Na 1,5 komt
Ruth komt vruchteloos terug van walkabout, nog steeds met een handvol pesos. Ondertussen
mogen we ons aanmelden bij de check-in. Het moment van de waarheid. Onze
paspoorten worden gecontroleerd en onze namen opgezocht op de passagierslijsten.
We worden niet onmiddellijk gevonden maar we kunnen over zijn schouder
meekijken, proberen zelf te zoeken op Ruth ipv Dillen en wijzen uiteindelijk
de juiste lijn aan, er wordt geen woord gerept over de onfortuinlijke
omwisseling. Yes, denk ik, ik kan me niet inbeelden dat ze ergens bij de
volgende loketjes moeilijk gaan doen. Nog even heel eerlijk over een
terugvlucht die we niet gaan doen. Ahja juist edreams had voor ons beslist dat
de heenreis ook een terugreis hoort te hebben en dus ook een retourtje geboekt.
Kans is groot dat heen en weer ook gewoon goedkoper is dan enkel heen. We
kunnen bewijzen dat we niet terugvliegen maar wel outbound tickets hebben voor Ecuador
en krijgen boarding passes. Hebbes. We boarden en krijgen de minst comfortabele
zetels één rij voor de nooduitgang. Die zijn gebetonneerd en kunnen geen cm
naar achter. Erg krap als de rest dat wel kan, al chance hebben we niet de pech
groot te zijn.
Het is een
humpybumpy-ride en vliegen tot in Quito. Landen doen we niet echt. Quito is bijna
3000m boven de zeespiegel, dat maakt dat je gewoon op het moment dat je normaal
gezien de wolken doorgaat ineens ergens op een stukje tarmac stilstaat.
Papieren, bagage, Chileense pesos verkopen, dollars kopen, taxi vangen, alles
gaat supervlot, een uurtje later staan we in het oude stadsgedeelte in ons
hotel in onze mega-hotelkamer met een bed van 2m10 breed. Promoke meegepikt op
Booking.com. Ziet er heel uitnodigend uit na de krappe reis van zonet. We zijn
moe, het is hier nog niet zo ontzettend laat, 01h00, maar ze hebben wel twee
uur gestolen tijdens de vlucht. In Ecuador is het dus nog 2 uur vroeger dan in Argentinië.
Tijdsverschil met ons thuisland is nu 6u. Als we wakker worden zijn we een
beetje versuft. Voel ik daar ook geen keelpijn en een verstopte neus? Juist,
vliegtuigreis, beste plek om een verkoudheid op te doen. Het lijkt ook of ik
nog op een boot zit. Na een tijdje beseffen we dat we waarschijnlijk wat last
hebben van het hoogteverschil. We zijn gisteren aan boord gegaan op zeeniveau
en terug uitgestapt op 2850 m. Niet echt geleidelijk te noemen. t Zal wel
beteren, beetje rustig aandoen vandaag.
Das buiten de
waard gerekend. We ontbijten op de hoogste verdieping met zicht op de stad en
dan heeft Ruth de reisgids met uitgestippelde stadswandeling al in de aanslag. Start.
De smalle
straten in het oude stadscentrum zien zwart van het volk. Het is duidelijk dat zondag
flaneerdag is. We doen een stukje van de stadswandeling, drinken op een terras
een tas té de coca terwijl we de lokale bevolking observeren. Dit komt meer
overeen met het Zuid-Amerika zoals wij dat uit de boekjes kennen, donkere huid,
typische indiaans uiterlijk, kleurrijke klederdracht. Maf klimaat ook, zo hoog
in de bergen en er groeien palmbomen, exotische planten en cactussen die in
bloei staan. De temperatuur is zon aangename 20°. Heel wat koeler dan Buenos
Aires, niet gedacht, we zitten ongeveer óp de evenaar nu.
Op de pleinen
worden traditionele spektakelshows opgevoerd begeleid met live muziek. Er lopen
ijsventers, limonadeleurders en textielhandelaars je aan te spreken. Ook is er
veel politie op de straat. Die herken je meteen aan hun hesje. Al worden de
meeste hier nuttiger ingeschakeld als bij ons. Ze hebben allemaal een
instrument vast en vormen een soort Police brass band. Iedereen van kind tot
bejaard danst mee op de politiedeuntjes. Een prima ideetje dat ik meeneem en
waar ik Koen toch eens over ga aanspreken. Als we al onze agenten hun fluitje
nu eens laten inruilen voor een echt instrument. Wat koperblazers, enkele
slaginstrumenten, een verdwaalde doedelzak en we zijn vertrokken. Het bewijs
dat het kan zie je op de fotos. Met zon politiek programma rijf je gegarandeerd
de verkiezingswinst zo binnen. Ik zie het al helemaal voor me, Boechout zingt & swingt met de live Magic Minos Music band.
Ik dwaal af, t is waarschijnlijk
de hoogte die me parten speelt.
Ruth heeft
nauwelijks een oog dicht gedaan, hoogteziek, verkouden of grieperig? Of een mix
van een beetje vanalles, kan ook. Het is voorlopig onze laatste dag hier en we
moeten vandaag nog wat zaken regelen. We zijn immers niet toevallig in Quito
beland, het is onze gateway naar de Galapagos eilanden. Vreemd genoeg zitten we
nu 6000 km noordelijker dan enkele dagen geleden in Ushuaia en nog steeds op de
route van de Beagle, het legendarische schip van waarop Darwin zich de geschiedenis
in schreef. We hebben om half 10 een afspraak met de touroperator Cris waarbij
we onze galapagos trip boekten voor de transfer van de documenten. Toevallig is
dat ook de operator die Mark Dillen gedurende een maand onder de arm nam tijdens
zijn reis in Ecuador enkele jaren geleden. Mark moet een behoorlijke indruk
nagelaten hebben want de dame herinnert zich hem nog heel levendig. Echter,
voor het zover is willen we onze was nog binnendoen. Gisteren geïnformeerd,
vanaf 9u zijn ze open. Na het ontbijt dus nog snel naar de wasserij, die
natuurlijk pas om 9u15 opengaat. Tegen dat ze ook nog wisselgeld bij elkaar
gesprokkeld hebben is het 9u25 en lopen we in 7 haasten terug naar ons hotel om
Cris te ontmoeten. Hoewel, haasten is gewoon onmogelijk, na 5 passen bergop
zijn we volledig buiten adem en tegen dat we onze kamer op de 2e
verdieping bereikt hebben, kunnen we alleen nog maar neerploffen op ons bed.
Gelukkig is Cris meer dan een half uur te laat (stond aan het verkeerde hotel)
en zijn we al terug wat mens tegen dat onze ontmoeting begint. Toch maar iets
vreemds, dat hoogteverschil.
We kopen nog industriële
hoeveelheden zonnecrème en maken de rest van de stadswandeling af waar we
gisteren afhaakten. Ecuador heeft een vreemde mix van mensen, gebouwen en
gewoontes die we niet direct in een hokje kunnen plaatsen. Het lijkt
authentieker en voelt op zn minst veel minder Europees dan Patagonië. We doen
nog een terrasje aan de kant van Plaza San Francisco. Das meteen ook het enige
terras dat we hier tegenkwamen. We kuieren door het park, halen de versgewaste
op en keren terug naar ons hotel, inpakken en dan op zoek naar avondeten.
Morgen onze vlucht van 9h25 naar Baltra. Daar zullen we aan boord gaan van de
Samba. Een schuit van 25m waar slechts 14 toeristen in passen voor een 8 daagse
rondvaart door de Galapagos Archipel. Hopelijk hebben we hier beter weer dan
rond de Kaap.
De kans is meer
dan waarschijnlijk dat er gedurende 8 dagen geen updates op de blog kunnen
gezet worden, maar niet getreurd, de kans is ook groot dat we binnen 8 dagen
weer heel wat te vertellen hebben. Dan zijn we terug in Quito, zij het een
andere wijk dan de oude binnenstad.
Het kaartje
links in de marge is aangepast aan onze bestemmingen die de Samba gaat aandoen (Als
het weer dat toelaat tenminste).
Bon, we zijn snorkelklaar
en duiken voor een weekje onder.
Als je naar de
Galapagos vliegt wordt je bagage extra gecontroleerd en speciaal verzegeld.
Meer dan ooit tevoren moet je plechtig beloven niets biologisch bij te hebben
in woord en ondertekend schrijven. De gates richting Galapagos in de luchthaven
van Quito zijn volledig in thema uitgewerkt, alle muren zijn versierd met
gigantische wandtekeningen van de vreemde dieren die daar het straatbeeld
bepalen. Ik ben uitgelaten enthousiast als een vrolijk kind dat op schoolreis
vertrekt, ik scan alle mensen zorgvuldig, benieuwd naar met wie we de volgende
week de Samba gaan delen.
Hoewel we zelf
onze vliegtuigtickets richting Galapagos geboekt hebben, is de reisorganisatie
er toch in geslaagd om ons in te checken en hebben zij onze boarding passes al
in hun handen. Dat vinden wij bijzonder vreemd, niet? We geraken dus razendsnel
overal door en voor we het weten zitten we neuriënd op rij 1 in het vliegtuig.
In een hinkstapspringvlucht via Guayaquil landen we in Baltra. Te voet over de tarmac,
slalommend tussen verdroogde cactussen onder een zinderende hitte naar het eco-luchthavengebouw.
Hier is geen airco, geen bagageband, alles is hier eco, voor zover dat in één
adem mee uit te spreken valt met luchthaven. We vinden onze bagage tussen de
uitgestalde hoopjes, bewijzen dat we hier niet gaan blijven, betalen de
national park entrance fees en zeggen ons gedichtje op aan de douanier. Daarna
staan we meteen zo goed als buiten het gebouw.
Een grote man
met bordje Samba staat kwispelend Samba-Samba te roepen alsof het bordje niet
voor zich sprak. Hij heeft wat weg van Harrison Ford als Indiana Jones vermomd in
safari outfit met bijpassende hoed. Tot de vriendelijke man ons aanspreekt het
duurt even voor we onze talen geherprogrammeerd krijgen maar deze man spreekt
Nederlands, zij het overgoten met een Spengels accent. Onze gids, Jan, blijkt
een Amsterdammer te zijn van origine die aan de haal is gegaan met een Galapogese
en zich hier heeft gevestigd. Wij zijn de eerste van de groep, wat had je gedacht?,
uitgezonderd Ryan, die zich bij Hello Mate al laat bestempelen als Australiër
maar een Nieuw-Zeelander blijkt te zijn. Iedereen van de groep komt toe en maakt
dezelfde voor de hand liggende fout. Hij was met een eerdere vlucht toegekomen.
De groep verzamelt
zich, een allegaartje van overal, iedereen stelt zich voor.
De leeftijden
zijn geschat maar het geeft je een idee.
Ryan New Zeeland (35) Gem (27) Uk London Patrick & Sarah (48) Malta Ricardo & Kathy (68) Alaska Weij (30), Signapore Sally(50) & Emelia (13) Los Angeles Sarah (41) Peru Jennifer & Geoffrey (32)
Al bij al nog een vrij jong gezelschap
voor een Galapagos-cruise, lijkt ons.
Met ons erbij 14 in totaal + Jan +
capitan + 5 crew
Met 21 op een boot van 27 meter, dat
voor flinke week, dag en nacht. Niet 100% mijn ding, dat weet ik, ik zal mijn
meest filantropische eigenschappen moeten aanboren en het aangeboren sarcasme even
trachten te verbijten op mijn wang. Moet lukken.
We worden een bus ingeleid die ons naar
een dichtbijgelegen ferry brengt. Allemaal de ferry op, en een dollar ophoesten
voor de overzet. Onze gids was zijn geld vergeten maar belooft iedereen later
zijn dollar terug te betalen. Gezien zijn achtergrond bijt ik even op mijn
wang. Terecht zal blijken.
10 Minuten en we zijn aan de overkant, een
andere bus in die ons naar de andere kant van het eiland brengt voor een bezoek
aan een schildpaddenfarm en een welgekome lunch.
Dan richting haven, tegen 18h boarden we.
Onze kajuit is klein maar doordacht. De leef- en slaapruimte bestaat uit 4m²,
waarvan de helft wordt ingenomen door een op maat gemaakt houten stapelbed
waaronder twee grote schuiven dienst doen als opslagruimte, de aansluitende private
bathroom is 2m², dat volstaat net om er een douche, toilet en wastafel in te
wringen.
We eten smakelijk, en gaan vroeg naar bed.
Nodig want Jan wil ons om 6h fris en monter aan de ontbijttafel hebben. Het
wordt een bewogen nacht, ik slaap vanboven, Ruth beneden. Eens op de open zee
krijgen we serieuze golven. Het bed wordt naar boven geworpen, heel even heb je
het gevoel gewichtloos te zijn, waarna je diep in de matras wordt gedrukt.
Ondertussen rolt het schip ook over zijn as dus je komt niet altijd op dezelfde
plek terecht in de matras. Armen en benen spreiden zodat we niet rollen en ongewild
op de rand van de iets bredere beddenbak, een verdiep lager, van Ruth belanden.
Vanaf nu af aan zullen onze dagen zo
gevuld zijn dat het onmogelijk wordt een blog voor elke dag te schrijven. Dat
gaat bijna net zolang duren dan hem te beleven. We houden het op een standaard
dag aan boord van de Samba.
Een standaard dag op de Samba ziet er
ongeveer zo uit:
5u30 wekker 6u ontbijt 6u45 de zodiacs in voor een wandeling 9u terug aan boord 9u30 de zodiacs in voor een snorkeltrip
(te warm om nog te wandelen) 12u lunch 13u-14u30 siësta + navigeren 14u30 snorkelen of kajakken 16u00 terug aan boord 16u30 zodiac in voor een wandeling aan
wal 18u avondeten + briefing volgende dag 19u30 stargazing op het dek + navigeren 21u omvallen in onze bunkbedden
Het ontbijt was
uitgebreid, vers fruit, sap en daarna toast met hesp, kaas, salami en elke dag
een andere ei-bereiding. Kwestie van efkes mee te kunnen. Dat is ook nodig. Lunch
en avondeten waren evengoed verzorgd, uitgebreid en gevarieerd. We hebben ons
allemaal een ongeluk gegeten maar ik denk niet dat er iemand een gram
bijgekomen is. Gelukkig hadden we bijna elke dag een beetje siësta na de lunch,
waarbij iedereen wijselijk wat ging bijslapen in zijn kajuit of op het dek.
De wandelingen
waren ofwel met een wet ofwel met een dry landing. Elk eiland heeft zijn eigen
vegetatie en zijn eigen beestjes. We zien de Galapagos-buizerd, Darwinvink, Galapagos
flamingo, Spotgaaien, Blauwvoetboobies met hun rare geluiden en zotte wandel,
het zijn onze favoriet van de zee-vogels. Hiermee weet ik meteen dat het album
van de Blood Hound Gang Hooray for boobies gewoon verwijst naar deze
Galapagosvogel. De immense fregatvogels met hun prachtige maar in onze ogen zo
onhandige rode opgeblazen hals zijn alom vertegenwoordigd. De landschilpadden
zijn gigantisch. Land- en zee-iguanas in alle mogelijke smaken. Elk eiland heeft
zijn eigen type lava-hagedis geboetseerd (telkens genoemd naar het eiland
waarop ze voorkomen, dus de Santa Cruz lava lizard, de San Bartolomé lava
lizard en ga zo maar door, voor ons zien ze er allemaal hetzelfde uit maar
kenners zijn het niet met ons eens). De Sally lightfoot krab is een grappig
kleurrijk beestje dat je overal ziet. En met overal bedoelen we overal, dus
wijsneus, ja maar niet in de cactussen hé jongens? Toch wel,... overal! Als ze willen groeien moeten ze hun pantser
afgooien. Dit doen ze door schuim aan te maken dat ze over hun hele lijf
uitwrijven. De schelp komt dan helemaal los, ook van de poten, en daaronder zit
een zachte nieuwe schelp. Net dan zijn ze op hun best. Eens ze hun nieuwe
formaat hebben aangenomen, wordt de schelp hard. Heel dit proces duurt 48u. We
zien de beestjes effectief schuim aanmaken en overal liggen afgeworpen oude
schelpen. Onvoorstelbaar die natuur.
En natuurlijk
eindeloos respect voor de zeeleeuw. Ze zijn bijna overal en talrijk aanwezig en
zijn zo schattig, we konden er uren naar kijken. Zo hebben we veel over het
gedrag van deze dieren geleerd, het zijn net honden. Poseren voor een camera,
antwoorden als je iets vraagt, je bewegingen nadoen, de discriminant berekenen
van 14x²+7/3x+5, we hebben ons er goed mee geamuseerd, zowel op land als
tijdens het snorkelen. Ze zijn heel speels. Na veel collectieve oefensessies in
de Samba zelfhulpgroep konden we hun geluiden perfect imiteren.
Na de
wandelingen zijn de snorkelsessies noodzakelijk. Het water is dankzij de 3mm wetsuites
altijd aangenaam. Ook de onderwaterwereld is absoluut fantastisch. Tropische
vissen in alle variaties, we hebben zelfs het geluk een hamerhaaien tegen te
komen, wat een indrukwekkend beest, je adem stokt als deze op je afkomt. Onze
laatste snorkeltrip overtreft alles wanneer een gigantische mantaray onder ons
doorzweeft. De spanwijdte tip tot tip, 7m. Prachtig, zo sierlijk als ballet
vliegt deze door het water. Zeeschildpadden zien we zo vaak dat we er bijna
geen aandacht meer aan besteden. Soms kan je hen bijna aanraken, zo dichtbij
zijn ze. Met hun slome bewegingen lijken ze het meest zen-dier op aarde te
zijn. We krijgen ook een aantal Galapagos-pinguins te zien. Dit is ongetwijfeld
één van de weinig plekken op deze planeet waar je comfortabel kan snorkelen met
pinguins. De crew in de zodiacs zat maar naar ons te roepen waar ze zaten,
iedereen als zotten van hot naar haar snorkelen om die beestjes, die natuurlijk
stukken sneller zijn dan wij, te kunnen zien. Uitgeput waren we. Onze lichamen
evolueren langzaam maar zeker tot een tempel waar Michael Phelps ronduit
jaloers op kan zijn. Als we op een bepaald moment rustig onder het oppervlak wat
hangen te staren naar een school exoten schiet er vanuit het troebele niets een
witpunthaai van zeker 3,5m lang voorbij. Dan ben je meteen weer bij de les en
voel je wat adrenaline met je doet. Is me dat even verschieten.
De namiddagen
waren een beetje een kopie van de voormiddagen, maar wel telkens op andere
locaties en dus andere beestjes.
Tijdens de
briefing na het avondeten vielen iedereen zijn ogen al dicht. De talksessie van
1,5u over Darwin heeft dan ook 2 avonden in beslag genomen. Daarna gingen we
meestal nog even op het dek naar de fantastische sterrenhemel kijken, er was
net geen maan. Kun je nagaan wat je dan te zien krijgt als het schip alle
lichten dooft en je vanop de oceaan de hemel in tuurt. Rond 21u was bij
iedereen letterlijk het licht uit.
De eerste en laatste
avond kregen we een cocktail. De eerste een pisco sour. Sara van Peru legt aan
iedereen uit dat dit de nationale drank is van haar land. Ik vermeld er even
bij dat ze dat in Chili ook drinken en dat ook beschouwen als hun nationale
drank. Foutje, Sara is er niet mee gediend en schiet direct in de verdediging
(zouden wij ook doen als onze Belgische friet als french fries gelabeld werd).
We gaan er niet verder op in maar het is hilariteit alom als uiteindelijk
blijkt dat de pisco die aan boord gebruikt is Chileense pisco is. Gelukkig
kan Sara er dan ook terug mee lachen.
Onze gids en
tevens zoöloog Jan begeleidde elke uitstap met een overvloed aan informatie en
een passie voor de natuur, het was een plezier om naar hem te luisteren. Een
ware wandelende Galapagos-encyclopedie, respect. Ook voor de sterrenhemel bleek
hij talent te hebben, met zijn laserpen kon hij de meeste sterrenbeelden
moeiteloos aanwijzen. Het was heel leerrijk of hij had een rijke fantasie, dat
kan ook.
De eerste dagen
is het bewolkt, abnormaal weer volgens onze gids, meer iets voor juli. Ok, het
levert minder mooie fotos op maar zelfs zonder zon is het echt meer dan warm
genoeg. Nacht 2 was hels. Uitlopers van Cycloon Pam kwamen even roet in het
eten strooien en ons klein bootje was een speelbal voor de golven. Het wordt
een slapeloze nacht voor de meeste mensen aan boord, met zelfs 3 zware
zeezieken. Eéntje ervan is eigenlijk nooit echt volledig gerecupereerd, spijtig
voor haar. Gelukkig lag in onze kajuit alles vast, maar het pasgetrouwde koppel
Jennifer en Geoffrey vertellen de dag erna dat de cycloon letterlijk door hun
cabine is geraasd. Alles lag verspreid door de ruimte, tot de inhoud van hun
wc-afvalemmer. Daar hebben we nog wel even mee gelachen, lekker romantisch (zij
hadden gezien de reden van hun reis de enige kamer met dubbel bed, maar die lag
wel op het hoogste dek). Ze hebben op zijn minst wilde nachten gehad op hun
huwelijksreis.
De dagen erna
is de zon trouw van de partij en is het niet meer te houden. Het lava-eiland
Santiago bezoeken we nog voor het ontbijt en dan nog smelten we ter plekke weg
zodra de zon opkomt. De wandeling wordt dan ook met een half uur ingekort omdat
iedereen geroosterd is. Er is veel zonnecrème gevloeid. Kledij werd na elke
wandeling uitgespoeld en te drogen gehangen, in de hoop van het nog een dag te
kunnen aandoen. Ja, hier trek je extra kleren aan om je te beschermen tegen de
zon. Die staat s middags trouwens pal loodrecht boven ons bootje. De grenzen
van properheid zijn tijdens deze week opnieuw verlegd. Alles geraakt doordrongen
van het zout, zelfs de schoenen.
De schoonheid,
alle dieren, planten, geologische historiek. Het is niet mogelijk om deze
unieke plek in enkele regels te beschrijven en vooral hoe we dit allemaal ervaren
hebben. Het heeft een diepe indruk op ons achtergelaten, een trip om nooit te vergeten,
een aanrader. Zulke mooie maar voornamelijk zulke tamme dieren. Je moest opletten
om niet op de zeeleeuwen, iguanas of de krabben te stappen. Vogels voederen
hun jongen op een halve meter afstand zonder zich iets van je aanwezigheid aan
te trekken. De dieren hebben eeuwenlang geen natuurlijke vijanden gehad en zijn
dus nergens bang voor. Alleen dat maakt het al uniek.
Eigenlijk
willen we helemaal niet terug naar Quito. We willen naar Costa Rica. Dat ligt
trouwens ongeveer even dicht bij de Galapagos. Maar er zijn geen rechtstreekse
vluchten naar Costa Rica. De meest eenvoudige route is, I kid you not, Baltra-Guayaquil-Quito-Bogota-San José.
Terwijl we eigenlijk gewoon maar 1000km zee willen overbruggen, vliegen we het
gemakkelijk het driedubbele. Niks aan te doen.
We zijn nog net
iets vroeger op dan het reguliere Samba regime want we doen voor het ontbijt nog
een laatste landing voor een wandeling langs de kust, voornamelijk tussen de
nestplaatsen van de vogels. Dat was het plan alleszins. Maar het giet. Vrij
ongewoon gezien de cactussen hier ongeveer uitdrogen. Zeker deze tijd vant
jaar. Onze gids is alles behalve waterproof en we gaan toch eerst ontbijten en pas
na de vlaag de Pangas in. De wandeling is weeral ongewoon, maar we merken dat
het begint te wennen, vogels die op je lens gaan zitten, zeeleeuwen die het pad
versperren, iguanas die je zo zou platlopen. We keuvelen over het pad alsof
het de normaalste zaak van de wereld is. En tegelijk blijft het verbazen.
Ondanks de gewenning geniet iedereen nog van deze laatste ontmoeting met onze
favoriete dieren. We nemen dan ook gepast afscheid van de dichtstbijzijnde zeeleeuw
met een high five.
Terug op de
Samba hebben we nog net een uur om in te pakken. Ik ben klaar op 50 minuten
maar de bagageboot is al weg. No problem, ik draag mijn zak wel. We meren aan
in een baai vlakbij de ecoluchthaven van Baltra. Ik kan het nauwelijks bevatten
dat we nu nog in de natuur op de Samba zitten, een aparte wereld van
natuurpracht en een heel eigen ideologie, en binnen twee uur in een airbus de
runway zullen afschieten. We nemen afscheid van Jan en van de rest van de groep.
Het is verbazend hoe goed je deze mensen leert kennen als je een ganse week
alles samen meemaakt op een iets te klein oppervlak. Aan boord rondlopen had
vaak iets weg van levensecht Tetris spelen met je lichaam. Bon, iedereen wil
uitgebreid afscheid nemen, ik vind dat een klein beetje vreemd, we zien elkaar
nog op de bus, aan de incheck, op het vliegtuig, aan de bagageband
Inderdaad, in
de luchthaven zit de ganse Samba terug samen na te keuvelen in de cafetaria
alsof we familie of jarenlange vrienden zijn. Boarden, off we go. Het voelt
vreemd hier weg te vliegen. Alsof we uit het wonderland van Alice via het
konijnenhol met geweld terug naar de realiteit worden geworpen. Niemand gaat ooit
geloven wat wij hier gezien hebben. Ik bedenk nog even de quote van Darwin: It
is not the strongest of the species that survives, nor the most intelligent
that survives. It is the one that is most adaptable to change. Zou dat nog
steeds van toepassing zijn?
We dalen voor
een tussenlanding in Guayaquil. Ik bekijk de grauwe stad met zijn arme wijken
aan de rand vanuit de lucht en het enigste wat mij te binnenschiet: Watson,
what have we done?. Dit is een sluimerende aanslag op het leven in zijn meest algemene
vorm.
Ik zet het uit
mijn gedachte en twee uur later staan we weeral in Quito airport (voor de derde
maal nu). Aan de bagageband volgt dan het definitieve afscheid van het
Samba-ensemble. Geoffrey en Jennifer zijn ook nog een paar dagen in Quito, we
spreken halvelings af om mekaar nog te mailen voor een terraske/diner.
Als
geroutineerde pros wenken we een taxi richting New Town. Zoals de naam doet
vermoeden het nieuwere gedeelte van de stad. We hebben hier een appartementje
gehuurd. Het is een beetje groter dan verwacht, verschillende slaap- en
badkamers, ruime keuken en living, terras, en dat zien we nu wel heel graag:
een wasmachine. We lopen verloren in deze zee van ruimte. Potje koken en bed
in. De rest is voor morgen.
In de
voormiddag houden we ons bezig met wassen, mails beantwoorden, blog schrijven
en allerhande zaken bijwerken. Gezien we plaats teveel hebben, sturen we Geoffrey
en Jennifer een uitnodiging voor een spaghetti bolognese Mike-style-diner. Lang
geleden dat we nog eens bezoek hebben ontvangen om te blijven eten.
In de namiddag willen
we een bezoek brengen aan de Botanische tuin van Quito, achter onze hoek.
Tickets kopen is niet vanzelfsprekend want de ticketverkoopster is verdwenen.
Er staat wel een bewakingsagent maar die mag niets anders doen dan tickets
controleren, dus die mens is voorlopig werkloos. Na 15 min verschijnt er dan
toch een dame, die eerst nog op haar gemak een paar telefoontjes pleegt. Juist,
wachten en nog eens wachten, dat zijn we even verleerd na het helse levenstempo
aan boord van de Samba.
Nu we tickets
hebben, kan ook de bewakingsagent zijn job doen door ons binnen te laten.
We beginnen aan
de rondwandeling, de tuin blijkt groter dan we gedacht hadden. Hij is ingedeeld
in verschillende categoriën, zo zien we de specifieke vegetatie van het Wolkenwoud
(bosque nuboso), van de Amazone, er is een paviljoen met vleesetende planten en
2 paviljoenen volledig gewijd aan orchideeën. Vooral deze laatste zijn spectaculair,
er groeien een aantal heel exotische modellen die we in een Belgisch
tuincentrum nog niet gezien hebben.
Na 2 uur hebben
we ongeveer alles gezien en kuieren we nog wat door het aangrenzende park. Ook
hier hebben ze er niet beter op gevonden dan de helft van het domein om te
toveren in pedalo-vijver. En dat heeft wederom succes, op een doordeweekse
woensdag dobberen er toch zon 8 bootjes rond op het water. Vreemd.
We gaan nog
naar de supermarkt voor het diner van vanavond. De Megamaxi doet zijn naam eer
aan, een hypermarket van jewelste, lang geleden dat we nog zoveel koopwaar bij
elkaar hebben gezien. Aan de uitgang gebeurt iets raars. Er staat een hele rij
Megamaxi-medewerkers met uitpuilende winkelkarren aan te schuiven. Als er een
taxi komt aangereden, wordt de eerste winkelkar in de taxi geladen en de taxi
vertrekt. Er zit echter geen passagier bij. Quito-variant van de Collishop,
maar dan per taxi?
Om 20u
verschijnen onze 2 Amerikaanse genodigden, we lachen heel wat af met het
oprakelen van de Galapagos-anekdotes. De pot spaghettisaus wordt tot op de
bodem leeggeschraapt, dat ze een goede eetlust hadden wisten we al. En dan
nemen we ook definitief afscheid van deze 2 leuke mensen. Tja, hoort bij het
reizen.
Onze laatste
dag in Quito. Morgen vliegen we naar Costa Rica, waar Inge ons vanaf zondag zal
komen vergezellen. We hebben dus nog 2 dagen, ideaal voor een rustpauze. We
boeken een cabin bij Vista Atenas B&B, mét zwembad en uitzicht op de vallei.
Als ik me niet vergis is dit voor het eerst dat we een zwembad hebben, Nice.
s Namiddags
overvallen we 1 van Quitos shopping malls. Amai, de verleiding is groot om een
heel nieuwe kleerkast aan te schaffen maar nee, daar hebben we geen plaats
voor. We maken van ons hart een steen en beperken onze aankopen tot het hoogstnoodzakelijke
(doet een mens dat niet altijd als hij gaat shoppen??).
Bij het
inchecken in Quito krijgen we voor de vlucht Quito-Bogota stoelen aan de
nooduitgang. Meevaller. Volgende bericht is eerder een tegenvaller. Voor de
vlucht Bogota-San José zijn er geen plaatsen meer naast elkaar. We vragen ons
af hoe dat kan, als we 5u voor die vlucht inchecken. Maar goed, niets aan te
doen. Mike halverwege het vliegtuig en ik in het venijn. Costa Rica ligt
duidelijk ook al meer onder de Amerikaanse sloef. Onze flessen met vloeistoffen
moeten we allemaal achterlaten, we waren even vergeten dat die regel bestond.
Zonde van de drank.
Het uurtje
vliegen naar Bogota verloopt vlot en aangenaam. Daar aangekomen door de transit
voor het vervolg van de reis. Wat een chaotische bedoening is me dat hier. Aan
onze gate zijn ze tegelijkertijd een andere vlucht aant boarden. Als dat maar
goedkomt. Aangezien ik vanachter zit, moet ik eerder aan boord. Ik sta aan te
schuiven voor een vlucht naar Aruba volgens het informatiebord, maar er wordt
mij verzekerd dat ik in de rij voor San José sta. Ik vertrouw het toch niet
helemaal. Hoewel, Aruba zal ook wel geen slechte bestemming zijn zeker? Aan elk
stuk personeel dat mijn pad kruist vraag ik San José?, kwestie van zeker te
zijn. Ook in het vliegtuig is het een stoelendans van jewelste, totale
anarchie. Je neemt gewoon de plaats die je het meest comfortabel lijkt, wat tot
enige discussie leidt. Een man heeft seatnummer 29K terwijl het vliegtuig maar
26 rijen telt. Pech, lijkt me. En maar decibels produceren. Waar zijn die
rustige en ingetogen Zuid-Amerikanen gebleven die we zo gewoon zijn? Na veel
gedoe komt de mierenhoop tot rust. Dan komt Mike mij halen en zegt dat er naast
hem nog plaats is. Hij is ondertussen mogen/moeten verhuizen naar de
nooduitgang want daar zaten 3 kids van 5 jaar, flink gedaan van de
incheckbalie. En zo eindigen we dan toch nog naast elkaar in de beste seats (in
zijn klasse).
Het vliegtuig
heeft een heel entertainmentsysteem, dus al gauw zitten we film te kijken. Snel
een korte film kiezen want onze vlucht duurt maar twee uur. Dan valt het ons op
dat we al een uur verder zijn en nog steeds naar God weet waar aan het taxiën
zijn. Uiteindelijk gaan we met ongeveer 1,5u vertraging eindelijk de lucht in.
Hopelijk heeft onze chauffeur in San José een beetje geduld.
Als we bijna
aan de grond staan, wordt er omgeroepen dat er druk luchtverkeer is en dat we
nog niet kunnen landen. We draaien 20 minuten rondjes boven San José, sevens
hebben we de stad al gezien.
Gezien mijn
handbagage nog achteraan zit, kunnen we pas als laatste van boord. Dat maakt
dat we aan de immigratie-post midden in een vliegtuig Canadese jongeren terechtkomen.
De afhandeling van hun paperassen verloopt alles behalve vlot. We zien onze
namiddag aan het zwembad langzaam wegglippen. Uiteindelijk geraken we bestempeld
en gaan met bagage richting uitgang. De ATM in de luchthaven is weer geen fan
van onze bankkaarten, dus moeten we nog langs het wisselkantoor. Die chauffeur
die zit allang terug thuis in zijn zetel, zoveel geduld kan een mens niet
opbrengen. Maar, als we eindelijk de luchthaven buiten wandelen, staat er nog 1
man met bordje Ruth Dille op. Hij is duidelijk even blij om ons te zien als wij
hem. Oef.
We rijden
richting onze B&B, passeren een paar dorpjes en draaien uiteindelijk een
donkere weg in, steil de berg op. Op een vreemde manier doet het me aan de Ardennen denken, op een ongewoon zomerse dag dan toch. Helemaal bovenaan ligt de
Vista Atenas. Wat is het hier rustig. Alleen, de supermarkten liggen natuurlijk
allemaal beneden in het dorp, dus zit er niets anders op dan een taxi te laten komen.
Die man is dan nog zo vriendelijk om zonder meerprijs op de parking te blijven
wachten tot we geshopt hebben.
Tegen 20u
zitten we eindelijk op ons gemak op ons terras met een pintje en dan valt onze
frank hoe zalig het hier is. Perfecte temperatuur, mooie sterrenhemel, en
algehele stilte als je de krekels en alle mogelijke andere nachtdieren niet
meerekent. Fantastisch. Morgen dat zwembad eens testen.
Ondertussen is
het tijdsverschil met België 7 uur, wat volgende nacht 8u zal worden als jullie
overschakelen op zomeruur.
Ontbijten op
ons terras is een droom. Exotische vogeltjes fladderen door de bomen, de
omliggende tuinen staan vol met prachtige struiken, zalige omgeving.
We regelen met
Vera dat we morgen tot 19u30 de cabin mogen houden, zo kunnen we Inge ineens
van de luchthaven ophalen, we passeren er toch onderweg naar San José. Later
komt Vera een babbeltje doen, wat uiteindelijk uitmondt in een 3u durende
conversatie. Vera is 10 jaar geleden voor het eerst naar CR gekomen en heeft
meteen haar hart hier verloren. Een jaar later nam ze de B&B over. Haar man
en 2 ondertussen volwassen kinderen zijn in België blijven wonen. Zij gaat 2
maand per jaar naar België op vakantie bij haar man en hij komt 2 maand per
jaar naar hier. Als ge maar overeenkomt zeker?
De rest van de
dag spenderen we tussen de hangmat op ons terras, het zwembad en de tuinen
eventjes helemaal weg. Er huppelen nog eekhoorns voorbij en een 10-tal
vleermuizen doet een dutje in een boom. t Leven kan schoon zijn.
Onze dag
verloopt gelijkaardig aan die van gisteren, al lassen we even een actief moment
in met een 30-min durende wandeling door de landerijen van Vera op zoek naar
luiaards en apen. De beestjes laten zich niet echt zien, of wij zien niet goed,
dat kan ook.
Tegen kwart na
7 vertrekken we naar de luchthaven om Inge op te halen. We scannen elke persoon
die buitenkomt van boven tot onder, stel u voor dat we haar niet meer herkennen
na die bijna 3 maanden? Natuurlijk loopt het goed af en met zn 3-en nemen we
een taxi naar ons hotel in San José centrum. Bij het inchecken moeten we de
Hotel Rules voor akkoord ondertekenen. 1 van de rules waarschuwt dat we ons
moeten houden aan de dress code van het hotel. Wat is die dan, vragen we serieus
nieuwsgierig aan de receptionist? Die begint zich in bochten te wringen en
ongemakkelijk te lachen. Blijkbaar hebben ze in het verleden problemen gehad
met mensen die graag naakt door het hotel lopen en hebben ze door die regel in
te voeren een reden om mensen buiten te zetten. Oef, we vreesden even dat we in
gala-kledij aan het ontbijt zouden moeten verschijnen. Niet dus, maar, mental
note, no streak tonight. Vreemde stad.
Als alle
papierwerk achter de rug is en de bagage in de kamer staat, gaan we nog op zoek
naar een snelle hap als avondeten. Het is ondertussen 22u, de receptionist
stuurt ons naar de hoofdstraat. Daar aangekomen blijkt alles gesloten te zijn,
behalve de KFC. Het vult de maag, maar vervult geen wensen. Voor de rest worden
we aangesproken door bedelaars en rare mensen in alle vormen, niet echt een
stad om s nachts in rond te dwalen, zoveel is duidelijk. We zullen morgen bij
daglicht nog eens een kijkje komen nemen.
We kiezen voor
het lokale ontbijt, gallo pinto. Stevige hap bestaande uit roerei, rijst met
zwarte bonen en toast, geen gallo maar das normaal blijkt. Al blij dat we nee
tegen de worstjes hebben gezegd. Na het ontbijt zetten we ons in de lobby om
snel een idee van reisroute uit te werken. De interesses liggen duidelijk in
dezelfde lijn dus het is snel uitgeklaard wat we willen doen. We zoeken en
vinden ook een eerste overnachtingsplaats via Air B&B, al is er wat
onduidelijkheid over de prijs. Even mailtje gestuurd en nu afwachten.
We trekken de
straten in en lopen langs de bezienswaardigheden. Zoveel zijn er hier eigenlijk
niet. Het is vooral héél druk op straat, veel voetgangers en nog veel meer
verkeer. De lucht is danig vervuild en het getoeter is oorverdovend. Goed dat
we hier maar 1 volledige dag zijn, San José is niet de meest aangename stad.
We hebben nog
een tip om te gaan lunchen maar vinden het stalleke niet, waardoor we
uiteindelijk belanden in Bahnhove-Costa Rica, zij het not licensed, zonder
bier. De menu die buiten hangt ziet er indrukwekkend uit, eens gezeten blijkt
dat ze enkel rijst met steak of rijst met kotelet hebben. Tja, dat maakt het
kiezen gemakkelijker. Het eten is opmerkelijk lekker en wordt vergezeld van
toeterende treinen.
In de namiddag
hebben we antwoord van onze overnachtingsplaats. Het bedrag dat hij had
doorgestuurd is in Brazilian Real. Raar vinden wij dat, en daarenboven was het mij
al opgevallen dat alle commentaar in het Portugees was geschreven. Dan begint
er iets te dagen. We zitten toch wel int juiste land te kijken? We checken de
gegevens en nee hoor, we hadden bijna een kamer geboekt in Monteverde,
Brazilië. Jezus, gelukkig op tijd gezien want een Air B&B annuleer je niet
zomaar, zeker niet als het voor de dag erna is. We sturen de Braziliaan een
verontschuldigend berichtje, hij kan er gelukkig mee lachen en zegt dat we steeds
welkom zijn als we ooit in Brazilië komen. Zijn streek zou een aanrader zijn.
Oef, dat was op het nippertje.
Voor het
avondeten willen we nog een aperitiefke gaan drinken in een bar vlak bij ons
hotel en op aanraden van de Lonely Planet. Straf, ook deze zaak vinden we niet.
Zelfs als de navigatie op de GSM zegt dat we er ongeveer voor staan, zien we
het niet. Ok, dan maar ineens naar de Italiaan waar we willen gaan eten. We
doorkruisen de halve binnenstad en staan uiteindelijk voor het restaurant.
Enfin, toch volgens het adres dat wij hadden. Dit is te zot voor woorden, ook
dat klopt niet, we zitten midden in een residentiële wijk zonder enig zicht op
restaurant. Man man, hopelijk lukt het navigeren beter eens we onze auto
hebben.
Als we
uiteindelijk een ander restaurant hebben gevonden, kiezen Inge en ik voor pizza
en Mike voor zalm. 10 minuten later komt de dienster terug met de melding dat
de oven stuk is en er geen pizza is. 2 Minuten later komt Mike zijn zalm al
aangezwommen, samen met de aperitief. Onze pastas komen een kwartier later. Het
zit ons niet mee vandaag. Maar gelukkig was ook dit eten voortreffelijk.
Morgen hebben
we onze huurauto en kan de tocht beginnen. Eerste bestemming is dus Monteverde
(in Costa Rica wel te verstaan).
Om 10u worden
we opgepikt aan ons hotel en naar de auto-depot gebracht. Het
autoverhuurbedrijf vond dat veiliger dan hun auto aan ons hotel af te zetten en
ons zelf door de binnenstad te laten rijden. Na 2 dagen in deze stad kunnen we
hen geen ongelijk geven.
Terwijl de
paperassen worden geregeld passeert er zon zware vrachtwagen dat heel het
gebouw mee schudt. Tot de verhuurder verschrikt opkijkt en zegt dat het al de 2e
beving van de dag is. Gezellig.
De man geeft
ons nog een hele resem tips van wat we hier kunnen doen, dat gaan we nooit op 2
weken rondgewerkt krijgen maar we laten hem maar vertellen, elke tip is welkom,
we filteren achteraf wel. Echter, de man waarschuwt ons ook voor de staat van
de wegen en hamert erop dat je absoluut niets in de wagen mag laten liggen als
je hem ergens parkeert. Zelfs op de parking van de supermarkt is het beter dat
1 persoon naast de wagen blijft staan, of je ruit ligt aan diggelen. Ga je
onderweg iets eten, zorg dan dat je volledig zicht hebt op de wagen. Bangmakerij
of is het risico echt zo groot? Daar zijn we nog niet uit. Maar echt
bemoedigend klinkt het niet. We besluiten dan maar om de auto nog even te laten
staan en te voet onze inkopen voor de volgende dagen te gaan doen.
Het is een
uitdaging om de bagage van 3 personen en inkopen in de auto te krijgen. Goed
geladen begeven we ons op weg richting Monteverde. Mike achter het stuur en de
2 dames + GPS juffrouw zorgen voor feilloze navigatie-instructies. Bergop blijkt
niet de sterkste kant van onze auto te zijn en de airco heeft ook een refill
nodig, maar de vering doet zijn ding op de gravelweg en de landschappen zijn
verbluffend. We vinden zelfs een radiopost met internationale muziek dus de
sfeer zit er helemaal in. Geen van de dames mist haar doel en zonder omwegen
komen we aan ons huis vlakbij Monteverde. Zalig, wat een ruimte en wat een
rust. De keuken is goed voorzien, er is zelfs brood, eieren, boter, mangos,
ananas en ga zo maar door. Als we dat op voorhand hadden geweten probeer maar
es 6 eieren los verpakt in een plastiek zakje over een gravelweg te vervoeren.
-1 ei dus.
Gisterenavond
nog snel een plaats gereserveerd voor de toer van 10u in de nabijgelegen 3-in-1
koffie-, cacao- en suikerrietplantage. Als we toekomen lijken we de enigen te
zijn, maar er verschijnen uiteindelijk nog 2 Canadezen. Onze gids is pakweg 20
jaar en lijkt er niet zoveel zin in te hebben. Hoewel we een Engelse toer
geboekt hebben, zijn de eerste zinnen uitsluitend in het Spaans. Maar het
betert. Eens we vertrokken zijn schakelt hij over op het standaard Spanglish
dat we ondertussen al goed meesteren. We wandelen eerst door de
suikerrietplantage. Zo komen we te weten dat suikerriet oorspronkelijk van
Indië komt. In Monteverde bevat hij meer water en minder suiker omdat hij in
hoger gelegen gebieden wordt geteeld. Ze gebruiken de suikerriet om een lokale
likeur (Cacique) mee te stoken en om caramel van te maken, rietsuiker is ook
een optie. Op het einde van de toer zien we hoe het riet artisanaal wordt
geperst en mogen we onze eigen caramel in mekaar draaien. Dat blijkt niet zo
simpel. Inge haar arm hangt er al af voor de caramel klaar is, Mike kan het nog
een beetje redden maar het eindresultaat in ons zakje heeft het meer weg van
een pas gevulde doggy bag.
Tweede deel van
de toer gaat over koffie. De koffieplanten komen ook niet van hier, maar van
Congo en Ethiopië. Er zijn maar 2 soorten koffie, Arrabica en Robusto, waarbij
de tweede straffer is en in lagere gebieden wordt geteeld. Costa Rica heeft dus
enkel Arrabica. Blijkbaar zijn het de Nicaraguanen die de pluk komen doen want
de Ticos (Costa Ricanen) zijn, naar eigen zeggen, te lui om zelf op het veld
te gaan staan. We zien de machines voor het scheiden van de verschillende
kwaliteiten van koffiebonen in werking. De slechtste worden gebruikt voor de
Nescafé (No Es Café grapt hij). Decafeïne kunnen ze hier niet maken want ze
hebben de machines niet. De koffiebonen worden overgevlogen naar Duitsland, dat
gratis de cafeïne eruit haalt om te gebruiken voor energiedrankjes, en dan de
koffie zonder cafeïne terug opstuurt naar Costa Rica. En dat enkel voor de
toeristen want de Ticos verlagen zich niet tot het drinken van dat spul.
Naar het
laatste gedeelte worden we vervoerd op een ossenkar. Hopelijk hebben die
beesten gisteren niks verkeerd gegeten want we zitten vlak achter de uitgang. Wat
later komen we alles te weten over chocolade. De planten komen weer niet in
Costa Rica voor en worden gehaald in Brazilië. De verwerking van de chocolade
gebeurt in België en in Zwitserland. Hier kunnen we de verschillende stadia van
het proces proeven.
Als afsluiter
krijgen we nog een tas van hun zelfgeteelde koffie, met arracache (een mengsel
van de wortel van een lokale aardappelachtige plant, lekker) en een glaasje
limonade op basis van hun eigen suikerriet.
Het moet gezegd
zijn, het was een heel interessante toer. Op 2 uur tijd een massa nieuwe
informatie gekregen en onze gids die in het begin nog wat last had van een
ochtendhumeur, ontpopte zich al gauw tot een volleerd grappenmaker en maakte de
toer een pak ludieker dan noodzakelijk. Alle machines/ossen werden speciaal
voor ons in gang getrapt. Leuke activiteit.
s Avonds doen
we mee aan de Nightwalk in Bajo del Tigre Childrens Eternal Rainforest. De
naam verwijst niet naar een kinderactiviteit, maar de start van het reservaat
is opgericht met geld van Zweedse schoolkinderen die hun steentje wilden
bijdragen om het regenwoud te redden. Dat kleinschalig project is ondertussen
wereldwijd viraal gegaan en ondertussen zijn er enorme fondsen die geleid
hebben tot het grootste natuurpark van het land, meer dan 22.000 hectare. De
zon duikelt, we krijgen allemaal een flauwe zaklamp en de wandeling begint. De
verwachtingen zijn niet echt hooggespannen, het ziet er allemaal nogal amateuristisch
uit. Tegelijk is het toch best spannend, s nachts een beetje in het regenwoud
ronddolen. Je kent de vegetatie en de beestjes niet. We hadden beter eerst de
Blair Witch Project nog eens gezien om wat in de sfeer te komen. Het eerste
dier dat we spotten is het Mexicaans wolharig grijpstaartstekelvarken, dat kent
u vast wel. Onze gids is wild enthousiast want die ziet hij niet dikwijls. Ok,
er is dus nog hoop. Een beetje verder zit een groene broer van de kingfisher
rustig op een tak. De vuurvliegen zijn overal en we zien ook de vuurkever met
zijn 2 lichtgevende ogen die vooral Inge erg leuk lijkt te vinden. En ja
hoor, hoog in de bomen zit een luiaard te stretchen, klaar voor de nacht, wat
een vreemd dier. We vinden hem zelfs redelijk actief. Bij een konijnenhol
stoppen we. De gids zegt dat we niet mogen bewegen. Met een takje begint hij in
het hol te keuteren (ik dacht altijd dat je konijnen kon lokken met het geluid
van een wortel, maar kom). Verschijnt daar toch ineens een orange-kneed tarantula.
Is me dat even schrikken. Inge is nog zo dapper om een close up te nemen. Als
de tarantula zich bedreigd voelt, begint die over zijn buik te wrijven. De
haren die daarbij loskomen worden bijgevolg ingeademd door de aanvaller en die
begint dan te bloeden uit zijn oren en ogen. Met blindheid tot gevolg. Jakkes,
wat een beest, we houden prompt allemaal de adem in. Ik krijg nu al overal
jeuk. Goed onthouden, geen nijntje uit zijn hol te lokken. We vinden nog wat
lieverdjes, een schorpioen, een slang, en veel Paraponera clavatas of bullet
ants. Eén beet van dit insect is de meest pijnlijke beet die je kan meemaken en
wordt vergeleken met een schotwond (vandaar de naam). In sommige culturen is
het een mannelijkheidstest om je hand de volle 10 minuten in een handschoen vol
van deze opgejaagde soortgenoten te steken. Noem mij gerust een watje, die
uitdaging ga ik wel uit de weg. Op Youtube vind je zeker wat footage voor de
liefhebbers. Inge blijft ondertussen speuren naar kikkers maar blijft op haar
honger zitten. Om half 8 zit de wandeling erop, we wandelen in het donker terug
naar ons huisje, krabben nog wat na en koken een potje.
Monte Verde cloud forest in volle zon en zip lining.
Om de massa te
vermijden moeten we voor 7h gaan aanschuiven aan de ingang van het
Monteverde-park. Doen we niet, we zijn wel met vakantie. Tegen 9h30 zijn we
daar, we zien wel, lukt het niet hebben we nog een alternatief regenwoud klaar
om te bezoeken. Maar de massas zijn minder talrijk dan voorspeld en we kunnen
zonder aanschuiven meteen naar binnen. In dit cloud forest zijn verschillende
padjes uitgestippeld, je kan er makkelijk verschillende routes aan elkaar
rijgen en zo een gewenst aantal kilometers belopen. Het is mooi weer, al blijft
het op het gelijkvloers redelijk donker. Het woud zit vol groen op alle
niveaus. Elke stam is volledig ingenomen door de epifyten. Elke boom hangt vol
lianen. Stil is het hier niet, het woud leeft. We wandelen flink twee uur en
zien een witsnuitneusbeer hoog in de bomen. En ook een luiaard vlakbij het pad
waar je zo zou voorbij lopen. Een eekhoorn en wat vreemde vogels. Het is een
uitdaging om tussen al die tinten groen een levend wezen te vinden. We gaan een
loopbrug over die gemakkelijk 50 meter hoog hangt en volledig meewiebelt met
elke pas. Is het de hoogte of het gezwalp, mijn maag geraakt vrijwel
onmiddellijk van streek. Normaal wandel je over deze brug in de mist en onder
druppend regenwoud, wij doen het met een stralende zon boven het groene dak. t
Was toch leuk en eens iets anders als t Middelheimpark.
Op de Galapagos
sprak de gids al over winden uit verkeerde richting en rare wolkenmassas. Ook
hier in Costa Rica is het weer een beetje van slag, het waait al dagen enorm,
vooral s nachts en dat is niet normaal. Langs beide kanten horen we dat alles
erop wijst dat er een nieuw El Niño-jaar zit aan te komen, met alle gevolgen
van dien.
Tegen de middag
verplaatsen we naar Selvatura, een activitypark waar Inge ons in een rainforest
ziplining activity gestrikt heeft. Zipwat? Ok, kort door de bocht, je plaats je
regenwoud vol platformen en verbindt deze met een stevige staaldraad. Iedere
deelnemer krijgt een klimgordel aan met daaraan een loopwieltje. Dat wordt op
zijn beurt aan de kabel gehangen en off you go. (x18), soms alleen, soms duo
voor wat extra gewicht, soms traag, vaak snel, soms maar 100m en soms tot meer
dan 3km lang. Dat heeft bijna iets weg van vliegen. Remmen doe je door met je
werkhandschoen met extra lederen inzet de kabel achter je grijpen. Het was niet
zo beangstigend dan we gevreesd hadden. Het is best leuk, maar we hebben er
geen hobby aan overgehouden. Ruth mogelijk wel een blauwe neus door al
wandelend tegen de stalen supportkabel van de zipline aan te knallen.
Bon, terug naar
ons huisje, morgen nieuwe oorden opzoeken.
Het eerste stuk
van onze route is gravel met verraderlijke potholes. Links of rechts rijden is niet
meer van belang, hoofdzaak is de putten proberen te vermijden en als je niet
anders kan, er zo traag mogelijk door te rijden. Vermoeiend voor chauffeur
Mike, die onze Terry erdoor loodst. Na 1,5u hebben we amper 30 km afgelegd. Zo
gaan we der niet komen.
Als we
eindelijk de Laguna Arenal voor de eerste keer te zien krijgen, lassen we een
pauze in. Even wat frisse lucht opsnuiven en van het landschap genieten. Terry
is nu van zilvergrijs overgegaan naar zandbruin, ook langs binnen.
Daarna betert
de baan en gaat onze gemiddelde snelheid naar boven. Heel de rit langs de
Laguna is prachtig. Er staan imposante landhuizen met perfect onderhouden
tuinen. De natuur is overvloedig. Steek iets in de grond en het groeit. Ik kan
wel snappen dat buitenlanders hier hun hart verliezen. Verschillende
eigendommen staan te koop, maar we zijn toch maar niet gestopt om de prijs te
gaan vragen dat vinden we wel op het net.
De regio van de
Arenal-vulkaan is een populaire vakantiebestemming voor de Ticos. Als we de
dam van het meer overrijden, is 1 baanvak volledig ingenomen door geparkeerde
autos. Hele families hangen er rond. Bij 1 auto zijn ze de poten in de bbq aan
het draaien. Duidelijk een populaire familie-uitstap.
Het tweede
hoogtepunt van deze streek zijn de warmwaterbronnen. Een aantal zijn vrij
toegankelijk en liggen naast de openbare weg. Als we dachten dat we op de dam
zotte dingen hadden gezien . Kms op voorhand staan er al autos half op de weg
geparkeerd (langs 2 kanten) en wandelen er mensen in zwempak langs de baan met
een handdoek over hun schouder. Om uiteindelijk allemaal samen opgepropt in een
dieper stukje van de rivier te gaan zitten weken. Ziet er héél gezellig uit.
Zon echt thermaal complex met aangelegde zwembaden zegt mij precies meer.
Tegen 16u zijn
we eindelijk bij onze eindbestemming het dorpje La Fortuna. We krijgen de
sleutel van onze villa, tuinhuis had een betere beschrijving geweest.
Kleine kamer met 2 dubbele bedden en net plaats om langs de bedden te lopen en
vooraan, half buiten, de keuken en zitruimte. t Is een beetje puzzelen om onze
bagage kwijt te geraken. Dan zien we ook dat de muren bestaan uit een paar
houten planken met dikke spleten ertussen, je kijkt zo naar buiten. Jeuj, een
insectenhotel dus, hier gaan we niet alleen logeren. En in dit tropisch klimaat
zijn er varianten genoeg. De tuin is mooi aangelegd, de toekans vliegen rond
onze oren en op ons terras is het zalig zitten.
Nog even het
zwembad testen, eten maken en t licht gaat weer vroeg uit voor ons.
Om half 6 komt
de zon op en begint de jungle aan zijn ochtendlied. Klokvast als een wekker.
Maar hier is dat niet erg want we gaan wandelen en we hopen nog wat te kunnen
profiteren van de koelte van de ochtend. Tijdens het ontbijt gaat de
temperatuur echter al flink naar boven, dat wordt zweten straks.
We vertrekken
op vulkanenjacht, navigeren Terry tot aan de ingang van het natuurpark, betalen
de sympathieke ranger een fee en we vertrekken. Een lusvormig pad door riet en
jungle naar een paar uitkijkpunten op de vulkaan. We proberen geruisloos over
het pad te lopen om meer wildlife te spotten. Het park is echter een toeristische
aanrader en hier wordt ook een bus Amerikanen en Duitsers gelost. Die
bewandelen het pad minder subtiel en onze vangst is bijgevolg ook beperkt. De high
light: enkele uit de kluiten gewassen boskalkoenen.
Het uitzicht op
de vulkaan is zon beetje hetzelfde als de hele weg hier naartoe, een conische
kegel die eindigt in de wolken. Im not impressed, ik vraag me af waarom deze
activiteit zo populair is. We hebben er op zijn minst een mooie wandeling aan
overgehouden. Terug naar de homebase voor een sobere lunch, daarna hebben we
reservaties voor de Baldi Hot Springs. Een complex van 25! baden dat gevuld
wordt met thermaal water tussen de 20 en 67° Celsius, recht vanuit de vulkaan.
Basisconcept, je bootst een laguna na, plaatst een swim-in cocktailbar in het
midden en enkele watervallen langs de buitenkant. De formule werkt, meer dan de
helft van de baden zijn volgens deze architectuur opgetrokken. Hier en daar een
20° bad om af te koelen. Hier en daar een grot met 67° dat dienst doet als eco-stoombad.
Er werd ons aangeraden om pas in de late namiddag naar ginder te trekken. De
buitentemperatuur is daarvoor nog te hoog en dan is het absoluut onaangenaam om
in zon warm water te zitten. En er is iets van aan, hoe later het wordt, hoe
aangenamer we het water ervaren. Er is veel volk maar door de omvang van het
complex heb je daar weinig last van. Ze zijn, naar eigen zeggen, het grootste
thermaal complex ter wereld met 15.000 m3 water.
We sluiten af
met een cocktail aan één van de poolbars. Er zijn minder aantrekkelijke
activiteiten denkbaar om je avond door te brengen.
Daarna willen
we een Peruaans restaurant aandoen dat we al lang in de mot hadden en onze ogen
uitstak. Er zit niemand, slecht teken, dus rijden ook wij door naar onze tweede
optie, de beste Italiaan van de streek. Dat lijkt ook waar te zijn, de dingen
uit zijn houtoven smaken fenomenaal. De sobere lunch en de zwempartij zullen
hun bijdrage hier ook wel in gehad hebben.
Opnieuw naar de
homebase in La Fortuna, de reeds aanwezige gasten uit onze kamer gejaagd, en
wij derin.
Om half 10 zijn
we ingepakt en klaar om te vertrekken naar Guap iles (we rijden nu richting Caribische
zee). Daar is niets speciaals te doen, het is meer een tussenstop voor onze
trip naar Tortuguero die dinsdag start.
Op een 40 km
van onze route ligt de Poas-vulkaan. Volgens Lonely Planet kan je daar de
krater van bezichtigen zonder de vulkaan te moeten beklimmen. Ok, dat klinkt
interessant, dat willen we wel eens zien. De weg er naartoe is zoals te
verwachten, steil. We moeten dan ook tot 2600 m klimmen. De haarspeldbochten
volgen elkaar in snel tempo op en er is veel verkeer. De helft van de tijd
staan we stil omdat een vrachtwagen nauwelijks boven geraakt. De andere helft
van de tijd moeten we aanschuiven omdat er een waterval te zien is, en de Ticos
naar goede gewoonte langs de kant van de al te smalle baan stoppen om fotos te
nemen, te BBQen en in de weg te lopen. Als er geen toeristen staan, staat er
een local aardbeien of braambessen te verkopen. Na 1,5 u rijden staan we
volledig stil, op 2,5 km van de ingang. Er beweegt niets meer. Achter ons een
stel jongeren met brommers, waarvan er één net terugkomt van verkenningstocht.
En ja hoor, dit is de file voor ticketjes. Man man, 2,5 km nog af te leggen en
we staan al minstens 10 minuten stil, dat komt hier niet goed. We overleggen en
maken de hartverscheurende keuze om de krater te laten voor wat hij is en recht
naar ons volgend hotel met olympisch zwembad te rijden. We troosten ons dan
maar met het idee dat het een heel scenic route was tot hier. En dat de krater
ondertussen al volledig in de wolken zou zitten.
De terugweg
naar beneden is een kopie van de heenweg, een continue stroom autos die zich
een weg naar boven baant. Succes mannen. We realiseren ons dat het Paaszondag
is, zal er ook wel voor iets tussen zitten. Misschien niet de beste moment
gekozen.
De rest van de
route loopt vlot naar lokale normen. Al houden we dikwijls onze adem in bij de gewaagde
inhaalmanoeuvres, enfin, de gehele rijstijl in het algemeen. En het kost veel
concentratie. In bewoonde gebieden remmen ze het verkeer af met
verkeersdrempels. In 50% van de gevallen worden die aangekondigd. Voor de rest
moet je maar zorgen dat je ze gezien hebt. Ze hebben dezelfde kleur als de rest
van de asfalt en vooral in de schaduw van de bomen is het een uitdaging om op
tijd te stoppen. Als je daar tegen 50 opknalt, is de auto om zeep. Beste optie
is nog achter een local rijden, die weet ze liggen, of je merkt het als die door
zijn dak gaat.
Zonder schade
komen we in de late namiddag aan in Guapiles. Tegenover ons vorige tuinhuisje
is de kamer een balzaal. Rap de bagage binnen gooien, zwembroek aan en gaan
afkoelen. Zalig.
s Avonds overleggen
we nog hoe we de dagen na Tortuguero gaan organiseren. Gezien onze ervaringen
tot hiertoe is 150 km rijden op 1 dag wel de maximum als je nog iets aan je dag
wil hebben. En dat zijn dan al minstens 3u als je de beste banen hebt. Niet
eenvoudig want het land is niet zo dik bezaaid met wegen en we willen nog heel
wat zien.
Vandaag eerste
kennismaking met de Caribische kant van Costa Rica. De combinatie van de
tropische warmte, hoge vochtigheid en de geur van de zee laat zich pas merken
als we de airco van de auto verlaten. Ons hotel is helemaal in Hoola-stijl, hutjes
met rieten daken. Dat past hier perfect. Hoewel we hier niet veel van verwacht
hadden valt het beter mee dan gedacht. Al is dat meestal zo als de
verwachtingen niet hoog gespannen zijn. We zijn hier in Puerto Limon, hier is
geen bal te zien en wordt zelfs afgeraden te bezoeken in onze reisgids, maar
het is wel de ideale plek om morgen onze tocht naar Tortuguero aan te vangen.
Slechts 5 minuten rijden verwijderd van het inschepingspunt.
Over de Playa
Negra van Cahuita doet de LP wel lyrisch. Vamos a la playa, oh-o-oooh-o-oh! We
stappen opnieuw in de auto en gaan daar wat verkoeling zoeken. Hoewel, die
krijgen we onderweg al dankzij een fikse regenbui. Niet dat je daarna kou gaat
lijden, het blijft tropisch warm. Het duurt dan ook niet lang of we staan in
de branding van de Caribische zee tegen de golven aan te beuken op een idyllisch
en verlaten zwart zandstrand. Er zijn weinig sporten zo vermoeiend als amusement
als deze.
Als we terug
naar de auto lopen passeren we een houten barak die als reggae-bar dienst doet.
Het is leuk gedaan en als er ergens ter wereld een juist decor bestaat voor dit
type bar dan is het hier. Na het sporten hebben we een cocktail verdiend,
besluiten we unaniem. Nu heb ik reggae altijd al wel leuke deuntjes gevonden,
als een feel good tolerante muziekstijl die niet snel storen gaat, maar het
plaatje is pas echt compleet als je net uit de zee komt, cocktail in de hand
naar de ondergaande zon zit te turen. Dit is geen muziek meer het is een way
of life.
In het dorp Cahuita
is de Pura Vida-slogan van de Costa Ricanen helemaal op zijn plaats. Zelfs
auto-rijden gebeurt trager. We zetten ons op een centraal terraske en
aanschouwen het hele gebeuren. Lijkt een ander land waar we in terecht gekomen
zijn. Reggaeland. We bestellen er tegen beter weten in de lokale specialiteit,
patacones met guacamole. Lekker. Tegen dat we terug naar onze strooien hut
rijden, is het al danig aan het schemeren, alle hens aan dek om alle potholes in
het asfalt tijdig op te merken. Als we onderweg aan een politiecontrole onze
papieren moeten laten zien, hebben we veel geluk dat de agent tevreden is met
Mike zijn Belgisch rijbewijs. Iets anders hadden we eigenlijk niet bij voor deze
stranduitstap.