Dit is een tip
van een Canadees die we in Peru tegenkwamen. Dit natuurpark zou minstens even
mooi zijn als de grote namen maar minder volk, rustiger, relax. Goed, rijden we
naar daar, 380 km naar het zuiden. Even opzoeken welke wegen al berijdbaar
zijn. Spijtig, één wondermooie weg, Highway 40, gaat pas 15 juni open, zot hé? Voor
alle zekerheid bellen we nog even naar het Information Center, zij bevestigen.
Voor alle zekerheid rijden we de baan toch even op, daar hangt een grote
waarschuwing dat de weg afgesloten is. Ok, nu zijn we zeker. We laten de
Rockies achter ons en komen in oneindige grasvlaktes, eerst plat, dan begint
het terug te glooien. Dit trekt verdacht hard Wales of Schotland maar dan met
minder dorpen en meer niets. Veel groener dan de Rockies, hoewel we nog steeds
op 1300m hoogte zitten. Als we in een afgelegen Provincial Park stoppen voor te
lunchen merken we dat ze ook een primitieve campground hebben. Man, ligt die
hier mooi. Waterton zal voor morgen zijn, hier blijven we, t is trouwens veel
te mooi weer vandaag. Deze camping heeft buiten een eenvoudige toilet en de
obligate picknicktafel geen voorzieningen. We checken zelf in door het geld in
een speciale enveloppe in een daarvoor bedoelde brievenbus te droppen en zoeken
het mooiste plekje uit. We zetten ons in de zon en genieten van een boek, de
stilte en een prachtig uitzicht. Geen GSM-ontvangst, niets.
Al vroeg zetten
we het tweede gedeelte van de rit naar Waterton in, verder langs de Cowboy
Trail. We passeren ranch na ranch. Het is fantastisch weer. Als de iPod dan ook
nog Cotton Eye Joe uitspuwt, is het plaatje helemaal compleet. We zingen
luidkeels mee. Het glooiende landschap van gisteren wordt verdergezet. Het doet
ons denken aan de Argentijnse pampas in Patagonië, maar dan met meer gras,
veel meer gras. Tegen de horizon aan, 100km verder, verschijnen de besneeuwde
toppen van de Rockies opnieuw. Ze rijzen plots uit het niets op, zonder aanloop,
hup, een berg. Ogen te weinig om het allemaal te kunnen bevatten, ik denk dat
Mike meer rondkijkt dan op de baan te letten. t Verkeer is hier natuurlijk
niet zoals op de Antwerpse Ring.
Het is duidelijk
dat we van de main tourist route zijn afgeweken. Op onze camping gisteren waren
we de enige rental camper en ook op deze baan zien we er geen. Nochtans is dit ook
toeristisch gebied. Duidelijk meer bezocht door locals. Als we aan de Park Gate
van Waterton aankomen, staan er gemakkelijk 15 autos aan te schuiven om inkom
te betalen. Wij swipen onze jaarpas aan de scanner en kunnen door zonder
aanschuiven. Het plan was om eerst de was te gaan insteken in de wasserette en
dan naar de Visitor Center te gaan voor camping-advies. Diegene vlak aan het
dorp krijgt dubieuze commentaar. Zoals heeft meer weg van kamperen op een
muziekfestival. Maar eens we het dorpje Waterton effectief binnenrijden,
veranderen we van gedachte. Wat een drukte hier. Misschien toch maar gokken op
die camping vlakbij?
Hoewel het nog maar half 12 is, blijken we ongeveer de laatste vrije plaats te bemachtigen.
Parks Canada hanteert een vreemd systeem voor hun staatscampings. Een groot deel
van de plaatsen zijn online reserveerbaar en die zijn niet beschikbaar voor
first come first serve. Online reserveren moet je wel minstens 3 dagen op
voorhand doen. Voor ons biedt dat te weinig flexibiliteit, maar je loopt dus
het risico dat de schaarse vrij beschikbare plaatsen vroeg uitverkocht zijn.
Tijdens juli en augustus raden ze aan om om 11u aan de ingang te gaan
aanschuiven. Als er iemand uitcheckt, kan je dan zijn plek innemen. Gekkenwerk.
Maar dus, blij
dat we onze planning gewijzigd hebben. En wij vinden de camping dik ok, genoeg
plaats tussen de plekken, en die ligging aan de oevers van het Upper Waterton
Lake, omringd door steile bergwanden, op wandelafstand van het dorp en toch
rustig. Niks muziekfestivalcamping aan. Die mannen zijn duidelijk nog niet naar
Rock Zottegem geweest.
Tot er een nest
Indiërs op onze schoot wordt gedropt. Tja, als ge gewend zijt in een schoendoos
te slapen en met 27 in een studio te wonen dan heb je een ander idee over
personal space. Het is mij voorlopig nog een raadsel hoe ze alle 19 in twee
iglotentjes gaan passen. Even later wordt er een mat uitgerold en volgt een
discussie over de windrichtingen. Het vervolg kunnen jullie wel raden.
Ik ben jarig en
vandaag mag ik volledig kiezen wat we doen. Dat wordt een stevige tocht naar
Bertha Lake. We vertrekken al vroeg want het wordt een zomerse dag. We zijn nog
geen 5 stappen het bos in en daar gaan we weer. Een tegenligger waarschuwt voor
de aanwezigheid van een beer op het pad. We weten wat ons te doen staat, véél
lawaai maken. Na 6 maanden is het echter niet altijd eenvoudig om nog een
origineel gespreksonderwerp te vinden. Mike begint vol enthousiasme alle
mogelijke configuraties van dé NE555 IC uit de doeken te doen. Nooit gedacht
dat ik zo lang geboeid kon blijven door astabiele en monostabiele
multivibrators. Plots hoor ik gebonk achter mij. Terwijl ik me omdraai zie ik
vanuit mijn ooghoeken iets zwarts vlak naast mij Ik schrik mezelf een ongeluk, gil het uit en
bezorg Mike een hartaanval. Die grijpt vliegensvlug naar zijn wapenstok, klaar
om uit te halen. Excuse me zegt de beer van een man met loopschoenen aan. Wat
een idee om de mensen zo te besluipen in berenland. Het schol geen haar of die
jogger had de eerstvolgende periode problemen gehad met vast voedsel.
Ons eerste
rustpunt, 150 meter hoger aan de Bertha Falls. Het opspattende water is een
welkome verfrissing, de temperatuur stijgt snel. En wij ook vanop dit punt. Nog
2,5 km te gaan, dat lijkt een makkie, maar er zitten nog wel 350 hoogtemeters in
verstopt. Eens boven zien we vanop een uitkijkpunt Bertha Lake liggen, midden in
een mooie, ruige Cirque met nog veel sneeuw. We dalen terug een beetje tot aan
de oever. Als we aan de rondwandeling rond het meer beginnen, stuiten we al gauw
op een grote sneeuwmassa. Daar geraken we niet over, geen idee van de diepte of
de ondergrond. We proberen een stuk in de andere richting maar daar is het
hetzelfde liedje. Geen nood, we mogen ook nog het hele eind terug naar beneden,
zal wel voldoende zijn voor vandaag.
Als we terug
aan de camping komen, is die ondertussen bijna verlaten. Alle weekendtoeristen
terug naar huis. Wat een rust. Later slenteren we naar het centrum van
Waterton. Ik ben nog steeds jarig en mag met Mike zijn credit card gaan
shoppen. Dat heeft hij goed gezien, er is welgeteld 1 winkel die iets anders
verkoopt dan souvenirs. Daar kies ik een verrekijker, die hebben we al dikwijls
gemist. Beter laat dan nooit We willen in een Italiaan gaan eten die door meerdere
reisgidsen geprezen wordt, maar vinden hem niet. Nochtans kan hij niet verstopt
zijn, er is maar 1 straat met horeca in het dorp-van-5-straten. Blijkt dat de
zaak gestopt is. Das pech, de rest lijken allemaal hamburgerzaken en
grillrestaurants te zijn. Uiteindelijk vinden we een restaurant met mooi terras
achteraan, met zicht op de rivier en de bergen. Het is vandaag blijkbaar de
laatste dag van de lokale Week van de Smaak en er is een suggestie-menu
beschikbaar. Dat ziet er niet alleen goed uit, het is bovendien echt lekker.
Als we later op
de camping nog even buiten zitten, doet de wind zotte toeren. Als hij van over
het meer komt, is hij ijskoud. Draait hij een kwartslag naar de bergen toe,
wordt hij vreemd warm. Het is een raar gevoel, die constant wisselende
temperatuur van de luchtstroom.
Een stralende
zon jaagt ons de camper uit. Als ik de deur opendoe, vliegt die bijna uit haar
hengsels. Wat een wind! De schaarse tentjes die nog op de camping staan, gaan
allemaal plat. Het is een raar gevoel, alsof je in een droogkast rondloopt. 32°
en windstoten tot 70 km/u. Het kan nog erger, in de winter voornamelijk. Dan
passeert er al eens een Chinook. Die winden kunnen orkaansnelheden aannemen en
ervoor zorgen dat de temperatuur binnen een paar uur met 30° tot 40° stijgt.
Record is van -48° tot +9° binnen de 24u. Aha, komt hier maar eens uitleggen
dat het in België altijd slecht weer is.
Het is te warm
om in de camper te ontbijten en buiten gaat ons spek vliegen, dus we rijden
eerst naar meer beschutte oorden. We draaien de Akamina Parkway op voor de
eerste scenic drive van de dag. Deze vallei ligt anders georiënteerd. Aan de
eerste picknick tafel stoppen we. Dit is een echt berenhol aan de uitwerpselen
te zien. We bakken spek met alle vensters open om hen te lokken en eten dat
vervolgens tergend traag op aan de picknicktafel, de camera in de aanslag,
spiedend naar het struikgewas. Maar het moet slecht spek geweest zijn, want er
verscheen geen beer.
De route
eindigt aan Cameron Lake. Met de nieuwe verrekijker in aanslag speuren we de
heuvels af op zoek naar wildlife. Er staat zelfs een grote verrekijker in vaste
opstelling. Als we terugrijden, botsen we op een overstekende witte zwarte beer...
Geen zebrabeer natuurlijk maar eerder een pigmentgehandicapte zwarte beer. Het
dier trekt zich niets aan van onze aanwezigheid en blijft rustig rondhangen in
het midden van de baan. Uiteindelijk huppelt hij de bosjes in.
Na deze vallei
draaien we af op de Red Rock Canyon Parkway. Deze weg is een stuk smaller en in
slechtere staat. Het is onmogelijk om alle putten te ontwijken. Onze huisraad
klingelt van hier naar ginder, als dat maar goedkomt. We rijden eerst door een
landschap van weilanden dat eruit ziet als een slecht onderhouden golfcourt.
Vlak daarachter rijzen de bergtoppen hoog op. De weg eindigt, niet helemaal
tegen onze verwachtingen in, aan de Red Rock Canyon. Verbazingwekkend, de
stenen zijn effectief rood, dat is een apart gezicht. Er is een korte
informatieve loop die we volgen, das voldoende, te warm voor uitdagende
tochten.
Laatste locatie
van de dag, de Bison Paddock. Daar zouden we bizons kunnen spotten. Das weer
eens iets anders denken we. En het blijkt niet eens zo moeilijk. De paddock is
omheind en de beesten kunnen niet weg. In de wei is een geasfalteerde weg
gelegd voor de autos en die passeert toevallig net de plek waar de kudde zich
bevindt. Echt safari dus. Hoewel, andere dieren zitten er niet, behalve een
dapper eendje in een plas water. Af en toe toch vreemde jongens, die Canadezen.
We doen in het
dorp nog inkopen voor het avondeten en zijn nu toch eens benieuwd waar iedereen
die gigantische ijsjes vandaan haalt. Dat hebben we snel door, de file staat
voor het Big Scoop ijssalon. Die heeft zijn naam niet gestolen. 1 Bol bestellen
en je krijgt een equivalent van 2,5 bij ons. Het ijs is wel van uitstekende
kwaliteit. Gisteren vielen we al naast het happy hour in de Thirsty Bear Saloon,
boel gesloten. Vandaag weer gene waar, nog altijd gesloten.
Op de camping doen
we nog een babbel met onze Hollandse buren. Blijkt dat zij niet van het bestaan
van de jaarpas voor de parken afweten. Ze betalen braaf elke dag 19 CAD om hier
te mogen zijn. Dat loopt snel op. We leggen hen het systeem uit. Even later
verschijnen ze zo trots als een pauw met hun jaarpas in de hand. En ze hebben
het toegangsgeld dat ze tot hiertoe betaald hadden, zelfs teruggekregen. Goeie
daad weeral verricht.
Vandaag weer
schitterend weer, de wind gedraagt zich terug normaal. t Is lazy day, blog van
een paar dagen typen, korte wandeling tot aan het Prince of Wales hotel boven
op de heuvel, nog een big scoop en de route voor de komende dagen bekijken. Het
is weeral bbq-weer en dat doen we opnieuw. Ik ga er begot in slagen een bbq op
te grillen op 5 weken tijd. Sinds Peru zijn we verslingerd aan verse guacamole,
nu is de kwaliteit van avocados hier vergelijkbaar met die je in België kan
kopen. De guacamole is toch uitstekend, al heb ik daarvoor drie dagen op de avocado
zitten broeden.
Na vandaag is
het definitief gedaan met de Rockies. Hoewel we het zo lang mogelijk uitstellen,
moeten we toch ooit aan die 1200km terug naar Vancouver beginnen. En de tijd
begint te korten. 14 Juni s avonds moeten we in de buurt zijn. We zullen nog
een nacht of 2 in de Okanagan Valley verblijven, bekend om zijn wijnhuizen.
Vanochtend was
moeder uil weer op post, met 2 dochters. De Great Horned Owl. Had al niet veel
vriendjes in de boom en zeker niet op de grond. De immer overaanwezige ground
squirrels waren opvallend bescheiden deze ochtend. Mooi om hen van zo dichtbij
te kunnen bewonderen.
In vogelvlucht
is Okanagan niet zover, maar we geraken de bergen niet uit dus je moet rond
elke berg rondslingeren. Op de banen is een maximumsnelheid van 80 km/h
toegelaten, maar dat raad ik je niet aan, zelfs niet met een luxe voiture, laat
staan onze camperbus. Niet zo erg, we hebben tijd. We passeren de Frank Slide,
Canadas deadliest rockslide. De nabij gelegen Turtle Mountain stortte in 1903 in
en bedolf daarmee een groot deel van het dorpje Frank. 70 Doden tot gevolg. De
instorting zou te wijten zijn aan de koolmijnontginningen in de berg, hoewel
dat nooit officieel werd bevestigd. Langs beide kanten van de weg ziet het er
inderdaad uit alsof er recent een gigantische lawine is gepasseerd. We
vermoeden dat de oorspronkelijke huizen er nog steeds onder liggen.
Onze eerste
echte stop is Canbrook, voor lunch, winkelen maar vooral voor het Canadian
Museum of Rail Travel. De hoofdreden waarom deze stad zoveel bezoekers trekt
volgens de reisgids. Nuja, Canada heeft wel iets met treinen gehad int
verleden. Het is door de grote treinverbinding in dwangarbeid te laten aanleggen
dat de ondoordringbare Rockies ontsloten werden voor het grotere publiek. Bijna
alle steden kan je hier traceren tot aan hun kraambed, zijnde de railstation.
Erg benieuwd naar dit museum dus. Vast een erfstuk van technologische machtsvertoon.
Als we binnenlopen worden we enthousiast opgewacht door een jobstudent die zijn
rijmpje afratelt. Alles in dit museum is gratis alleen de bezoeken door de
gerestaureerde wagons zijn begeleid in een tourvorm te bezoeken. Niet echt veel
tijd voor de extra tourtjes, we zullen al eens beginnen met het overige alles
te bekijken. Dat lijkt beperkt, het kan krachtig worden samengevat tot een
kelderruimte waar enkele treinfreaks op rust zich uitleven door schaalmodellen
de kamer rond te sturen in een korte loop. Ongetwijfeld zal het wel een knap
geheel vormen als hier de laatste hand aan gelegd wordt, al gaan deze knapen
dat waarschijnlijk niet meer meemaken. Bon, t was in ieder geval geen
weggesmeten geld, troosten we onszelf bij het buitengaan.
De Scenic
Highway langs de Amerikaanse grens is de standaard route verder naar Vancouver.
Maar die zou niet zo scenic zijn als de naam doet vermoeden. Dan nemen we die
niet. We kiezen voor een alternatieve noordelijkere route door het binnenland en
daardoor moeten we enkele gigantische meren over. Via een ferry verbinding.
Niet zomaar een ferry verbinding, maar worlds longest free ferry ride (ja ze
houden hier van superlatieven, wisten jullie dat al?). Die gaat 35 minuten
duren, kost niks en vaart elk 1,5h. Deze alternatieve route was een goede
keuze. De banen zijn wondermooi en zo goed als verlaten. Het blijft continu de
weg afspeuren om tijdig alle wildlife te ontwijken. Een paar keer gaan we flink
in de remmen. Who killed Bambi? Ik wil het niet op mijn geweten hebben. Zon 10
km voor de ferry komen we tegenliggers tegen. Slecht teken, dat wil zeggen dat
de ferry zon 10 minuten geleden gelost is, want deze baan eindigt in de ferry
terminal. Klopt, als we toekomen zien we de ferry net afvaren. 1,5h Wachten.
Blijkbaar vaart deze al op Pacific Time terwijl deze oever technisch gezien nog
op Mountain Standard Time zou ingeclocked
moeten zitten.
We zijn nog
steeds niet gehaast en het blijft hier toch oneindig lang licht, so what.
1,5 h Later de
ferry op en op het dek genieten van de zakkende zon in de omgeving. Veel banen
vind je hier niet. Eens aan de overkant nog 100km. Daar hebben we nog een
slordige 2h voor nodig en dan komen we aan onze Three Island Resort. Niemand
aan de receptie, we volgen de instructies op het bord en gebruiken de telefoon
om de verantwoordelijke te pagen. Twee minuten later komt er een golfkarretje
aangezoemd met een oudere opgetutte dame die uit Benidorm Bastards is geplukt,
veel te veel pit voor haar leeftijd. De sympathieke woordenstroom is eindeloos,
ik kan me niet van de indruk ontdoen dat ze al meerdere toerist onder haar
golfcar geramd heeft zonder de flow te onderbreken. Ik heb moeite mijn glimlach
te beperken tot wat sympathiek kan bevonden worden.
De camping is
een pareltje. We twijfelen of we hier geen extra nacht gaan blijven. Tellen
onze nachten opnieuw uit. Nee, we gaan morgen maar door, anders dreigen we
verderop in tijdsnood te komen.
Geen fotos
meer van wondermooie baantjes, je hebt ondertussen wellicht een idee van de
omgeving.
We rijden tot
aan Ferry 2, een kabelferry, meer geluk dan gisteren, we komen aan en kunnen
meteen mee. Deze is evengoed gratis en duurt welgeteld 10 minuten. Praktisch
zijn die mannen hier wel. Iets na de middag zijn we op onze eerste bestemmingen
in dé wijnvallei van (West-) Canada en helemaal klaar voor een proeverij.
Sandhill
Winerie
Tip van Marc,
eens testen. Gelegen in het midden van de stad Kelowna, wat raar overkomt. Hey,
hier verdelen ze ook de Copper Moon, een supermarkt wijnmerk dat we al
meermaals goedgekeurd hadden. We laten ons informeren over de verschillende
wijngronden, verspreid over de hele Okanagan Valley en sommige tot bijna 40
jaar oud, wat naar Europese normen niet zooo indrukwekkend is. Marc had gelijk,
de wijnen zijn bijna allemaal bijzonder. We laten ons verleiden en nemen de
lekkerste twee mee. Onze host was een geweldig sympathieke tip, leuke babbel.
Bij het verlaten krijgen we nog een voucher toegestopt voor een gratis tasting
in hun zusterwijnhuis Red Rooster. Hopelijk geen familie van de fastfoodketen.
Tantalus
Bekend om de
Riesling, die proeven we als eerste. De gastvrouw vertelt op haar beurt over
haar trip naar Europa. Zij heeft die nauwelijks overleefd. Ze was klem geraakt
tussen de deuren van de metro in Parijs en daarbij verpulverde haar rugzak.
Alle passagiers hebben tot bloedens toe de deuren moeten openrukken om haar uit
deze benarde positie te bevrijden. Wauw! Hoe lang zit die hier al te proeven?
De Riesling is buitengewoon goed, de rest is vrij vlak.
We checken nu
eerst in op onze te dure stedelijke campground, veel keus hebben we hier niet.
We kozen deze campground omdat hier vlakbij nog twee wineries zijn die we
willen proeven.
Cedar Creek
Stanaard
concept 3 CAD voor 4 proefjes naar keuze. En de keuze is groot, bubbels, wit,
rosé, rood. Hier maken ze veel. Ik begin in t wit met druivenrassen die ik ken.
Jep, die kennen ook iets van wijn maken. Onze host, een uitgeweken Londenaar,
heeft ook al wat gereisd en binnen de kortste keren overlopen we de
hoogtepunten van onze reizen. Ook hij heeft de Galapagos bezocht. Al heeft hij
die trip met 4 Israelis moeten uitzingen. De anekdotes zijn fantastisch maar
te lang om hier te gaan uitschrijven. We lachen een beet af in Cedar Creek. Na
de tasting krijgen we nog een extra toegeschoven. Een drankje dat het midden
houdt tussen Port en Cognac in. Echt lekker. Minder krachtig dan Cognac en
minder zoet dan Port, nice. We besluiten dat we hier geen flessen gaan
meenemen. Zijn koopwaar is weliswaar uitstekend maar we gaan binnen een paar
dagen de lucht en dat wordt problematisch met grote voorraden. Als we willen
afrekenen voor de tasting, fluistert hij ons toe dat deze op zijn kosten is
terwijl hij nauwlettend zijn bazin in de verte in het oog houdt. Thanks
mate!
Summerhill
De laatste voor
vandaag. De meest bezochte winerie van de streek. Dat merken we aan de bussen
Aziaten die hier gelost worden. Het decor en het gebouw is mooi gedaan. Mocht
dat nu ook van de wijn gezegd kunnen worden. Bwa niet slecht, maar zeker geen
ontdekking. Teveel blends naar onze goesting, het resultaat is een allemansvriend
maar tegelijk een rommeltje.
Op de camping
duiken we nog even in het zwembad en de hottub en koken dan een potje met een
uitstekende fles van Sandhill.
We merkten het
direct op de camping. Hier zitten geen beren meer. Niks ingewikkelde vuilbakken
meer, terug de standaard container.
We rekken ons
verblijf tot het uiterste uitcheckuur, echt geen zin om om 10u al wijn te
beginnen proeven. Dan nog naar de supermarkt en tegen 13u zijn we aan de eerste
winerie van de dag:
Quails Gate
Zij hebben een
heel lekkere Foch en Merlot. We kunnen daar ook lunchen, het is echter minstens
20 minuten wachten op een tafel en daar hebben we geen zin in. Hop naar de
volgende.
Mission Hill
We eten op hun
terras en kunnen daar al een glas van hun Pinot Noir en Shiraz proeven. Dat
komt hier helemaal goed, heerlijke wijntjes. Het eten is ook degelijk. Bij de
tasting proeven we ook nog een excellente rosé. Het is er druk. Maar volgens
het personeel is dit nog niks, binnen een paar weken staan ze 4 rijen dik aan
te schuiven voor de proeverij. Lijkt me iets te cosy.
Hierna checken
we eerst in op de camping vrijdag, jullie kennen het verhaal al. Er hangt een
groot bord, plaats 8 is enkel nog vrij en voor 1 nacht. Perfect voor ons, pech
voor de auto achter ons. Eens we betaald hebben en de plaats effectief van ons
is, gaan we nog terug even op pad voor 1 extra winerie. Nu, geen paniek, de proeverijen
hier zijn niet zoals bij den Druiwekorrel, per winerie heb je max het
equivalent van 1 glas binnen. Al goe.
Sumac Ridge
Weer een
Londenaar achter de toog, weer een leuke conversatie. Hier is het de merlot die
er uitsteekt.
Onderweg terug
naar de camping passeren we nog Crush Pad. Vreemde naam. Toch even gaan kijken.
Zij maken al hun wijn in betonnen recipienten ipv inox. Apart om te zien en
apart van smaak. Hun rosé is uitzonderlijk en gaat mee de camper in.
En dan verleidt
Evolve ons nog. Ligt helemaal verscholen beneden aan het meer. We stappen
binnen, er is niemand. Ze zijn net 4 weken open. Alles is nog blinkend nieuw.
Zaak net overgenomen. Maar opnieuw, zeer goede wijnen, voornamelijk wit maar
heel degelijk. De Gewürztraminer verdwijnt ook in de camper. Ok, en nu stoppen
we met kopen.
Marc, bedankt
voor je tips, Mission Hill is voorlopig onze favoriet. Wij kondigen ons telkens
aan met onze vriend en wijnkenner uit België zei dat we dit echt niet mochten
missen. Dat is per definitie de beste openingszin die je kan maken. Ze zijn
dan helemaal in de wolken, bekend tot in dat kleine landje??? En jullie komen
speciaal helemaal tot hier om ons te bezoeken? Wauw, onze winerie heeft
wereldfaam J.
Probeer daarna maar eens iets mis te doen.
Ondertussen
hebben we 7 excellente wijnen in de camper en minder dagen. A happy problem.
Wij slapen te
lang uit en we moeten ons haasten om voor 11h van de camping af te geraken.
Das de schuld van de douche die zich 5 etages lager bevond op deze
terrascamping. Terug vuil, dat waren we tegen dat we opnieuw boven waren, ja.
We zijn een
beetje ongerust of we wel een overnachtingsplaats gaan vinden. Gek hé, we
hebben ons huis immers bij. Nog voor de middag proberen we in te checken bij
Oxbow RV park, onze eerste keus. De uitbaters van deze kleine camping zijn zo
joviaal dat ze niet anders konden dan een camping te beginnen. t Is trouwens
verbazend hoeveel Canadezen België al bezocht hebben, of ze jokken. Bon, nu
dat we al zeker zijn van onze plek kunnen we de rest van de dag indelen. We
besluiten vandaag geen wineries meer te doen, t Is hier wel dé streek maar we
hebben het wat gehad. We gaan naar het strand en van daaruit de stad, in 7km
verder. Goed plan. We vertrekken vol goede bedoelingen maar hoe verder we van
de camping verwijderd geraken hoe meer de donkere wolken zich samenpakken boven
de omringende bergen. Als dat hier sebbens losbarst staan we er niet goed op. Plan
B, we gaan terug naar de camping en rijden met de RV downtown. Als we nu eerst eens tot Naramata rijden, een
schattig dorpje 20km verder langs de flank van het meer. Ok, kunnen we ineens
stoppen bij de Red Rooster, weet je nog, het zusterhuis van Sandhill, waar we
een gratis tasting voor op zak hebben. We willen immers niet onbeleefd zijn
door hun gastvrijheid af te wijzen, maar eerst stoppen we bij
HILLSIDE
voor een snelle
lunch. Die zaak zit vol. Er is nog wel plaats aan de proeverij. Stuk voor stuk
prima wijnen. Aan de rosé kunnen we niet weerstaan, die gaat mee.
RED ROOSTER
Al hun wijnen
zijn net zoals bij Sandhill van een bijzondere kwaliteit al vallen ze niet binnen
het standaard verwachtingspatroon. De Gewürztraminer met slechts subtiele hints
van exotisch fruit. Een Shiraz die lichtvoetig is en een Pinot Noir die in de
verste verte geen buur van Bourgogne kan zijn. Opmerkelijk is dat veel
wijnhuizen een Chardonnay aanbieden die niet op hout heeft gelegen wat hem
omdoopt tot een Chablis.
En nu terug
naar onze camping
Maar eerst de
winery tegenover de Red Rooster binnen springen. Hun logo is een vintage VW hippiecamperbuske,
laat ik daar nu nog steeds een zwak voor hebben. Power to the flower, peace
Bro.
RUBY BLUES
De zaak wordt
uitgebaat door Zwitsers die lak hadden aan de iets te strakke regelgeving van
hun land. Deze babyboomers hebben 15 jaar geleden alles achtergelaten en hier
een boomgaard gekocht, de appelbomen gesloopt en ranken gezet. En fier dat ze
zijn. Deze tasting moet je betalen met een smile. Dat doen we. De Zwitserse dame
vertelt haar hele smakelijke verhaal alsof het voor het eerst is. Of wij ook in
de wine business zitten? Absoluut! Al is onze bijdrage gebald tot het
ondersteunen en sponseren van de business.
Nu maken we van
ons hart een steen, we gaan ze echt niet alle 23 doen op deze baan, en terug
naar de stad.
Op de camping
begint iedereen toe te komen .Al snel is duidelijk dat ze elkaar allemaal
kennen, familie waarschijnlijk. Benieuwd of we straks gaan uitgenodigd worden
om mee te gaan squaredansen met the Amish.
Zalm op vel op
de bbq aan de kant van een meertje dat een speeltuin is voor eendenkuikens. Ik
ken niks van eenden maar sommige kloeken hebben wel 14 kuikens achter zich.
Zelfs voor een eend lijkt me dat te veel. Broed dat eens uit ? Ge krijgt toch onmogelijk
14 eiers onder éénd
Voor de rest is
de vijver afgeladen vol met witte waterlelies, ik kan haast niet wachten tot de
volle maan daar op gaat schijnen
music: African
Beat / Bert Kaempfert. Opzoeken en spelen. Jeugdsentiment waar je vrolijk van
wordt.
k Zal t
gemakkelijk maken: https://youtu.be/vGmR2dJSDvo
Garage sale.
Daar zijn we gisteren al mee begonnen, al onze kampeer- en reisgidsen geven we
aan Hollandse newbees. We laten een volledige bbq-set startklaar achter alsook
de olielamp. We zijn immers niet helemaal zeker of dat mee mag in de handbagage.
We ondernemen
al een eerste poging om alles terug in een rugzak te wringen. We willen wat
basismateriaal voor camper II meenemen in plaats van dat hier weg te gooien en
terug te moeten kopen in Toronto. Dit gaat nooit lukken.
Dan begint de
grote terugtocht naar Vancouver, 400km. De rit, de baan en bijhorende
uitzichten blijven van Canadese topkwaliteit. De dorpjes die we passeren zijn
blijven hangen in de tijd, zo uit een western gepikt. Alleen begrijp ik de
snelheidsbegrenzingen nog steeds niet. Die zijn vast alleen van toepassing op
de toeristas. Ik rijd bijna altijd zon 10km boven het opgelegde maximum en dan
nog word ik ingehaald door alles wat op een motorweg wordt toegelaten. Op kop
de mega-trucs.
Zon 25 km voor
Vancouver checken we in op de meest ongezellige camping uit mensenheugenis.
Niet eens een picknicktafel, net nu we die uitstekend konden gebruiken voor de
grote inpak. De mensen rondom ons staan hier allemaal vast, of beter gezegd,
wonen hier. Onze buurvrouw laat trots haar 2 konijnen zien die in de smoorhete
camperbus verblijven. Ocharme die beestjes.
We proberen op
te eten wat we nog kunnen.
Ik kleef alle
dingen die van de camper zijn afgevallen terug aan elkaar met superglue, als
dat nu allemaal 24h wil blijven hangen. Hier en daar nog wat vijzen terug
aandraaien. Ruth werkt niet echt mee en rukt nog snel de handgreep van de
besteklade. De vijzen zijn te kort, dat krijg ik niet meer gered. De bluts
vooraan begin ik ook niet aan. Geen flauw idee trouwens hoe die daar gekomen
is. Ik heb het niet opgemerkt bij de rondgang bij het ophalen wat vreemd is, en
de volgende dag merk ik een knal van een bluts. Zeker wetende niets geraakt te
hebben. Vreemd. De enige verklaring is dat iemand de camper geramd heeft tijdens
ons eerste supermarktbezoek. Wat vreemd blijft want ik had het gevaarte met
opzet wat verder geparkeerd op een verlaten gedeelte van de parking. Soit we
zien wel, worst case scenario gaat onze waarborg eraan.
Vroeg op en de
puzzel kan beginnen. Er moet heel wat bruikbaar de vuilbak in maar het kan niet
anders. Dan naar de Canadream terminus voor de retour. We parkeren in de
voorziene laan voor alle campers die vandaag geretourneerd worden, dat zijn er
zon 30! Een wriemelende mierenhoop. We leggen onze personal items uit de
camper, 2 overladen trekkingzakken, 2 uitpuilende dagrugzakken en nog 3 volle
shoppingzakken en doen nog een laatste check. Dan is het wachten op de
inspectie en het verdict. Dat gaat heel wat vlotter dan gevreesd, we slagen met
grote onderscheiding, geen enkele opmerking. Ik vermoed dat de bluts
gecamoufleerd is door de kilos insecten die erop kleven.
We schuifelen
met ons alles tot aan het kantoor, dat gaat in 1 keer, al lopen we er niet
comfortabel bij Hier wordt nog wat papierwerk afgehandeld, we krijgen onze
waarborg volledig terug. Niet gedacht, een meevaller. Als ik mn portefeuille
wil nemen valt mijn frank dat die nog steeds in het supergeheime onzichtbare
bergvak van de camper zit. Die was daar geparkeerd voor de volle maand, alle
noodzakelijk papieren hadden we gebundeld in Ruths portefeuille. Verdorie, ik
moet dringend terug die camper in. Moeilijker dan gedacht want die is al naar
de werkplaats van de salesafdeling gereden. Allé, 33 sorrys, 7 medewerkers,
wat getelefoneer, en twee ritjes verder ben ik terug in het bezit van mijn
Belgische documenten. Kalf dat ik ben. 4 Maand lang op 150 % alertheid gereisd
voor alles wat met geld en papieren te maken had. In Canada is dat niet meer
nodig en wordt een mens onbedachtzaam. Maar bon, beter dat ik er nu hier achter
kom dan aan de incheckbalie in de luchthaven.
Een shuttlebus
brengt ons tot aan Travelodge, een betaalbaar hotel nabij de luchthaven en
nabij de Skytrain die ons tot in het centrum brengt. Ongelofelijk hoeveel
ruimte zon hotelkamer biedt. En een echte eigen badkamer. Leuk vinden we dat.
We decoderen de
routes, uren en tarieven van de Skytrain die eigenlijk voornamelijk een metro
is en vertrekken downtown. Om 18h30 hebben we een plaats gereserveerd voor de
dinner harbour cruise en dat op een echte raderboot. Ook dit overtreft onze
verwachtingen, ik had gedacht twee bussen Aziaten op mijn schoot geparkeerd te
krijgen, maar das niet waar. We krijgen een eigen tafeltje gedekt voor twee.
Super, zelfs de live music is erg entertainend. Het orkest bestaat uit een
zanger die zichzelf begeleidt op gitaar en een collega op een djembé verzorgt
voorzichtig het slagwerk.
We varen
helemaal rond downtown Vancouver tot we niet meer verder kunnen en dan zelfde
weg terug. Het buffet is rijkelijk en smakelijk, een aanrader. Tegen 21h30 zijn
we terug waar we aangemeerd waren. En we slenteren terug naar de Skytrain. We
willen nog even stoppen voor een terraske want het is nog aangenaam buiten,
maar dat slaagt hier tegen. Alle zaken zijn volop bezig het cliënteel buiten te
werken. Het sluitingsuur nadert blijkbaar. Terug naar onze Lodge dan maar.
De grote bullebak-camera
gaat even wat minder mee op stap, de smartphones nemen over.
Eerst als de
geoliede bliksem een overnachting zoeken voor onze eerste dagen in Toronto.
Niet gemakkelijk, het meeste is volgeboekt of werkelijk belachelijk duur. Na
enkele uren internetten vinden we toch een appartement in het centrum, tegen
maar een beetje belachelijk duur. Het zei zo. Goed, kunnen we nu vertrekken.
Er zijn nog
enkele wijken in Vancouver die we nog niet bezocht hebben. Chinatown
bijvoorbeeld. We bezoeken een Japanse tuin die beter aanbevolen werd dan hij
werkelijk waard was. Daarna dringen we dieper Chinatown binnen voor het
Vancouver Police Museum. Het straatbeeld is hier helemaal anders dan helemaal Downtown.
Heel wat daklozen die elkaar verwensingen toeroepen. De betere klasse beschikt
hier over een geleende wagen, al kan je dat hier wel erg letterlijk een
winkelwagen noemen. Om de haverklap worden we aangesproken om sigaretten per
stuk te kopen of drugs. We wandelen voorbij het Salvation Army depot, de detox
kliniek en vinden uiteindelijk het politiemuseum. Dat puilt voornamelijk uit
van verboden wapens en illegale drugsvarianten, zowat alle dingen die ze hier
s morgens in de goot vinden bedenk ik. Maar het is eigenlijk wel leuk gedaan,
zo eens iets anders.
Goed, van
hieruit terug richting beaten track. In Gastown staat een stoomklok die elk
kwartier een deuntje fluit op de 4 stoomfluiten. Het mechanisme van de klok
zelf werkt echter op platvloerse elektriciteit. Het is er drummen, iedereen wil
een foto.
Hierna zoeken
we de beste pizzeria van de stad op, dat klopt ook. Dan keren we terug naar ons
hotel. Das nodig want de eigenaar van het gevonden appartement in Toronto
heeft ons opgebeld dat het toch niet beschikbaar is, terug naar af.
Droevig bericht
bij het opstaan. De grootva van Ruth is overleden in Sint-Mathildis. We hadden
al enkele weinig hoopvolle berichten gekregen maar toch blijft dat even slikken
op het moment zelf. Ik ben blij dat ik hem ook gekend heb. Het was een slim en
integer man. Veel sterkte aan iedereen die het genoegen heeft gehad deze man
gekend te hebben.
Dit wordt een
korte dag, we vliegen naar het oosten dus ze stelen 3h van onze tijd.
Eerst moeten we
proberen alle bagage verder te reduceren tot slecht 2 overladen trekkingrugzakken,
2 obees dagrugzakken, een sacoche, een zak keukenspullen en een heuptasje. Maar
dat kan toch niet, zegt dien Indiaan. Als ge dat goed opvouwt, wel! Als we door
de security moeten gaan ze ons voor gek verklaren denk ik, met een
pottenonderlegger, ijsblokjesbakje, theezakjes, camper-wc-papier
We gaan mee met
de gratis shuttle tot aan de luchthaven, om 8h30 staan we bij de incheckbalie
van Air Canada. Dat is zowaar een DIY incheckbalie, nog één cost reduction stap
door te voeren en ik kan mijn valiezen eigenhandig het vliegtuig induwen. Snel
ontbijt bij de Subway en dan aanschuiven voor de verplichte striptease voor de
lokale ambtenarij. Ik bereid mij er op voor dat ik mag gaan uitleggen waarom ik
met een halve keuken op reis ben. Zover komt het niet, ze zijn blijkbaar erger
gewoon. Hadden we misschien toch die BBQ kunnen meenemen? En dan is het wachten
om te boarden. We hebben het nog steeds wat gehad met vliegtuigen en luchthavens.
Volgende maand onze voorlaatste vlucht richting Frankfurt.
We genieten
voor de laatste keer van de Rockies als we ze overvliegen. Toch een enorme
mooie lap natuur. Geen moment spijt gehad van onze toer hier. We hebben veel
gezien, ontmoet, beleefd en ervaren.
Een
luchthaventaxi wat in werkelijkheid een limo is die bestuurd wordt door een
tulband brengt ons tot aan een filiaal van Extended Stay hotel in
Vaughan-Toronto Hier hebben we op de valreep nog een hotelkamer gevonden die
eigenlijk meer weg heeft van een bescheiden appartement. Als we inchecken
vragen we waar de dichtstbijzijnde supermarkt is, we willen nog wat groceries
shoppen. We hebben immers een keuken in ons verblijf. Niet eenvoudig legt Mo
uit, de indrukwekkende zwarte man achter de balie. Maar zijn shift zit er bijna
op, Ik breng jullie wel even met de shuttle. OK , naar waar? De grocerieshop
van zijn tante? We zien wel, veel keus hebben we niet. Na een ritje van zon 10
minuten worden we voor een gigantische supermarkt gedropt, hij spreekt af om
ons binnen exact een half uur terug op te pikken. OK. Komt helemaal goed.
Eens we geshopt
terug aan het hotel zijn, vragen we wat onze schuld is voor deze toch wel heel
persoonlijke service. Notin, zegt Mo met de glimlach. We geven hem dan maar
een vette tip, tegelijk blijven we een beetje onthutst over de gang van zaken
hier. t Is niet dat dit een klein familiehotelleke is.
Later blijkt
dan dat we ook nog gratis mogen aanschuiven aan het uitgebreide ontbijtbuffet.
En als we willen kunnen we ook nog gratis een licht avondmaal krijgen. We
snappen er allemaal niet veel van. Duidelijk is wel dat dit hotel zich eerder
toespitst op mensen die hier langere tijd verblijven voor hun werk. Veel
toeristen zitten hier niet.
Is nog wel een
flinke taxirit verwijderd van downtown Toronto. We besluiten ons bezoek aan
Toronto dan ook in één enkele dag te bundelen, morgen. Vandaag genieten we van
internet int hotel en doen we wat admin, plannen ons bezoek aan Toronto, en
bezinnen we over welke tour met de nieuwe camper haalbaar is.
We leren bij. Ipv
ons aan de regeltjes te houden, bellen we vandaag ipv morgen om de pick-up tijd
van onze camper af te spreken. Anders eindigen we toch weer vanachter in de
rij. En ja, het helpt, morgen om 11u is de afspraak.
We kopen ons
een dagpas voor het openbaar vervoer en nemen de metro naar Downtown. We
stappen toevallig net uit aan Torontos grootste shopping center, Eaton. Een
barslecht plan voor de reeds uitpuilende
rugzakken. Het is overal al zomersolden en het is een hele drukte. Veel zin om
aan te schuiven aan de pashokjes hebben we niet dus gelukkig is de buit beperkt.
Een T-Shirt voor mij en een sweater voor Mike. We passeren nog even de
gigantische foodcourt voor ons middageten. Teveel keuze om alles te bekijken,
we gaan voor de Japanner.
Volgende
station, de St Lawrence Market. Als we toekomen blijkt ze gesloten, de farmers komen
enkel in het weekend. Dorie. We draaien de hoek om en daar is St Lawrence Market
n° 2, minder farmers maar wel open. Vis, vlees, groenten, keukengerei, je kan
er alles krijgen. We krijgen al direct terug goesting om te beginnen kokkerellen.
Nog een dag wachten.
Van daaruit
lopen we langs een boekenwinkel die volgens Lonely Planet een uitgebreid
assortiment aan reisgidsen en kaarten heeft. We vinden hem eerst niet, tot we
een spandoek aan een trap op het voetpad zien hangen. Ja, daar moeten we zijn. Een
eng gangetje verdwijnt onder het voetpad en eindigt aan een groezelige deur.
Hier wandelen we de wereld van Harry Potter binnen. Het kamertje zit het afgeladen
vol oude reisgidsen, je kan er nauwelijks langs. De vriendelijke trol achter de
toonbank heeft al jaren geen daglicht meer gezien. Is ook niet mogelijk, de
ramen worden geblokkeerd door de stapels boeken. En in die gigantische rommel
graaft hij precies naar boven wat wij nodig hebben. Magie. Die holbewoner is
hier gewoon in geen jaren meer buiten geweest, zelfs niet voor de kapper. Zeker
weten. Nuttige tip van de LP.
Dan tenen we
richting waterfront. Daar aangekomen blijkt er, hoera! hoezé!, een Wine &
Spirit festival te zijn. t Is te zeggen, de opbouw is volop bezig. We mogen zo
het strand op, er is nog niets te verkrijgen. Ziet er gezellig uit maar begint
pas vanavond. Daar gaan we niet op liggen wachten. We kiezen dan maar voor een
boottrip naar de Toronto Islands en doen daar nog een stevige wandeling. Op de
boot terug is het frisjes. Mike doet zijn nieuwe trui aan en als hij zijn kap
opzet, zie ik dat de witte securitybult er nog aanhangt. Ha, dat verklaart
waarom het alarm afging toe we de winkel uitwandelden. De verkoopster vond dat
wij er zeer onschuldig uitzagen en liet ons lopen. De mensen op de boot kijken
echter maar vreemd. Tja, er zit niets anders op dan terug naar die winkel te
gaan. Gelukkig is die nog open en het label wordt er na een verwacht kruisverhoor
afgehaald.
We eten nog snel
iets, en onverwacht, deze kwaliteitszaak heeft Trappist op de kaart, Rochefort.
Dat is begot lang geleden. De bestelling daarvan verloopt iets minder vlot, we
proberen ons in te beelden hoe ze dat hier zouden uitspreken maar slagen er blijkbaar
niet in. Na 5 pogingen verplichten we de ober er de kaart er opnieuw bij te
halen. Om eerlijk te zijn, we kunnen nog altijd niet herhalen wat hij heeft
gezegd, onverstaanbaar. Zal wel met dat Frenglish van hier te maken hebben.
Met de metro en
de bus terug naar huis, het is een lange rit. t Is al laat als we terug zijn.
Toronto is een
heel andere stad dan Vancouver. We merkten het direct als we vanmorgen uit de
metro uitstapten. Waar Vancouver overrompeld wordt door Aziatische immigranten,
zijn het hier meer Indiërs. Toronto is back to business. Druk verkeer in de
stad, mensen die zich haasten en in kostuum tijdens de middag snel even gaan
lunchen, overvolle metros. Vriendelijk zijn de mensen nog steeds, hoewel het
enthousiasme terug iets normaler is naar onze normen. In Vancouver hadden we de
indruk dat de mensen op een wolk leven, alles op zijn tijd en voornamelijk met
veel blabla. Als je zo je kost kan verdienen, waarom niet natuurlijk.
Onze bagage
begint nu echt buitensporig te worden. Met de etenswaren die we nu nog
bijgekocht hebben is het ronduit absurd. Maar goed, t is maar om in en uit een
taxi te laden. Apu n° zoveel verschijnt plots uit het niets en brengt ons naar de
Canadream terminal. Daar staat ons een schok te wachten. De Midi-camper die
ze voor ons voorzien hebben is helemaal geen midi maar een gigantisch
gevaarte... Ongeveer 7 ton droog aan den
haak. Ik herinner me nog dat die man van het boekingsbedrijf mailde dat ze voor
de tweede trip een iets comfortabeler model hadden voorzien, wat een betere
deal was. Nu zijn we snel te vinden voor een betere deal en hebben we verzuimd
te controleren wat dat juist was. Man, wij zijn met 2, dat ding is bedoeld voor
kroostrijke gezin(nen). Ah, maar dat boekt iedereen hier voor 2 volwassenen
hoor. As If, grootheidswaanzin ja, daar kunnen ze hier toch wat van. Lachen we
5 weken lang met die monstercampers met uitschuifbare zijkanten en nu rijden we
zelf met zon ding rond. Ok, het kon nóg groter, maar dat willen we precies
niet weten. In elk geval, plek genoeg voor onze ineens nietig hoopje bagage. 8
ton nu minstens
Als alle
paperassen zijn afgehandeld, vragen ze wat onze plannen zijn. Als wij antwoorden,
suggesties? kijken ze maar vreemd op. Maar de medewerker begint over Manitoulin
Island en dat klinkt goed. Nen tip van ne local ontfrutseld, altijd prima
materiaal.
We gooien alles
erin en rijden dan naar de supermarkt. De eerste bocht die Mike moet nemen, loopt
al helemaal de mist in. De draaicirkel is zo belachelijk groot, dat we de bocht
niet halen en in de parkeerzone belanden. Weliswaar zonder schade, maar geen
best begin. WTF?! Een Airbus draait korter! Op de supermarktparking nemen we schaamtelijk
4 plaatsen in. We shoppen uitgebreid en zoeken nog snel een camping voor
vanavond. 8 Ton plus schnabbels, wrong way.
Mike de trucker
kruipt terug achter zijn stuurwiel en schoorvoetend loodst hij onze camion de
avondspits in.
Aan de camping
bellen we aan en de bareel gaat naar boven. We zijn er nog niet onderuit als
hij al terug naar beneden gaat. Ai, dat is onze eerste schade, hoe lang zijn we
onderweg?? Het lijkt allemaal wel mee te vallen op het eerste gezicht. Dit
monster heeft amper 2800 km op zijn teller staan, ik vermoed dat ze niet zo mild
zullen zijn bij teruggave. Als we naar onze plek rijden, horen we nog takken
van een boom over ons dak schrapen. Dat komt hier helemaal goed. Plek n° 18
waar we moeten gaan staan, bestaat niet dus we wringen ons maar ergens tussen.
En de aansluiting van de elektriciteit is op zijn kop gezet dus onze stekker past
niet. De eigenaar komt eigenhandig het beschermplaatje voor eens en voor altijd
verwijderen. Liever hij dan wij.
We geraken toch
geparkeerd en dan begint de grote uitpak. Er zijn 3x zoveel kastjes als we
nodig hebben. Ik zweer het, dat maakt het niet gemakkelijker. Die uitschuifbare
stukken vinden we maar iets raar. Goed, we zijn nog geen fan van dit nieuwe
huis, t zal nog wat moeten wennen. Al blij dat we hiermee niet door haarspeldbochten
in de Rockies moeten.
Dan nog even
onze nieuwe super-promo-bbq testen nadat Mike hem Ikea-gewijs in elkaar gedraaid
heeft.
Bon, de specs
van de camper wou u weten? Houd je vast.
27ft = 8,3m
lang, 12 ft hoog en 8,5 ft breed ( HiHi, hij past net niet in onze kampeertent)
Tanks:
Benzinetank 200L
Verswatertank 167L
Warmwatertank 40L gas of elektriciteit
Greywatertank 140L
Blackwatertank 100L
Propanetank 33L
Aansluiting voor stadswater en 30 Amp
electriciteit
Airco
Fan
Verwarming op gas
Ijskast gas of elektriciteit
Diepvries gas of elektriciteit
3pits kookvuur
Dampkap
Microgolfoven
Conventionele oven
USB laadpunt x4
TV met Satellietantenne
Cd-speler
Satellietradio
Toilet
Douche
Generator
Slaapplaatsen
6, nu dringend nog wat vrienden maken hier.
Het is wel
comfortabel vanbinnen
We halveren
onze slaapkamer en living en maken onze woonst klaar om te moven. Het moeilijkste
stuk eerst. Van de camping op de hoofdbaan geraken. Enkel effen wegen kiezen,
de wielbasis is te lang om grote niveauverschillen te kunnen overbruggen. Uitkijken
voor alle takken, luifels, reclameborden onder de 4meter en bochten groot
genoeg inschatten door vooraf eerst even naar buiten te draaien alvorens de
bocht naar binnen in te zetten. De dame in het gps bakje volgen. Voetgangers en
fietsers ontwijken is nu even bijzaak. Het bord opgepast spelende kinderen is
duidelijk. Dat ze maar oppassen.
Eens de grote
baan op valt het eigenlijk wel mee. De baan is groot genoeg en gaat
voornamelijk rechtdoor. Ik houd me als enige aan de snelheidslimiet dus ik heb
nooit verkeer voor me. De achteruitkijkspiegel is enkel voor de show
geïnstalleerd. Ik heb geen flauw benul van de sliert autos achter me, zoals
het een rechtschapen trucker betaamt. Enkel als de baan door enkele
keuterdorpjes snijdt is het uitkijken naar openwaaiende portiers enzo.
200km verder
gaan we de ferry op. Op een monstertruck na zijn we het grootste voertuig dat
mee gaat. Voor het eerst dat ik een ferry oprijd dat ik voornamelijk op het
plafond let. Ok. Nu zijn we onderweg naar Manitoulin, het grootste eiland ter
wereld (hoe kan het hier ook anders). In de kleine lettertjes staat: het
grootste ZOETwatereiland ter wereld. Ik dacht al wel dat Australië groter was. Heb
ik eigenlijk mijn handrem wel opgetrokken? Niet mijne sterkste kant, dat weet
ik. Alle botsingen die ik de afgelopen
10 jaar heb veroorzaakt zijn gebeurd terwijl er niemand in de wagen zat. Zot
hé. Soit, we zien wel, ge kunt niet aan alles denken, nietwaar?
We vinden de
camper terug waar ik hem achtergelaten had en loodsen hem van de ferry, naar
Manitoulin Resort aan Manitoulin Lake. Geen (sneeuw)bergen meer te bespeuren
hier, we rijden precies door de Vlaamse polders.
De camping is
rustig en mooi, hier blijven we enkele dagen. Het klinkt misschien raar maar
het is lang geleden dat we nog eens op een camping stonden waar je s avonds
enkel kikkers en vogels hoort. Zelfs in de Rockies was er meestal wel een
drukke baan of spoorlijn op gehoorafstand. Rustieke camperen is niet hun
sterkste kant.
Misschien
kunnen we een bootje huren en vanop dit eiland naar een eiland varen. We zien
wel. De BBQ aan en vis roken.
Van de
gevreesde black flies hebben we tot hiertoe nog geen last. Als de schemering
begint, is er wel ineens een invasie van muggen. En op 21 juni schemert het
nogal lang, zeker als ge wat noordelijker zit. Een stevige portie Deet helpt.
De muggen blijven wel rond uw hoofd zoemen maar vinden u al niet meer zo
smakelijk. Dat scheelt een beet.
We hebben wat
fotokes van ons nieuwe huis toegevoegd.
Al 6 maanden
lang wil Mike aan elk meer waar we zijn een bootje huren. Te koud, te veel
wind, te vroeg op het seizoen . Altijd wel iets. Maar hier zijn de boten wel
beschikbaar en het belooft een mooie dag te worden. Er wordt nog snel even een
tijdelijk vaarbewijs in elkaar geflanst, wat uitleg over de bediening en off we
go, de grote plas op. Met als bestemming een eiland in de verte waar een groot
arendsnest zou zijn. En inderdaad, we zien het van ver al. Man, bouw dat eens
als je enkel een snavel en 2 poten hebt. Chapeau voor moeder en vader Arend.
Bovenop dit meesterwerk zit een jong. Ma arend vliegt direct weg als we
dichterbij komen, die is niet gediend met al die aandacht. Ik gooi het eerste
anker van mijn leven uit. Dat verdwijnt netjes de diepte in, ik klop mijn
handen af en ga terug zitten. En zie dan het touw er achteraan gaan. Oei,
precies iets vergeten, moet dat ook vastgeknoopt worden? Gelukkig zitten we in
ondiep water en kunnen we dit kleine misverstand snel rechtzetten.
Daarna varen we
naar een rustige baai en luisteren naar de absolute stilte en het geklots van
de boot. Een eindje verder zwemt een hele familie Canadese ganzen. We proberen
dichterbij te komen en lopen zo vast in het ondiepe water. De captain probeert
met een peddel ons weer vrij te krijgen, maar dat lukt niet. De wind duwt ons steeds
opnieuw aan lager wal. Schoenen uit, het water in en losduwen tot we diep genoeg
zitten om de buitenboordmotor opnieuw te laten zakken.. Gelukkig is dit geen
gletsjermeer. Er is duidelijk nog wat werk aan onze vaarkunsten. Zonder handen
varen zal nog niet voor vandaag zijn.
Na 4u
ronddobberen hebben we het wel gehad met boot en meer. In het terugvaren ga ik
ook eens sturen. Wauw, deze reis al met een campertje gereden en nu ook nog met
een boot gevaren! Het aanmeren laat ik toch maar aan Mr. Captain Mike over.
Vanavond is er kans op onweer dus we beginnen maar direct onze bbq voor te
bereiden. Terwijl ik dit typ is de wind al aan het toenemen en pakken donkere
wolken samen. El Capitan wisselt van pet en Chef Kok zit nu tegen een ijltempo
groenten te molesteren. Benieuwd wie gaat winnen.
Onweer
vannacht, maar een flauwke, een half uurtje flashen en grollen en net de
plassen terug gevuld. Vandaag gaan we de meest populaire wandeling opzoeken van
dit eiland, de Cup and Saucer Trail. Eerst naar de supermarkt waar we ons de
minst populaire 10% van de parking toe-eigenen. Stevige voorraad eten
ingeslagen, de supermarkten liggen niet dik bezaaid. Dan 50km verder naar het
startpunt. 12 km boswandeling. Het klimaat is vrijwel hetzelfde als bij ons (in
de zomer toch) en dat maakt dat de vegetatie ook overeenkomt.
Mooie
wandeling, geen wildlife gespot buiten wat agressieve muggen. De nieuwe camping
voor vanavond ligt vlakbij, in een First Nation resort. Een reservaat voor de
oorspronkelijk bewoners die de genocide overleefd hebben. We vinden de camping
niet, of we nu de coördinaten invoeren in de gps of het adres of visueel de
juiste huisnummer opsporen. Het eindigt gestaag in Make a U-Turn. Daar word
je niet vrolijk van als je een roadtrain bestuurt die net genoeg kan draaien om
van baanvak te wisselen. Na twee keer het dorp te doorkruisen geven we het op.
Ander en beter. Een reclamebord langs de Highway maakt reclame voor een camp 5
km verderop. Ovenight stays welcome, perfect, we zullen is gaan zien. We
nemen de afrit en volgen de bordjes. Binnen de kortste keren zitten we op
baantjes waar je zelfs met een bakfiets nauwelijks op kan. Steil naar boven,
weer naar beneden en bochtjes die het uiterste vergen van de stuurinrichting, kilometerslang.
Please God, laat dit nu niet doodlopen. Het baantje eindigt aan een meer, geen
camping te bespeuren, enkel een telefoon met een infonummer. Niet wat we
gehoopt hadden. Gelukkig is er wel een beperkte parking waar ik met de nodige
moeite kan draaien. Ander en beter.
Meteen 150 km
verder van het eiland af. We vinden plaats op Camping Carol, waar we ons nog
net tussen de andere gasten gewrongen krijgen. Als we onze zijkanten
openschuiven zitten we zowaar ín hun tent. Morgen verder, dit is geen camping
maar een voetbalveld volgestouwd met RVs. We doen zelfs niet de moeite om
buiten te eten.
We proberen
terug aansluiting te vinden met de originele toer die we wilden doen. Dwz 300
km verder naar een Provincional Park. Maar, na ons avontuur van gisteren eerst
de laptop en tablet open voor betere research sites en apps betreffende de
campings. We vinden wat we zoeken en vertrekken richting Algonquin Trails
Camping Resort. We komen toe, de vriendelijk uitbater komt van Jasper waar hij
met weemoed over vertelt, hij vindt deze regio eigenlijk maar niks. Leuk om te
horen, wat doe je dan hier vraag ik mij af.
De campsites
liggen verdeeld in een bos, er zijn bijna geen gasten. Plaats en privacy hebben
we deze keer met hopen. De gekte begint morgen pas vertelt hij. De schoolvakantie
wordt dan ingezet. Dat belooft. Aan insecten ook geen tekort. Je moet in de zon
gaan zitten, zegt de eigenaar, hoewel dan de dazen komen, die houden van volle
zon. Benieuwd wat de schemer gaat brengen. Wie weet doet ons muskietennet
eindelijk eens dienst.
Hier blijven we
twee nachten. Gezien het volgende woensdag ook nog eens Canada Day is, vrezen
we het ergste qua overnachtingsplaatsen vanaf vrijdag. Reservaties gaan
noodzakelijk zijn. Als de internet meewil, kunnen we ons daar morgen mee bezig
houden.