Gezien ik, zelfs bij slecht weer, moeilijk een hele dag kan
binnenblijven, trekken we tegen de middag onze wandel- en regenkledij aan en
gaan op stap. Zoals we eergisteren reeds schreven is het dit weekend feest in
het dorp. We waren vrijdagavond al eens een kijkje gaan nemen maar toen was alles
nog in opbouw. Adriana, onze gastvrouw, vertelt ons bij het ontbijt dat het
vandaag slotdag is en er nog allerlei shows worden opgevoerd.
Eerst even tot aan een uitkijkpunt boven de stad wat ons een
mooi maar druilerig zicht geeft over het dorp en het bijhorende spiegelmeer. We
dalen terug af en gaan dan langs de arena. Er is heel wat lekkers te proeven,
zo staat er ook een kraampje met een lokaal gebrouwen IPA-bier vant vat. Dat
willen we testen. Niet slecht moeten we toegeven, misschien iets te donker naar
onze smaak maar zondermeer het beste zelfgebrouwen bier dat we in Chili al geproefd
hebben. Onvermijdelijk komt daarna snel de vraag vanwaar we afkomstig zijn. Als
we zeggen dat we Belgen zijn, begint de man helemaal te stralen. Belgen die zijn
bier goed vinden, dat vindt hij terecht een hele eer! Hij begint prompt een uiteenzetting
over zijn brouwproces, van zijn collega van het kraampje ernaast krijgen we nog
een stuk gebarbecued vlees en zo zijn we weer helemaal ingeburgerd.
Er wordt vanalles afgeroepen door de microfoon, maar het
lokale dialect maakt dat we er niet veel wijzer van worden. De tribunes lopen
ondertussen aardig vol, we zetten ons erbij want dan zal er wel iets gaan gebeuren
zeker? Er verschijnen mannen met lassos, mannen te paard en dan wordt er een
jonge stier losgelaten. Het concept is
eenvoudig. De mannen te paard jagen de stier op door hem achterna te zitten, en
dat is ook nodig want zon rund staat duidelijk liever stil dan rondjes te draven
door een arena. De binken met de lassos hebben dan als opdracht om hun lasso voor
de stier zijn poten te werpen, op het juiste moment de lus dicht te trekken, en
het dier zo te doen struikelen. Het ziet er gemakkelijker uit dan het is, zon
beest huppelt eigenlijk maar wat rond dus de helft van de tijd schiet de lasso eronderdoor
of terug los. Maar regelmatig lukt het toch en gaat het beest in volle vaart
nietsvermoedend volledig over de kop. De eerste keer had ik medelijden met de
stier, maar ze lijken er niet veel last van te hebben. Meer zon houding van OK,
ge hebt mij kunnen vangen, koe is moe en
ligt hier goe, krijg mij nu nog maar es recht, nà. Hilarisch is het ook als zon
stier ineens beslist dat hij liever wat gras gaat eten en dan kunnen ze met zn
allen proberen om die kolos terug in gang te krijgen. 1 Ding is zeker, zon
rund is ontworpen om wat statisch te grazen en treinen aan te staren, maar
zeker niet om marathons te lopen. Na 3 rondjes mogen ze afgepeigerd terug
achter de coulissen gaan bekomen. Next!
Later doen ze ook nog een rondje rodeo. Leuke namiddag Futaleufu-folklore.
Fotos: nog 2 van onze rijdende doodskist gisteren, tochtje
naar het uitkijkpunt en de rest van de Fufuklore.
Volgens een briefje in onze hostel wordt er elke maandag een
gratis wandeling met gidsen georganiseerd van aan de tourist office richting
Piedra del Aguila. Ja, dat willen wij wel meedoen. Om half 10 zijn we aan de
tourist office, geen kat te bespeuren. Binnen weten ze van niets. Echt verbaasd
zijn we niet, we hadden al zon voorgevoel dat die informatie niet 100%
betrouwbaar zou zijn. Maar, niet getreurd, we kunnen die wandeling ook zelf
doen natuurlijk. De tourist office legt ons uit hoe we er geraken, t staat allemaal
goed aangeduid met bordjes. - Yeah right -. We wandelen het dorp uit en zowaar,
bij de eerste splitsing staat inderdaad een pijl. De Chileense wonderen zijn de
wereld nog niet uit. Ondertussen nog een eenzame wandelaar opgepikt die ook
niet zoveel vertrouwen heeft in bordjes en liever met ons meewandelt. Bij de
volgende splitsing staat er weer een aanwijzing. Onze vreugde kan niet op. Onze
eenzame neemt iets minder tijd voor fotos onderweg en gaat uiteindelijk alleen
voort. 1 km verder is er terug een splitsing en daar begint het, tirez votre
plan, geen pijlen meer. Laten we er dan maar van uitgaan dat dat inhoudt dat we
niet moeten afslaan. De richting klopt alvast (een mens moet wel in zijn
achterhoofd houden dat er hier geen zekerheden meer zijn en de zon s middags dus
in het Noorden staat).
We klimmen op ons gemak gedurende 1,5h via een rotsweg naar
boven en dan zien we de Arendsrots hangen. De wolken zijn ondertussen terug opengebroken
en gestegen en de uitzichten op de omliggende toppen zijn verbluffend. Door de neerslag
van gisteren is er op de toppen nog wat extra sneeuw bijgevallen. Volgens het
beperkte kaartje dat we meekregen, moeten we onder de rots door en dan langs
achter de rots benaderen. We blijven het pad bestijgen en komen uiteindelijk op
een soort van plateau met prachtige vegetatie en een oorverdovende stilte. Maar
we zijn wel helemaal uit de richting. De rots ligt nu een heel stuk achter ons.
Hmm, dan toch een afslag gemist? We keren op onze stappen terug en vinden een
klein paadje, of een uitgedroogd beekje of een schapenweggetje, wie zal het
zeggen. We volgen het een stuk en dan zien we de rots van dichterbij, we zien
er zelfs mensen op staan, maar het pad loopt dood.
We keren op onze stappen terug en hopen dat we onderweg toch
nog een zijpad tegenkomen. Opeens horen we een vreemd gebrul, we kijken mekaar
aan, nee, dat klinkt niet als een schaap, zouden hier pumas rondlopen? Hoe
brullen die juist? We weten dan al wel hoe we ons in zon geval moeten gedragen
maar als het even kan, toch liever niet hoor. Enne, waar zijn de Nike-sporen
van onze eenzame wandelaar gebleven? Was dat daarnet geen afgeknabbeld
mensenbot op de grond? Ongetwijfeld. Ons tempo wordt onbewust iets opgedreven
als we verder wandelen. Er verschijnt echter geen bruikbaar zijpad en
uiteindelijk komen we terug uit onder de rots. Geen idee hoe je daarboven moet geraken.
Enfin, genoeg moeite gedaan, waarschijnlijk hadden we toch niet helemaal
bovenaan durven staan. En we hebben dezelfde uitzichten gehad, hoeveel mooier
kan het daar zijn troosten we onszelf.
Heel de trip terug bergaf, naar goede gewoonte de voeten
verfrissen in een koele bergrivier en dan een welgekomen bord pasta en een
douche.
Woensdag gaan we hier weg, richting Coyhaique. De enige bus
vanuit dit dorp rijdt op vrijdag hebben we ondertussen uitgezocht. Op woensdag
is er enkel een bus die passeert in een dorpje zon 80 km hier vandaan. Dat
lijkt ons helemaal niet zo onoverkomelijk, gewoon tot daar gaan en opstappen. Ah
nee, want dan heb je geen ticket. En blijkbaar kan je hier in het dorp geen
ticket kopen voor een bus die hier niet passeert. En de busmaatschappij heeft ook
geen online verkoop Lastig Ik ga ten rade bij Adriana. Dit werkt zo: vandaag
geven we het geld voor de volledige rit af in een hostal een paar deuren verder
(er is geen korting voor opstappers halverwege). Dat geld gaat vanavond met een
bus naar god weet waar. Morgen komt een andere bus langs dit dorp met onze
tickets. Klinkt logisch, praktisch, modern en totaal realiseerbaar
Ik heb het akelige gevoel dat we beter een Chileense postduif
hadden ingeschakeld.
Gisterenavond een nieuw restaurant uitgeprobeerd. Cordero al
horno, ik laat me bijstaan door een Spaans sprekende foodie, lamsstoofpotje dus.
Ja daar hebben we allebei wel zin in. Meer lam dan stoofpotje zo blijkt. Het
lijkt wel of er twee schapenkarkassen de grill zijn opgegaan en alzo geserveerd.
Dit eet ik in een week! Al mijn healthy koken van de voorbije week verbleekt
hierbij.
We merken dat we maar langzaam opschieten in ons afzakken
naar beneden. Das enerzijds niet zo erg, we hebben hier al heel wat gezien en
beleefd, anderzijds als we de highlights willen meepakken gaan we toch een
tandje moeten bijsteken of we zitten hier met Pasen nog. Gemakkelijker gezegd
dan gedaan. Het gebied hier is dun bevolkt. Dat moet je hier anders
interpreteren dan pakweg De Limburg bij ons. Morgen bussen we 80 km naar het eerstvolgende
dorp Villa Santa Lucia, daar wonen 170 mensen. Daar hopen we op een aansluiting
die ons 400 km naar het Zuiden brengt. Onderweg passeren we 6 dorpen van
telkens minder dan 500 inwoners. De bussen rijden sporadisch en de informatie
is moeilijk te achterhalen. Dus als we sneller willen bewegen moeten we beter geïnformeerd
geraken. Bijgevolg spenderen we de volledige voormiddag ergens tussen internet,
reisgidsen en wegenkaarten in. We proberen uit te vissen welke verbindingen er
bestaan en hoe die juist in elkaar zitten. Heel vaak is het frustrerend en we
zien overal een gat in de markt in de zin van: Man toch, als ge nu een
ferryverbinding van hier naar daar uitbaat dan zijt ge toch gewoon binnen?.
Maar het loont. We vinden de informatie die we nodig hebben om tot beneden te
geraken. Ons vervoer kunnen we niet online kopen dus dat kan pas vanuit het
volgende dorp/stadje Coyhaique. We gaan ervan uit dat dat daar wel moet lukken
en leggen ook al slaapplaatsen vast in Los Antiguos en El Chaltén, zij het
flexibel en annuleerbaar mocht het vervoer toch anders uitdraaien.
Tegen de middag zijn we suf gepuzzeld en doen we nog een
toertje door het dorp. Als we s avonds onze betaalde bustickets willen ophalen
blijken die niet toegekomen te zijn. Maar geen nood, die zijn gewoon met de
buschauffeur morgen meegegeven. Jongens dat is toch geen systeem. Kunnen we
morgen naar Santa Lucia en dan 4h wachten op een volgende bus waar onze tickets
al op aanwezig zouden zijn.
Ik blijf erbij, postduif had beter geweest. To be continued misschien
Het is half 6 s ochtends als we de deur dichttrekken bij
Adriana. Gelukkig moeten we deze keer maar 1 straat verder muilezelen, daar vertrekt
de bus naar Villa Santa Lucia. Mike zijn nieuwe beste maatje Inca hoopt op nog
een laatste aaisessie en komt ons helemaal mee uitwuiven. Hoe dichter we bij 6u
komen, hoe meer volk er verschijnt. Hopelijk sturen ze meer dan 1 bus. En
inderdaad, bus 1 wordt geladen en eens die vol is, komt bus 2 eraan. Aangezien
wij maar een stukje van de ganse rit naar Chaitén meedoen, mag onze bagage pas
als laatste worden ingeladen. Een mens wil graag zeker zijn dat zijn huishouden
volgt, dus bijgevolg zijn wij ook de laatsten die opstappen. Ha, er zijn nog 2
plaatsen helemaal op de achterste rij. We wringen ons ertussen, wat nauwelijks
gaat. De knieën in de nek, jullie kennen dat wel. Gelukkig is het maar voor 2,5
uur. De gravelweg is bochtig, hobbelig en stoffig. De raam sluit niet
fatsoenlijk, dat verwachten we ook al lang niet meer, niks abnormaals dus.
In Villa Santa Lucia is er niet echt een busterminal. Ook
niet echt een bushalte. Er is 1 straat, in die straat is er een barak en in die
barak woont Madame Elsa. Haar huis doet dienst als hostel, wachthokje,
restaurant, beenhouwerij, kruidenierszaak, Starbucks Beeld je een volslanke
oudere dame in, met bril en weinig kapsel, ouderwetse schort, slecht te been
(uit respect geen foto van haar genomen). Ze past perfect in haar eigen decor. We
kunnen daar een tas koffie kopen die we zelf samenlepelen uit beschikbare
poeders en iets wat lijkt op een boule de berlin als ontbijt. Alles is nu beter
dan niets. En dan rest ons 5u wachten tot onze aansluiting. Samen met ons is er
een Chileens koppel afgestapt. Er logeert ook nog een Argentijns koppel dat de
Carretera Austral per fiets doet, die treffen we verdwaasd aan bij het begin
van hun ontbijt. De eerste uren praten we wat over de verschillen tussen onze
landen. De Chileense dame is lerares Engels en zo krijgen we te horen dat een
Chileen vanaf 5 jaar 5 uur per week Engels krijgt op school tot zijn 18e.
Hoezo? Faken die dan allemaal geen Engels te verstaan? Gebrek aan praktische
oefening en interesse, zegt de lerares. Gezien ze vnl in eigen land of eigen
continent reizen, hebben ze nooit Engels nodig. Blijft straf, vooral omdat ze
films hier, net als bij ons, ondertitelen en ook de muziek soms internationaal
blijft.
Als afwisseling maken we een wandeling door het gehucht. Op
een kwartiertje slenteren we rond het volledige dorp. Het regent en er staat een
ijselijke wind. Misschien toch eens beginnen nadenken over de aankoop van muts
en handschoenen. Terug bij Madame Elsa staat er vanalles op haar houtvuur te
pruttelen en zijn ondertussen de empanadas binnengekomen. En die zijn lekker,
heel wat beter dan die deegballen die we in Argentinië mochten ervaren.
Ondertussen hebben we al in de mot dat er nog mensen
meewillen met onze bus. Er staat al zeker 10 man in de regen te wachten. Amai,
en nog 2u te gaan, wat gaat dat straks zijn? Op de middag worden we verzocht
plaats te maken voor de mensen die willen lunchen. We bedanken Elsa voor haar
gastvrijheid en verlaten haar life museum. Ok, menigte verdubbeld. Tegen 13u,
menigte verdriedubbeld. Dat komt hier helemaal goed. Het Chileens koppel
blijkt, zoals alle anderen die staan te wachten, geen tickets te hebben en
hoopt mee te kunnen. Ik snap hun bezorgdheid, de eerstvolgende bus komt pas
binnen 3 dagen. Dat verklaart ook waarom de camping aan de overkant van de
straat ineens verlaten is. Niet meegemogen met de vorige bus? Ik word al
zenuwachtig, niet veel ambitie om hier een paar dagen te vertoeven, we hebben
geen tentje bij en ook al was Elsa zo vriendelijk... We moeten toch op één of
andere manier voorrang kunnen krijgen gezien wij gereserveerd én betaald hebben
via prijsduif. Maar of ze dat hier ook zo zien, who knows. We smeden snode plannen
om de stormloop op lege plaatsen voor te zijn. Mike blijft bij de bagage en ik
loop snel naar de deur van de bus en probeer de chauffeur te overtuigen dat hij
onze tickets heeft. Moet lukken, waterdicht plan.
Om half 2 is de bus eindelijk daar. Zoals voorspeld zet heel
de massa zich onmiddellijk in beweging, maar zonder bagage huppel ik frivool
iedereen voorbij en sta pal voor de deur. Als de chauffeur zijn deur opendoet,
begint de menigte te roepen om een plaats. Ik roep dat wij Mike en Ruth zijn en
hij tickets voor ons heeft. En ja hoor, ons tactisch uitgedokterd en diep
doordacht plan werkt perfect, ik krijg de tickets en mag opstappen. Mike staat
een eind verder met de bagage maar geen nood, ik heb zitplaatsen kunnen
bemachtigen. Mike zal wel volgen zeker? De buschauffeur wordt voor de rest
ongeveer gelyncht door de wachtenden voor een plaats en dan hoor ik hem zeggen
dat er voorlopig niemand zonder tickets mag opstappen want hij wacht nog op de
bus van Futaleufu waar nog mensen met tickets opzitten. Wat?? Dus deze bus
wacht gewoon op de bus die om 11u in Futaleufu vertrok en waarvan ze zeiden dat
we die niet mochten nemen want dat we alle kans hadden de aansluiting te
missen? Grmbl, we hadden tot 10u in onze nest kunnen blijven liggen. Maar goed,
dan hadden we de Madame-Elsa ervaring met haar legendarische empanadas wel misgelopen.
Iedereen kan mee, minstens 20 mensen moeten rechtstaan in
het gangpad. De toilet wordt omgebouwd tot storage. Volledig overladen de
Carretera Austral op. Het paradepaardje van Pinochet die de aanleg beval. Dat is één van de slechts twee wegen die in
Patagonië Noord met Zuid verbindt. Vergelijk het zo, één van de twee wegen die
Noorwegen met Spanje verbindt. Dit is de Chileense tegenhanger van de Ruta 40
en veel mooier want je gaat dwars door de Andes. Ook veel avontuurlijker,
hoewel de overheid al jaren tracht de boel te asfalteren. Urenlang rijden we
verder. Volgens de info die we kregen zouden we tussen 19 en 21u in Coyhaique
moeten zijn. Er zijn echter geen verkeersborden dus we hebben ook geen idee hoe
ver we al gevorderd zijn. De route wordt zo smal dat de autos nauwelijks kunnen
kruisen. Door de regen is het een modderpoel van jewelste en ondertussen zijn
er ook nog wegenwerken met wisselend verkeer. Bij momenten is het
angstaanjagend, maar zo mooi, onbeschrijfelijk. We kunnen met zekerheid zeggen
dat dit de meest spectaculaire rit is die we ooit deden. Hier zijn wij
indringer in de ongerepte natuur. Stap twintig meter uit de bus en weet met
zekerheid dat hier nog nooit iemand is geweest. Vele bergen en meren zijn hier
niet eens benoemd. Spijtig dat we geen fotos hebben, maar dat is gewoon niet
mogelijk gezien de toestand van de weg. Soms wiebelt de bus zo hard in de
putten dat we vrezen dat ze zal omslaan. De onderkant knalt met vaste regelmaat
tegen de weg aan. Soms stapt de chauffeur uit en duikt hij onder de bus voor inspectie, of om te kotsen. Als het
begint te schemeren en er zijn alleen maar bergen en bos rondom ons, beseffen
we dat we er nooit op het beloofde uur zullen geraken.
Om 22u zijn we eindelijk het ongeasfalteerde stuk door en
zien we een bord. Nog 166 km. Even snel tellen op de kaart. Oei, dat wil zeggen
dat we er al 137 gedaan hebben. Dat wordt nog even doorrijden. We hebben een
appartement gehuurd, vraag is of die mensen zo lang voor ons gaan opblijven.
Als we uiteindelijk in een dorpje komen waar er GSM ontvangst is, stuur ik een
SMS naar de eigenares om haar te informeren. Er komt geen antwoord. Ook de
chauffeur begint het wat beu te geraken en rijdt flink door, iets te fel in
sommige bochten lijkt mij. Ik doe dan ook geen oog dicht. En ondertussen regent
het en giert de wind langs de bus.
Eindelijk, om 00u45 komen we aan in Coyhaique. Geen taxi te
bespeuren maar we weten ongeveer waar we moeten zijn, zon 2 km buiten het dorp.
Nog even zoeken want eens het dorp buiten stopt de huisnummering en begint een
nieuwe nummering overeenkomstig de afstand van het dorp, maar we vinden het
uiteindelijk toch. Vol goeie moed loop ik naar de receptie, waar nog een TV
staat te spelen en klop op de deur. Geen reactie. Verdorie, als dit niet
goedkomt is het terug naar het centrum, proberen iets anders te vinden in het
holst van de nacht. Ik klop wat harder en zowaar verschijnt er een slaapkop
vanuit de zetel. De eigenares had mijn SMS gekregen en geantwoord dat ze wakker
zou blijven. Ik heb niks ontvangen zeg ik, en op dat moment komt de SMS binnen.
Maar goed, we zijn zo opgelucht, je kan het je wel voorstellen. Appartement
ziet er leuk uit, we gooien onze rommel neer waar hij wil vallen en ploffen totaal
uitgeput nog even in de zetel. Wat een dag. Maar eind goed al goed en t was er
weer één om nooit te vergeten.
En dan denk ik nog even na over de buschauffeur. Die man is s
ochtends om 11u30 vertrokken en heeft bijgevolg ongeveer 14u achter zijn stuur
gezeten, met 4 haltes onderweg om mensen in- en uit te laden en nog 1
verplichte stop van een uur omdat de wegenwerken nog bezig waren. Dat zou bij
ons gene waar zijn. Volgens mij gaat die man goed slapen. Ik wil deze bus niet
op de dag nadat deze man jarig is.
Fotos: Keuken van Elsa, fotos van Santa Lucia
en gedrum voor een plaats op de bus
Na een deugddoende nachtrust bestaat ons ontbijt uit een tas
thee. De ijskast is nog leeg natuurlijk.
Dan volgt de standaard route van dag 1 op een nieuwe locatie.
Tourist info voor een planneke en wat informatie, vuile was droppen,
verderzetting van de reis vastleggen. Heel de trip van hier tot in El Chaltén
zit uitgedokterd in ons hoofd, de overnachtingen zijn geboekt, het is enkel nog
een kwestie van tickets voor het transport in handen te krijgen. Eerst naar de
busmaatschappij. 2 Tickets voor zondag tot aan de ferry. We vragen nog even na
hoe het de reis daarna verder verloopt om over de grens te geraken. En dan komt
de aap uit de mouw. De overzet van zondag komt pas om 21u15 aan in Chile Chico
(laatste dorpje voor de grens) en de grens met Argentinië sluit om 22u. Niet
haalbaar zegt de verkoopster, jullie moeten een overnachting in Chile Chico voorzien
of op zaterdag de namiddagferry nemen. Zaterdag is geen optie voor ons. Zondag
moeten we eigenlijk over de grens in Los Antiguos zijn, want die overnachting
is geboekt. Gelukkig is die gratis wijzig-annuleerbaar, dus we blijven bij ons
oorspronkelijk plan. Dan naar de andere kant van de stad voor tickets voor de
ferry. Tegen dat we terug in het centrum zijn, is het al danig lunchtijd en de
maag knort, eindelijk eten, dat is geleden van de empanadas van Elsa, de zak
chips op de bus niet meegeteld. Fieuw, een mens kikkert er van op.
Dan nog langs de supermarkt om de ijskast te vullen en terug
naar ons huisje.
Volgende stap, de bustickets van Los Antiguos naar El
Chaltén online boeken want dat kan ik vanuit Chili niet in een reisbureau
regelen. Ik krijg allerlei foutmeldingen en geraak er niet door. Na wat zoeken
blijkt dat de bus op dinsdag niet rijdt, hoewel de website het wel aangeeft.
Pas als je die rit effectief wil boeken, loopt hij vast omdat er geen bus is. Tot
zover onze geweldige voorbereiding. Rest ons niets anders dan de overnachtingen
met een dag te verschuiven. In Los Antiguos lukt dit zonder veel problemen,
vooral omdat de persoon aan de andere kant Karin Dielemans heet en gewoon NL
praat. Handig. De overnachting in El Chaltén loopt moeilijker. Online wijzigen
lukt niet en als we online annuleren kost ons dat véél geld. Dan maar wat op
het gemoed van de uitbaters werken en proberen rond de online reservatie rond te
gaan. Hopelijk lukt dat. t Is niet gemakkelijk, maar moeilijk gaat ook. Alleen
zonde van de tijd die we er 2 dagen geleden hebben ingestoken om alles uit te
pluizen.
De flatscreen slikt usb en speelt onze films af. We kijken
film vanuit ons bed, maar eigenlijk zien we meer naast de TV door de grote
ramen heen naar de bergen.
5 km verder ligt de Reserva Nacional Coyhaique. Die gaat niet kunnen ontsnappen aan onze
wandellust. We stoppen een Taxi en laten ons tot aan de ingang voeren. Geen
slechte beslissing, want buiten dat het maar 5km verder was is het ook stevig
naar boven. We betalen toegang aan de parkwachter en krijgen een A4 mee waarop
de wandelpaden staan aangegeven. Maakt dat mee. We kiezen voor een cirkel van
een 12km daar zouden we 3,5h over moeten doen. No problemo.
Tja, als bussen en nationale parken niet uw ding zijn kunt
ge best pas binnen een week of 3 terug inloggen op deze blog. Want daar bestaat
ons leven hier ongeveer uit.
Het weer is aangenaam, we wandelen in T-shirt in de schaduw
en we passeren wat meertjes en mooie vergezichten van Coyhaique, helemaal Zen. Halverwege
worden we dieper in het woud gestuurd. Even opletten dat we het pad hier niet
kwijtgeraken. Hier is iets vreemd aan de hand. Alle grote bomen liggen neer en
alle bomen die rechtstaan zijn maximaal 20-30j oud aan hun diameter te schatten.
Wat is hier gebeurd? Lawine? Brand? Welk geweld kan al die kollossen geveld hebben?
Dit is een heel vreemd bos. We wanen ons op een bomenkerkhof. Heel speciaal.
Ook hier zitten we nog in de habitat van de poema. We zien er geen. We vragen
ons af hoeveel poemas ons gezien hebben.
We zijn al 3h verder en terug aan ons startpunt. Hier staat
geen taxi meer, er is geen bus. We wandelen nog een extra 5km tot aan ons
huisje. Siësta verdiend en dan de stad in, naar de winkel en propere kleren
ophalen.
Een paar dagen geleden in de supermarkt. Het voorverpakte
gehakt wordt enkel per 500 gr of meer verkocht. We vragen aan de toog of het
mogelijk is om 200 gr te krijgen. De man moet het gaan navragen. We horen een
hele discussie in de beenhouwerij. De man komt terug. U bedoelt 2000 gr
mevrouw? Nee, 200. Wenkbrauwen zwiepen omhoog. De man verdwijnt weer. We horen
gelach. De man komt terug. Bent u zeker mevrouw? Jep, 200 gr. De man weegt het
braaf af en vraagt: waarvoor gaat u dit beetje eigenlijk gebruiken als ik zo
nieuwsgierig mag zijn?? Ok, de gemiddelde bestelling van een local bestaat uit
10 worsten, 5 kg biefstuk en 5 kg kippenbouten, ik geef toe, het ligt aan ons.
Als ik gisterenavond 2 koteletten vraag aan dezelfde verkoper, volgt er een
vette knipoog maar worden er geen verdere vragen gesteld.
Om half 4 komen ze ons pas ophalen richting Chile Chico. Een parcours dat deels uit bus en deels uit
ferryoverzet bestaat. We mogen tot 3u op het appartement blijven. Dat geeft ons
rustig de tijd om in te pakken en aan de eisen van een paar trouwe bloglezers te
voldoen. We regelen ook nog een voorschot voor de overnachtingen in El Calafate
via Western Union. Gelukkig kan dit gewoon via internet. De vraag overtreft het
aanbod voor het aantal beschikbare slaapplaatsen in El Calafate. We hadden een
pareltje gevonden via Air B&B waar we 3 minuten over getwijfeld hebben en
in die 3 minuten is er iemand anders mee gaan lopen. Balen. We hebben dus niet
echt de luxe om moeilijk te gaan doen over Western Union transfers. Daarenboven
scheelt het ons ook in cashvoorziening.
Om 15u staan we gepakt en gezakt voor de deur. Op het moment
dat ik de toelating krijg om te beginnen stressen (zijnde 30 min na de beloofde
pick-up tijd) komt ons buske eraan gereden. We moeten er geen tekening
bijmaken, kijk naar de foto. En de chauffeur had haast. Tegen een illegale
snelheid flitsen we naar Puerto Ibañez. Die chauffeur lijkt een persoonlijk
record te willen verbeteren, elke nieuwe bocht, een nieuwe uitdaging. Ik
probeer wat fotos te trekken met de GSM, met wisselend resultaat. Als we
afdalen ruiken we de oververhitte remmen. Maar, op deze trip passeren we in de
verte de Cerro Castillo, een bergtop die er uitziet als een kasteel, zij het
dan eerder één van het Lord of the Rings-type. Knap om te zien.
Levend en wel komen we aan in Puerto Ibañez en dan is het
nog even wachten op de ferry. Er staat een hoop volk en een massa rommel. Om
nog eens te beginnen van ik ga op reis en ik neem mee zien we een hele
familie staan, inclusief oeroud TV-toestel, wasmachine, 2 tot op de draad
versleten luchtmatrassen die gaan verhuizen. Ook een vrachtwagen vol
houtblokken gaat mee. Als we aanschuiven om aan boord te gaan, zegt er een
familie vriendelijk Bonjour. !? We bekijken hen en vragen ons af vanwaar we
die moeten kennen. Frans hebben we hier nog niet gesproken. Uiteindelijk vraag
ik van waar ze komen, blijkt dat het Belgen zijn en ze hadden ons gespot aan de
hand van onze bagagelabels. Tussen al het volk dat aan boord gaat spelen we ze
echter snel terug kwijt.
De overtocht is sprookjesachtig. We váren nu door de Andes,
door de fjorden. De zon zakt en kleurt
de hemel. Er staat een strakke wind. Vlak boven het wateroppervlak blaast de
wind het water los van het meer. We krijgen de film The Impossible te
zien, over de tsunami in Thailand.
Opmerkelijke keuze voor op een boottochtje in vulkaangebied dat bulkt van de tsunami-warnings.
Het is al flink donker tegen dat we in Chile Chico aankomen.
We beginnen naar onze hostel te wandelen, die lijkt wel een stukje verder van
het centrum dan beloofd. Na 2,5 km zijn we er eindelijk geraakt, we zwieren de
bagage neer en keren terug om nog iets te eten. Op een zondag na 22u is dat
altijd een uitdaging. Maar we hebben geluk, we lopen toevallig langs het enige
restaurant dat open is en krijgen er nog een stuk kip. Achteraf gezien
misschien beter eerst gaan eten ipv heen en weer te wandelen maar kom, ge kunt
ook moeilijk een restaurant binnen wandelen met 4,5 rugzak. Laat staan rustig
van een maaltijd kan genieten als je niet weet of je je slaapplaats gaat
vinden.
We zijn der weer geraakt.
Foto: Volle bus, de rit naar Puerto Ibañez, veel volk op de
kade, aan boord
Nadat een aantal mensen vroegen naar een overzicht van de route die we tot hiertoe hebben gevolgd, leek dit ons inderdaad wel een nuttig gegeven. Sinds vandaag staat er links bovenaan een kaartje. Als jullie op de rechthoek klikken, wordt de kaart vergroot. Per locatie kunnen jullie ook op het bolletje klikken en zo te weten komen wanneer we daar waren en waar we gelogeerd hebben.
In principe kunnen jullie niets verkeerd doen door wat rond te klikken.
Hoe onze verplaatsing van vandaag verloopt horen jullie later wel.
Vrij vertaald betekent dat Silly Chicken. Onze Hosteria heet
de la Patagonia, zo heten ze allemaal, of toch in één of andere variant. Ja, de
beschikbare namen zijn hier beperkt. Ze hebben hier maar een handvol helden om
hun parken, dorpen, pleintjes en wegen te benoemen dus komen die heel
regelmatig terug. Zo ben ik ervan overtuigd dat de helft van de Patagoniërs in
de Bernardo OHiggins-straat woont. Das de hoofdstraat van elk dorp en ligt
ongetwijfeld op een steenworp van de Rio Blanco of Laguna Verde. Eens het dorp
meer straten bevat dan er helden voorhanden zijn geven ze de straten gewoon
namen van historische data. Zo zijn de 21 de Mayo en 9 de Julio hier ook
gangmakers. Ik vraag maar niet naar de namen van hun kinderen, ik ga nooit op
voorhand kunnen beloven een uitgestreken
gezicht te bewaren.
We wijken af, onze Hosteria de la Patagonia wordt beheerd
door Belgen, t is te zeggen door hun afstammelingen. In de jaren 40 is er een
Waals koppel met een grote droom afgezakt naar dit oneindige niets. Dat
oneindig hadden ze net verkeerd ingeschat en hun handeltje oprichten ging niet
van een leien dakje. Daar is een film over gemaakt Le rêve de Gabriel, de
bompa dus van de huidige uitbaters. Die moet ik beslist eens zien als we terug
thuis zijn
In onze Hosteria de la Patagonia spreken ze dus Frans. Bij
het ontbijt komen we het Waalse gezin dat ons gisteren op de ferry aansprak
opnieuw tegen. Natuurlijk, de moeder is ook afstammeling. Ze houden een familie-bijeenkomst.
De tuin is bijzonder, er staat achterin een grote houten tob die dienst doet
als jacuzzi. Die wordt warm gestookt met hout, er is zowaar een waterdichte
onderwaterhoutkachel in gebouwd. Voor de bubbels moet je zelf zorgen. Verder in
de tuin staat een boot op het droge die een nieuw leven krijgt als gastenkamer.
Tegen de middag wandelen we Silly Chico in op zoek naar
lunch. Het zit niet mee deze keer, resto 1 heeft een uitgebreide kaart met
huisgemaakte pastas maar serveert vandaag enkel pizza, resto 2 heeft als
dagschotel potjesvlees met puree. Dat ziet er heeerlijk uit. De laatste twee
dampende borden worden op de tafel naast ons geplaatst. Resto 3, en meteen
ongeveer de laatste in deze chico stad, heeft een menú del día waar we niets
van begrijpen en volmondig si op antwoorden. Menu suprise Eerst een
carbonada, zijnde een soep met pompoen, courgette, aardappel, pasta, gehakt.
Stevig, hier hebben ze vast geen compostvat nodig. Hoofdschotel humita,
slaatje met dichtgevouwen maïsblad met een gemixte maïs-ei pap in verstopt,
speciaal. We hebben geluncht.
Nog even door het dorp kuieren, wat rek- en strekoefeningen
aan de kade, en tot aan het uitzichtpunt. Nu terug naar onze hostel de la
Patagonië. Om 17h komen ze ons hier halen om ons de grens over te loodsen naar
het eerstvolgende Argentijnse dorp Los Antiguos. Klopt ongeveer, om 17u30
worden we als laatste opgepikt door een minibus die al vol zit. Whats new. 10 Minuten
later zijn we aan de Chileense grenspost. Daar moeten we een uurtje schuifelen
voor twee stempels. We hebben geluk, terwijl we aanschuiven zien we op tv
beelden van grensposten met een wachttijd van 9h. Stel u voor . Terug de bus op
naar de Argentijnse tegenpool, daar staat weinig volk, en dan nog even verder
tot aan het stadje. We worden gedropt aan de busterminus voorbij de stad.
Verdorie, onze nieuwe hostal lag vóór de stad. Te ver om de stappen. Locals
zijn zo behulpzaam een remise voor ons te bellen die ons voor een habbekrats
tot daar brengt.
De nieuwe hostal wordt gerund door Karin, een Nederlandse
zonder zittend gat, die ongeveer alles in dit continent al bereisd heeft.
Beetje vreemd gevoel, van België naar Holland, maar ja, we zijn dan ook de
grens overgegaan.
Deze hostal ligt in de pampas, flink een half uur stappen
van Bernard. De uitbater is ook een Nederlander, heeft daarenboven een restaurant
in het dorp, en wil ons wel meenemen. Super. Dat scheelt weer een wandeling. Een
bijzonder iemand, hij spreekt gebrekkig en traag Nederlands met een blik alsof
hij al jaren op een maté dieet leeft. Hij rijdt voor ons langs enkele
uitzichtpunten, de boulevard, het bos, via wegen waarvan hij zelf niet zeker is
of deze ergens naar leiden (ha, dit weggetje ken ik nog niet, even proberen,
steil naar beneden hots bots door het zand en over rotsen), door de Rio Blanca (omdat
ik weet dat ik erdoor kan) tot aan zijn resto. Totaal geflipt die man. Mooi
dorpje, maar je moet wel weten waar je moet zijn, blijkt. Ik onderneem een
poging de standaard homp vlees binnen te spelen maar geraak maar halverwege.
Taxi terug, lets call it a day.
1 Ding hebben we op deze reis al goed geleerd wachten .
Fotos: Humita, Mike doet ski-oefeningen, uitzichtpunt, foto
van den Bernardo, hot tub en bootkamer, Argentijnse grenspost
Onze Nederlander komt vanmorgen dag zeggen. Hij moet met de
auto naar Buenos Aires. 24u rijden. Dat herinnert ons aan één van zijn
uitspraken gisteren tijdens zijn scenic tour. Stel je een Nederlands accent voor
op het Zuid-Amerikaanse slome tempo : Nou Je gaat hier rechts, en dan daar .
daar links, momentje, ik weet niet meer wat rechts en links is. Dit is toch
rechts hé? Flapperend met zijn rechterhand. Ja beaamt Mike. Met de nieuw
verworven inzichten begint de man zijn wegbeschrijving van voorafaan. Gelukkig
moeten wij morgen naar het Zuiden, kunnen we die wegpiraat al niet tegenkomen.
Tenminste, als hij het onderscheid kan maken tussen Noord en Zuid.
Los Antiguos is het centre national van de cereza, en dat is
jammer genoeg geen tikfout. Cereza dus, niks cerveza. Hier wordt dit jaar zelfs
het eerste cereza rockfestival georganiseerd. Ik verwacht dat het niet spectaculairder
zal zijn dan de Miss Aardbei-verkiezing van Melsele.
We mogen de 2 mountainbikes van de hosteria gebruiken om de
omgeving te verkennen. Leuk, dan kunnen we wat verder gaan. Dos, cereza por
favor wordt ingezet en we zijn weg. Een uitdaging, want de beruchte
Patagonische winden zijn hier al danig vertegenwoordigd. De mountainbikes
hebben hun beste tijd gehad maar kom, de basisonderdelen om vooruit te geraken zijn
aanwezig. We rijden langs verschillende chacras (fruitboerderijen waarvoor Los
Antiguos bekend is) tot aan de Lago Buenos Aires, 4e grootste meer
van Argentinië. De wind zorgt voor zulke golven dat het lijkt alsof je aan zee
bent. Op de achtergrond zie je normaal de Cerro Castillo (jullie weten wel, dat
kasteel van LOTR), met de toppen in de wolken.
We overwinnen hobbelige gravelwegen, trappen ons dwars door
een woeste bergrivier, trotseren orkaanwinden, we wanen ons helemaal op een WK
veldrijden. Zij het met iets minder slijk en des te meer stof. Ik weet niet hoe
wanhopig we er net uitzagen maar onderweg stopt een auto die ons net inhaalde.
Een dame met grote kersenzak stapt naar ons toe. We moeten proeven van de
kersen, hmmmm lekker, en we moeten een zakje gratis kersen van haar aannemen.
We vlijen ons prompt meer op de malse rivierstenen en eten de zoete kersen als
lunch.
Na 4u olympische prestaties komen we in het centrum van Los Antiguos.
Gezien we terug op Argentijnse bodem zijn, dient het cash flow probleem zich
weer aan. We hadden een reserve voorzien, maar gezien onze ervaringen kan je
geen gelegenheid laten voorbijgaan om die bij aan te vullen. Dus steken we al
onze flexible friends in de enige aanwezige jackpot van het dorp, spelen alle
mogelijke combinaties uit met verschillende inzet maar, zonder enig resultaat. En
een casino ontbreekt hier ook. Hopelijk in de flappentapper van het volgende
dorp meer geluk.
Met een pijnlijk zitvlak en een gebroken rug (de fietsen waren
niet echt afgesteld op onze lengte) arriveren we terug bij onze hostel. Met
Karin kunnen we het weer op een akkoordje gooien dat we morgen langer op de
kamer mogen blijven. Onze bus vertrekt nl pas om 20u. We bussen dan heel de
nacht door en zouden tegen 10u de 19e in El Chalten moeten zijn. Dat
wordt een boeiende nacht.
Vanmorgen hebben we de troubles met onze overnachting in El
Chalten finaal kunnen oplossen. We moesten die met een dag opschuiven,
remember? De bookingwebsite liet dit niet toe, tenzij tegen een belachelijk
dure wijzigingskost, hoewel de uitbaatster akkoord was. Er volgden een paar
duidelijke mails naar Booking.com, de uitbaatster veranderde dan nog eens van
gedachte en ging alleen nog maar akkoord met een kostenloze wijziging als ze
voor die verloren nacht iemand anders kon vinden . Maar de volhouder wint en het
lijkt nu allemaal in kannen en kruiken. t
Zal wel zijn zeker. Als die schrijven Beste klant dan kan je dat ongeveer
letterlijk nemen.
We pakken rustig in, hangen wat op het internet, blog,
fotos, administratie en planning. t Is toch geen weer buiten. Het waait nog
harder dan gisteren en het is koud. We leren van Karin dat de oorzaak van het
slechte weer ligt bij de geesten van de Tehuelches (oorspronkelijke
indianenstam) die deze dagen verstoord worden door de vele toeristen. Aan de
stand van de bomen te beoordelen zijn de geesten hier wel snel op hun teentjes
getrapt. Ze staan allemaal schuin.
Tegen 16h kan de doe-smurf het nimmer aan en moet er bewogen
worden. We laten een remise komen om ons naar het dorp te verhuizen. Eten nog
iets en wandelen tot aan de busterminal. Die ligt nooit in het centrum. Ik vind
dat vreemd, het zijn toch juist de mensen zonder eigen vervoer die gebruik
maken van de bus. We zien een stinkdier dat weinig schuw is en met een vreemde
sjwoeng ons voorhuppelt, vermoedelijk al eens liggen dollen met een straathond
of een poema. Misschien hebben alle stinkdieren wel een vreemde sjwoeng in hun
gang, dat zou ook kunnen. Onze bus is ruim op tijd, redelijk luxueus, het beste
wat we konden vinden op deze as, en voornamelijk helemaal niet uitverkocht. We
zijn met 8. Jeuj, ieder zijn eigen dubbele zetel!
We installeren ons, negeren het verbod om je schoenen uit te
trekken. Mijn Spaans is dan plotseling niet meer zo goed. Ik ga niet de ganse
nacht met mijn bottinnen aan slapen. 20h, de bus vertrekt op tijd. De avond
valt. We rijden het dorp uit de pampas in. De gsm-ontvangst valt weg, kort
daarna de radio. Alle contact verbroken. We zien maar weinig dieren, enkele
bange konijntjes in een arme vegetatie, zelfs het gras heeft hier pleinvrees.
De leegte van de maanloze nacht benadrukt de oneindigheid. Ik meen te begrijpen
welk gevoel astronauten besluipt als ze naar de blauwe planeet kijken. Ik heb
mijn Ipod in mijn oren en sluit me volledig af van alles wat zich in de bus afspeelt.
Portishead, Dummy. Flinterdunne breekbare muziek die opgaat in de zwarte nacht.
België met zijn ongeduldig karakter lijkt oneindig ver weg. Ik mijmer over de
verschillen met deze regio en deze mensen. Wanneer ben jij voor het laatst
gestopt om een wildvreemde fietser kersen toe te stoppen? We weten en kunnen
zoveel. Ik vraag me af of het wel de juiste dingen zijn die we kunnen en weten.
Mijn paradepaardje is dat 'perceptie' een verplicht schoolvak hoort te zijn.
De chauffeurs mogen het hebben. Urenlang staren naar een hypnotiserende wegmarkering
die 150 meter voor de bus oplicht. Nauwelijks bochten, geen kruispunten, geen
bebouwing. Zijdelingse wind- en regenvlagen die de bus teisteren. Af en toe een
tegenligger, die zie je van ver, toch duurt het nog minuten voor we zullen
kruisen. Plots staan er twee Alpacas op
de weg te grazen. Het duurt even voor de chauffeur reageert en de bus gaat in
de remmen. De Alpacas blijven als versteend in de lichten van de bus staren.
De bus remt nu zo hard ze kan en iedereen wordt uit zijn trance gehaald. We
stevenen nog altijd met veel vaart op de beesten af, ze wijken niet. Het zal
nipt worden. De bus komt tot stilstand op ongeveer een meter van de dieren. Die
dan schoorvoetend terug de pampas in wandelen, wachtend om een volgende bus te
pesten. Ik ken dierenvrienden waarvoor dit stukje een regelrechte thriller moet
zijn.
Plots duikt er uit het niets een gehucht op. We stoppen er
om te tanken. Er staat een automaat waar je voor 2ARS je thermos kan volgooien.
Word hier geboren bedenk ik, tegelijkertijd geraak ik er niet uit of dat net
een zegen of een straf is. Het is 'anders', besluit ik.
Tegen 3h besluit ik dat ik ook maar eens ga proberen een
uiltje te vangen. Het is ongeveer dan dat het asfalt op is en we op gravel zijn
aangewezen. Nu zijn er gravelwegen en gravelwegen. Deze is in slechte staat,
zelfs volgens Argentijnse normen. De bus gaat stapvoets de gravelweg op en
probeert al slalommend de diepste kuilen te ontwijken. Mijn uil is gaan
vliegen. Dat gaat hier nog efkes duren. Ik hoop voor de chauffeur dat de bus
stuurbekrachtiging heeft.
Enkele uren later vinden we opnieuw asfalt en stevenen we op
El Chalten af als het licht wordt. Het is 6h30, we gaan 3h vroeger aankomen dan
voorspeld. Hoe kan je er zover naast zitten.
EL Chalten is een dorpje gebouwd op een klein stukje vlak
tussen hoge rotsformaties die als gigantische stadswallen het dorp omringen. We
kunnen al terecht voor een koffie en laten onze bagage achter aan het
appartement, zo kunnen we rustig het dorp verkennen. Tegen 10 kunnen we ons installeren.
We hadden al vernomen dat de bevoorrading van het dorp nogal beperkt is. We
moeten dan ook de 3 supermarkten binnengaan om aan alle basisingrediënten zoals
pasta, water, kaas, te geraken. El Chalten staat ook bekend als het dorp met 1
ATM en handelszaken die geen credit cards aanvaarden. Maar hebben wij even
geluk. Na 5 jaar zagen en klagen van de lokale commercie is er op 17 januari
2015 een bankkantoor geopend. Onze verhuurster zegt dat het echt een verademing
is. Soms zat heel het dorp 4 dagen zonder cash omdat de enige ATM buiten
werking was. GSM-ontvangst hebben ze sinds 2 jaar, als je bij de juiste
operator zit toch. Wifi is er, maar via satelliet en durft al eens wegwaaien,
net als het signaal van de kabelTV.
Per uitzondering is er geen zuchtje wind en de zon brandt. Een
unieke kans om te gaan wandelen, dit mooie weer hebben ze hier maar enkele
dagen op een jaar. Maar we hebben een buslag, dus het lijkt ons niet verstandig
om aan een stevige dagmars te beginnen. Dan gaan we maar een terrasje doen met
zicht op de Cerro Fitz Roy, een granietrots van meer dan 3000m. We laten ons
vangen aan een cocktail van slaapgebrek, zon en een liter wijn. Potje koken en
bed in. Morgen op tocht.
El Chalten is hét hikingcentre van wereld, volgens de
locals. Hiking zal het zijn dus. Middelmatige tochten hebben ze hier niet.
Ofwel stelt het niets voor, ofwel zijn ze stevig. We zijn wel iets gewoon dus
stevig zal het zijn. We kopen een wandelkaart en schatten de wandeling in. 4h
tot aan de kam en 4h terug naar beneden, lengte 19km, hoogteverschil 800m
waarvan 400m in de laatste km voor de kam. Pittig. We hebben een busje geregeld
dat ons 17km uit het dorp afzet aan het beginpunt zodat we niet gewoon op en
neer moeten want dat vinden we minder leuk. De rit duurt een klein uurtje,
overal waar we kijken zien we gletsjers, soms 3 tot 4 tegelijk. Het gebied heet
dan ook Parque Nacional de los Glaciares. Het is verbluffend. We starten aan
een hostal dat hier helemaal verloren ligt, het maakt zijn eigen elektriciteit
via een generator aangedreven door een bergriviertje. We wandelen in een bos
langs de rivier zachtjes hellend naar boven. Ook dit bos is zwaar gehandicapt,
geen enkele boom is in goede staat. Vele zijn reeds geveld en wachten op
ontbinding. Een behekst bos lijkt het wel, voor de zekerheid laat ik elke paar
meter ongemerkt wat kruimels vallen.
Ook vandaag zijn we gezegend met het weer. Geen regen, geen
wind. Ook geen zon maar een mens kan niet alles hebben. En misschien maar goed
ook als we straks moeten klimmen.
Op een uitkijkpunt holaen we naar een koppel dat fotos aan
het nemen is. Als het meisje tegen haar vriend zegt ligt mn haar goe zo?,
hebben we wandelgezelschap gevonden. We lopen een heel stuk samen, de stumpers
zijn maar voor 4 weken in Argentinië en moeten alles op ijltempo afwerken.
Uiteindelijk komen we aan de klim naar de kam. Een uur steil naar boven op een
uitdagend pad, maar zoals steeds ligt de beloning bovenaan. We hebben een fantastisch
uitzicht op een meer dat gevoed wordt door 3 gletsers en natuurlijk op de Fitz
Roy zelf. Hoewel de zon niet schijnt, prijzen we ons toch gelukkig dat we zijn
toppen kunnen zien, dat is lang niet iedereen gegund. Even op adem komen en dan
terug naar het dorp. Moe maar zeer voldaan zijn we, wat een fantastische tocht.
Als we de deur van ons appartement opendoen, begint het te regenen. Perfecte
timing.
Vandaag de spieren wat rust geven want morgen is er een nieuwe wandeldag. En we moeten dringend bijbloggen.
In de namiddag gooien we de benen even los langs de rivierbedding op en neer. We passeren een aantal bergwanden waar klimmers aankleven. Ik word al duizelig door er naar te kijken.
Mike gaat pootje baden in de rivier en laat mij achter op condorjacht, het toestel schietklaar ingesteld op condor-stand. We denken er net een paar gespot te hebben die profiterend van de thermiek voorbij zweven. Ze verkiezen echter de bergen aan de andere kant van de vallei, das te ver voor onze zoom, we krijgen ze enkel in digitale braille op de gevoelige plaat.
Gezien het weer een prachtige zonnige namiddag is, doen we nog een terrasje. Daar waren we al goed in maar practice makes perfection.
Inkopen gaan doen begint hier stillekes aan hilarisch te worden. 1,5u heeft het ons deze keer gekost om een simpele maaltijd bij elkaar te winkelen. Het water blijkt ondertussen in ongeveer elke winkel uitverkocht te zijn en de beschikbare groenten zijn niet meer herkenbaar van het origineel. Maar met de nodige creativiteit maakt Mike een buitengewoon rundsstoofpotje.
Fotos: zoek de condor, pootje baden, lastdieren
Vannacht worden we gewekt door 1) een halvegare die de hoofdstraat op en neer scheurt met een auto zonder uitlaat en 2) een huilende wind die langs alle gaten en kieren door ons appartement giert.
Terwijl dat 1) enkel leidde tot wat slaapgebrek is 2) problematischer. Vandaag willen we topwandeling n° 2 doen, maar er wordt aangeraden die enkel te doen bij niet-winderige omstandigheden. Goed, we zullen vertrekken en zien hoe het loopt.
Met al onze windstopper-kledij aan vertrekken we. Hoekje om, eerste 100m stijgen en het zweet loopt van onze rug. We zitten in een zijvallei en er is geen zuchtje wind te bespeuren. De zon schijnt volop. Ne mens mag dan niet klagen. We wandelen voort, het pad loopt naar boven maar rustig aan. De Cerro Torre piek zit nog met zijn halve lijf in de wolken maar dat klaart wel op.
Na 3,5u komen we aan de Laguna del Torre. Onbeschrijfelijk. De Glacier Grande die uitmondt in de Laguna en op het meer zelf afgebroken ijsschotsen. Het is nauwelijks te bevatten, wetende dat net achter deze bergkam één van de grootste continentale ijskappen ligt.
De Cerro Torre zelf zit nog steeds in de wolken. We hebben tijd, het is hier mooi en vredig, het zonneke is er, dus we beginnen rustig aan ons lunchpakket, het zal wel opklaren rond die bergtop. En dan kunnen we nog het laatste stuk naar boven naar het uitkijkpunt.
Halverwege onze pistolet laat de gletsjer zijn aanwezigheid voelen. Uit het niets steekt er een ijskoude wind op die ongenadig overal doorheen blaast. From zero to hero in seconden. De zon verdwijnt. De wind wakkert verder systematisch aan, als we gaan rechtstaan worden we onverwacht bijna omver geblazen. Dit gaat een kwartier door en wordt alsmaar erger. Hm, dat uitkijkpunt, dat laten we voor wat het is, dat ligt nog hoger en nog meer blootgesteld aan de instant stormwinden, geen goed idee. Daarenboven zijn de wolken nog verder gezakt ipv gestegen dus qua uitzicht zal het niet veel meer te bieden hebben. We grabbelen snel alles bij elkaar en beginnen aan de terugtocht. Even verder begint het nog te regenen ook, goede beslissing dus.
Op de terugtocht wordt de wind enkel nog feller. Mike hangt zijn voeten nog eens int water maar wetende dat de rivier net uit de gletser komt is het meer dan verfrissend.
Ook in het dorp is er geen ontkomen aan de wind, iedereen loopt horizontaal tegen de wind in te beuken. We beseffen dat we de voorbije dagen veel geluk hebben gehad. En dat de kracht van de natuur en de onvoorspelbaarheid van het weer hier niet te onderschatten zijn.
Geïntrigeerd door het idee van de ijskappen raadplegen we een boek over Patagonië. De Campo de hielo patagonico is de 3e grootste ijskap na Antarctica en Groenland en de enige ter wereld die overland bereikbaar is. 400 km lang en 80 km breed. De winden van de Pacific Ocean hebben vrij spel tot aan de bergketens van de Cerro Torre en Cerro Fitz Roy hier in El Chaltén. Ik wil niet weten hoe hard het waait op die ijskap. Als ik uit het raam van ons appartement naar deze bergtoppen kijk, is het een heel vreemd gevoel te weten dat daarachter enkel ijs is. Verwarming een graadje hoger gezet. Jullie worden nog doorgewinterde Patagonië-kenners als jullie deze blog blijven volgen.
We hebben een paar dagen bergen gehad, hoog tijd voor een nieuwe bus. U was gewaarschuwd.
Onze wildlife-count laat tot hiertoe te wensen over. Waar in
Australië de koalas uit de bomen vallen en de kangoeroes voor uw wielen
springen, is het hier maar poverkes. Op een mogelijke condor en een paar
mus-achtigen na hebben we nog niets gezien. Maar daar komt met deze trip
verandering in. We bussen overdag en dat helpt. Eindelijk zien we guanacos en
ñandus lopen in de weidse steppe. Al zijn er een aantal exemplaren die duidelijk
niet over de afrastering zijn geraakt.
Na een mooie 3 uur rijden komen we aan in El Calafate. Er
was voornamelijk weer veel niets onderweg, de bouwgrond moet hier stukken
goedkoper zijn dan in Mortsel. Er is hier één of ander festival-van-het-meer
gaande, wat maakt dat de stad uitpuilt. In ons hotel waarschuwen ze dat we zonder
reservatie geen eten zullen vinden en willen ze ons direct excursies verkopen
die morgen uitverkocht gaan zijn. We hebben een goed idee van wat we hier
willen zien, zoeken nog even op internet naar de beste opties en gaan de straat
op. Belangrijkste dingen eerst, bustickets naar de volgende bestemming, Puerto
Natales, voor vrijdag. Lijkt ons ruim op tijd. Bij de kiosk blijkt dat we de op
2 na laatste stoelen hebben geboekt. Fieuw.
Dan de uitstappen, its all about glaciers. De bekendste,
Perito Moreno, doen we zeker, daar kan je niet rond. De andere die we willen
zien kan je enkel aanschouwen vanop het overbevolkte dek van een catamaran, of
zoals onze LP het weer lyrisch omschrijft just nature, you and 300 of your
closest friends. En dat voor een ganse dag, niet helemaal ons ding. Zeker niet
nadat we de commentaren op internet hebben gelezen. Gelukkig is er nog een
optie, de gourmet-tour, waarbij we met een privé-firma meekunnen. Op die boot
is maar plaats voor 40 personen en ze beloven op hun communiezieltje dat ze
nooit uitverkopen. Prima, t is niet dat we hier nog dikwijls gaan terugkomen. Ook
hier hebben we geluk, we kunnen beide excursies boeken. Het worden drukke dagen.
Zoals geschreven is er hier een festival aan de
gang. Vanavond treedt een zekere Romeo Santos op. Heel het dorp staat op
stelten. We lopen eens tot aan het amfitheater waar hij optreedt. Rijen mensen
staan aan te schuiven. Zelfs voor de nachtwinkel staat een file van zon 40 man.
Wat een volk bij elkaar, zotte bedoening. Tot laat in de avond horen we
gillende fans. Later lees ik op internet dat er 3 km file stond om het dorp
binnen te rijden, niet indrukwekkend naar Belgische norm maar hier is dat wel wereldnieuws.
Vandaag is onze rustdag. We moeten ons volgend verblijf
zien te regelen want we hebben al bustickets voor vrijdag naar Puerto Natales.
Dat gaat vlot. Dan hebben we nog tijd om even ons hoofd buiten te steken
richting gemeentelijk natuur- en vogelpark, Laguna Nimes. De flora van deze
regio bespreken kan blijkbaar heel beknopt. Je hebt de grote struiken en de
kleinere struiken. De fauna is al niet veel uitgebreider. Je hebt de
Argentijnse trots: de poema en die kan maar best guanacos, ñandus of stinkdier
lusten. En er rest ons nog een handvol vogels. Die gaan we hier zien. Ben
benieuwd. Het is een self-guided toer van 3 km rond een meertje in een
herfstzonneke en strakke bries. Heel dichtbij komen de paadjes niet bij het
meer met bijhorende vogels, maar we kunnen toch wat mooie plaatjes schieten.
Goed uitgewaaid terug het stadje in, daar wachten we een gratis shuttle bus op
die ons tot aan het Glaciarium brengt, enkele kms buiten het dorp in het niets
geplaatst. Dit museum heeft als enige onderwerp, en dat had je kunnen raden,
gletsjers. De volgende twee dagen gaan we op gletsjerexcursie naar de meest
indrukwekkende exemplaren van deze planeet. Dan kan je op zijn minst de moeite
nemen om goed geïnformeerd te zijn zodat je ten volle begrijpt wat je te zien
krijgt. Het museum doet me beetje aan het oorlogsmuseum van Hanoi denken. Ze
zijn vooral vol van hun nationale helden die er in geslaagd zijn deze
gigantische lap grond van Chili te onttrekken. Dat was trouwens ook de bestaansreden
van El Chalten, ons vorige dorp, opgericht in 1983 nota bene. Goed, we krijgen
steekkaarten te zien van de bekendste gletsjers, een 3D gletsjerfilm, de
opwarming van de aarde is aan de orde, en de mens als grote boosdoener die de
aarde regelrecht naar zijn ondergang stuurt. Echt zoveel wijzer worden we niet.
In dezelfde hal is ook de ingang voor de ijs-bar. Geen
ijsjes-bar, een ijs-bar. Een bar volledig gemaakt uit ijs. De entrance fee is
evenveel als voor het museum. Alle bezoekers die tot hier komen zijn louter
geïnteresseerd in de ijsbar en laten het museum links liggen. Wij slaan de
ijsbar over. Vreemd hoe beide zaken in hetzelfde gebouw gehuisvest zijn, tot
zover het ecologische inlevingsvermogen van de bezielers van dit complex.
Terug naar de hostal, blog bijeentippen, eten en vroeg onze
nest in. Morgen vroeg dag voor de gourmet.
Ze komen ons op
een veel te vroeg en een half uur te laat oppikken aan ons hotel. Whats new.
Minibus in, nog wat toeristen inladen en dan een uurtje tot aan de haven. Er is
een probleempje met de boot die ze normaal gezien gebruiken voor deze
rondvaart. We gaan op een grotere, een echt cruiseschip met zon 20 kajuiten.
We hebben plek met hopen, we zijn maar met 25 deelnemers. Thee, koffie,
croissants en cake als ontvangst. Leuk, we mogen de toiletten van de kajuiten
gebruiken, verleidelijk om niet even op zon bed te gaan liggen.
We varen tussen
de bergen door en als eerste merk ik de ijsbergen op, Capitan, Iceberg Ahead!.
We willen hier geen Titanicske doen. Ze zien er zo mooi en lief uit, maar als
je beseft dat slechts10% boven het oppervlak zit begrijp je dat het eigenlijk
gigantische mastodonten zijn. Ze zijn afkomstig van de Upsala-gletsjer. Ne
grote, ik bespaar je de technische details. Het einde van de gletsjer drijft op
de Brazo Upsala, een 700m diep meer. Deze gletsjer trekt zich pijlsnel terug,
dat verklaart het mijnenveld aan ijsbergen. Om dezelfde reden kunnen we niet
tot aan het gletsjereinde zelf varen. OK even van op afstand bewonderen, het
blijft onwezenlijk zon ijsrivier die het dal in stroomt.
We varen nu
naar de tweede gletsjer, de Spegazzini. Zoek het op als je me niet gelooft.
Daar kunnen we wel vlak bij komen. De motoren worden stilgelegd en we worden
uitgenodigd voor de lunch op het onderste dek. Het achtersteven heeft gigantische
ramen en we hebben een lunch with a view. Impressionant. We zijn hier blijkbaar
niet alleen, een ander schip komt ons vergezellen. Het is de kleine catamaran
met 300 van onze not so close friends op. We toosten eens met ons glas wijn.
Heel erg blij dat we daar niet opzitten.
Het
gourmetgedeelte start traditioneel met Empanadas met een frisse
paprika-tomaat-ajuindressing. Daarna volgt een plank overladen met kazen en
fijne vleeswaren, het smaakt maar het is teveel voor ons beiden. Wijn naar
believen. Als ze komen afruimen krijgen we nieuw bestek. We weten meteen hoe
laat het is en kijken elkaar verbaasd aan. Menen die dat? Jawel hoor, de
hoofdschotel volgt, een lamsstoofpotje. Daarna nog twee desserten. We willen
niet onbeleefd zijn en doen ons uiterste best.
Na de lunch
kunnen we op een stop meegaan voor een kleine tocht, t zal nodig zijn denk ik
schuldig. We hiken de volledige 200m tot aan de Bahia Puesto de las vacas. Een
hutje waar koejagers verbleven. Hun taak: wilde gemuteerde koeien afschieten,
want die eten het bos op, en de kadavers ook meenemen want anders komen er
teveel poemas. Ze hebben een contract van 16 jaar, niemand hield het hier
langer uit dan 4 jaar. Heeft blijkbaar ook te maken met het feit dat ze maar om
de 3 maanden bevoorraad werden. De helft van de tijd werden ze dan nog eens
vergeten. Soit, we hiken terug naar de boot, ik, met nu nog een half schuldgevoel
over, klauter aan boord. Als we de enquête invullen, beantwoorden we in alle
eerlijkheid de vraag Wat vond u het meest indrukwekkende aan deze trip met
de lunch. Terug naar de haven en met de minibus terug naar El Calafate.
Iets minder
vroeg en met iets minder vertraging verschijnt er weer een minibus (hoezo, we
vallen in herhaling?). Deze XL Tour wijkt van de standaard route af, waardoor
we de massa omzeilen, zo werd ons beloofd. De route begint langs een gravel
road en we passeren een aantal estancias. Dit zijn megaboerderijen (sommige
hebben 70.000 ha grond) die origineel voornamelijk schapen hadden rondlopen. De
wol werd echter te goedkoop waardoor de meeste gedwongen werden hun
activiteiten stop te zetten. Hetgeen nog overschiet wordt vooral gebruikt om
toeristen te herbergen. Er volgt nog een hele uitleg over de regering die
protesterende estancia-uitbaters vermoordde, maar het merendeel daarvan ontgaat
ons door een combinatie van minibus-op-gravel en het spanglish door een krakende
microfoon van de gidse.
En dan komen we
aan de Perito Moreno-gletsjer, de topattractie van El Calafate. Over deze
gletsjer toch een woordje extra. Het is één van de weinige gletsjers ter wereld
die niet krimpt. Sommige jaren groeit hij zelfs zo hard dat de ijsmassa de
tegenoverliggende oever bereikt en zo de rivier afsluit. Als de druk van het ingesloten
water te hoog wordt (tot 30m boven standaard niveau), breekt heel de ijsmassa
op dat punt af en begint alles van voor af aan. Moet een indrukwekkend
schouwspel zijn. Op dit moment is de zij-arm nog niet afgesloten, dus t zal niet
voor vandaag zijn.
Op die
tegenoverliggende oever is een volledig pad aangelegd waardoor je de gletsjer
van alle kanten kan bekijken. Het is indrukwekkend. Doordat de gletsjer zo snel
schuift, 2 meter per dag, breken er vooraan veel ijsschotsen af, het is een
constant gedreun. We voelen ons nietig, we staan zo dicht bij de enorme
ijsmassa, die lijkt recht op je af te komen. Je hoort het hele gevaarte heel de
tijd kraken langs alle kanten.
In de namiddag
hebben we nog een boottrip tot vlak aan de wand. Beetje overtoeristische
bedoening maar kom, het blijkt uiteindelijk wel de moeite waard. We maken nu
wel onderdeel uit van de 300 best friends. We varen naar de 70-m hoge ijswand
en aanschouwen hem nu vanop het wateroppervlak. 70m, dat is al wat. Op een
bepaald moment dondert er een enorme brok naar beneden, ter grote van een
appartementsgebouw. De langgerekte metershoge golven die ontstaan wanneer het
ijs in het water terecht komt, komen dreigend op de boot af. Iedereen grijpt
iets vast als de golven inslaan. Ze doen de boot hevig op en neer gaan.
Eens terug in
El Calafate krijgen we van de organisatie nog een gratis biertje in een organic
brewery, met empanada. Het is duidelijk dat ze beter zijn in het maken van
empanadas.
Bij deze hebben
we El Calafate ook weer gehad. Ik heb vanmorgen een Calafate-bes gegeten en volgens
de legende zal ik nu altijd willen terugkomen. Ik ben benieuwd. Toch even dat
kleine beetje gletsjer-moeheid kwijtraken. Morgen naar Puerto Natales (Chili
again) met . de bus.
We vertrekken
met 2 volgeladen bussen richting Chili. De 2 plaatsen achteraan zijn die van
ons. Comfortabel, veel beenruimte en de stoelen kunnen naar achter. Dat spreekt
niet voor zich voor de laatste rij, weten we uit ondervinding. Wij zijn heuse
Patagonian bus experts aan het worden. Maar nu komt het dus wel goed voor de
komende 5u. Het is stillekes op de bus, iedereen probeert zijn nacht nog wat te
verlengen. We rijden door het ons ondertussen zeer vertrouwde landschap van
pampas en dappere guanacos die uitdagend vlak voor de bus de weg op springen.
Diegene die als laatste weer wegspringt is de durfal van de dag, de rest wordt
dan schertsend uitgemaakt voor bange pampahaasjes. Wat moet een guanaco hier
anders doen om de wijfjes te imponeren?
We komen aan
een wegversperring, iedereen moet van de bus. De bagageruimte wordt opengemaakt
en honden doorsnuffelen alles. 2 Israelis moeten voor de ogen van de 45 andere
reizigers al hun bagage uit hun rugzak op straat uitstallen, ze zijn er niet
mee gediend. Een gemiddelde backpacker loopt ook niet rond met zijn sjiekste en
properste kledij natuurlijk. Er wordt niets gevonden. De hond gaat nog even de
bus op en begint daar van zijn oren te maken. De buschauffeur komt kwaad terug
van zijn bus en roept in het Spaans dat het toilet alleen maar bedoeld is voor
de nummer 1. Gezien de bus vol toeristen zit, is er nauwelijks iemand die
doorheeft wat het probleem is. Enfin, iedereen terug de bus op en we zetten de
reis verder.
Uiteindelijk komen
we aan de Argentijnse grens. Emigratie-papiertjes invullen en gaan aanschuiven.
Voor ons bus 1. Dat gaat hier nog even duren. Personenwagens worden tussendoor
bediend dus onze rij schuift nauwelijks door. Niet moeilijk, in één keer 100
man droppen aan een kotje met 1 overheidsbediende. Die man stempelt langzaam en
plichtsbewust tot zijn hersenen volledig moes zijn. Op een dag vind je de job
van je leven
Dan rijden we
door niemandsland tot aan de Chileense equivalent. Immigratiepapiertjes
invullen, aangifteformulier invullen, 2e set immigratieformuliertjes
invullen, ik heb op de duur zoveel keer hetzelfde ingevuld dat ik bij geslacht
voor mezelf M aanduid. Ik verbeter het snel, maar deze korte identiteitscrisis
gaat ongetwijfeld een vragende blik opleveren.
Volgend kotje
met 1 overheidsbediende. En maar stempelen. Zijn collega doet het deel van de
uitreizende mensen. Die man heeft geen klanten en kan dus rustig TV kijken.
Chili=geen vers
eten binnenbrengen dus alle, maar dan ook alle bagage moet gecontroleerd
worden. Gelukkig staat er hier een scanner, ik zag ze daar al manueel aan
beginnen. Als we eindelijk volledig bestempeld zijn, is het 2,5 uur later,
waardoor we met meer dan 2u vertraging in Puerto Natales aankomen. Hoe flikken
ze dat toch altijd om er zoveel naast te zitten.
Onze hostel
blijkt van het nieuwere soort te zijn, de badkamer blinkt (met regendouche en horizontale
aquajets) en er is een leuke lounge-ruimte met zicht op, ja probeer er hier maar
eens naast te kijken, de Andes. We selecteren en posten nog de fotos op de
blog en gaan dan op zoek naar eten want dat is er weer overgeschoten met die
lange busrit.