Gisterenavond
nog snel een plaats gereserveerd voor de toer van 10u in de nabijgelegen 3-in-1
koffie-, cacao- en suikerrietplantage. Als we toekomen lijken we de enigen te
zijn, maar er verschijnen uiteindelijk nog 2 Canadezen. Onze gids is pakweg 20
jaar en lijkt er niet zoveel zin in te hebben. Hoewel we een Engelse toer
geboekt hebben, zijn de eerste zinnen uitsluitend in het Spaans. Maar het
betert. Eens we vertrokken zijn schakelt hij over op het standaard Spanglish
dat we ondertussen al goed meesteren. We wandelen eerst door de
suikerrietplantage. Zo komen we te weten dat suikerriet oorspronkelijk van
Indië komt. In Monteverde bevat hij meer water en minder suiker omdat hij in
hoger gelegen gebieden wordt geteeld. Ze gebruiken de suikerriet om een lokale
likeur (Cacique) mee te stoken en om caramel van te maken, rietsuiker is ook
een optie. Op het einde van de toer zien we hoe het riet artisanaal wordt
geperst en mogen we onze eigen caramel in mekaar draaien. Dat blijkt niet zo
simpel. Inge haar arm hangt er al af voor de caramel klaar is, Mike kan het nog
een beetje redden maar het eindresultaat in ons zakje heeft het meer weg van
een pas gevulde doggy bag.
Tweede deel van
de toer gaat over koffie. De koffieplanten komen ook niet van hier, maar van
Congo en Ethiopië. Er zijn maar 2 soorten koffie, Arrabica en Robusto, waarbij
de tweede straffer is en in lagere gebieden wordt geteeld. Costa Rica heeft dus
enkel Arrabica. Blijkbaar zijn het de Nicaraguanen die de pluk komen doen want
de Ticos (Costa Ricanen) zijn, naar eigen zeggen, te lui om zelf op het veld
te gaan staan. We zien de machines voor het scheiden van de verschillende
kwaliteiten van koffiebonen in werking. De slechtste worden gebruikt voor de
Nescafé (No Es Café grapt hij). Decafeïne kunnen ze hier niet maken want ze
hebben de machines niet. De koffiebonen worden overgevlogen naar Duitsland, dat
gratis de cafeïne eruit haalt om te gebruiken voor energiedrankjes, en dan de
koffie zonder cafeïne terug opstuurt naar Costa Rica. En dat enkel voor de
toeristen want de Ticos verlagen zich niet tot het drinken van dat spul.
Naar het
laatste gedeelte worden we vervoerd op een ossenkar. Hopelijk hebben die
beesten gisteren niks verkeerd gegeten want we zitten
vlak achter de uitgang. Wat
later komen we alles te weten over chocolade. De planten komen weer niet in
Costa Rica voor en worden gehaald in Brazilië. De verwerking van de chocolade
gebeurt in België en in Zwitserland. Hier kunnen we de verschillende stadia van
het proces proeven.
Als afsluiter
krijgen we nog een tas van hun zelfgeteelde koffie, met arracache (een mengsel
van de wortel van een lokale aardappelachtige plant, lekker) en een glaasje
limonade op basis van hun eigen suikerriet.
Het moet gezegd
zijn, het was een heel interessante toer. Op 2 uur tijd een massa nieuwe
informatie gekregen en onze gids die in het begin nog wat last had van een
ochtendhumeur, ontpopte zich al gauw tot een volleerd grappenmaker en maakte de
toer een pak ludieker dan noodzakelijk. Alle machines/ossen werden speciaal
voor ons in gang getrapt. Leuke activiteit.
s Avonds doen
we mee aan de Nightwalk in Bajo del Tigre Childrens Eternal Rainforest. De
naam verwijst niet naar een kinderactiviteit, maar de start van het reservaat
is opgericht met geld van Zweedse schoolkinderen die hun steentje wilden
bijdragen om het regenwoud te redden. Dat kleinschalig project is ondertussen
wereldwijd viraal gegaan en ondertussen zijn er enorme fondsen die geleid
hebben tot het grootste natuurpark van het land, meer dan 22.000 hectare. De
zon duikelt, we krijgen allemaal een flauwe zaklamp en de wandeling begint. De
verwachtingen zijn niet echt hooggespannen, het ziet er allemaal nogal amateuristisch
uit. Tegelijk is het toch best spannend, s nachts een beetje in het regenwoud
ronddolen. Je kent de vegetatie en de beestjes niet. We hadden beter eerst de
Blair Witch Project nog eens gezien om wat in de sfeer te komen. Het eerste
dier dat we spotten is het Mexicaans wolharig grijpstaartstekelvarken, dat kent
u vast wel. Onze gids is wild enthousiast want die ziet hij niet dikwijls. Ok,
er is dus nog hoop. Een beetje verder zit een groene broer van de kingfisher
rustig op een tak. De vuurvliegen zijn overal en we zien ook de vuurkever met
zijn 2 lichtgevende ogen die vooral Inge erg leuk lijkt te vinden. En ja
hoor, hoog in de bomen zit een luiaard te stretchen, klaar voor de nacht, wat
een vreemd dier. We vinden hem zelfs redelijk actief. Bij een konijnenhol
stoppen we. De gids zegt dat we niet mogen bewegen. Met een takje begint hij in
het hol te keuteren (ik dacht altijd dat je konijnen kon lokken met het geluid
van een wortel, maar kom). Verschijnt daar toch ineens een orange-kneed tarantula.
Is me dat even schrikken. Inge is nog zo dapper om een close up te nemen. Als
de tarantula zich bedreigd voelt, begint die over zijn buik te wrijven. De
haren die daarbij loskomen worden bijgevolg ingeademd door de aanvaller en die
begint dan te bloeden uit zijn oren en ogen. Met blindheid tot gevolg. Jakkes,
wat een beest, we houden prompt allemaal de adem in. Ik krijg nu al overal
jeuk. Goed onthouden, geen nijntje uit zijn hol te lokken. We vinden nog wat
lieverdjes, een schorpioen, een slang, en veel Paraponera clavatas of bullet
ants. Eén beet van dit insect is de meest pijnlijke beet die je kan meemaken en
wordt vergeleken met een schotwond (vandaar de naam). In sommige culturen is
het een mannelijkheidstest om je hand de volle 10 minuten in een handschoen vol
van deze opgejaagde soortgenoten te steken. Noem mij gerust een watje, die
uitdaging ga ik wel uit de weg. Op Youtube vind je zeker wat footage voor de
liefhebbers. Inge blijft ondertussen speuren naar kikkers maar blijft op haar
honger zitten. Om half 8 zit de wandeling erop, we wandelen in het donker terug
naar ons huisje, krabben nog wat na en koken een potje.








|