Vind je de onderstaande tekst mooi? Hij komt uit de bijbel, het Oude Testament en werd talloze keren op muziek gezet. Het is het Hooglied van de liefde, de Song of Songs.
Muziek was voor de Grieken iets goddelijks. Dat wordt al weerspiegeld in het woord zelf: het woord muziek betekent Muzenkunst. De Muzen, over wie wordt gesproken, waren de negen dochters van Zeus en Mnemosyne, respectievelijk de oppergod en de godin van het geheugen. De Muzen waren de beschermsters van verschillende soorten poëzie en wetenschap.
De Muzen heten: -Kalliope (die met de schone stem): Muze van de epische poëzie (heldendicht). Zij blaast op de panfluit of begeleidt zichzelf op de lier. -Klio (beroemdmakend): Muze van de geschiedenis. Zij speelt op de aulos (dubbelhobo). -Polyhymnia (rijk aan zangen): Muze van de pantomime. -Euterpe (de verblijdende): Muze van het lierdicht en het fluitspel. Zij speelt op de aulos, de fluit en andere muziekinstrumenten. -Terpsichore (de danslustige): Muze van de dans en de lyrische poëzie. Ze bespeelt alle snaarinstrumenten. -Erato (de beminnelijke): Muze van het koorlied en de liefdespoëzie. Zij speelt op de lier, op de kithara of op de handtrommel. -Melpomene (de zingende): Muze van de tragedie. Zij speelt op de harp en de aulos. -Thalia (de bloeiende): Muze van de komedie. Zij bespeelde de aulos. -Ourania (de hemelse): Muze van de sterrenkunde
We hebben het er al eens over gehad: voor alles bestaat er tegenwoordig een speciale dag, in die mate dat er geen dagen genoeg meer zijn in het jaar om het allemaal bij te houden. Een ware inflatie die ons uitnodigt om de dag van de armoede, de dag van de klompendragers, de dag van de jeugdbeweging, de dag van het verloren parkietjes ... in gedachten te houden: de één al zinvoller dan de andere. In Nederland fabriceerden ze onlangs een filevije dag en 's avonds kwamen ze dan triomfantelijk vertellen dat er 20 % minder files op de wegen waren.
En vandaag is het dus de e-mailvrije dag. Wees er van overtuigd, ik zal mij haasten. Email is een stukje van ons aller leven aan het worden: goedkoop, snel, en een leuke manier om in een mum van tijd de andere kant van de wereld te bereiken. Wat kan er nu mis zijn aan een "hoi" voor een vriend die je een beetje mist? Ik krijg dagelijks zo een 100 mails. Daar zit natuurlijk rommel bij: de deleteknop is nooit ver weg. Maar er zitten ook hartverwarmende dingen tussen, en daarvoor alleen hoop ik dat deze emailvrije dag een complete mislukking wordt.
Zal ik het nog maar eens zeggen? Iedere keer als er optredens van koren naderen, moet ik op de tippen van mijn tenen staan (en ook al op mijn strepen) om iedereen er aan te herinneren dat ik verwacht dat iedereen die wil meedoen ook echt verondersteld wordt om geen - of bijna geen - van de laatste repetities te missen. Het is niet voldoende dat je tegen mij of tegen jezelf zegt dat je alles wel thuis zal instuderen, of dat je alles al kent. Ik heb liever een homogeen koor dan een koor waar ineens nog zgn. sterren komen opduiken. Nog maar eens: een koor is een ploeg, geen samenraapsel van individuele talenten die hun ding komen doen. Ik zou zo zeggen: iedereen kan gemist worden en niemand kan gemist worden. En nu maar repeteren met concentratie en enthousiasme. Ik sta op scherp.
De mooiste Gregoriaanse melodie die mij uit mijn kindertijd bijbleef, is die van het Dies irae. Het Dies irae werd gezongen tijdens de uitvaartmis. Het is de smeekbede van de gestorvene aan God om op de Dag des Oordeels toch medelijden te hebben met hem, arme zondaar. Het kerkkoor zong het namens hem of haar die voor in de kerk tussen de kaarsen opgebaard lag. Als het koor dat zong, hoe vals ook, verplaatste ik mij - ik was inmiddels misdienaar - in de positie van de mij verder totaal onbekende overledene en boog mij nog dieper voor de treden van het altaar, want ik was, dat wist ik maar al te goed, vaak stout.
De tekst van het Dies irae vond ik nogal luguber maar de melodie niet. Die was zo lief, zo droevig, dat de Lieve Heer wel meelij moest hebben. Het lied werd niet zoals het In paradisum op weg naar het kerkhof gezongen, over het krakend grind, langs de waaiende bomen, maar binnen in de kerk en opnieuw voelde ik de armen van het kerkgebouw om me heen: er was ontferming. Dat hoorde je in de melodie.
Het is altijd mijn favoriete Gregoriaanse melodie gebleven. Ik zong hem later bij wijze van eigen popsong met de piano, het harmonium of het orgel. Mijn vader zei dan dat ik het fout speelde. Ik maakte er d-mineur van en stopte er een modulatie in naar a-klein. Dat deden al die kerkorganisten ook en dat stoorde hem. Het Gregoriaans mocht in feite niet eens begeleid worden, dat was a capella zang. Dies irae, zei mijn vader, was de allervolmaaktste Gregoriaanse melodie; het stond in de diatonische kerktoonladder van d, daar kwamen geen modulaties (geen chromatiek) in voor. Mijn vader verdedigde het zuivere Gregoriaans. Dat was middeleeuws. Helder, licht middeleeuws, zoals de monniken van Solesmes hem dat leerden.
Dies Irae is nu verdwenen uit de uitvaartliturgie. Maar ik blijf het jammer vinden.
Het luisteren naar muziek maakt dezelfde chemische stoffen los in ons lichaam als "sex and food". De bekende leuze van veel muzikanten die beweren te leven van seks, drugs en rock 'n roll, heeft dus een diepere betekenis. De stof dopamine, het hormoon dat gekoppeld is aan het gevoel van geluk en algemeen welbehagen, is verantwoordelijk hiervoor. Ieder muziekgenre of iedere song heeft natuurlijk een ander effect. Het is aan ons om de proef op de som te nemen. Misschien er eens lekker bij gaan zitten met de ogen dicht en de muziek over ons heen laten komen? Analyseer dan maar wat er gestimuleerd wordt: de honger, de libido of misschien iets totaal anders? Of de heilzame werking van muziek beluisteren echter een goede compensatie kan vormen voor een stomende vrijpartij, of een culinair hoogstandje op je bord, blijft natuurlijk de vraag...
Soms vraag ik mij wel eens af wat mij toch bezielt om een blog als deze actief te houden, als er al een reden was om er ooit mee te beginnen. In het begin denk je: aha, een handig middeltje om te communiceren met de koorleden zonder de rompslomp van individuele mailtjes. Vervolgens wil je geen robot zijn of en prikbord waar alleen maar droge mededelingen op verschijnen. Een derde stapje maak je als je vaststelt dat er nogal wat interesse (nieuwsgierigheid?) is naar je gevoelens: een propere vorm van exhibitionisme en voyeurisme is wellicht niemand vreemd. En ... eigenlijk is het veel eenvoudiger, je vindt het gewoon leuk dat je een beetje van je gemoedsleven mag laten zien.
Tenslotte begint deze column zijn eigen leven te leiden: elke dag komen er tussen de vijftig en de honderd bezoekers, en die wil je natuurlijk niet teleurstellen. Daar zit waarschijnlijk ook een stukje ijdelheid bij, maar geef nu toe, niets menselijk is ons vreemd. Een dirigent is toch al een beetje iemand die vooraan wil staan om zijn ideeën tot werkelijkheid te brengen.
Heel misschien deel je ook een beetje je eigen geluksgevoel en schoonheidsbeleving mee. Want geven en delen, maakt je meer completer als mens.
winter. je ziet weer de bomen door het bos, en dit licht is geen licht maar inzicht: er is niets nieuws zonder de zon.
En toch is ook de nacht niet Uitzichtloos, zo lang er sneeuw ligt Is het nooit volledig duister, nee, Er is de klaarte van een soort geloof Dat het nooit helemaal donker wordt. Zo lang er sneeuw is, is er hoop.
De Russisch-orthodoxe kerkmuziek kent een zeer rijke geschiedenis. In tegenstelling tot andere orthodoxe landen, waar de kerkmuziek tot voor kort voornamelijk eenstemmig werd uitgevoerd, zien we in de Russisch-orthodoxe kerkmuziek een heel andere ontwikkeling.
Na de kerstening van Rusland in de 10e eeuw en de overname van de kerkstructuur uit Byzantium, krijgt de eenstemmige Byzantijnse zang op Russische bodem al snel een typisch eigen karakter. De dramatische en expressieve Byzantijnse melodieën van de Grieken worden onder invloed van de reeds bestaande rijke zangcultuur en eigen volksaard al gauw bewerkt tot vloeiende, rustige melodieën.In de ikonenschilderkunst is een vergelijkbare ontwikkeling waar te nemen.
In de 14e en 15e eeuw ontstaat de zogenaamde Russische meerstemmigheid, die is gebaseerd op de meerstemmige Russische volksmelodieën.
De tweede helft van de 17e eeuw geldt als breekpunt in de geschiedenis van de Russisch-orthodoxe kerkmuziek. Vanaf dit moment wordt de muziek voortdurend door het westen beïnvloed. Twee tegenover elkaar staande zangtradities, die van het Moskouse Rijk en de meerstemmigheid van westerse oorsprong, botsen nu met elkaar. Dit is het eigenlijke begin van de verwereldlijking van de Russische traditie. De periode van buitenlandse beïnvloeding valt in een aantal stadia uiteen, te weten de Poolse mode ín de 17e eeuw, de Italiaanse invloed in de 18e eeuw en de Duitse stijl in de 19e eeuw. Parallel hieraan verloopt de technische ontwikkeling van de koormuziek.
Omstreeks 1900 begint de Russisch-orthodoxe kerkzang weer terug te grijpen naar haar eigen wortels. De kerkmuziek maakt zich als het ware los van de afhankelijkheid van de westerse meerstemmigheid. Een steeds groter aantal oude manuscripten wordt ontcijferd en men ontdekt weer de rijkdom van de eigen Russische zangtraditie. Deze ontwikkeling gaat door tot op de dag van vandaag.
Nog een kleine nabeschouwing bij de Deutsche Messe die vanmorgen in de Sint Pauluskerk in Antwerpen werd ten gehore gebracht. Op het einde van de mis bedankte de pastoor de "aanwezige" koren, een hele resem waarbij opviel dat het alleen enkele ouderen waren die waren komen opdagen in de overigens volle kerk. Ik kan me zo voorstellen dat het een kick is voor de dirigent om toch nog een koor van 200 zangers te kunnen dirigeren. Jammer dat de oorspronkelijke orkestbezetting die Schubert voorzag (blazers, timpaan, pauken en orgel) gereduceerd was tot blazers, waarbij dan regelematig nog één stem ontbrak. Bij zo een gelegenheid zou Koor & Stem echt niet mogen besparen op de bezetting. Voor en tijdens de mis bespeelde titularis De Troyer het majestueuze orgel. Maar ook zijn dagje was het niet: te zwaar gefeest op een of ander Ceciliafeest? Alles bij mekaar vind ik dat Koor & Stem eens moet kritisch kijken naar dit feestelijk gebeuren, wil men niet dezelfde weg opgaan als het stilaan doodbloedende Vlaams Nationaal Zangfeest. Anders krijgt het deel dat ANZ heet stilaan de reputatie van stervensbegeleider. Het koorleven verdient beter!
Gisterenavond Junior Eurovisie songfestival. Het grote broertje wil mij nogal eens in slaap wiegen, maar voor de kinderen heb ik geen luciferstokjes nodig om mijn ogen open te houden. Ik ben heel blij dat twee liedjes die echt op kindermaat geschreven waren hoge ogen hebben gegooid. "BZZZZ" van Georgië is een liedje dat in de beste traditie van de Oost-Europse koren niet zou misstaan en werd de terechte winnaar. Wat minder hoog maar toch nog altijd een stuk beter dan allerlei poprommel was "Nanana", wat al even goed aansloot bij de tienjarigen die het brachten. Om één of twee kleine pareltjes te ontdekken zou je het natuurlijk al doen. Kwam daar dan nog het gemeenschappelijk UNICEF-liedje bij waarin "hand in hand" de zangvreugde van de gezichtjes van de deelnemers afdroop, en de avond was weeral goed. Ik merk trouwens dat toestanden gelijk Eurosong voor Kids wel degelijk kinderen aan het zingen zet. Daarom ook dat onze Jan De Smet met zijn moderne Sinterklaasplaat alle lof verdiend.
Koud, regenachtig, hagelbuien, donker. Echt herfstweer dat een beetje nostalgisch maakt. Het doet mij denken aan mijn jeugd in Beringen. 's Avonds na het avondeten en de afwas zaten wij steevast in de keuken, de kolenstoof (geen Leuvense, maar toch met een lekker warme oven) brandde en ronkte, mijn vader en moeder zaten bij elkaar en als we wat naar de radio geluisterd hadden was het tijd om aan het dagelijks ritueel van het rozenhoedje te beginnen. Op een onbewaakt moment (misschien was het wel missie geweest in de kerk?) hadden mijn ouders beslist dat zij bij het Marialegioen zouden gaan en alle dagen een rozenkrans zouden bidden. Dat was het signaal voor mijn moeder om haar gemakkelijk in haar oude zetel te nestelen. En de bromstem van mijn vader zorgde er al gauw voor dat zij indommelde en de antwoorden op de weesgegroetjes uitbleven. Het naar bed gaan probeerde ik zolang mogelijk uit te stellen, want centrale verwarming hadden we niet. Vier dekens en een bedsprei konden niet beletten dat het soms ijselijk koud kon zijn als ik in mijn bedje lag. Bedje, zeg maar bed. Zo een groot ding waar je in moest klimmen en waar misschien mijn bedovergrootmoeder nog in gelegen had. Ik ben er verdorie mijn lief bijna mee kwijt geraakt, want die had bij haar thuis al chauffage en vond het maar niks in dat grote koude huis. Nu, 50 jaar later, ben ik nog altijd gelukkig als het lekker warm is in huis. Het is de omgekeerde wereld geworden, mijn vrouw puft en ik heb dan nog de neiging om een zwier aan de thermostaat te geven. Komt er van, ze had maar niet moeten liggen rillen toen.
Over het leven en het werk van Franz Peter Schubert, de grote Weense componist die leefde van 1797 tot 1828, is tamelijk veel bekend, omdat er veel onderzoek naar is gepleegd en het niet gaat om een figuur uit de (vaak anonieme) Middeleeuwen. In alle levensbeschrijvingen komt naar voren dat hij arm was, nogal teruggetrokken, klein van stuk, drager van een brilletje en een buikje, kippig, gek op een glas wijn en groot vereerder van Van Beethoven naast wie hij op zijn verzoek begraven werd. Toch is er over de achtergrond van zijn meest populaire koorcompositie, de Deutsche Messe, weinig te melden. Men weet dat de tekst, die niet die van de klassieke misgezangen is, is gemaakt door Johann Philipp Neumann, een professor van de Technische Hochschule in Wenen, maar wat de aanleiding geweest is tot het maken ervan en tot het geven van de compositieopdracht door Neumann aan Schubert valt niet meer te achterhalen. Schubert heeft eraan gewerkt enkele jaren vóór zijn dood, in 1826, en noemde zijn eerst door de geestelijkheid niet hartelijk begroete werkstuk Gesänge zur Feier des heiligen Opfers der Messe. Het registratienummer is Deutsch 872. Men heeft wel gedacht dat de compositie bedoeld was voor het koor van de genoemde Technische Hogeschool, maar inmiddels weten we dat daar alleen een mannenkoor was, terwijl de muziek geschreven is voor vierstemmig gemengd koor met blazers, pauken, timpaan en orgel. Kennelijk om een feestelijke gelegenheid op te luisteren in een redelijk grote parochiekerk. We weten wel dat de tekstschrijver en de componist handelden in de geest van keizer Joseph II (1741-1790), die progressieve ideeën had en de volkstaal propageerde voor de liturgie op zijn grondgebied. Michaël Haydn was Schubert daar overigens al in voorgegaan met zijn Deutsches Hochamt van 1782. Dat de geestelijkheid eerst niet enthousiast reageerde, kwam niet daardoor maar door het gevaar dat de populaire, maar gemakkelijk tot oppervlakkige en sentimentele uitvoering leidende gezangen het meer hoogstaande repertoire zouden verdringen, vooral toen het werk werd bewerkt voor alleen mannenkoor en voor éénstemmige volkszang. De muziek is in haar oorsprong al zeer eenvoudig, men herkent de liederencomponist in de betrekkelijk gemakkelijke en emotionele melodiën, die inderdaad het gevaar in zich dragen ordinair langgerekt te worden uitgevoerd. Schubert besefte dit zelf maar heeft niet de tijd gehad om hier tegen te protesteren, zodat in de tweede helft van de negentiende eeuw zijn compositie door kritische muziekkenners met argwaan werd aanhoord. Gelukkig is men in onze tijd weer wat meer op het spoor van de eigenlijke muzikale kracht gekomen van het werk, waar Schubert honderd gulden mee heeft verdiend. En ons aller waardering!
Bericht van het persagentschap Belga van 17/06/2008 Anders dan vaak wordt aangenomen zijn mannen gevoeliger voor muziek dan vrouwen. Dat concludeert althans de Britse psycholoog Davis Moxon na een onderzoek naar de reactie van mannen en vrouwen op geluid.
In opdracht van electronicaconcern Sony Ericsson onderzocht Moxon hoe mannen en vrouwen fysiek reageren op muziek.
Uit het onderzoek blijkt dat mannen bij het luisteren naar muziek de grootste fysieke veranderingen ondergaan. Ook kunnen ze beter bepalen welke muziekgenres hen beïnvloeden en zijn ze zich meer bewust van de gevoelens die verschillende geluiden oproepen. Uit metingen naar de biochemische veranderingen in het lichaam tijdens het luisteren naar muziek bleek dat mannen opgewonden raken van korte stukjes Britse soul. Ook Duitse hiphop (76 procent), Letse pop (67 procent) en Estlandse rock (33 procent) verhogen bij mannen de testosteronspiegel.
Vrouwen blijken zich minder bewust van het effect van muziek op hun lichaam. Zij raken vooral opgewonden van pikante Spaanse latinmuziek. Bij zowel mannen als vrouwen veroorzaakt dat genre echter ook de meeste stress.
Verder kwam uit het onderzoek naar voren dat muziek niet per se langzaam hoeft te zijn om een ontspannende werking te hebben. Snelle nummers uit de Kroatische pop, Letse poprock en Poolse poprock werken het meest ontspannend bij zowel mannen als vrouwen.
Volgens de onderzoekers werd het meest opvallende effect bereikt door de Kroatische pop; bij alle deelnemers daalde de cortisolspiegel en steeg de IgA-waarde bij het luisteren naar die muziek. Dat betekent dat het de luisteraars ontspant en tegelijkertijd hun immuunsysteem versterkt.
De meeste mensen die zeggen dat ze niet kunnen zingen, zeggen dat omdat ze denken dat ze vals zingen.Daardoor ga je bijna gegarandeerd vals zingen. Om zuiver te leren zingen, is het vaak belangrijk dat je juist niet te hard probeert om de noten te raken. Meestal kan je beter aan heel andere dingen werken. Solfège bijvoorbeeld, zodat je toonhoogteverschillen leert horen en voelen. En ademsteun, om een goed geraakte toon aan te leren houden. Of technieken om de noot in je hoofd te kunnen horen voordat je hem zingt.
Vals zingen kan op verschillende manieren. Zo zijn er zangers die altijd iets te laag zingen, of een fractie te hoog. Sommige zangers kunnen een noot niet goed raken. Anderen raken hem wel maar kunnen hem niet aanhouden. Je kan vals zingen omdat je niet goed hoort wat je doet, omdat je onvoldoende ademsteun hebt, omdat je niet geconcentreerd bent, te veel of te weinig gegeten hebt, of omdat je buiten je bereik probeert te zingen... Zuiver zingen gaat meestal het makkelijst in een koor! Op een of andere manier 'kopieer' je de toonhoogte van de mensen die jouw partij zingen bijna automatisch. Er zijn deskundigen die zeggen dat je nooit perfect zuiver kan zingen - maar dat is helemaal geen probleem. Blijkbaar accepteert je oor kleine toonhoogtevariaties van zangers veel makkelijker dan "net-een-beetje-valse-piano's" (of andere instrumenten). Dat heeft waarschijnlijk veel te maken met het ingebouwde vibrato van de stem: de toonhoogte zweeft altijd een beetje.
Voor elke noot die je zingt, moet je je stem opnieuw 'stemmen'. Een fractie van een seconde voordat je een noot zingt, zorgen talloze spiertjes ervoor dat je stemplooien precies de juiste spanning hebben om je stemspleet op precies de juiste snelheid open en dicht te laten gaan. Dat heet prephonatory tuningofwel stemmen vlak voor de klank. Om dat goed te laten verlopen, moet je de gewenste toonhoogte in je hoofd kunnen 'horen' voordat je hem zingt.
Zonder prephonatory tuning zou je elke noot moeten corrigeren terwijl je hem al zingt. Sommige zangers zingen zo: ze zetten een noot in en buigen hem dan omhoog of omlaag tot ze goed zitten, of denken dat ze goed zitten. Dat klinkt niet echt geweldig, natuurlijk.
Zuiver zingen heeft ook veel met concentratie te maken. Als je aandacht verslapt wordt het moeilijk om een noot te raken. Maar als je je te veel op zuiver zingen concentreert, kan je juist daardoor ook vals zingen. Het is net als proberen om niet aan roze olifanten te denken. Een tip: denk niet aan de noot die je zingt, maar aan de noot die je gaat zingen. Als je je noten wel kan raken maar niet goed kan aanhouden, zit hem dat mogelijk in je ademsteun. Een volle of een lege maag kan ook op andere manieren voor een minder succesvol optreden zorgen. Dit is een apart onderwerp.
Daarstraks op de blog van mijn mailmaatje een reeks funny cijfers gelezen. het ging over het gemiddelde dat een mens in zijn leven haalt. Zo zou een gemiddeld menselijk wezen 10.000 repen chocolade in zijn leven verorberen. Dat zal bij mij een stuk hoger liggen ( kan je checken als je onbescheiden naar mijn broeksriem gluurt).
Maar ik denk dat het over Amerikaanse cijfers ging, want wat zag ik tot mijn complete verbazing en verbouwereerdheid. Gemiddeld 1700 vriendschappen in je leven !!! Ik heb zitten tellen en ik kwam toe met mijn vingers en mijn tenen. Ofwel ben ik een compleet asociaal wezen, ofwel betekent vriendschap heel wat meer voor mij. Natuurlijk kom je hopen mensen tegen die je leuk vindt, waar je mee opschiet, waar je zelfs op tijd en stond fun mee kan maken. Maar vriendschap ?
Vriendschap en liefde liggen niet ver uit mekaar. Zelfs met een groot hart heb je plaats te weinig om zoveel mensen een heel leven trouw te blijven, steeds klaar om te luisteren en om te helpen, vertrouwd genoeg om je geheimen aan toe te vertrouwen. Ik heb er een paar en dat vind ik al een grote schat.
Van harte welkom. Ik ben blij dat je nog eens langs komt op mijn blog. Niet dat ik de goeroe ben die wijsheid te verkondigen heeft. Ik vind het gewoon gezellig dat jij op bezoek komt, om te kijken welk ei ik nu weer kwijt moest. Ik ben gisterenavond even naar een vorming geweest van het Forum voor Amateurkunsten met de uitdagende titel "Infosessie Fondsenwerving". Het liep er geen storm, maar ik bevond mij wel in fijn gezelschap: Fanny, die mee helpt Korile te besturen, was er om mee ideeën te sprokkelen bij Prof.dr. Jos Huypens van de faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen van de Universiteit Antwerpen.
Ik ga de uiteenzetting niet nog eens dunnetjes over doen. Als je (nog uitgebreider) wil weten wat de brave borst ons allemaal te vertellen had kan je nog altijd zijn boekje kopen: "Fondsen werven is (geen) kinderspel". (Uitgeverij Politeia, 2007, 82 pag.). Misschien moeten we het daar wel eens over hebben op de respectieve bestuursvergaderingen van Korile en het Ruysscheveldekoor. Centjes zijn nu eenmaal onontbeerlijk als je je koorei wil leggen. Of ... eieren in de korf.
Voor zingen kreeg je vroeger op school punten. Dat was in zoverre gek dat je er verder geen les in kreeg, wij tenminste niet.
Het was blijkbaar net zoiets als de drie punten die je op je wekelijkse rapport mee naar huis kreeg, voor Gedrag, Vlijt en Netheid. Dat waren ook dingen die je blijkbaar uit jezelf moest leren produceren. Niemand vertelde je ooit echt wat je daar precies voor moest doen, al wist je gewoonlijk heel goed op welke manieren je een slecht punt zou kunnen krijgen, als dat ooit je bedoeling zou zijn. Maar hoe moest je "Vlijt" laten zien? Voor "Gedrag" ging het nog een beetje. Met je armen over elkaar demonstratief stijf rechtop zitten in je bank, zodat je goed zichtbaar je best deed. Dat hielp soms, om een beurt te krijgen bijvoorbeeld, als we bijna allemaal onze vinger hadden opgestoken bij de vraag wie het goede antwoord wist.
Of was dat dan "Netheid"? Of tóch Vlijt?
En waarop bij het punt voor "zingen"gelet werd was al helemaal onduidelijk.
Nu is het niet helemaal waar dat we geen zangles kregen. We leerden wel liedjes, en we zongen ook wel eens samen. Maar hoe je nu als individu mooi zou kunnen leren zingen, nee.
Je stem bijvoorbeeld, dat was iets dat je nu eenmaal had, had je al gauw door, en de aanwijzingen van de meester kwamen gewoonlijk neer op zaken als "niet zo vals zingen, luisteren naar je buurman", "niet brommen, maar een octaaf hoger inzetten", "niet schreeuwen, maar zachtjes zingen" en dergelijke.
Hooguit werden we nu en dan eens aangemaand om de klinkers met je lippen mooier te vormen dan je bij gewoon praten gewoonlijk deed, en de medeklinkers allemaal echt hoorbaar uit te spreken. Of we moesten een liedje zoemen in plaats van gewoon zingen met woorden. Dat duidelijk moeten uitspreken had soms ook voor jezelf wel eens praktisch nut. Je merkte dan dat het moest zijn "Kom laten wij aanbidden" en niet "gaan bidden" zoals je eerst gemeend had.
Voor zover er nu op school of met kinderen gezongen wordt zijn we het stadium voorbij van de meester die ons obligaat de Brabançonne moest bijbrengen. Als we nu nog op school opnieuw aan de slag gaan met het zingen voor kinderen dan komt er een nieuwe generatie aan!
Je kan moeilijk zeggen dat ik er vroeg bij ben vandaag. Ik moest dan ook van het ene optreden naar het andere feest.
Ik zal maar beginnen met mijn korile-ertjes te complimlenteren. Ik vond dat ze het heel goed gedaan hebben vanmorgen: aandachtig, muzikaal, genuanceerd. Ook de pastorale werkers van het UZ hebben mij achteraf gezegd dat het optreden prima was en een aparte dimensie had gegeven aan de viering. Zingen als bevrijding, zingen als troost. Goed gedaan!
En daarna een leuk feestje (Cecilia, weet je wel) in Stekene met een groep mensen die het goed met elkaar kunnen vinden. Tegelijkertijd een erebetoon aan Robert Maes, de man die 20 jaar lang in het bestuur met zorg en stiptheid de financies van het Ruysscheveldekoor onder zijn hoede had en dit nu noodgedwongen en tot onze grote spijt moet doorgeven aan iemand anders. Grote trouw verdient grote dank.
Op 15 november 1492 noteerde Christoffel Columbus voor de eerste keer in zijn dagboek het bestaan van een plant waarvan de bladeren konden gedroogd worden en dan opgerold en gerookt. De sigaar was ontdekt. Of zij toen ook al gedraaid werd op de dijen van de weelderige Midden-Amerikaanse vrouwen is niet vermeld.
Bij hun terugkeer naar Europa nemen de zeevaarders niet alleen de tabak mee, maar ook de rookgewoonten. Men kent zelfs medische en miraculeuze krachten aan de tabak toe. In geleerde geschriften wordt geschreven dat het Amerikaanse kruid alle ziektes geneest. Deze mythe zal lang standhouden.
Jean Nicot de Villemain (1530-1600), van wiens naam nicotine is afgeleid, prijst de tabaksplant als geneesmiddel tegen migraine bij de Franse koningin aan. Tabaksrook wordt zelfs gebruikt om drenkelingen opnieuw tot bewustzijn te brengen, een voorloper van mond aan mondbeademing. In de 16
de eeuw is tabak werkelijk in. Op basis van tabak worden siropen, gorgeldrankjes, haarlotions, liefdesdrankjes en huidzuiveringsmiddelen gemaakt.
De Fransen vinden nog een andere manier uit, ze proppen de tabak gewoon in hun neusgaten! Snuiven, zo heet dat. Dit wordt een teken van goede smaak, vooral gebruikt door lieden uit de hogere klassen. De snuif wordt bewaard in rijkelijk bewerkte snuifdozen. En omdat het Franse hof dikwijls de toon aangeeft, moet de rest van Europa wel volgen.
In de 16
de en 17de eeuw krijgt de tabak meer en meer de naam van genotmiddel. In die tijd ontstaan ook de eerste antirookcampagnes, want het buitensporig gebruik in vele landen van Europa verontrust de gezagsdragers. Lodewijk XIII verbiedt zelfs de verkoop van tabak in Frankrijk. James I van Engeland schrijft een aanklacht tegen rokers. De sultan van Turkije, Amurat IV, vaardigt een wet uit waarbij het roken verboden wordt. Bij een overtreding wordt de neus afgesneden. In Rusland wordt het roken zwaar bestraft en in Perzië, het huidige Iran, wordt de bovenlip weggesneden van diegenen die op roken betrapt worden.
In de 18
de eeuw stoppen alle heren die zich heren willen noemen, zich de neus vol in Europa, want een pijp vinden ze te ordinair. De pijp is vooral geliefd bij zeelui, alhoewel op zee niet wordt gerookt. Dat is immers te gevaarlijk voor brand. Matrozen nemen genoegen met pruimen. Ze nemen een prop tabak in de mond en kauwen erop. Om te vermijden dat ze deze overal uitspuwen, worden er houten of koperen spuwbakjes geïnstalleerd.
In het begin van de 19
de eeuw ontstaat in Spanje een nieuwe rookgewoonte. Bedelaars rapen sigarenpeukjes op en roken ze door de tabak in een papiertje te rollen. Zo ontstaat de sigaret.
Ik ben Carlo (Carlo Claes), geboren op 20 september 1944. Als je goed telt weet je hoe oud / jong ik ben. Enkele jaren geleden gaf ik mijn job als resoc-coördinator van Waas en Dender op om met brugpensioen te gaan. Sindsdien kan ik mij aan mijn echte passie wijden: de koormuziek. Ik dirigeer twee koren: Fiori Musicali uit Sint-Niklaas en het Hanswijkkoor in Mechelen. Zo ontmoet ik iedere week een hoop fijne, lieve mensen. Maar hier is de wereld nog veel groter. Dus kom ik nu ook jou tegen.