Over het leven en het werk van Franz Peter Schubert, de grote Weense componist die leefde van 1797 tot 1828, is tamelijk veel bekend, omdat er veel onderzoek naar is gepleegd en het niet gaat om een figuur uit de (vaak anonieme) Middeleeuwen. In alle levensbeschrijvingen komt naar voren dat hij arm was, nogal teruggetrokken, klein van stuk, drager van een brilletje en een buikje, kippig, gek op een glas wijn en groot vereerder van Van Beethoven naast wie hij op zijn verzoek begraven werd. Toch is er over de achtergrond van zijn meest populaire koorcompositie, de Deutsche Messe, weinig te melden. Men weet dat de tekst, die niet die van de klassieke misgezangen is, is gemaakt door Johann Philipp Neumann, een professor van de Technische Hochschule in Wenen, maar wat de aanleiding geweest is tot het maken ervan en tot het geven van de compositieopdracht door Neumann aan Schubert valt niet meer te achterhalen. Schubert heeft eraan gewerkt enkele jaren vóór zijn dood, in 1826, en noemde zijn eerst door de geestelijkheid niet hartelijk begroete werkstuk Gesänge zur Feier des heiligen Opfers der Messe. Het registratienummer is Deutsch 872. Men heeft wel gedacht dat de compositie bedoeld was voor het koor van de genoemde Technische Hogeschool, maar inmiddels weten we dat daar alleen een mannenkoor was, terwijl de muziek geschreven is voor vierstemmig gemengd koor met blazers, pauken, timpaan en orgel. Kennelijk om een feestelijke gelegenheid op te luisteren in een redelijk grote parochiekerk. We weten wel dat de tekstschrijver en de componist handelden in de geest van keizer Joseph II (1741-1790), die progressieve ideeën had en de volkstaal propageerde voor de liturgie op zijn grondgebied. Michaël Haydn was Schubert daar overigens al in voorgegaan met zijn Deutsches Hochamt van 1782. Dat de geestelijkheid eerst niet enthousiast reageerde, kwam niet daardoor maar door het gevaar dat de populaire, maar gemakkelijk tot oppervlakkige en sentimentele uitvoering leidende gezangen het meer hoogstaande repertoire zouden verdringen, vooral toen het werk werd bewerkt voor alleen mannenkoor en voor éénstemmige volkszang. De muziek is in haar oorsprong al zeer eenvoudig, men herkent de liederencomponist in de betrekkelijk gemakkelijke en emotionele melodiën, die inderdaad het gevaar in zich dragen ordinair langgerekt te worden uitgevoerd. Schubert besefte dit zelf maar heeft niet de tijd gehad om hier tegen te protesteren, zodat in de tweede helft van de negentiende eeuw zijn compositie door kritische muziekkenners met argwaan werd aanhoord. Gelukkig is men in onze tijd weer wat meer op het spoor van de eigenlijke muzikale kracht gekomen van het werk, waar Schubert honderd gulden mee heeft verdiend. En ons aller waardering!
Ik ben Carlo (Carlo Claes), geboren op 20 september 1944. Als je goed telt weet je hoe oud / jong ik ben. Enkele jaren geleden gaf ik mijn job als resoc-coördinator van Waas en Dender op om met brugpensioen te gaan. Sindsdien kan ik mij aan mijn echte passie wijden: de koormuziek. Ik dirigeer twee koren: Fiori Musicali uit Sint-Niklaas en het Hanswijkkoor in Mechelen. Zo ontmoet ik iedere week een hoop fijne, lieve mensen. Maar hier is de wereld nog veel groter. Dus kom ik nu ook jou tegen.