Het schooljaar zit er op: de woensdagnamiddagen zullen twee maanden niet zijn zoals gewoonlijk. Deze grootouders hebben tijdens het jaar 4 kleinkindjes die elke woensdag naar hier komen. Nu wordt het een beetje anders. Eerst gaan we een weekje met z'n allen (= moeke, vake en de 4 oudste kleinkinderen) naar de zee. Hopelijk wordt het zomer, en niet zoals de vorige jaren bar slecht weer. Daarna vertrekt Sophie met haar twee rakkers naar Italië (buurt van Torino), en Gert zal later ook al naar la bella Italia gaan (Elba). Wouter stelt zijn vakantie nog wat uit: in september naar IJsland met zijn Julietje. Lekker allemaal de batterijen opladen.
Op de eerste plaats natuurlijk waardoor je hem met je handen aanraakt, maar ook door het aanraken met je stem, door je gevoelens met je stem te uiten of via het zingen het kindje te laten weten dat je er voor hem bent. Van oudsher kennen we natuurlijk de wiegeliedjes voor de baby. Maar we zingen even goed liedjes bij allerlei dagelijkse handelingen als aankleden en in het badje doen. Babys houden van klankspelletjes en zijn zeer attent pop allerlei spannende, maar vooral nieuwe geluiden. Favoriet zijn de imitatiespelletjes en liedjes waarmee je hen uitnodigt om zelf geluidjes te maken en te brabbelen. En de meest vanzelfsprekende manier voor een baby om te genieten: rustig bewogen worden op muziek in een paar veilige en vertrouwde armen.
Wanneer kindjes wat ouder worden spelen we de bekende vingerspelletjes (Naar bed, naar bed, zei Duimeloot) en op-schoot-spelletjes (hop-hop-hop). En liedjes bij het slapengaan, tanden poetsen, opruimen van het speelgoed horen er ook bij.
Liedjes : goed voor het behaaglijk gevoel van kinderen en basis voor later genieten van muziek.
Met al dat muzikaal geweld dat hier regelmatig geproduceerd wordt, zou je nog vergeten dat ik - voor ik aan mijn leven als coördinator van het regionaal overleg voor de arbeidsmarkt - in mijn eerste leven logopedist was. In 1967 naderde het einde van mijn opleiding en werkte ik aan een proefschrift over doven. Daarvoor was ik o.m. een periode in Nederland, eerst in het universitair ziekenhuis van Nijmegen o.l.v. Prof. Brinkman om stemtherapie te leren, en daarna in het wereldberoemde Instituut voor Doven te Sint Micheilsgestel met Antoine Van Uden en prof. Van Dijck. Het was in dit laatste instituut dat ik voor het eerst kennis maakte met doofblinde kinderen. Deze laatste categorie van kinderen was in de 19e eeuw lang als compleet hopeloos beschouwd: er was immers nog geen middel gevonden om met hen te communiceren. Op 27 juni 1880 werd Helen Keller geboren in een welstellende Amerikaanse familie. Toen ze 19 maanden oud was, kreeg ze hersenvliesontsteking en werd daardoor doof en blind. Na enkele uitzichtloze jaren kreeg ze als huislerares Anne Sullivan, die er als eerste in slaagde om met handalfabet en braille het meisje echt tot ontplooing te brengen. Helen Keller werd de eerste die een middelbare opleiding afmaakte en in 1904 in Boston cum laude promoveerde in de linguistiek. Zij publiceerde verschillende boeken. Wereldberoemd werd ze toen het toneelstuk The Miracle Worker het verhaal van haar jeugd op de planken bracht. Het was dit toneelstuk dat ik later in Borgerhout zou helpen regisseren en zo was de corkel rond.
Zoals ieder jaar ga ik een muzikaal weekendje Londen doen in december. Mochten er liefhebbers zijn om mee te gaan, dan mag je dit laten weten; dan regelen we iets samen. Op het programma alleszins het traditionele kerstconcert o.l.v. John Rutter, en de musical The Lion King in het West End. Uiteraard ga ik ook naar de Vespers in Westminster Abbaye en de hoogmis in St. Pauls Cathedral. Voor de verwoede shoppers: het is Christmastime in Londen.
Programma 10-12 december 2010
Vr vmHarrods
Vr 15.00Vespers in Westminster Abbaye,
Vr avSoho
Za moMarkt Notting Hill of British Museum
Za 15.00Concert Rutter Royal Albert Hall
Za 19.30West End : The Lion King
Zo 11.30St Pauls Cathedral : gezongen hoogmis
Prijs: ca. 285 (inclusief: Eurostar, 2 nachten + ontbijt, Toegangsticketten voor Royal Albert Hall en West End, 3 dagen metroticket exclusief: maaltijden middag en avond).
Je vergeet toch niet je belastingsbrief op tijd in te vullen?
De Romeinse redenaar en staatsman Cicero zei zo'n tweeduizend jaar geleden al: "Tolvrij zijn slechts onze gedachten" De Egyptenaren die hun rijk via een uitgebreid ambtenarenstelsel bestuurden, kenden in hoogtijdagen wel honderd verschillende belastingen. Ook in het hiernamaals moesten de Egyptenaren belastingen betalen. In de koningsgraven heeft men beeldjes gevonden van belastingambtenaren die hun plicht moesten doen: helpen bij het vullen van de schatkist.
De krant DE TIJD bericht over een duik in de geschiedenis door AskMen over de domste belastingen ooit. Verhelderend voor onze informateur, een gedreven historicus.
1.Zouttaks
Hoe onschuldig het op het eerste gezicht ook lijkt, zout is de drijfveer van vele revoluties geweest. Heffingen op zout lagen aan de basis van de ondergang van het Chinese rijk. De Franse taks op zout ontketende de Franse revolutie en in 1930 leidde Ghandi eigenhandig een opstand tegen de zouttaks van de Engelsen.
2.Open Haard-taks
In Engeland vonden ze er in 1622 niets beter op dan een belasting op open haarden te heffen. Het leidde tot een overdreven belastingsregime voor de armere klassen Wat gebeurde? Mensen begonnen hun schoorstenen te verstoppen opdat controleurs niets zouden merken van een open haard. In 1689 verdween de taks nadat een bakker bij een brand zo'n 20 huizen van buren de vlammen in joeg, met vier doden er bovenop.
3.Vreemdelingtaks
Taksen op buitenlanders is niet zo vreemd, zelfs tot in de 20e eeuw. Canada was in 1885 de eerste om Chinese immigranten te belasten. De heffing duurde tot 1923... een eind dat niet werd ingegeven door mentaliteitswijziging maar door de Chinese wet die op dat ogenblik verbood nog naar Canada te gaan.
4.Nobelprijs-taks
Zelfs de Nobelprijs, voor mensen die de grootste bijdrage aan de mensheid deden, heeft zijn eigen belasting in de VS. Dat geldt trouwens voor alle prijzen, ook voor de Pulitzer-prijs en dergelijke. Enige manier om er aan te ontkomen? Het weggeven aan een goed doel of aan de overheid, aan u de keus.
5.Dissidententaks
Nog zo'n klassieker uit de geschiedenis: wie het niet met de Koning eens was, mocht zich aan een belasting verwachten. De methode werd in vele varianten toegepast. Uiteindelijk was het een slimme vondst om je vijanden zo hard mogelijk onderuit te halen. In het Engeland van Oliver Cromwell (1655) komt er zo een taks op royalisten. Bovendien diende het geld van de opbrengst om de royalisten mee te bestrijden. Bij die belasting kon men alvast niet klagen dat het om een belasting was waarvan met de uitkomst niet kende.
6.Belasting op emancipatie van slaven
Rijke Romeinen die tijdens de Antieke Oudheid de vrijheid schonken aan een slaaf, moesten daarvoor een extra belasting betalen. Voor de Romeinen die zich slaven konden veroorloven, was die eenmalige belasting zelden een probleem. Jammer genoeg voor de slaaf moest ook hij 10 procent van zijn oorspronkelijke aankoopprijs ophoesten.
7.Belasting op handel in illegale drugs
Slechts weinigen zijn geneigd zwarte inkomsten in te vullen op hun belastingaangifte. Toch vraagt de Amerikaanse belastingdienst (IRS) een pak meer eerlijkheid van zijn belastingplichtigen. In de richtlijnen die de dienst meegeeft voor het invullen van de aangifte wordt erop aangedrongen illegale inkomsten, zoals de handel in illegale drugs, aan te geven via regel 21 van formulier 1040. Hoeveel eerlijke drugdealers hun illegale inkomsten aangeven is niet bekend.
8.Baardbelasting
De Russische Tsaar Peter De Grote voerde in 1705 een belasting in op het dragen van een baard, wat nochtans voorgeschreven werd door de Orthodoxe godsdienst. Orthodoxe geestelijken waren vrijgesteld van de belasting. Elke andere man die een baard wilde dragen, moest daarvoor een attest aanvragen en uiteraard de belasting neertellen.
Ik denk er ernstig over om aan het bestuur van Musica ad Nives voor te stellen om een nieuwe mis in te studeren van Ernst Fuchs-Schönbach (1894-1975): zijn Missa Brevis, opus 20. Fuchs-Schönbach (eigenlijk Fuchs) was een Duitse componist uit de 20e eeuw, die aan de Kirchenmusikschule van Regensburg en aan de Akademie der Tonkunst in München studeerde. Bijna heel zijn muzikale carrière verliep in Viechtach, waar hij piano- en muziekonderricht gaf, en waar hij ook een zangschool oprichtte.
Fuchs-Schönbach was diep verbonden met zijn heimat. Dit is dan ook de reden waarom hij aan zijn oorspronkelijke naam Fuchs het aanhangsel Schönbach toevoegde, zijnde de naam van zijn geboorteplaats.
Op 18 september start het Cultureel Centrum van Mechelen met een vooruitblik naar het cultuurseizoen 2010-2011, onder de titel UiTkijk. Zij zeggen zelf dat zij hiermee de verenigingen in/uit Groot-Mechelen willen promoten. KORILE gaat daar dit jaar niet ontbreken, want ik vind dat wij echt wel aan cultuur doen en dat wij het publiek leuke dingen te bieden hebben. Dus ... lieve leden van KORILE: neem je agenda en houdt zaterdag 18 september tussen 12u00 en 15u00 vrij. We brengen allicht een voorsmaakje van onze aperitiefconcert(en) op 3 (Leest) en 17 (Borgerhout) oktober. Het wordt nog leuker dan de Stadsvisioenen!
Gisterenavond was het de laatste repetite van KORILE voor dit koorwerkjaar, volgende week verzorgen de alten van Leest het zomerfeest, dit keer met Bourgondisch kaas- en wijnfestijn. Musica ad Nives doet nog een ietsiepietsie voort maar sluit ook zijn werkjaar af op 1 juli: met een liedje, een hapje en een drankje. Tijd dus om de dirigent even te laten omkijken naar het voorbije jaar, al zeggen de politiekers (vooral zij die verloren hebben) dat je vooruit moet kijken. De terugblik is een parafrase op het beroemde gedicht van Alice Nahon: " 't Is goed in 't eigen hart te kijken, nog even voor het slapengaan." Het was een mooi jaar, niet in het minst omdat ik nieuwe leuke mensen mocht leren kennen, nieuwe zanger(essen)s in Borgerhout, maar evengoed nieuwe leden zowel in KORILE als in MaN. Muzikale hoogtepunte opsommen laat ik over aan de respectieve voorzitters. Die kunnen toch niet raden wat ik super vond, omdat het vaak gaat om dingen die gebeuren in de geborgenheid van een repetitie: een perfecte muzikale zin, het oef-gevoel van voor de eerste keer helemaal door een koorwerkje te geraken. En we hebben natuurlijk ook moeilijke momenten gehad: berichten over serieuze ziektes, en zelfs een koorlid uit Borgerhout dat we moesten ten grave dragen. En toen rustte .... de dirigent en hij zag dat het goed was.
Reeds de oude Grieken kenden hun Sirenen: halfgodinnen met het lichaam van een vogel en het hoofd van een vrouw. Ze waren erg mooi en zongen zulke verleidelijke liederen dat de reizigers die hun eiland passeerden, de verleiding niet konden weerstaan. Vervolgens liep hun schip dan te pleter tegen de rotsen en werden zij gedood doordat de Sirenen alle levenskracht uit hen wegzogen.
De oude verhalen vertellen hoe hun muziek werd overwonnen door de meesterzanger Orpheus. Muziek om muziek te bezweren.
En dan is Ondine uit de Germaanse mythologie. Volgens Paracelsus is het een waternimf die in bospoelen of watervallen woont. De Ondines hebben prachtige stemmen die soms gehoord wordt boven het geluid van het water uit.
En wie kent niet de Lorelei? Ich weiss nicht wassoll es bedeuten dass ich so traurig bin. Boven op de Loreleyrots zou een zingende nimf met gouden haren hebben gezeten, die door haar gezang de schippers afleidde en tegen de rots liet varen.
Van een gaatje in mijn agenda heb ik gisterenavond gebruik gemaakt om een kijkje te gaan nemen in Lebbeke-Buggenhout, waar een nieuw solidariteitskoor in oprichting is. Een leuke ervaring die herinnert aan lang vervlogen tijden. Mocht ik nu adviseur zijn dan zouden mijn gevoelens dubbel zijn. Gevestigde koren kunnen vast wat leren van deze groep: heel wat jonge mensen (vooral dan bij de dames) krijgen met hun enthousiasme een vijf en twintigtal kandidaatzangers bij mekaar, wellicht door hun thema, maar ook door de doordachte recruteringscampagne, en - daar kunnen wij nog een puntje aan zuigen - door het simpele feit dat er zogezegd kinderopvang is, wat de drempel nogal wat verlaagt. Positief is zeker ook dat men resoluut kiest voor een mondiale benadering met teksten die perfect passen binnen de roep naar rechtvaardigheid, broederschap en vrijheid. Negatief is dan weer dat de muziek zelf (de koorzettingen toch al zeker) van een dubieus niveau zijn. Mooi was dan weer dat één van de koorleden-initiatiefnemers kort iets kan vertellen over de achtergrond van elk lied (daar mag in de toekomst zeker wat meer tijd voor uitgetrokken worden). Het gevoel van solidariteit gaan dan weer ten koste van de zangkwaliteit: er is (nog) geen tijd uitgetrokken om de stemmen correct in te delen en ik vrees dat er nog wanhopig veel zal moeten gewerkt worden aan het treffen van de juiste toon door sommige zangers (die overigens een roerend enthousiasme ten toon spreiden). De dirigent moet wel zijn partituren instuderen zodat hij op zijn minst de juiste toon kan opgeven en weet in welke maat een lied staat en gedirigeerd kan worden. Maar dat zijn wellicht kinderziektes die de aanstekelijke goede wil niet mogen remmen.
De oudste vermelding van het woord beijaert is te vinden in het dierenepos Vanden vos Reijnaerde en dateert dus van ca. 1260 of vroeger. Het woord verwees naar iemands klokkenspel in de obscene betekenis van het woord, maar de passage maakt ook duidelijk dat een beijaert in die tijd een tuig was waarmee op klokken kon worden gespeeld. In de late middeleeuwen was het immers de gewoonte dat zogenaamde beyaerders bij feestelijke gelegenheden beyaerden op de luidklokken van de kerken. De klokken werden bij die gelegenheden niet geluid, maar ze hingen stil en ze werden aangeslagen door de klepels die in beweging werden gebracht door middel van touwen. Het woord wordt voor het eerst gebruikt voor de beiaard in de huidige betekenis vanaf ca. 1550.
De term beyaert is dus van Vlaamse en, gezien de oorsprong van het dierenepos, misschien van Waaslandse afkomst. Verschillende auteurs hebben het woord trachten te verklaren, maar tot op vandaag is geen enkele verklaring overtuigend gebleken.
De beiaard is in elk geval Brabants/Vlaams, want hij is ontstaan in de Zuidelijke Nederlanden. Maar hij is ook Belgisch, want ook in Waalse torens hangen beiaarden. En hij is ook Groot-Nederlands, want bijna de helft van alle beiaarden ter wereld bevindt zich in het gebied dat vroeger werd gevormd door de 17 Provinciën. De jongste anderhalve eeuw is het instrument dan ook gemobiliseerd voor zowel de Vlaamse zaak (Dan zal de beiaard spelen van al uw torentransen ), als voor de Belgische (cet instrument essentiellement national ) als voor de Groot-Nederlandse (het klokkenspel is uitvloeisel van een raseigenaardigheid, die geen staatkundige grenzen kent ). En geen van de drie ideologieën is er in geslaagd om zich de beiaard volledig toe te eigenen.
Rest dan nog de vraag waarom de beiaard net ontstaan is in de Zuidelijke Nederlanden. Hiervoor zijn meerdere verklaringen gegeven, gaande van de barbaarsheid van het Vlaamse volk ("welk beschaafd volk zou het in zijn hoofd halen om muziek te maken op klokken ?") tot het ongunstige klimaat ("in Vlaanderen is het zo vaak bewolkt dat de Vlamingen muziekinstrumenten in hun torens hingen om de droevige atmosfeer op te vrolijken"). Wellicht is de verklaring te vinden in een combinatie van factoren, zoals de economische welstand en hoge verstedelijkingsgraad in het Vlaanderen en Brabant van de late middeleeuwen, de bloei van de Zuid-Nederlandse polyfonie en de technologische superioriteit van onze streken, o.m. op het vlak van weeftechniek. Er is immers een frappante gelijkenis tussen een weefgetouw en een beiaardinstallatie.
Geen musicoloog zal ontkennen dat Bach zijn composities een diepere betekenis verleende door middel van symboliek. Zo vormen het relatief korte eerste en het langere tweede deel van de Matthäus-Passion een kruis. Het is ook duidelijk dat aan veel van Bachs composities ingewikkelde symmetrieën en omkeringen ten grondslag liggen. Of hij daarmee tot de 'mathematische componisten' behoort, is al meer dan tweehonderd jaar de vraag.
Getallen speelden zeker een belangrijke rol in de muziek van de zeventiende en achttiende eeuw. In veel muziekboeken uit die tijd wordt verwezen naar een tekst uit het apocriefe bijbelboek De wijsheden van Salomo: ,,Alles hebt gij naar maat, getal en gewicht geordend.'' Een componist zou zijn muziek moeten baseren op een van tevoren aan de hand van getallen bepaald patroon, precies zoals God het heelal had 'geconstrueerd'. En de vaak geciteerde Duitse filosoof Leibniz beschreef muziek als ,,verborgen sommen van een geest die zich er niet van bewust is dat hij aan het rekenen is.'' Voor componisten speelden ook meer praktische overwegingen een rol. Zo diende een cantate in de winter korter te zijn dan in de zomer, om de kerkgangers niet te lang bloot te stellen aan de kou in de kerk.
In de afgelopen vijftig jaar heeft men zich gestort op een nog weer andere, in het werk van Bach verborgen getallensymboliek. Dat hij zich daar zelf op geen enkele manier in woord of geschrift over heeft uitgelaten, heeft velen er niet van weerhouden om elke compositie binnenstebuiten te keren. Maten, noten, thema-inzetten, voortekens, woorden en zelfs letters zijn geteld, de uitkomsten onderworpen aan allerlei mathematische bewerkingen, leidend tot de meest fantastische en onwaarschijnlijke interpretaties. De aanstichter van dit alles was de Duitse musicoloog en theoloog Friedrich Smend. Hij publiceerde in 1947 het eerste van vier artikelen waarin hij beweert dat Bach in zijn composities een code heeft gebruikt die berust op de rangnummers van de letters uit het alfabet: A=1, B=2 enz. In het Latijnse alfabet, dat in de achttiende eeuw in Duitsland werd gebruikt, zijn I en J identiek, evenals U en V, zodat Z=24. BACH wordt op deze manier verbonden met het getal 14 (2+1+3+8), CHRISTUS met 112 en CREDO met 43. Smend slaat vervolgens aan het tellen en interpreteren: het Credo van de Mis in B mineur beslaat 784 (7x112) maten, hetgeen zou betekenen dat de naam van Christus zeven keer wordt aangeroepen. In hetzelfde werk omvatten het koor 'Credo in unum Deum' en het direct daarop volgende 'Patrem omnipotentem' 129 maten. Dat is weer 3x43, dus ,,Credo, credo, credo'', waarmee Bach zou willen zeggen dat er geen waar geloof in God is ,,buiten het geloof in de Heilige Drievuldigheid''.
Voor velen onder ons is de avond van het koor een momentje uit, leuk zingen, vrienden zien. Maar ... goed zijn in je hobby veronderstelt dat je soms eens een extraatje doet, om bij te blijven, om over je muurtje te kijken, om meer te halen uit je koor. We hebben van Koor & Stem weer een rijk aanbod gekregen, waar ik de dingen uitpluk waar ik zelf (waarschijnlijk) ga aan meedoen. Ik zou het barslecht vinden als mijn koorleden en/of bestuursleden niet aan één van de volgende (FANTASTISCHE) activiteiten zouden meedoen. Je verdient daarentegen een pluim als je wel hier of daar met mij mee zou gaan.
Startdagen voor het koorjaar 2010-2011
Op 18 september in Gent, op 9 oktober in Geel zijn er startdagen van Koor & Stem vooe het werkjaar. Er zijn sessies waar je nieuwe muziek kan ontdekken (Gent-Kerstliederen, Geel volksmuziek) en ook sessies voor de bestuursleden van koren die o.m. gaan "toekomstplanning voor koren" en "samenwerkingsverbanden met andere organisaties".
De zangnamiddag in het lemmensinstituut in Leuven Op 24 oktober (13.30-18.00). Speciale aandacht voor liturgische muziek.
Zaterdag en zondag 30-31 oktober
Een geweldig programma in Brussel waar je alles over vindt op de volgende website: http://www.ohsochoir.be/programma/programmaschema/ Als ik naar dit programma kijk, begin ik al te kwijlen. Dit wordt ongetwijfeld één van de hoogtepunten van het jaar. Al wie met koorzingen bezig is (en ook muziek kan lezen) zou hier moeten op intekenen; meteen geraakt de organosator door het succes compleet over zijn toeren. Ik ga alleszins tenzij ik op sterven na dood ben. Wie meegaat geeft maar een gil.
Woensdag en donderdag 17-18 november: "Grijs gezongen"
Koormidweek voor 60-plussers met koorervaring in de abdij van Drongen onder leiding van Vic Nees. Een vervolg op de midweek van vorig jaar. Wie gaat er mee duimen en vingers aflikken?
Van de eerste jaren van mijn lagere school herinner ik mij niet meer zoveel: hier en daar nog een beeld. Een herinnering is een flitslicht uit het verleden dat het pad dat wij hebben afgelegd doet glanzen en oplichten. Het was alleszins geen tijd van kommer en kwel, want ik ging graag naar school (denk ik). Alle dagen te voet naar "het college" in Beringen, langs het snoepwinkeltje, dan de speelplaats op met de hoge kastanjebomen. Van het eerste studiejaar is mijn enige herinnering dat mijn vader naar de school moest komen en dat meester Goossens vol fierheid ging demonstreren hoe goed ik wel was in Gewijde Geschiedenis, wat jammerlijk de mist in ging (de naam van de schipper? ik woonde kort bij het Albertkanaal en had geen flauw idee dat hij Noë met zijn ark bedoelde). Maar ik hield aan dat oudercontact avant la lettre een brilletje over, waarmee ik zeker niet de schoonheidsprijs won. Pas in het derde studiejaar leerden we de tafels van vermenigvuldiging opdreunen (dagelijkse kost 's morgens na de godsdienstles). We gingen ook al op klasuitstap: naar de Zwarte Beek om kikkervisjes te zoeken.
Daar moet ik allemaal aan denken nu ik vandaag wer eens de twee oudste kleinkinderen op bezoek heb. Lise (3e studiejaar) heeft de volgende weken alle dagen 'proeven'. Ik schrik me rot wat die kinderen al moeten kennen. Joëlle Milquet zou zeker niet slagen in de dicteeproef die er morgen aankomt.
Zeg dag met een lach tegen de wrede vrede. Het kanon zwijgt. De klauwen van de leeuw doen de schreeuw van de stervende houthakker verstommen. Het wringt allemaal
Dan toch maar liever de schipper van de ark en de kastanjebomen.
Weet je dat het nog maar van 14 juni 1966 geleden is dat het Vaticaan de index afschafte? Natuurlijk heb ik nog de boeken van het Davidsfonds waarin een kwotering stond V : voor allen, IV voor volwassenen enz. (III was al op het randje). Maar ik herinner mij niet dat ik mij daar ooit veel van aan getrokken heb, integendeel. Ik zei het vroeger: verboden vruchten ... De eerste zondekes die ik beging tegen die leeswetten hadden alles te maken met Emile Zola, het rauwe leven met alles er op en eraan. En mijn leraar poësis (een jezuiet notabene) had er blijkbaar niks op tegen dat we van Baudelaire "Les fleurs du mal" lazen. Maar het was dan ook nog de tijd dat particuliere vriendschappen welig tierden op college's en internaten. André Gide was een andere auteur die niet mocht, en dus wel gelezen werd. Opmerkelijk achteraf bekeken ten eerste dat we zoveel Frans lazen (zou heden ten dage ook al geen kwaad kunnen) en dat Frankrijk blijkbaar de vruchtbare bodem was voor veel verboden lectuur. Markies de Sade kwam pas later, nadat we al intens genoten hadden van wat wel mocht: Le petit Prince. Teken es een schaapje.
Hier past enkel de discretie van het stemhokje. Maar daarna wordt het weer nachtwerk, want ik ben één van die fanaten die niets wil missen van de vekiezingsshow die er dan volgt. Ik hoop maar dat het geen langgerekte vorm van masochisme wordt. En al weet ik dat politiek een serieuze zaak is en veel moeilijker dan het debiteren van one-liners, toch ben ik benieuwd hoe sommige van de witte konijnen het gaan doen. Wat men er ook van zegge, maandag staan we op in hetzelfde land.
Morgen is het vaderdag. Wellicht krijg ik dan wel een cadeautje hier of daar. Maar in feite voel ik het niet zo aan als mijn feestdag. Dat heeft niets te maken met het feit dat ik mijn kinderen doodgraag zie, ik voel het gewoon zo niet aan als het woord "vader" valt. Veeleer denk ik dan terug aan mijn eigen vader. Hij was een doorbrave man, weinig van zeggen, rustig, en heel plichtsgetrouw. Zoals het in die tijd nog de gewoonte was, werkte hij meer dan veertig jaar op dezelfde plaats: "Les Charbonnages de Beeringen", waar hij "chef de vente" was. Ik mocht wel es mee naar zijn bureau, heel spannend om daar stilletjes te zitten en te zien hoe de kolenhandelaars één voor één langs kwamen met hun bon. Op het einde van de dag werden dan alle cijfers opgeteld: mijn vader was een kei in het optellen, ik zie nog zijn potlood langs de cijferrijen in sneltreinvaart omhoog en omlaag gaan. En overuren werden er maar geklopt als er ergens een tekort van één frank was (ik weet niet of ze ook met centiemen rekenden). Daarna reed hij (ook veertig jaar lang) met zijn fiets de vier kilometer naar huis. Zo had hij trouwens mijn moeder leren kennen: zij die alle dagen op het balkon van de naaischool stond om naar die knappe jonge (? hij was 10 jaar ouder) man te kijken. Vermits we alle twee niet bijzonder spraakzaam waren, bleven veel liefdesverklaringen uit in ons gezin. Maar nooit vergeet ik zijn laatste woorden in de kliniek (hartinfarct tijdens een vakantie): "jij bent een lieve jongen". Een uur later was hij er niet meer; toch niet lijfelijk.
Elke dag is er wel een of andere verjaardag: een goede reden om eventjes stil te staan. Op 11 juni 1928 werd Fabiola Fernanda Maria de las Victorias Antonia Adelaida de Mora y Aragon geboren. Lange naam voor een gravin die uit de Spaanse bloedadel stamt. Ze was de derde dochter van Don Gonzalo, de markies van Casa Riera en graaf van Mora. Ze is verpleegster, kinderboekenschrijfster en ... draagt sinds het overlijden van koning Boudewijn de titel van "Koningin van België". Er moet immers een onderscheid gemaakt worden met de regerende koningin Paola, doe "Koningin der Belgen" heet.
Een paar kleinigheden die ondertussen al geschiedenis zijn geworden (en onder het stof verdwijnen). Haar familie onderhield goede betrekkingen met generaal Franco, aan wie zij overigens samen met koning Boudewijn verschillende bezoeken bracht. Van mevrouw Franco kreeg ze als huwelijksgeschenk een fameus kroondiadeem.
Een Antarctische bergketen draagt sinds 1961 haar naam. Dat zij een trouwe beschermvrouwe is van de Koningin Elisabethwedstrijd is genoegzaam bekend. Minder geweten is dat zij eveneens verschijnt op het Festival Internacional de Musica Sacra Rey Balduino.
En sinds 2009 weten wij ook dat zij de geschiedenis van Wilhelm Tell kent. Haar hoeden en kapsel zijn spreekwoordelijk geworden.
De verboden vrucht smaakt altijd beter dan wat je zomaar mag grijpen. Sinds mijn dokter wenkbrauwfronsend de suiker ongewenst heeft verklaard, droom ik af en toe van chocolade. Niet te verwonderen als je weet dat deze (Belgische) lekkernij een luxecadeautje is dat je kan gebruiken van Rusland tot Marokko, van de USA tot in Turkije.
Toen Cortès van de Azteekse keizer een cacaoplantage had cadeau gekregen, was dit het begin van een triomftocht. De Spanjaarden vonden het in Mexico eigenlijk maar niks, maar bij gebrek aan wijn brouwden zij toch maar hetzelfde bittere drankje als de Azteken. Om de smaak te verzachten deden zij er suiker, room en vanille bij.
Het was in die vorm dat het de geliefkoosde drank werd aan het Spaanse hof. Tijdens de Spaanse bezettingen werd het ook ingevoerd in Vlaanderen en de Nederlanden. In 1615 komt het ook terecht in Frankrijk dankzij de spaanse prinses Anna van Oostenrijk die trouwt met koning Lodewijk XIII. En als de koningin chocolade drinkt, kan de bourgeoisie uiteraard niet achterblijven. Veertig jaar later worden de eerste chocolate houses in Engeland geopend. Daar komt ook de eerste chocolade in vaste vorm tot stand. Om één of andere reden wordt de Belgische chocolade één van de beste van heel de wereld. Spreek je van België dan maakt de buitenlander direct de associatie met Belgian chocolates.
Ik ben weer eens in de war gebracht door mijn krant De Standaard. Zoals gewoonlijk heb ik mij ook eens gewaagd aan Doe de stemtest. Als er één manier is, om er achter te komen dat je denken vaak bepaald wordt door allerlei (voor)oordelen en je gezichtspunt per definitie beperkt is (we zijn per slot van rekening geen roofvogels die een hoek van 360 ° bestrijken) dan is dit de ideale manier. Natuurlijk kwam ik ergens anders uit dan wat mijn gevoel mij ingaf. En natuurlijk zal ik niet veranderen (denk ik): het is zoals met een vrouw, die je graag ziet. Is zij de schoonste? Komt er een opwindende verleidelijke vrouw voorbij? Allemaal mogelijk, maar ik blijf bij mijn spontane keuze en zoals de trouwbelofte het zegt: in goede en in kwade dagen.
Vandaag kan je natuurlijk niet om Robert Schumann heen. Het is juist 200 jaar geleden dat hij geboren werd in Zwickau. Wat ik nu ga schrijven zal wel een beetje klinken als vloeken in de kerk, maar eigenlijk houd ik helemaal niet van Schumann, al wordt hij dan ook beschouwd als één van de groten na Beethoven, vooral in liedgenre en in de pianomuziek. Zijn leven, dat alles bij mekaar kort was (1810-1856) zat vol dramatiek. Hij wilde concertpianist worden maar gebruikte een toestelletje om de souplesse van zijn vingers te vergrotenen beschadigde definitief de spieren van zijn rechterhand: weg carrière. Hij moest zijn vrouw Clara Wieck veroveren via een proces tegen zijn schoonvader. Hij werd -dankzij Felix mendelssohn - docent aan het conservatorium in Leipzig, maar faalde jammerlijk als dirigent. Tussen 1844 en 1848 kreeg hij geen noot muziek op paier en leed aan depressies, hallucinaties, angstvisioenen en oorsuizingen. In 1852 besefte hij dat hij de taken die men van hem verwachtte niet aankon en springt hij in de Rijn om zelfmoord te plegen, poging die ook mislukt. Op eigen verzoek wordt hij dan 2 jaar in de psychiatrie opgenomen waar hij ook sterft. Officiêle doodsoorzaak: een vergevorderd stadium van syfilis. Zijn vrouw Clara, die een schitterende concertpianiste was, zal hem veertig jaar overleven en haar zeven kinderen alleen opvoeden.
Er wordt hier regelmatig geroepen om nieuwe leden. Maar dat is natuurlijk geen onvoorwaardelijke uitnodiging. Een koor is een zangvereniging. Er zal dus bij de aanmelding moeten gekeken worden naar verschillende factoren. In de eerste plaats is het voorzingen voor de dirigent van groot belang, niet alleen om te bepalen bij welke stemsoort een nieuw lid thuishoort, maar om ook al een eerste indruk te krijgen over stemkleur, stem- en ademgebruik, eventueel kennis van muziek. Ook belangrijk is dat een inschatting gemaakt wordt van de 'sociale' skills van een nieuwe kandidaat. In sommige gevallen kan al op voorhand gezegd worden dat een kandidaat niet zal bijdragen tot de sociale cohesie van een koor. Dan moet men de moed hebben om de kandidaat naar een ander koor te verwijzen, waar hij/zij beter past. Ieamnd opnemen waarvan men zeker is dat het fout zal lopen, kan alleen maar een koor schaden.
De meester zonder das, de kinderen vrolijk in hun kleurrijke kleertjes, moeders die kwamen uitzwaaien, alsof we een wereldreis gingen maken, goed voorzien van het noodzakelijke centje om "eens te drinken", zo was de schoolreis in mijn jeugd. Het eindigde onvermijdelijk met prullencadeautjes die voor mama meebrachten uit Durbuy (ik heb nog alijd dat hertje op een boomstronk - wat deed dat beest in hemelsnaam op die boom?). Vandaag een beetje die sfeer in herinnering nu we met Musica ad Nioves op daguitstap gaan: naar Nijvel - God betere het - en in de namiddag naar Villers l'Abbaye. Het weer voorspelt veel goeds en dorstige kelen. Het humeur stijgt met een paar graadjes. En misschien zingen we wel eventjes in de collegiale kerk van Nijvel.
Tijd dat ik ook een weekendje plan in Barcelona, om nog eens van nabij de mogelijkheden te bekijken voor volgend jaar met Korile. Of het doorgaat of niet moet nog definitief blijken, maar het is in elk geval een schitterend excuus om mij nog eens onder te dompelen in de heerlijke sfeer van deze stad. Dit maal ga ik mij niet laten "zakkenrollen".
Amarant is een vereniging die zich bezig houdt met - een duur woord - kunsteducatie. De oorsprong ligt in de jaren vijftig toen "Scheppende handen" in West-Vlaanderen werd opgericht. Nu is het uitgegroeid tot een vzw die op een heel hoog, maar steeds toegankelijk niveau de kunst dichter bij de mensen wil brengen, via lezingen, publicaties, cursussen, bezoeken en kunstreizen. Niet goedkoop maar wel heel hoge kwaliteit. Als je "Amarant" intikt op Google vind je heel gemakkelijk hun programma.
Voor mijzelf heb ik al uitgemaakt dat de toppers van dit jaar (maar het gaat natuurlijk om mijn eigen interesses) de volgende zijn:
* GENTLEMAN OF THE CHAPEL ROYAL: religieuze polyfonie aan het Engelse hof. Lezing vrijdag 24 september om 15 uur in het Stadhuis van Gent, Concert door de Tallis Scholars diezelfde dag om 20 uur in de Sint Michielskerk in Gent.
* O FORTUNA: tweemaal de Carmina Burana. Studiedag op woensdag 6 oktober (van 10 tot 12 en van 2 tot half vijf). Concert in het Gentse Kuipke met de Brussels Philharmonic 's avonds om 20 uur. Een absolute aanrader!
* STERVEN IN STIJL/ EEN INLEIDING TOT DE FUNERAIRE KUNST: 2 studiedagen over met de dood gerelateerde kunstwerken. dinsdag 24 augustus en vrijdag 27 augustus in het Museum voor Schone kUnsten te Antwerpen.
* En de absolute topper voor wie het zich -qua tijd en geld - kan permitteren: reis naar EGYPTE; DE VALLEI VAN DE NIJL: van 27 november tot 11 december.
Is het geen machtige wijze waarop wij mensen ons gevoel de vrije loop kunnen laten?
Vanaf de moeder die neuriet tegenover haar baby tot massale volkszang in voetbalstadia bij een interland. We kennen de hoogculturele zang van meerstemmige klassieke muziek
via schlagers die meegebruld worden tot de beweeglijke rap-reciteringen van de allerjongste generaties.
Je hoort wel eens geluiden dat de koorzang in Vlaanderen zo vergrijsd is dat de ondergang nabij zou zijn. Natuurlijk zijn wij bezorgd erover dat onze kerkkoren vaak maar moeilijk kunnen verjongen.
Maar zingen is zon unieke vorm om onze gevoelens te uiten, ook onze authentieke religieuze gevoelens, dat ook een volgende generatie wel haar weg zal vinden, denk aan kinderkoren en jongerenkoren.
In de bijbel is bijna 350 keer sprake van zingen. De Israelieten barsten in een jubelzang uit
als ze door God geleid door de Rode Zee veilig aan de overkant komen. En in het laatste boek van de bijbel klinken de zegeliederen van hen die roepen: alleluia, het heil en de eer en de macht zijn van onze God.
Muziek kan heel heftige emoties veroorzaken, het kan zelfs tot tranen roeren. We huilen het meest om liedjes waarin de (eindige) relatie tussen ouder en kind wordt bezongen. Een verschijnsel dat ook wel de 'akoestische navelstreng' wordt genoemd. Zo luiden de eerste conclusies van promotie-onderzoek van Anja Laan aan de Universiteit van Tilburg. Uit het onderzoek onder 3.000 mensen werd een top-10 samengesteld van snotternummers. Op nummer 1 staat Papa van Stef Bos, op 2 Avond van Boudewijn de Groot en op 3 Geen kind meer van Karin Bloemen. Andere tranentrekkers zijn Tears in Heaven van Eric Clapton en De Vlieger van André Hazes.
Zowel tekst als melodie zijn duidelijk van invloed op de mate van emotie. Vrouwen huilen het hevigst bij Marco Borsato (vooral bij :Afscheid nemen bestaat niet), mannen raken eerder geëmotioneerd door Pink Floyd en Dire Straits.
Muziek wordt ook wel de taal van de emotie genoemd. Maar pas sinds de jaren negentig zijn psychologen en neurologen bezig om antwoorden te vinden op de vragen over de impact van muziek. Ook de bekende neuroloog Oliver Sacks kwam in zijn boek Musicofilia tot de conclusie dat we veel verbanden nog niet hebben blootgelegd. Sacks beschrijft mensen die aan zo'n ernstig geheugenverlies lijden dat ze niets meer van hun persoonlijke leven weten behalve de muziek die er een rol in speelde. De precieze achtergronden hiervan zijn nog niet bekend.
Muziek kan diepgelegen emoties oproepen. Want muziek is een soort geheugen dat het langst actief blijft, weet Sacks. Niet voor niets boeken muziektherapeuten zulke grote successen bij mensen met dementie. Oliver Sacks: "Vertrouwde muziek fungeert als een soort Proustiaans geheugenmiddel dat emoties en associaties oproept die al lang vergeten waren, en de patiënt weer toegang geeft tot stemmingen en herinneringen, gedachten en werelden die ogenschijnlijk volkomen verloren waren gegaan. Gezichten krijgen uitdrukking wanneer de oude muziek wordt herkend en de emotionele kracht ervan wordt gevoeld."
Een Australische muziektherapeute zei hierover: "In het begin dacht ik dat ik amusement verschafte, maar nu weet ik dat ik als blikopener voor het geheugen van mensen fungeer."
Er zijn ook nummers die, tegen je wil, dagenlang in je hoofd blijven spoken. Honing deed onderzoek naar deze zogeheten oorwurmen. Bekende voorbeelden zijn Heb je even voor mij? van Frans Bauer en De Vogeltjesdans. Oorwurmen zijn liedjes met een simpele muzikale structuur, veel herhalingen en een onverwachte wending. Juist op het moment dat het liedje afwijkt van het verwachtingspatroon blijft het in ons hoofd haken. "Je hersenen krijgen iets dat ze niet verwachten en gaan het daarom eindeloos herhalen."
Ik ben Carlo (Carlo Claes), geboren op 20 september 1944. Als je goed telt weet je hoe oud / jong ik ben. Enkele jaren geleden gaf ik mijn job als resoc-coördinator van Waas en Dender op om met brugpensioen te gaan. Sindsdien kan ik mij aan mijn echte passie wijden: de koormuziek. Ik dirigeer twee koren: Fiori Musicali uit Sint-Niklaas en het Hanswijkkoor in Mechelen. Zo ontmoet ik iedere week een hoop fijne, lieve mensen. Maar hier is de wereld nog veel groter. Dus kom ik nu ook jou tegen.