College van burgemeester en schepenen beraadslaging/proces verbaal
Samenstelling: de heer Patrick Janssens, burgemeester; de heren Robert Voorhamme, Philip Heylen, Ludo Van Campenhout, mevrouw Leen Verbist, de heren Marc Van Peel; Luc Bungeneers, Guy Lauwers, mevrouw Monica De Coninck, schepenen; de heer Roel Verhaert, stadssecretaris. Zitting van vrijdag 2 april 2010 Iedereen aanwezig. collegebesluit: 3761 van vrijdag 2 april 2010
Stadsontwikkeling B-Punt 22 Stedenbouwkundige vergunningen. Haven. Diverse locaties. Het rooien van bomen gelegen in de voorbehouden zone van aardgasvervoerinstallaties. Bijzondere procedure. Voorwaardelijk gunstig advies. Goedkeuring. (Jaarnummer 3761) Agendapunt, college, gewone zitting, 17/01/2001, jaarnummer 121 Auteur: Wouters Elisabeth Motivering Voorgeschiedenis Het college verleende in zitting van 12 februari 2010 (jaarnummer 1516, 1511, 1513 en 1514) vier kapvergunning voor het vellen van alle bomen die onderdeel uitmaken van deze stedenbouwkundige vergunningsaanvraag. Feiten en context Er werd een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning ingediend bij het Agentschap R-E Antwerpen - Ruimtelijke Ordening, in toepassing van bijzondere procedure van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. De gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar verzoekt het college om een advies uit brengen over de aanvraag. Aanvrager: Fluxys nv , Kunstlaan 31, 1040 Etterbeek. Ligging van het perceel: Scheldelaan ZN, Noorderlaan ZN, Oosterweelsteenweg ZN, Ekersesteenweg ZN, Antwerpen en Burgemeester Eduard Waghemansbrug, Merksem Kadastrale gegevens: (afd. 7) sectie G nr. 1793 N (deel), sectie G nr. 1800 C (deel), (afd. 14) sectie B nr. 34 Y (deel), (afd. 15) sectie C nr. 258 Z (deel), (afd. 16) sectie F nr. 232 M (deel), (afd. 18) sectie F nr. 163/2 P (deel), sectie F nr. 225 V (deel), (afd. 19) sectie A nr. 9 Y (deel), sectie A nr. 45 Z (deel), (afd. 34) sectie E nr. 181 F (deel), sectie E nr. 185 S (deel). De aanvraag omvat: het rooien van bomen gelegen in de voorbehouden zone van aardgasvervoerinstallaties. Ontvangst adviesvraag: 26 februari 2010. Dossiernummer: 20101254.
Fasering Procedurestap Datum Ontvangst adviesvraag 26 februari 2010 Opening openbaar onderzoek geen Afsluiten openbaar onderzoek geen
Juridische grond De Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening en zijn uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing. Het ministerieel besluit van 19 juni 2008 waarbij werd vastgesteld dat de stad Antwerpen voldoet aan de vijf voorwaarden van artikel 193, § 1 van het decreet van 18 mei 1999. Dit besluit werd op 8 juli 2008 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. De bijzondere procedure van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening bepaalt het volgende: - als de aanvrager een publiekrechtelijk persoon is of wanneer de aanvraag betrekking heeft op werken, handelingen of wijzigingen van algemeen belang, wordt de aanvraag ingediend bij en wordt de beslissing genomen door de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar; - het college brengt zijn advies uit binnen 30 dagen na ontvangst van de adviesvraag; - wordt deze termijn niet in acht genomen, dan kan aan de adviesvereiste worden voorbijgegaan; - indien een openbaar onderzoek moet georganiseerd worden, dan gaat de adviestermijn in op de dag waarop het openbaar onderzoek werd afgesloten. Stedenbouwkundige gegevens uit de plannen van aanleg, de ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (koninklijk besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, grotendeels in een in overdruk op het gewestplan aangeduide leidingenstrook. Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in of in de nabijheid van in een overdruk op het gewestplan aangeduide hoofdverkeerswegen. Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde ruimtelijk uitvoeringsplan, deels in de nabijheid van een gebied aangeduid met symbolische overdruk hoogspanningsleiding. In het gebied, aangeduid met deze overdruk, zijn alle werken, handelingen en wijzigingen toegelaten voor de aanleg, de exploitatie en de wijzigingen van een hoogspanningsleiding en haar aanhorigheden. De aanvragen voor vergunningen voor een hoogspanningsleiding en aanhorigheden worden beoordeeld rekening houdend met de in grondkleur aangegeven bestemming voor zover de aanleg, de exploitatie en wijzigingen van de bestaande hoogspanningsleiding niet in het gedrang wordt gebracht. Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, deels in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaalculturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen.) Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, deels in een industriegebied. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop. (Artikel 7 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.) Het goed ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, deels in een gebied voor ambachtelijke bedrijven of gebieden voor kleine en middelgrote ondernemingen. Deze gebieden zijn mede bestemd voor kleine opslagplaatsen van goederen, gebruikte voertuigen en schroot, met uitzondering van afvalproducten van schadelijke aard. (Artikel 8 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen.) Het goed ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan deels, in een bufferzone met aanvullend voorschrift voor stedelijke agglomeratie. De bufferzones dienen in hun staat bewaard te worden of als groene ruimte ingericht te worden, om te dienen als overgangsgebied tussen gebieden waarvan de bestemmingen niet met elkaar te verenigen zijn of die ten behoeve van de goede plaatselijke ordening van elkaar moeten gescheiden worden. (Artikel 14 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.) Het goed ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, deels in een natuurgebied. Deze gebieden zijn bestemd voor het behoud, bescherming en herstel van het natuurlijke milieu. Natuurgebieden bevatten bossen, wouden, venen, heiden, moerassen, duinen, rotsen, aanslibbingen, stranden en andere dergelijke gebieden. In deze gebieden mogen jagers- en vissershutten worden gebouwd, voor zover deze niet gebruikt kunnen worden als woonverblijf, al ware het maar tijdelijk. Het vegetatiebesluit is van toepassing in natuurgebieden. (Artikel 13 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.) Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, deels in een bijzonder natuurgebied met overdruk waterzuivering, afvoerleidingen en leidingstraten. Deze zijn mede bestemd voor werken voor waterzuivering en daarbij behorende afvoerleidingen naar de Schelde alsmede voor de aanleg van de ondergrondse leidingstraten tussen beide Scheldeoevers. Werken en handelingen die daarmee verband houden zijn er toegelaten, op voorwaarde dat het natuurlijk milieu er maximaal wordt behouden en beschermd of hersteld. (Artikel 12 van het koninklijk besluit van 3 oktober 1979 houdende de vaststelling van het gewestplan Antwerpen.) Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, deel in agrarische gebieden. De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 meter van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 meter en 100 meter geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden. De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het gewestplan. Gemeentelijke verordeningen De gemeentelijke bouw- en woningverordening, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 26 maart 1986 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 21 mei 1986. Advies Op 1 maart 2010 werd advies gevraagd aan het gemeentelijk havenbedrijf Antwerpen. Zij brachten advies uit op 9 maart 2010. Het advies is voorwaardelijk gunstig. Op 1 maart 2010 werd advies gevraagd aan stads- en buurtonderhoud/groen en begraafplaatsen. Zij brachten advies uit op 5 maart 2010 met referentie SB/GB/EL/00242. Het advies is gunstig. Op 1 maart 2010 werd advies gevraagd aan stadsontwikkeling/bedrijven/centrum tegen lucht- en waterverontreiniging. Zij brachten advies uit op 4 maart 2010 met referentie 2010/1753. Het advies is voorwaardelijk gunstig. Het advies geeft als voorwaarde dat de Vlaremwetgeving moeten worden geëerbiedigd. Het advies maakt geen melding van bepaalde strijdigheden met direct werkende normen uit deze regelgeving of van het schenden van zorgplichten hieruit voortvloeiend. Een stedenbouwkundige vergunning doet geen afbreuk aan de Vlaremwetgeving, die van toepassing blijft. Het advies kan bijgevolg als gunstig worden beschouwd. Argumentatie Toetsing aan de wettelijke en reglementaire verordeningen De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestplan, zoals hoger omschreven. De aanvraag werd getoetst aan de bepalingen van de gemeentelijke bouw- en woningverordening. Het ontwerp voldoet hieraan. Beoordeling De aanvraag betreft het rooien van bomen gelegen in de voorbehouden zone van een aargasvervoerinstallaties. Het betreft hier in het totaal 280 bomen op diverse locaties met name: - één valse christusdoorn (stamomtrek 0,35 meter) op het domein Noorderlaan ZN, 2030 Antwerpen; - twee groene beuken (stamomtrekken 0,66 meter en 0,71 meter), drie zwarte elzen (stamomtrekken 0,44 meter, 0,55 meter en 0,56 meter) en één katwilg (stamomtrek 0,55 meter) op het domein Ekersesteenweg ZN, 2030 Antwerpen; - één gewone plataan (stamomtrek 1,30 meter) en 160 zwarte populieren (stamomtrekken tussen 0,50 meter en 1,10 meter) op het domein Oosterweelsteenweg ZN, 2030 Antwerpen; - vier schijnacacia's (stamomtrekken tussen 0,25 meter en 0,50 meter), 55 zwarte populieren (stamomtrekken tussen 0,75 meter en 0,86 meter), 25 schietwilgen (stamomtrekken 0,16 meter en 0,30 meter), elf witte abelen (stamomtrekken tussen 0,35 meter en 0,38 meter) en zeven gewone esdoorns (stamomtrekken tussen 0,20 meter en 0,43 meter) langsheen de Scheldelaan, 2040 Lillo; - vier schietwilgen (stamomtrekken tussen 0,38 meter en 0,98 meter) op het domein Scheldelaan, aan de Lillobrug, 2040 Lillo. - zeven Noorse esdoorns (stamomtrekken tussen 0,85 meter en 0,96 meter) en vier veldesdoorns (stamomtrekken 0,75 meter en 0,86 meter) op het domein Burgemeester Eduard Waghemansbrug ZN, 2170 Merksem (aan de linker- en rechterzijde van de brug). Het rooien van 38 bomen, waarvoor het college in zitting van 12 februari 2010 een kapvergunning verleende maakt geen onderdeel uit van deze stedenbouwkundige vergunningsaanvraag. Het betreft: - drie witte paardenkastanjes (stamomtrekken tussen 0,45 meter en 0,90 meter) op het domein Zwarteweg ZN, 2030 Antwerpen; - 30 zwarte populieren (stamomtrekken tussen 0,45 meter en 0,90 meter) op het domein Zwarteweg ZN, 2030 Antwerpen; - drie Noorse esdoorns (stamomtrekken 0,62 meter, 0,63 meter en 0,65 meter) op het domein Kapelsesteenweg ter hoogte van huisnummer 1 en 3, 2180 Ekeren; - twee winterlinden (stamomtrekken 0,40 meter en 0,50 meter) op het domein Potpolderweg ZN, 2040 Lillo. De betrokken aardgasvervoerinstallaties hebben het voorwerp uitgemaakt van een gasvervoervergunning, evenals van een verklaring van openbaar nut, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen. Artikel 11 van deze wet verbiedt vanuit veiligheidsoogpunt inzonderheid elke daad die de gasvervoerinstallaties of de exploitatie ervan zou kunnen schaden. Het koninklijk besluit van 24 januari 1991, tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 maart 1966 met betrekking tot de te nemen veiligheidsvoorschriften bij de oprichting en bij de exploitatie van aardgasvervoerinstallaties dat van toepassing is op bovengenoemde aardgasvervoerinstallaties, verbiedt de aanwezigheid van bomen binnen de voorbehouden zone. Gezien het wettelijke verbod op de aanwezigheid van bomen binnen de voorbehouden zone van de bestaande aardgasvervoerinstallaties wordt vanuit veiligheidsoogpunt de aanvraag in overeenstemming geacht met de goede ruimtelijke ordening. Conclusie Gunstig.
Besluit Artikel 1 Het college verzendt het dossier aan het Agentschap R-E Antwerpen - Ruimtelijke Ordening met gunstig advies. Artikel 2 Dit besluit heeft in principe voor de stad geen financiële gevolgen.
|