In 1651 barstte in Rusland een quasi burgeroorlog uit omdat de pas verkozen patriarch van Moskou, Nikon, wijzigingen wilde aanbrengen in de liturgie en in het uiterlijk omgaan met de religie. Het kwam tot een schisma waarbij brandstapels voor aartsbisschoppen niet geschuwd werden. Monniken van het beroemde Solovetskyklooster hielden het zeven jaar uit tegen de legers die de tsaar er op af stuurde, om hen in het gelid te dwingen. Na het Tweede Vaticaans Concilie zijn er ook in de katholieke kerk heel wat hervormingen doorgevoerd. Voordien moesten we teruggaan tot het Concilie van Trente om nog eens dergelijke ingrijpende richtlijnen voor de liturgie mee te krijgen. Ik ben geen kerkvader, zelfs geen Rik Torfs, maar erger me hoe langer hoe meer aan de excessen die bij de liturgie voorkomen. Pastoors schijnen niet meer te weten waar het om gaat: op een eerbiedige wijze omgaan met het Allerheiligste, volgens riten die aanvaard zijn en dit in schoonheid tot uiting brengen. Valse populariteit nastreven, angst voor rechtlijnigheid, of ... gebrek aan eigen cultuur, zoveel redenen om de schoonheid over boord te gooien. En dan maar jammeren dat er hoe langer hoe minder aandacht is voor het sacrale. Je kan niet verwachten dat je een Godservaring krijgt als je (en dat is nog een braveke!!) Hemelhuis door de kerk hoort schallen, of het liedje van de visser. Ik hoorde nu al op de radio zeggen dat aartsbisschop Leonard hier werk zou mogen van maken, maar dat hij helaas geen middelen heeft om zijn personeel tot rede te brengen. En dan maar zwijmelen als we eens in een klooster de onaardse schoonheid van vespers meemaken, of als we in de basiliek van Koekelberg voor duizenden Damiaan zien vieren. Shame on you, pastoors, die hier met zich laten sollen.