Het grote geheim om je stem goed te gebruiken, is ze zoveel mogelijk te ontspannen. Veel mensen belasten hun stem te zwaar doordat ze niet op hun adem steunen, maar op hun stembanden zelf of op de structuurtjes er rond. Dat zijn piepkleine spiertjes die snel oververmoeid raken. En een vermoeide stem verliest haar volle timbre. Je stem klinkt ook het mooist als je je keel rondom je strottenhoofd ontspant. Je mag het niet te hoog laten komen in je keel, want dan gaat je stem steil omhoog. Je mag het ook niet omlaag drukken, want dan zit je stem te veel in je keel.
Veel Limburgers trekken hun stem bijvoorbeeld op die manier naar achter. Als je je strottenhoofd niet goed ontspant, krijg je al snel een vermoeid gevoel in je keel. Spreken mag geen enkele moeite kosten aan je keel, je moet het uren aan een stuk kunnen zonder moe te worden. Freya Vanden Bossche bijvoorbeeld is in ijltempo een zware stemstoornis aan het kweken.
Je ziet de spierspanning zelfs uitwendig aan haar keel, ze spant die helemaal op terwijl ze spreekt. Bij haar is dat waarschijnlijk voor een groot deel te wijten aan oververmoeidheid en de stress van haar werk.
Een simpele test om te zien of je je keel goed ontspant: ga voor de spiegel staan en praat luidop tegen jezelf. Je mag aan de buitenkant van je hals geen verschil tussen spreken en niet spreken zien. Leg ook eens je wijsvinger in de hoek die gevormd wordt door de keel en de mondbodem. De mondbodem moet zacht aanvoelen en je vinger kan gemakkelijk tussen de bovenkant van je strottenhoofd en de mondbodem. Een harde mondbodem en een verkleinde ruimte tussen strottenhoofd en mondbodem wijzen vaak op te veel spanning.
Ook je ademhaling moet ontspannen zijn. Soms hoor ik iemand praten tot hij of zij letterlijk buiten adem is. Ze persen die laatste woorden er nog snelsnel, op pure spierkracht, uit om toch in één adem hun zin af te maken. Dan denk ik: god, adem toch in!
Van waar komt toch die rare gewoonte om te foeteren als er iets niet goed is. Wij zeggen veel te weinig dat er iets prima gedaan is, alsof dat allemaal zo vanzelfsprekend is. Dus Korile-ertjes: je hebt gisteren heel goed gewerkt op de repetitie. Ook heel goed onthouden hoe we gingen nuanceren, in plaats van recht toe recht aan te zingen. Nu nog Francesco onthouden en dan komt die klank heel goed uit juliie welgevormde keeltjes.
De Cantate BWV is de allereerste in een lange reeks van Bachs grote, tweedelige cantates. Waarschijnlijk werd ze vanaf 1713 uitgevoerd. In ieder geval behoort ze tot de favoriete werken van Bach zelf, die de cantate meermaals bewerkte en opnieuw uitvoerde. De elf nummers vermengen de Duitse koortraditie met talrijke ontleningen aan de operastijl. De tekst handelt over de meditatie van de christen die ten prooi valt aan een diepe droefheid, overtuigd als hij is dat God zich van hem heeft afgekeerd omwillen van zijn zonden en dat hij overgeleverd is aan lijden en dood. Maar in de innerlijke dialoog tussen de ziek en Christus - een aangrijpend liefdesduet in operastijl - hervindt de christen vertrouwen, sereniteit en vreugde, tot aan het slotalleluia. Van het begin tot het einde is de spaning bijzonder groot, zowel in de expressie van het leed als in de verovering van de vreugde. Hoogtepunt vormen het recitatief en het duet van de ziel met Jezus, volgens de toen gangbare mode van de concerten in dialoogvorm.
Gisterenavond in een uitverkocht Paleis voor Schone kunsten in Brussel (Bozar heet dat tegenwoordig) naar een uniek optreden gaan luisteren van het Collegium Vocale onder leiding van Philippe Herreweghe, onze grootste dirigent en Bachvertolker. Dat hij over de hele wereld bekend is en erkend, betekent natuurlijk nog niets. Maar ook ditmaal was zijn optreden met 3 cantates van J.S. Bach, onderbroken door een motet van Heinrich Schutz, ongeëvenaard. Bach, het ultieme muziekale genie, en Herreweghe samen zorgden voor momenten van vergeestelijkte schoonheid. Vooral de Cantate BWV 21 "Ich hatte viel Bekümmernis" heeft mij diep geraakt. Het duet sopraan-bas: de ziel en Jezus, is zo mooi, zo rustgevend, zo subliem. Hoop en uitzicht op de eeuwigheid.
Zondagavond werd het laatste programma uitgezonden in de reeks "Terug naar Siberie", het vervolg dat Martin Heylen maakte op een eerder programma voor Man bijt Hond "Winter in Siberië". Ik weet niet hoe andere mensen er naar gekeken hebben, maar bij mij was er een groot stuk herkenning. Het is wel wonder dat over een afstand van 11000 kilometer steeds diezelfde Russische ziel terugkomt, ook al gaat het over de meest diverse volkeren: warmte, gastvrijheid, spontaneïteit. Ik denk dat ik maar een keertje Heylen achterna ga, ik moet nog altijd een heel toffe vriendin bezoeken in Arbakan (Khakkasie), dicht bij Mongolië. Als eresaluut (ze zal het allicht niet lezen) zie je hier Elena. Da s'korovo, Elena!
Ik ga vandaag op bezoek bij het Toermalijnkoor, om eens te kijken hoever ze staan met de voorbereiding van het kerstconcert. In mijn achterhoofd neem ik mee wat ik al enkele jaren geleden schreef:
Het koor zingt zoals de dirigent gebekt is. Hoe een dirigent zingt, hoe een dirigent dirigeert, hoe een dirigent repeteert, straalt het koor uit. De uitspraak 'Er zijn geen slechte koren, maar alleen slechte dirigenten geldt zeker voor een kinderkoor. Kinderen imiteren, voelen spanning, peilen de interesse, worden vervelend bij een zwakke organisatie. De dirigent van een kinderkoor heeft een grote verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van de kinderstem. De kinderstem is zeer kwetsbaar en pril. Onkundig met deze stem omgaan kan blijvende schade toebrengen. Het kind doorloopt namelijk verschillende ontwikkelingsfasen, dit geldt dus ook voor zijn of haar stem. Het goed voorzingen van de dirigent is wezenlijk. De dirigent moet zelf de liederen goed kennen (de partituur uit het hoofd), vooraf weten waar zich welke problemen kunnen gaan voordoen. Is een lied droevig, vrolijk, weemoedig, spannend, verhalend; dit moet aan de dirigent te merken zijn. De expressie van de tekst van de liederen moet hij/zij zelf goed kunnen voordoen. Laat de kinderen eens met een droevige stem, een blije een kwade stem zingen. Laat ze ook de tekst eens uitbeelden, voorlezen etc. Werk aan een lied op alle manieren, als het maar op een plezierige manier gebeurt.
Wat in onze tijd ook belangrijk is, is: rust. Kinderen komen uit een drukke situatie, van een turbulente schoolklas door het verkeer naar de repetitie, en straks hebben ze nog iets anders te doen. Ook de concentratie is vaak een groot probleem. Een dirigent moet de kinderen laten uitrazen, rustig op hun gemak stellen, even laten vertellen, tot zichzelf laten komen en dan gaan repeteren. En in zijn algemeenheid: de uitstraling van de dirigent. Een enthousiaste dirigent maakt ook de kinderen enthousiast. Dit is de basis. Voor de verdere groei van de muzikale gevoeligheid van een kind blijken de jeugdindrukken van groot belang te zijn. Voor kinderen is de beste muziek en de beste dirigent nauwelijks goed genoeg.
Belangrijk is het zacht en licht zingen; zeker in de laagte, bij het gebruik van de borststem, is het een vereiste om zacht te zingen. Het gebruik van de kopstem heeft de voorkeur. Wees niet huiverig voor een hogere toonsoort. De kinderen worden dan namelijk gedwongen om niet in hun borststem te zingen. Ook neuriën is heel goed om hoog en licht te leren zingen. De meeste kinderen hebben een stemomvang van anderhalf tot twee octaven; de bovengrens is g'' tot b''. Kinderen kunnen veel hoger dan de meeste dirigenten denken. Een overbelasting van de stem door lage zang kan schadelijk zijn
Ik heb al betere uitvoeringen meegemaakt dan die van Allerheiligen in Stekene. Je staat telkens weer te kijken dat de dingen die goed gingen op een repetitie ineens niet lukken als het er op aan komt in een bomvolle kerk. Heeft natuurlijk te maken met het feit dat sommigen opduiken als ze de finale repetitie niet meegemaakt hebben en dan ineens staan te kijken als een koe op een saffraangele kleur. Ik kan nochtans niet klagen over de aanwezigheid op de repetities. Veeleer het omgekeerde is waar: uitvoeringen die niet dat tikkeltje speciaals hebben worden te weinig bijgewoond. Iedereen heeft dan wel een excuus. Ik kan daar moeilijk mee leven: het koor is een engagement dat je niet zo maar effetjes in de hoek bezemt. Ik denk dat ik toch maar weer eens het systeem van de aanwezigheden ga gebruiken om hard te maken wat ik hier beweer.
Omstreeks de negende eeuw na Christus veranderde de naam van Samhains onder invloed van de christelijke verkondiging in Ierland en Engeland, in All Hallows Eve(ning) (Hallow is een oud-Engels woord voor 'heilige'), later in Hallowe'en of Halloween. De avond voor Allerheiligen. Maar toch bleven de oude tradities hangen. Zo bleef het belangrijk om All Hallow Evening de kwade geesten te verjagen. Toen in de negentiende eeuw immigranten uit Engeland, Schotland en Ierland zich in Amerika vestigden, namen ze de gewoonten en gebruiken van Halloween mee. In verschillende delen van de VS werden andere tradities met de Halloween tradities vermengd. Vandaar dat je nu ook trekken van Romeinse oogstfeesten en van de Mexicaanse 'Dia de los Muertes' ('Dag der Doden') terugziet in de manier waarop Halloween wordt gevierd en in de bijbehorende versieringen. Het Mexicaanse feest is erg bizar: de Mexicaanse doden worden voorgesteld als vrolijke skeletten die gewoon deelnemen aan allerlei dagelijkse activiteiten, van eten tot flirten... Het kan er behoorlijk luguber aan toe gaan. Door de veramerikanisering van de wereld en door de consumptiemaatschappij is het vroegere Europese feest dat vergeten was geraakt teruggekomen. Terug van weggeweest.
Zo een blog is toch een wondere geschiedenis. Ik kan me nauwelijks voorstellen dat ik meer dan 2500 keer bezoek gehad heb sinds ik in juni hiermee startte. Met de meeste bezoekers ben ik dan ook echt blij, en i, probeer iets van mijn interesses en gevoelens mee te geven in de dagelijkse korte berichtjes. Dat er hier en daar een freak tussenzit zullen we er maar bijnemen zeker? Een leuk effect van deze blog is dat ik er een paar correspondenten uit onverwachte hoek heb bijgekregen: Elena uit Siberië en Monica uit Mexico kleuren regelmatig mijn dag. Wie weet wat daar nog van moois kan uit voortkomen. Ik zie ons al zingen in de steppen van Azië.
'Het feest van Samhain nam deels een nieuwe wending toen de Romeinen het land van de Kelten veroverden en bezetten. Het resultaat was dat de tradities van twee verschillende culturen samenvloeiden of werden gewijzigd.
Voor de Romeinen was de periode rond 1 november ook belangrijk. Er werd een oogstfeest gehouden, gewijd aan de godin Pomona. Zij gold in het oude Rome als de godin van het fruit en de tuinen en de geliefde van vele oude Romeinse, boerse godheden. Haar speciale priester in Rome was - hoe zou het anders kunnen - Pomonalis. Voorts stond Pomona als godin van de oogst ook symbool voor mildheid en vruchtbaarheid. Vandaar dat zij in de kunst voorgesteld wordt als zittende op een grote korf van fruit en bloemen, met een hoorn van overvloed op haar voet. Anderen meten haar als voornaamste attribuut het snoeimes toe. Appels waren het gewijde fruit van Pomona. In streken die behoorden tot het Romeinse rijk, ontstond op Samhain dan ook al vlug de gewoonte om fruit te eten en weg te geven, vanzelfsprekend vooral appels.
Dat allerhande spelletjes met betrekking tot de waarzeggerij, zoals het bijten naar appels, die nu nog altijd met het huidige Halloween verbonden zijn, tot Pomona terug te brengen zijn, leidt geen twijfel.'
(Bron: Lauvrijs B., Een jaar vol feesten, oorsprong, geschiedenis en gebruiken van de belangrijkste jaarfeesten, Antwerpen, 2004, p. 250.)
De Kelten vierden de vooravond van de winter op 31 oktober Samhain. Het was het afsluiten van het zonnehalfjaar en een voorbereiding op het winterhalfjaar. De duistere, koude en levensbedreigende wintermaanden kwamen er aan.
Samhain was een vruchtbaarheidsfeest. De laatste vruchten werden van de velden gehaald, de laatste aren werden geoogst. En men voerde vruchtbaarheidsrituelen uit, zoals het verbranden en verstrooien van de laatste schoven graan om de nieuwe vruchtbaarheid te wekken. Tegelijkertijd was het ook een slachtfeest. De kuddes werden uitgedund en alleen de sterkste dieren werden gespaard. Die moesten in de lente voor een vruchtbaar en gezond nageslacht zorgen. De rest van het vee werd geslacht. De maand november wordt ook vandaag nog soms bloedmaand genoemd. Samhain was ook een nieuwjaarsfeest. Zoals in sommige culturen de nieuwe dag begint met het ondergaan van de zon, zo begint voor de Kelten het nieuwe jaar met het aanvangen van de winterperioden en niet met midwinter.
Samhain was ook een dodenvereringfeest. De Kelten geloofden dat op deze dag er een barst in de tijd ontstond en de spirituele wereld geopend werd. De zielen van de doden kregen toestemming in deze éne nacht om terug te komen op aarde. Het begin van de winter met daarbij het vooruitzicht op bezoek van rondspokende geesten, riep de nodige angst op en wekte de behoefte aan een reeks beschermende maatregelen. Zo stookten de Kelten grote vuren op de heuveltoppen om de kwade geesten die aan het einde van de zomer terugkeerden, weg te jagen. Ze brachten allerlei offergaven om alle onvriendelijke goden gunstig te stemmen. Ook droegen de mensen in die tijd dierenhuiden en maskers om de kwade geesten te misleiden. Anderen daarentegen wilden op een vriendelijke manier de familiegeesten die op bezoek kwamen, verwelkomen en te zoet houden. Door het buiten zetten van bieten en ander veldgewas. Ook werden bijvoorbeeld lampen die uit suikerbieten gesneden waren rondom het huis opgesteld. Tijdens Samhain werden alle vuren in de huizen gedoofd en werden door de druïden op de heuvels grote vuren aangestoken. Iedereen droeg het nieuwe vuur bijvoorbeeld in een uitgesneden biet weer naar het eigen huis.
Heel vaak worden muziek en godsdienst aan mekaar gelinkt. En toch van enkele van onze allergrootste kunstenaars is bekend dat zij niet gelovig waren, ook al is hun religieuze muziek onsterfelijk gebleken.
Zou je aan Ludwig van Beethoven denken, geboren in 1770 en overleden in 1827? Deze grote musicus was grootgebracht als katholiek, maar verliet de kerk en nam Goethes pantheisme aan. Pantheisme is de doctrine die god gelijkstelt aan de natuurwetten en natuurkrachten. Hoewel Ludwig van Beethoven een katholieke mis componeerde (Missa Solemnis), die door een autoriteit werd beschreven als 'misschien de grootste verrichting van muzikale expressie die de kunst bezit,' bleef hij pantheist tot het einde. Het is pikant dat de muziekexpert die zijn mis op deze manier waardeert, Sir G. Macfarren, hem beschrijft als 'vrijdenker', dat wil zeggen een atheist - (in de Imper. Dict. of Univ. Biog.).
Beethovens belangrijkste biografen zijn helder over zijn denkbeelden over godsdienst. Toen hij stervende was, gaf hij toe aan de druk van zijn katholieke vrienden en liet een priester de sacramenten leiden, maar er wordt toegegeven dat toen de priester de kamer verliet Beethoven zei, met de Latijnse woorden van het antieke Romeinse theater: "Aplaudiseer, vrienden, de komedie is voorbij." Tijdens zijn meest geïnspireerde jaren had hij nauwelijks religieuze gevoelens. Toen Felix Moscheles eens op zijn manuscript schreeft: 'Met de hulp van God", schreef Beethoven: "Man, help jezelf."
Kijk verder eens naar Hector Berlioz, geboren in 1803, overleden in 1869, een Franse componist. Hij componeerde katholieke kerkmuziek, waaronder het beroemde Te Deum en de Dodenmis, en hij is inderdaad door de kerk binnengehaald als een van hun in de Katholieke Encyclopedie. Toch heeft Berlioz vaak in zijn brieven verklaard dat hij een atheist was. In G. K. Boults 'Leven van Berlioz' (1903) is op pagina 298 een brief gedrukt waarin hij, kort voor hij stierf, zei: 'Ik geloof niets.'
We gaan verder naar Alexander Cesar Leopold Bizet, geboren in 1838, overleden in 1875, gewoonlijk bekend als Georges Bizet, de componist van Carmen etc. Zijn vroege dood beëindigde een veelbelovende carrière. Zijn brieven, die na zijn dood werden gepubliceerd door L. Ganderax in 1908, zijn vol skepsis. In een brief zegt hij: 'Ik heb altijd de antieke heidenen met oneindig plezier gelezen, terwijl ik bij Christelijke schrijvers alleen maar systeem, egoisme, intolerantie en een volledig gebrek aan artistieke smaak waarneem. '
Dit zijn werkelijk de grootsten, want de volgende is Johannes Brahms, geboren in 1833, overleden in 1897, de beroemde Duitse componist. Aangezien hij het prachtige Duitse Requiem schreef voor de protestante kerk, gaan de meesten ervan uit dat hij een Christen was, maar hij was zelfs minder religieus dan Beethoven. Hij onthult in zijn brieven aan Herzogenberg (Brieven van J. Brahms: de correspondentie met Hersogenberg, Engelse vertaling 1909) dat hij een totale agnost was. De '4 ernste Gesänge' die hij het jaar voor zijn dood publiceerde, zijn door een criticus beschreven als 'zijn hoogste prestatie in het op een edele manier uiten van nobele gedachten.' Toch wordt door de tekst van het eerste lied het idee van persoonlijke onsterfelijkheid in feite verworpen en belachelijk gemaakt.
Maar wat te denken van Claude Achille Debussy, geboren in 1862 en overleden in 1918, de Franse componist? Hij ging naar het conservatorium van Parijs toen hij 11 was, en rond 1902 waren L'apres midi d'un faune en andere composities in de hele wereld bekend, en was hij uitgeroepen tot 'een van de belangrijkste musici van zijn generatie'. Hij was een van de 'neopaganisten' (zelfbenoemd) van die briljante periode, en zijn begrafenis was puur wereldlijk.
Ook moet natuurlijk Wolfgang Amadeus Mozart worden genoemd, geboren in 1756, overleden in 1791. Hij begon te componeren toen hij vijf was, en dirigeerde een mis van eigen hand op twaalfjarige leeftijd. Het volgende jaar maakte de paus hem Ridder in de Gouden Orde, en tien jaar lang was hij concertmeester voor de Aartsbisschop van Salzbury. Rond deze tijd begon hij zijn katholieke geloof te verliezen en raakte hij in problemen met de kerkautoriteiten. Hij sloot zich aan bij de vrijmetselaars, die door de kerk in de ban waren gedaan, en begon opera's te schrijven. Hoewel hij veel kerkmuziek schreef en in de Katholieke Encyclopedie wordt ingelijfd bij de katholieken, is hij volgens twee toonaangevende biografen zonder meer een niet-christen. Wilder geeft hiervoor overvloedig bewijs, en vertelt ons dat hij op zijn sterfbed weigerde een priester te laten komen, en toen zijn vrouw dit desondanks toch deed, werd de priester geweigerd, en hij werd zonder dienst in een algemeen armengraf begraven. Zijn beroemde Requiem was gecomponeerd voor graaf Walsegg, die Mozart betaalde maar zijn eigen naam op de compositie zette. Ulibichov, de tweede belangrijke biograaf, geeft nog meer bewijs dat Wolfgang Mozart de kerk heeft verlaten.
Op zondag 16 november zingen wij in het UZ gasthuisberg in Leuven. Een beetje praktische info:
de weg vinden naar het ziekenhuis is normaal geen probleem: op alle invalswegen (gewoon of autostrade) staan er wegwijzers. Als je het UZ gevonden hebt, rijd je gewoon in een van bezoekersparkings binnen, je zal achteraf waarschijnlijk je parkeerplaats terugbetaald krijgen. Vanuit de parking staan er overal aanduidingen naar de hoofdingang. Die bestaat uit een reusachtige inkomsthall. We spreken daar af rond vijf voor tien. Mocht je te laat zijn dan kijk je maar eens in de hall welke lijn je moet volgen om in de kapel te geraken. De kapel is op de eerste verdieping.
inzingen om 10 uur. De viering is gedaan tegen half twaalf.
Nadien krijg je een drankje aangeboden in de cafetaria.
Als je voor een democratisch prijsje iets wil eten, dan kan dat ook in de cafetaria: het is er helemaal niet slecht.
Het bestuur wil - als er genoeg geïnteresseerden zijn - ook wel een bezoek aan Leuven regelen in de namiddag. Eventueel gebeurt dit o.l.v. een stadsgids.
Mochten er nog meer mensen zijn die heel dringend terug in Leest moeten zijn, dan kunnen ze met mij mee terug rijden: ik moet nl. ook nog Ceciliafeest gaan vieren in Stekene 's middags (scampi's, witloofsoepje, .... het moest maar zo goed niet zijn).
Op zondag 23 november wordt in de schitterende Sint Pauluskerk in Antwerpen de Deutsche Messe van Schubert door alle aanwezigen gezongen o.l.v. Erik Demarbaix. Voor vele koren behoort deze mis tot het standaardrepertoire. Dedatum is niet toevallig: in zijn oorspronkelijke bezetting was deze mis een ode aan Sint Cecilia, de patrones van alle koren.
Wat wordt er van u verwacht :
Zondag 23 november as. worden om 9.15u in de Sint-Pauluskerk verwacht. Tussen 9.15u en 1Ou wordt elk deeltje met het orkest doorgenomen.
Vanaf 10u, bij het binnenkomen van de kerkgangers, speelt de organist, waarna om 10.30u de dienst start!
Uit de Deutsche Messe worden volgende delen met strofen gezongen :
Zum Eingang : trofe 1 & 3
Zum Gloria : strofe 1
Zum Evangelium und Credo : strofe 1
Zum Offertorium : 2 strofen
Zum Sanctus : strofe 1 & 2
Nach der Wandlung : Strofe 1
Zum Agnus Dei : Strofe 1 & 4
Schlusssgesang
(Anhang : 'Das Gebet' wordt niet gezongen)
Alle zangers zitten in de middenbeuk van de kerk en worden per stemsoort samengezet (sopranen - alten - tenoren - bassen).
Mocht je geïnteresseerd zijn, geef dan een seintje of een mailtje, dan krijg je een kopie die auteursrechtelijk helemaal in orde is en die je dus naar hartelust mag kopiëren.
Ik ben gisteren eventjes langs geweest in Wetteren waar Koor en Stem een koorweekend organiseerde met een honderdtal jongeren. Gastdirigent was de Engelsman Peter Hunt. Het gelegenheidskoor was van matige kwaliteit maar Peter had er toch flink werk mee gedaan.
Geen wonder ook, hij is een van de drijvende krachten achter Voiceworks, een uitgavereeks uit Engeland die sinds enkele jaren furore maakt. De Voiceworks zijn een schitterende bron voor de promotie van goed zingen in kleuterscholen en scholen voor jongeren, maar ook voor gemeenschapszang, volwassenenkoren en voor elke plaats waar mensen samen zingen. Elk lied in de reeks wordt ingeleid door een situering: wat je moet weten., opwarmingsoefeningen, ideeën voor de repetitie en de uitvoering. Bij elk van de (zeer dure) boeken zitten één of twee CDs met alle nummers uit het boek.
En om een lekker lange neus te zetten naar de SEMU-fanaten: op de muziekpaginas staat uitdrukkelijk dat ze mogen gecopieerd worden.
Oorspronkelijk had Koor&Stem Oost-Vlaanderen een namiddag voorzien waar ook dirigenten van hier wat interactieve konden zijn samen met Peter Hunt. De inschrijvingen hiervoor waren geen groot succes en dit gedeelte werd dus maar afgeblazen. Jammer maar het is niet anders. Hopelijk laten Monique en co zich hierdoor niet ontmoedigen. Volgende keer lukt het misschien weer wel.
Tijdens het kerstconcert van het Ruysscheveldekoor (houd 20 december vrij!!) worden wij begeleid door Dieter Van Handenhoven.
Dieter van Handenhoven studeerde aan de conservatoria van Antwerpen en Brussel. Naast het Hoger Diploma orgel behaalde hij eveneens een Meesterdiploma klavecimbel. Als docent is hij verbonden aan de muziekacademie van Sint-Niklaas en aan de Antwerpse Kunsthumaniora. Hij is regelmatig te gast op orgelcycli en gaf recitals in o.a. de Sint-Baafskathedraal te Gent en de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal te Antwerpen. Tevens is hij een veelgevraagd continuospeler.
Hij is verbonden aan het Collegium Instrumentale Brugense (o.l.v. Patrick Peire) maar concerteerde ook bij o.a. Il Fondamento, de Beethoven Academie, het Filharmonisch Orkest van Vlaanderen, het Vlaams Radio-orkest en Ex Tempore.Sinds 2002 is hij klavecinist bij producties in de Vlaamse Opera. Zo was hij te horen in Orlando en Ariodante ( G.F.Handel) en Idomeneo (W.A.Mozart). Daarnaast is hij begeleider op de wedstrijd Musica Antiqua te Brugge.
Hij werkte mee aan verscheidene CD-opnames met als buitenbeentje een opname voor Hooverphonic (Jackie Cane). Als organist en klavecinist was hij reeds meermaals solistisch te horen in concerti van J.S.Bach, W.A.Mozart, G.F.Haendel en Hugo Distler. Dit in o.a. het Festival van Vlaanderen en Musica Flandrica.
Ook als dirigent is Dieter Van Handenhoven reeds een hele tijd actief.Hij is de oprichter van het vocaal ensemble Arc Sonore en sinds 1993 is hij dirigent van het knapenkoor In Dulci Jubilo uit Sint-Niklaas. Hiermee concerteert hij regelmatig in binnen- en buitenland. Hij werd uitgenodigd als gastdirigent bij het Vlaams Radiokoor en bij de Capella Brugensis.
Het is - volgens welingelichte bronnen - vandaag knuffeldag. Het is ook meer geluk dan wijsheid dat ik dat weet. De dagen en weken zijn nauwelijks nog te volgen en rollen holderdebolder over mekaar in een wanhopige poging om wat aandacht te krijgen. Zo heeft onze VRT deze week een taalweek, het is ook de week van de pijn, en nu dus knuffeldag. Er bestaan ook themajaren maar zover heeft het geknuffel het nog niet geschopt.
Ik ben toch wat terughoudend met dat geknuffel. Ligt het aan mij dat ik een beetje selectiever wil zijn in de mensen die ik eens lekker wil knuffelen? In elk geval weet ik heel zeker dat het percentage mannen dat ik eens goed wil vastnemen in mijn armen aanzienlijk lager ligt dan dat van de vrouwen. Daar staat dan weer tegenover dat ik minder een klap met een handtas riskeer als ik mijn affectie tegenover de mannen toon - de tijd van de handtasjes voor mannen is namelijk al 30 jaar voorbij. Hoe dan ook, ik wil er vandaag wel een stel uitdelen, heel gemeend, maar dan wel aan hen waar ik echt om geef.
En als je de media mag geloven, dan is 3 minutenper dag knuffelen een absolute garantie voor meer welzijn en welbehagen. Dus ... een dikke knuffel als je er tenminste ook iets voor voelt.
Als je muziek wil beoordelen op zijn 'klassieke' waarde dan kijk je in eerste instantie of de volgende 3 componenten aangesproken worden: onze geest (verstand), ons hart (gevoel) en ... ons lichaam.
Mutatis mutandis geldt dat ook voor de uitvoering van een (koor)muziekstuk. Onze geest gaat cerebraal om met het ritme en tempo, de noten, de aanduidingen op de partituur. Uiteraard is dat een eerste vereiste om iets goed te brengen. Maar onmiddellijk daarna komt de interpretatie van de bedoelingen, van de stemming, ons gevoel moet beginnen mee te spelen. Een gevoelloze uitvoering is frigo-muziek, spreekt onszelf en de toehoorder niet aan, en is dus verloren tijd. En tenslotte gebeurt er iets met ons lichaam: we kunnen laten zien met wat we bezig zijn. Onze houding, gelaatsuitdrukking, en zelfs onze beweging completeert het geheel.
Hoe langer hoe meer wordt ook van koren verwacht dat zij niet gelijk standbeelden op een podium staan. De nieuwe trend is om bij het koor ook een bewegingsregisseur te betrekken, of een choreograaf. Of mij dat lukt bij de koren waar ik mee werk is nog een ander paar mouwen, maar ook hier moet tijd raad brengen.
Tebe Poem Wirf dein Anliegen auf den Herrn (Mendelsohn) Da nobis pacem Domine (J.S. Bach) Jesu, Rex admirabilis (Palestrina) Domine Deus (M. Haydn) Almost persuaded (Bliss)
Ik ben Carlo (Carlo Claes), geboren op 20 september 1944. Als je goed telt weet je hoe oud / jong ik ben. Enkele jaren geleden gaf ik mijn job als resoc-coördinator van Waas en Dender op om met brugpensioen te gaan. Sindsdien kan ik mij aan mijn echte passie wijden: de koormuziek. Ik dirigeer twee koren: Fiori Musicali uit Sint-Niklaas en het Hanswijkkoor in Mechelen. Zo ontmoet ik iedere week een hoop fijne, lieve mensen. Maar hier is de wereld nog veel groter. Dus kom ik nu ook jou tegen.