Ik ga vandaag op bezoek bij het Toermalijnkoor, om eens te kijken hoever ze staan met de voorbereiding van het kerstconcert. In mijn achterhoofd neem ik mee wat ik al enkele jaren geleden schreef:
Het koor zingt zoals de dirigent gebekt is. Hoe een dirigent zingt, hoe een dirigent dirigeert, hoe een dirigent repeteert, straalt het koor uit. De uitspraak 'Er zijn geen slechte koren, maar alleen slechte dirigenten geldt zeker voor een kinderkoor. Kinderen imiteren, voelen spanning, peilen de interesse, worden vervelend bij een zwakke organisatie. De dirigent van een kinderkoor heeft een grote verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van de kinderstem. De kinderstem is zeer kwetsbaar en pril. Onkundig met deze stem omgaan kan blijvende schade toebrengen. Het kind doorloopt namelijk verschillende ontwikkelingsfasen, dit geldt dus ook voor zijn of haar stem. Het goed voorzingen van de dirigent is wezenlijk. De dirigent moet zelf de liederen goed kennen (de partituur uit het hoofd), vooraf weten waar zich welke problemen kunnen gaan voordoen. Is een lied droevig, vrolijk, weemoedig, spannend, verhalend; dit moet aan de dirigent te merken zijn. De expressie van de tekst van de liederen moet hij/zij zelf goed kunnen voordoen. Laat de kinderen eens met een droevige stem, een blije een kwade stem zingen. Laat ze ook de tekst eens uitbeelden, voorlezen etc. Werk aan een lied op alle manieren, als het maar op een plezierige manier gebeurt. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Wat in onze tijd ook belangrijk is, is: rust. Kinderen komen uit een drukke situatie, van een turbulente schoolklas door het verkeer naar de repetitie, en straks hebben ze nog iets anders te doen. Ook de concentratie is vaak een groot probleem. Een dirigent moet de kinderen laten uitrazen, rustig op hun gemak stellen, even laten vertellen, tot zichzelf laten komen en dan gaan repeteren. En in zijn algemeenheid: de uitstraling van de dirigent. Een enthousiaste dirigent maakt ook de kinderen enthousiast. Dit is de basis. Voor de verdere groei van de muzikale gevoeligheid van een kind blijken de jeugdindrukken van groot belang te zijn. Voor kinderen is de beste muziek en de beste dirigent nauwelijks goed genoeg.
Belangrijk is het zacht en licht zingen; zeker in de laagte, bij het gebruik van de borststem, is het een vereiste om zacht te zingen. Het gebruik van de kopstem heeft de voorkeur. Wees niet huiverig voor een hogere toonsoort. De kinderen worden dan namelijk gedwongen om niet in hun borststem te zingen. Ook neuriƫn is heel goed om hoog en licht te leren zingen. De meeste kinderen hebben een stemomvang van anderhalf tot twee octaven; de bovengrens is g'' tot b''. Kinderen kunnen veel hoger dan de meeste dirigenten denken. Een overbelasting van de stem door lage zang kan schadelijk zijn
|