voorbeeld dienen voor zijn leerlingen. De brede gebaren die hij hanteerde bij massazang waren slechts een uitvergroting van dezelfde precisie die hem eigen was bij zijn gewone koordirectie. Daarom bleef hij ook in die omstandigheden technisch efficiënt Zijn ensemble "Henric van Veldeke" liet op hoog niveau horen dat koorleiding een paar facetten heeft die niet in een handboek verklaard worden. Die facetten zijn immers pedagogisch onoverdraagbaar.
Ook Michaël Scheck, een van de centrale figuren in het Vlaamse korenland, roemt Wilmots. Juliaan was een rasmuzikant en een gedegen vakman. Getrouw aan zijn roeping heeft hij echter ook altijd de grootste aandacht besteed aan de uitbouw van het niet-professionele koorleven. Zijn bijzondere voorliefde ging daarbij uit naar de basiskoren, waar hij als geen ander naar hartelust kon ploegen, zaaien en oogsten. Zelfs in de meest beperkende omstandigheden wist hij niet alleen de juiste toon te treffen, maar vond hij telkens ook het bezielende woord om zowaar van stenen brood te maken. Organist Kamiel D'Hooghe weet het in zijn mooi Nederlands zo mogelijk nog poëtischer te zeggen: Zijn benadering was enerzijds van technisch-instrumentele aard, anderzijds van een emotioneel doorvoeld dynamisme. De gecontroleerde adem in dienst van de bezielde melodische lijnen, de harmonische samenklank en de expressieve werking ervan stonden altijd in dienst van de muzikale schoonheidservaring."
Dit weekend gaat in de Brugse Sint-Jakobskerk de 3e editie van het Polyfonieweekend door. Een 50-tal deelnemers, hoofdzakelijk koorzangers maar ook instrumentisten, volgen het ganse weekend workshops rond de muziek van Orlandus Lassus. We nodigen u uit op het toonmoment van deze cursus op zondag 9 november van 15u30 tot 16u30 in de Sint-Jakobskerk.
Cafébezoekers drinken meer en sneller als de muziek luid staat. Dat blijkt uit een studie van de Franse universiteit van Bretagne-Sud.
Primeur voor volume "Bij vorige onderzoeken werd al aangetoond dat bij snelle ritmische muziek de consumptie van dranken versnelt, en dat de al dan niet aanwezigheid van muziek in een bar een invloed heeft op de tijd die iemand in een bar vertoeft", aldus professor gedragswetenschappen Nicolas Guéguen, die het onderzoek voerde. "Het is de eerste keer dat een praktijkonderzoek de effecten van het volume van de muziek op de alcoholconsumptie weergeeft".
Onderzoek Guéguen en zijn collega's trokken drie zaterdagavonden naar twee drankgelegenheden waarvan de eigenaars hen toestemming hadden gegeven om de volumeknop te manipuleren. Ze kozen willekeurig veertig mannen van 18 tot 25 jaar uit die een glas bier van het vat hadden besteld en observeerden hun consumptie op de verschillende geluidsniveaus.
Verklaring Volgens de auteurs zijn er twee mogelijkheden om hun vaststellingen te verklaren: de eerste hypothese stelt dat een hoger volume een grotere stimulans geeft waardoor de geobserveerde personen sneller drinken en dus ook sneller bestellen. Een andere hypothese luidt dat het volume een negatief effect heeft op de sociale interactie, waardoor de mensen sneller drinken omdat ze minder praten. De studie verschijnt in het oktobernummer van het vakblad 'Alcoholism: Clinical & Experimental Research'. (afp/sam)
Een beveiligingsmedewerker van een karaokebar op de Filippijnen heeft een bezoeker doodgeschoten, omdat hij het niet kon uitstaan dat de man vals zong. Dat gebeurde in de stad San Mateo, ten oosten van de hoofdstad Manilla. De schutter werd meteen na het incident gearresteerd door een politieagent die toevallig in de bar aanwezig was, zo maakte de politie donderdag bekend. Doodslag en geweld komen wel vaker voor in Filippijnse karaoke-bars. Vooral bij de populaire meezinger My Way van Frank Sinatra slaat opvallend vaak de vlam in de pan. Veel bars hebben het nummer daarom van hun lijst geschrapt. Bij welk nummer het 29-jarige slachtoffer in Mateo town de verkeerde toon aansloeg, is niet bekend.
Een 41-jarige Australiër is zaterdagavond doodgeschoten omdat hij bij zijn buurman had geklaagd over diens te luide muziek. Dat heeft de politie maandag bekendgemaakt. Stephen Holmes bezweek aan schotwonden in zijn borst in de voortuin van zijn buurman, in de stad Wollongong, ten zuiden van Sydney. Holmes, vader van vier kinderen, had bij zijn buurman geklaagd over de luide muziek die uit diens huis kwam. ,,Er was veel bloed, zo citeerde de Sydney Morning Herald een buurtbewoner. ,,Ik heb geprobeerd hem te helpen totdat de politie kwam.
Een vrouw uit Nieuweschans heeft vrijdagnacht haar buren geterroriseerd door haar geluidsinstallatie keihard aan te zetten. Dat deed zij met behulp van een tijdschakelaar, meldt de politie. De politie kreeg na een melding van geluidsoverlast geen contact met de bewoonster van het huis waar de muziek uitkwam. Agenten wisten het huis binnen te komen. Daar vonden zij de geluidsinstallatie waarvan de boxen op de muren van de buren waren gericht. Doordat de installatie was aangesloten op de tijdsschakelaar ging de muziek meerdere malen per dag en nacht aan. Waarom de vrouw het op haar buren had voorzien, is onbekend. De installatie is in beslag genomen, de vrouw moet nog worden gehoord.
Onze stembanden zijn een spier. Goed geoefend zijn ze breed en stevig. Om de stem in conditie te houden, moet je de stembanden aan het werk zetten maar niet om het even hoe... Het is precies zoals je zorg moet dragen voor je lichaam door elke dag te bewegen, maar op een evenwichtige manier. Niet dus zoals een professionele sportman die voortdurend topprestaties moet leveren!
Om de stem in optimale vorm te houden, is een goede stemtechniek belangrijk. Daarbij is de ademhaling essentieel. Meestal gaat men er verkeerd mee om: door zo weinig mogelijk lucht in te ademen en zo weinig mogelijk weer uit te ademen. Goed ademen, is ademen vanuit de buik. Bij getrainde mensen is dat een reflex geworden maar in het begin vergt het veel concentratie en training.
Enkele trucjes om een goede stem te behouden?
Nooit hard spreken in een lawaaierige omgeving. Dat is niet altijd makkelijk want we ervaren steeds meer geluid rondom ons...
De kaken en de mond ontspannen houden en bewust leren voelen hoe de tong beweegt tijdens het spreken.
Héél belangrijk: niet roken! (wie zegt het!!!)
Een goede dagelijkse oefening, die niet meer tijd vraagt dan 30 seconden, is... je tong uitsteken. Dit masseert de stembanden! Laat uw tong daarna even met de punt tegen de ondertanden duwen.
Een goede grog met honing? Te mijden! Honing, net als suiker in het algemeen en gashoudende dranken, verhoogt de zuurtegraad in de maag en wanneer dat zuur opstijgt naar de keel, is dat schadelijk voor de stembanden.
Gorgelen met zout water is heel goed, want dat versterkt de slijmvliezen van het strottenhoofd.
De belangrijkste tip is: zacht en soepel omgaan met je stem. Brutaliseer haar niet! Spreek bijvoorbeeld niet altijd op dezelfde toon, maar wissel van toonhoogte. Praat afwisselend zwaar en diep, dan weer hoog en scherp. Daarom is zingen bijzonder goed voor de stem, als het tenminste op de juiste manier gebeurt.
De stem niet forceren betekent ook leren accepteren dat je een tijdje moet zwijgen wanneer je angina of laryngitis hebt. Soms hebben ook de stembanden recht op rust!
Het grote geheim om je stem goed te gebruiken, is ze zoveel mogelijk te ontspannen. Veel mensen belasten hun stem te zwaar doordat ze niet op hun adem steunen, maar op hun stembanden zelf of op de structuurtjes er rond. Dat zijn piepkleine spiertjes die snel oververmoeid raken. En een vermoeide stem verliest haar volle timbre. Je stem klinkt ook het mooist als je je keel rondom je strottenhoofd ontspant. Je mag het niet te hoog laten komen in je keel, want dan gaat je stem steil omhoog. Je mag het ook niet omlaag drukken, want dan zit je stem te veel in je keel.
Veel Limburgers trekken hun stem bijvoorbeeld op die manier naar achter. Als je je strottenhoofd niet goed ontspant, krijg je al snel een vermoeid gevoel in je keel. Spreken mag geen enkele moeite kosten aan je keel, je moet het uren aan een stuk kunnen zonder moe te worden. Freya Vanden Bossche bijvoorbeeld is in ijltempo een zware stemstoornis aan het kweken.
Je ziet de spierspanning zelfs uitwendig aan haar keel, ze spant die helemaal op terwijl ze spreekt. Bij haar is dat waarschijnlijk voor een groot deel te wijten aan oververmoeidheid en de stress van haar werk.
Een simpele test om te zien of je je keel goed ontspant: ga voor de spiegel staan en praat luidop tegen jezelf. Je mag aan de buitenkant van je hals geen verschil tussen spreken en niet spreken zien. Leg ook eens je wijsvinger in de hoek die gevormd wordt door de keel en de mondbodem. De mondbodem moet zacht aanvoelen en je vinger kan gemakkelijk tussen de bovenkant van je strottenhoofd en de mondbodem. Een harde mondbodem en een verkleinde ruimte tussen strottenhoofd en mondbodem wijzen vaak op te veel spanning.
Ook je ademhaling moet ontspannen zijn. Soms hoor ik iemand praten tot hij of zij letterlijk buiten adem is. Ze persen die laatste woorden er nog snelsnel, op pure spierkracht, uit om toch in één adem hun zin af te maken. Dan denk ik: god, adem toch in!
Van waar komt toch die rare gewoonte om te foeteren als er iets niet goed is. Wij zeggen veel te weinig dat er iets prima gedaan is, alsof dat allemaal zo vanzelfsprekend is. Dus Korile-ertjes: je hebt gisteren heel goed gewerkt op de repetitie. Ook heel goed onthouden hoe we gingen nuanceren, in plaats van recht toe recht aan te zingen. Nu nog Francesco onthouden en dan komt die klank heel goed uit juliie welgevormde keeltjes.
De Cantate BWV is de allereerste in een lange reeks van Bachs grote, tweedelige cantates. Waarschijnlijk werd ze vanaf 1713 uitgevoerd. In ieder geval behoort ze tot de favoriete werken van Bach zelf, die de cantate meermaals bewerkte en opnieuw uitvoerde. De elf nummers vermengen de Duitse koortraditie met talrijke ontleningen aan de operastijl. De tekst handelt over de meditatie van de christen die ten prooi valt aan een diepe droefheid, overtuigd als hij is dat God zich van hem heeft afgekeerd omwillen van zijn zonden en dat hij overgeleverd is aan lijden en dood. Maar in de innerlijke dialoog tussen de ziek en Christus - een aangrijpend liefdesduet in operastijl - hervindt de christen vertrouwen, sereniteit en vreugde, tot aan het slotalleluia. Van het begin tot het einde is de spaning bijzonder groot, zowel in de expressie van het leed als in de verovering van de vreugde. Hoogtepunt vormen het recitatief en het duet van de ziel met Jezus, volgens de toen gangbare mode van de concerten in dialoogvorm.
Gisterenavond in een uitverkocht Paleis voor Schone kunsten in Brussel (Bozar heet dat tegenwoordig) naar een uniek optreden gaan luisteren van het Collegium Vocale onder leiding van Philippe Herreweghe, onze grootste dirigent en Bachvertolker. Dat hij over de hele wereld bekend is en erkend, betekent natuurlijk nog niets. Maar ook ditmaal was zijn optreden met 3 cantates van J.S. Bach, onderbroken door een motet van Heinrich Schutz, ongeëvenaard. Bach, het ultieme muziekale genie, en Herreweghe samen zorgden voor momenten van vergeestelijkte schoonheid. Vooral de Cantate BWV 21 "Ich hatte viel Bekümmernis" heeft mij diep geraakt. Het duet sopraan-bas: de ziel en Jezus, is zo mooi, zo rustgevend, zo subliem. Hoop en uitzicht op de eeuwigheid.
Zondagavond werd het laatste programma uitgezonden in de reeks "Terug naar Siberie", het vervolg dat Martin Heylen maakte op een eerder programma voor Man bijt Hond "Winter in Siberië". Ik weet niet hoe andere mensen er naar gekeken hebben, maar bij mij was er een groot stuk herkenning. Het is wel wonder dat over een afstand van 11000 kilometer steeds diezelfde Russische ziel terugkomt, ook al gaat het over de meest diverse volkeren: warmte, gastvrijheid, spontaneïteit. Ik denk dat ik maar een keertje Heylen achterna ga, ik moet nog altijd een heel toffe vriendin bezoeken in Arbakan (Khakkasie), dicht bij Mongolië. Als eresaluut (ze zal het allicht niet lezen) zie je hier Elena. Da s'korovo, Elena!
Ik ga vandaag op bezoek bij het Toermalijnkoor, om eens te kijken hoever ze staan met de voorbereiding van het kerstconcert. In mijn achterhoofd neem ik mee wat ik al enkele jaren geleden schreef:
Het koor zingt zoals de dirigent gebekt is. Hoe een dirigent zingt, hoe een dirigent dirigeert, hoe een dirigent repeteert, straalt het koor uit. De uitspraak 'Er zijn geen slechte koren, maar alleen slechte dirigenten geldt zeker voor een kinderkoor. Kinderen imiteren, voelen spanning, peilen de interesse, worden vervelend bij een zwakke organisatie. De dirigent van een kinderkoor heeft een grote verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van de kinderstem. De kinderstem is zeer kwetsbaar en pril. Onkundig met deze stem omgaan kan blijvende schade toebrengen. Het kind doorloopt namelijk verschillende ontwikkelingsfasen, dit geldt dus ook voor zijn of haar stem. Het goed voorzingen van de dirigent is wezenlijk. De dirigent moet zelf de liederen goed kennen (de partituur uit het hoofd), vooraf weten waar zich welke problemen kunnen gaan voordoen. Is een lied droevig, vrolijk, weemoedig, spannend, verhalend; dit moet aan de dirigent te merken zijn. De expressie van de tekst van de liederen moet hij/zij zelf goed kunnen voordoen. Laat de kinderen eens met een droevige stem, een blije een kwade stem zingen. Laat ze ook de tekst eens uitbeelden, voorlezen etc. Werk aan een lied op alle manieren, als het maar op een plezierige manier gebeurt.
Wat in onze tijd ook belangrijk is, is: rust. Kinderen komen uit een drukke situatie, van een turbulente schoolklas door het verkeer naar de repetitie, en straks hebben ze nog iets anders te doen. Ook de concentratie is vaak een groot probleem. Een dirigent moet de kinderen laten uitrazen, rustig op hun gemak stellen, even laten vertellen, tot zichzelf laten komen en dan gaan repeteren. En in zijn algemeenheid: de uitstraling van de dirigent. Een enthousiaste dirigent maakt ook de kinderen enthousiast. Dit is de basis. Voor de verdere groei van de muzikale gevoeligheid van een kind blijken de jeugdindrukken van groot belang te zijn. Voor kinderen is de beste muziek en de beste dirigent nauwelijks goed genoeg.
Belangrijk is het zacht en licht zingen; zeker in de laagte, bij het gebruik van de borststem, is het een vereiste om zacht te zingen. Het gebruik van de kopstem heeft de voorkeur. Wees niet huiverig voor een hogere toonsoort. De kinderen worden dan namelijk gedwongen om niet in hun borststem te zingen. Ook neuriën is heel goed om hoog en licht te leren zingen. De meeste kinderen hebben een stemomvang van anderhalf tot twee octaven; de bovengrens is g'' tot b''. Kinderen kunnen veel hoger dan de meeste dirigenten denken. Een overbelasting van de stem door lage zang kan schadelijk zijn
Ik heb al betere uitvoeringen meegemaakt dan die van Allerheiligen in Stekene. Je staat telkens weer te kijken dat de dingen die goed gingen op een repetitie ineens niet lukken als het er op aan komt in een bomvolle kerk. Heeft natuurlijk te maken met het feit dat sommigen opduiken als ze de finale repetitie niet meegemaakt hebben en dan ineens staan te kijken als een koe op een saffraangele kleur. Ik kan nochtans niet klagen over de aanwezigheid op de repetities. Veeleer het omgekeerde is waar: uitvoeringen die niet dat tikkeltje speciaals hebben worden te weinig bijgewoond. Iedereen heeft dan wel een excuus. Ik kan daar moeilijk mee leven: het koor is een engagement dat je niet zo maar effetjes in de hoek bezemt. Ik denk dat ik toch maar weer eens het systeem van de aanwezigheden ga gebruiken om hard te maken wat ik hier beweer.
Ik ben Carlo (Carlo Claes), geboren op 20 september 1944. Als je goed telt weet je hoe oud / jong ik ben. Enkele jaren geleden gaf ik mijn job als resoc-coördinator van Waas en Dender op om met brugpensioen te gaan. Sindsdien kan ik mij aan mijn echte passie wijden: de koormuziek. Ik dirigeer twee koren: Fiori Musicali uit Sint-Niklaas en het Hanswijkkoor in Mechelen. Zo ontmoet ik iedere week een hoop fijne, lieve mensen. Maar hier is de wereld nog veel groter. Dus kom ik nu ook jou tegen.