3. HET ONTWERP RUP STEENSTRAAT ZOALS VOORGESTELD IS TE BEPERKT IN GEOGRAFISCHE OMVANG EN HEEFT GEEN TOTAAL VISIE.
Eerst overlopen we nog eens de verschillende definities.
DOELSTELLING RUIMTELIJKE ORDENING
Ruimte is schaars en kwetsbaar. Daarom formuleert artikel 4 van het Decreet op de ruimtelijke ordening (1999) duidelijke doelstellingen:
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
Wat is een RUP?
Een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) wordt opgemaakt ter uitvoering van een RSP. RUPs kunnen bijgevolg pas worden vastgesteld vanaf het moment dat de provincie of gemeente over een goedgekeurd RSP beschikken. Het is een plan dat de toekomstige bestemming, inrichting of beheer aangeeft van het betrokken gebied en is gericht tot de overheid én de burger. Het bevat dus, in tegenstelling tot het RSP, concrete voorschriften.
Bijzondere plannen van aanleg (BPA) zijn bestemmingsplannen die vroeger werden opgemaakt op gemeentelijk bestuursniveau ter verfijning van het gewestplan. Na goedkeuring van het Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen worden er geen nieuwe bijzondere plannen van aanleg meer gemaakt. Vanaf dan worden in Antwerpen 'gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen' (gemeentelijk RUP's) opgemaakt. De bestaande bijzondere plannen van aanleg blijven evenwel rechtsgeldig tot ze worden vervangen door een ruimtelijk uitvoeringsplan.
Doelstellingen RUP
De ruimtelijke uitvoeringsplannen zullen veel flexibeler zijn dan de bijzondere plannen van aanleg (BPA's). De stedenbouwkundige voorschriften van de ruimtelijke uitvoeringsplannen kunnen na verloop van tijd in werking treden of hun inhoud kan op een bepaald tijdstip veranderen. De stedenbouwkundige voorschriften van de ruimtelijke uitvoeringsplannen kunnen ook nog modaliteiten voorschrijven die bij de inrichting van een gebied in acht moeten worden genomen. Het ruimtelijk uitvoeringsplan is een instrument dat beter kan inspelen op de dynamiek van de samenleving. Een ruimtelijk uitvoeringsplan beschrijft ook beter hoe de functies of activiteiten zich tot elkaar verhouden.
Een Ruimtelijk Uitvoeringsplan is een juridisch document dat bepaalt waar en hoe er in uw buurt in de toekomst gebouwd en verbouwd mag worden:
Een RUP is een plan dat de toekomst van de wijk bepaalt. Alle toekomstige ontwikkelingen, binnen welke termijn ook, zullen aan dit plan getoetst worden.
Conclusie
Het bestaande BPA zou beter vervangen worden door een RUP voor minimaal hetzelfde plangebied. Dit is ook de basisbedoeling van de nieuwe regelgeving ruimtelijke ordening. Het zou zelfs van een goede beleidsmatige visie getuigen indien dit uitgebreide RUP het volledige geografische gebied van het grondgebied van het district Ekeren en Antwerpen omvat, begrensd door de A12 Leugenberg en de spoorlijn 12 (Antwerpen Roosendaal) en de goederenspoorlijn 27A. Immers voor de aangrenzende gebieden van het district Antwerpen zijn in het kader van het Masterplan Rozemaai en Luchtbal al belangrijke woonuitbreidingen voorzien. Ook op het grondgebied van Ekeren centrum zijn binnen de uitgebreide afbakening belangrijke projecten uitgevoerd of gepland op het vlak van openbare infrastructuren en woningbouw (inname open ruimten en inbreidingen).
Door telkens percelen uit een BPA te lichten en daar een afzonderlijk RUP voor op te stellen wordt de bedoeling van een RUP volledig onder uit gehaald. Een RUP dient een brede visie voor een gebied uit te werken : voor alle percelen in een bepaald gebied dient duidelijk te zijn wat er kan en niet kan.
Dit gaat in tegen de geest van de nieuwe regelgeving, creëert geen rechtszekerheid voor de eigenaars van (omliggende) percelen in de buurt en getuigt niet van een lange termijnvisie.
Het huidige plan om 2 percelen in een bestaand BPA van bestemming te wijzigen neigt ook sterk naar cliëntisme ten gunste van bouwpromotoren en/of de eigenaars van de gronden.
Zie ook blz. 15 toelichtingsnota Ontwerp RUP Steenstraat
4 GEVOLGEN EN ACTIES TER REALISATIE
Om de uitwerking van dit RUP te realiseren worden geen initiatieven door het stadsbestuur
genomen. De realisatie van het RUP zal voornamelijk een private aangelegenheid zijn.
Ook in de kopij van de zitting van 16 mei 2008 lezen we :
District Ekeren. Vraag bestemmingswijziging gronden gelegen tussen Beenhouwerstraat en Klein Hagelkruis. Collegiale brief. Goedkeuring. Introductie beleidsrichtlijn (Jaarnummer 5876)
Het college van burgemeester en schepenen ontving een brief, gedateerd 23 april 2008, met de vraag om een bestemmingswijziging voor de gronden gelegen tussen Beenhouwerstraat en Klein
Hagelkruis, district Ekeren. Het college beslist, als antwoord op deze vraag, om onderstaande
collegiale brief goed te keuren.
Externe factor, vraag van burger, 23/04/2008
In een brief gericht aan het college van burgemeester en schepenen, op datum van 23 april 2008, gevraagd om de bestemming van het BPA 1/3A Hagelkruis en omgeving voor een welbepaalde zone te wijzigen. De vraag wordt gesteld door de eigenaar van de gronden gelegen tussen de Beenhouwerstraat en Klein Hagelkruis. De eigenaar wenst dat de huidige bestemming van de gronden, zijnde een zone voor openbaar buurtgroen zoals bepaald in het BPA 1/3A Hagelkruis en omgeving, wordt gewijzigd in een woonzone.
De omzetting naar woonzone is volgens de eigenaar te verantwoorden vanuit volgende argumentatie: allereerst heeft bebouwing in het verleden in het gebied geleid tot een ontoegankelijk binnengebied dat niet meer aansluit bij het hoofdgebouw van de eigenaar. Ten tweede zou een verkaveling van het perceel zorgen voor een normale invulling van de omgevende straten.
Ook voor de grond tussen de Beenhouwerstraat en het Klein Hagelkruis is de wijziging gevraagd door een privaat persoon die wist van het bestaande BPA en die bij de opmaak van het BPA geen bezwaren heeft geuit tijdens de daarvoor voorziene periode.
Daarenboven opent het ook de ruimte tot discussies waarbij elke eigenaar van een perceel met een grote tuin gelegen in het huidig BPA deze (zeer) beperkte herziening kan aangrijpen om een RUP aan te vragen in het kader van de gelijkberechtiging van elke burger. (bvb. Landbouwgronden tussen Akker en Hagelkruispark die momenteel geen openbaar groen zijn doch voorzien zijn als openbaar groen in het huidige BPA)
Een versnippering van het bestaande BPA bedreigt de continuïteit, creëert rechtsonzekerheid en werkt speculatie in de hand. Aankoop van panden door projectontwikkelaars wordt in de hand gewerkt met de daarbij horende nadelen van zulke speculatieve aankopen (leegstand en verwaarlozing) wat ook is gebeurd met de gronden van het voormalig ARFIN gebouw.
Indien men geen poging had gedaan om, op vraag van de eigenaar, de bestemming zoals voorzien in het BPA te wijzigen zou men nu niet spreken over een verwaarloosde tuin met restanten van serres, een zwembad en tennisveld. De eigenaar zou al vele jaren geleden de nodige stappen hebben genomen om het pand Arfin op de markt te brengen met een aangepast woonproject.
Gecoro gaf reeds op 4 juni 2004 zelf ongunstig advies daar de toenmalige herziening van het BPA Hagelkruis en omgeving slechts een zeer beperkt deel van het bestaande BPA betrof en er geen visie voor een ruimere context werd ontwikkeld. De commissie drong erop aan een visie voor de wijk Hagelkruis te ontwikkelen binnen de ruime context van de dorskern van Ekeren. Dit ontwerp gaat daar volledig aan voorbij.
|