Vanochtend was
moeder uil weer op post, met 2 dochters. De Great Horned Owl. Had al niet veel
vriendjes in de boom en zeker niet op de grond. De immer overaanwezige ground
squirrels waren opvallend bescheiden deze ochtend. Mooi om hen van zo dichtbij
te kunnen bewonderen.
In vogelvlucht
is Okanagan niet zover, maar we geraken de bergen niet uit dus je moet rond
elke berg rondslingeren. Op de banen is een maximumsnelheid van 80 km/h
toegelaten, maar dat raad ik je niet aan, zelfs niet met een luxe voiture, laat
staan onze camperbus. Niet zo erg, we hebben tijd. We passeren de Frank Slide,
Canadas deadliest rockslide. De nabij gelegen Turtle Mountain stortte in 1903 in
en bedolf daarmee een groot deel van het dorpje Frank. 70 Doden tot gevolg. De
instorting zou te wijten zijn aan de koolmijnontginningen in de berg, hoewel
dat nooit officieel werd bevestigd. Langs beide kanten van de weg ziet het er
inderdaad uit alsof er recent een gigantische lawine is gepasseerd. We
vermoeden dat de oorspronkelijke huizen er nog steeds onder liggen.
Onze eerste
echte stop is Canbrook, voor lunch, winkelen maar vooral voor het Canadian
Museum of Rail Travel. De hoofdreden waarom deze stad zoveel bezoekers trekt
volgens de reisgids. Nuja, Canada heeft wel iets met treinen gehad int
verleden. Het is door de grote treinverbinding in dwangarbeid te laten aanleggen
dat de ondoordringbare Rockies ontsloten werden voor het grotere publiek. Bijna
alle steden kan je hier traceren tot aan hun kraambed, zijnde de railstation.
Erg benieuwd naar dit museum dus. Vast een erfstuk van technologische machtsvertoon.
Als we binnenlopen worden we enthousiast opgewacht door een jobstudent die zijn
rijmpje afratelt. Alles in dit museum is gratis alleen de bezoeken door de
gerestaureerde wagons zijn begeleid in een tourvorm te bezoeken. Niet echt veel
tijd voor de extra tourtjes, we zullen al eens beginnen met het overige alles
te bekijken. Dat lijkt beperkt, het kan krachtig worden samengevat tot een
kelderruimte waar enkele treinfreaks op rust zich uitleven door schaalmodellen
de kamer rond te sturen in een korte loop. Ongetwijfeld zal het wel een knap
geheel vormen als hier de laatste hand aan gelegd wordt, al gaan deze knapen
dat waarschijnlijk niet meer meemaken. Bon, t was in ieder geval geen
weggesmeten geld, troosten we onszelf bij het buitengaan.
De Scenic
Highway langs de Amerikaanse grens is de standaard route verder naar Vancouver.
Maar die zou niet zo scenic zijn als de naam doet vermoeden. Dan nemen we die
niet. We kiezen voor een alternatieve noordelijkere route door het binnenland en
daardoor moeten we enkele gigantische meren over. Via een ferry verbinding.
Niet zomaar een ferry verbinding, maar worlds longest free ferry ride (ja ze
houden hier van superlatieven, wisten jullie dat al?). Die gaat 35 minuten
duren, kost niks en vaart elk 1,5h. Deze alternatieve route was een goede
keuze. De banen zijn wondermooi en zo goed als verlaten. Het blijft continu de
weg afspeuren om tijdig alle wildlife te ontwijken. Een paar keer gaan we flink
in de remmen. Who killed Bambi? Ik wil het niet op mijn geweten hebben. Zon 10
km voor de ferry komen we tegenliggers tegen. Slecht teken, dat wil zeggen dat
de ferry zon 10 minuten geleden gelost is, want deze baan eindigt in de ferry
terminal. Klopt, als we toekomen zien we de ferry net afvaren. 1,5h Wachten.
Blijkbaar vaart deze al op Pacific Time terwijl deze oever technisch gezien nog
op Mountain Standard Time zou ingeclocked
moeten zitten.
We zijn nog
steeds niet gehaast en het blijft hier toch oneindig lang licht, so what.
1,5 h Later de
ferry op en op het dek genieten van de zakkende zon in de omgeving. Veel banen
vind je hier niet. Eens aan de overkant nog 100km. Daar hebben we nog een
slordige 2h voor nodig en dan komen we aan onze Three Island Resort. Niemand
aan de receptie, we volgen de instructies op het bord en gebruiken de telefoon
om de verantwoordelijke te pagen. Twee minuten later komt er een golfkarretje
aangezoemd met een oudere opgetutte dame die uit Benidorm Bastards is geplukt,
veel te veel pit voor haar leeftijd. De sympathieke woordenstroom is eindeloos,
ik kan me niet van de indruk ontdoen dat ze al meerdere toerist onder haar
golfcar geramd heeft zonder de flow te onderbreken. Ik heb moeite mijn glimlach
te beperken tot wat sympathiek kan bevonden worden.
De camping is
een pareltje. We twijfelen of we hier geen extra nacht gaan blijven. Tellen
onze nachten opnieuw uit. Nee, we gaan morgen maar door, anders dreigen we
verderop in tijdsnood te komen.
Geen fotos
meer van wondermooie baantjes, je hebt ondertussen wellicht een idee van de
omgeving.








|