Bron : GVA - standpunt - 03/06/2011
Relatie tussen de stad en haar districten moet worden herzien
Tien jaar na de introductie van lokale besturen in de negen Antwerpse districten, luidt de harde conclusie: het oorspronkelijke opzet is mislukt. Voormalig CVP-schepen Bruno Peeters, de architect van de decentralisatie, huldigde het principe van de subsidiariteit. In mensentaal: besluitvorming zo dicht mogelijk bij de burger. Daarvan is te weinig terechtgekomen.
De districten - Antwerpen zelf, Hoboken, Wilrijk, Berchem, Borgerhout, Deurne, Merksem, Ekeren en het polderdistrict Berendrecht-Zandvliet-Lillo - willen meer bevoegdheden en vooral meer middelen. Vooral die laatste verzuchting is terecht. Eén illustratie: met de huidige budgetten heeft Ekeren 60 jaar nodig om al zijn straten een opknapbeurt te geven.
Omdat de districtsbesturen weinig impact hebben, stralen ze ook weinig uit. Zo verliezen de districten geleidelijk hun eigen karakter, terwijl iedereen toch aanvoelt dat bijvoorbeeld de polder een heel ander DNA heeft dan Deurne met zijn ruim 70.000 inwoners. Bovendien heeft de uitholling van het zelfbestuur van de districten ook geleid tot een verdere verwijdering van de naburige gemeenten in de groene rand, zoals de discussie over Oosterweel pijnlijk heeft aangetoond.
Tien jaar na de start van de districtsbesturen staat alles stil, vooral omdat de sp.a een koele minnaar is van de decentralisatie. Bevoegd sp.a-schepen Guy Lauwers heeft in december een overleg met de districten georganiseerd, maar dat blijkt achteraf niet meer dan een therapeutische sessie te zijn geweest. Deze week bleek uit een antwoord van Lauwers op een vraag van VB-raadslid Wim Van Osselaer dat het stadsbestuur niet van plan is om deze legislatuur nog iets te veranderen aan de relatie tussen de stad en haar districten. Daarmee gaat de sp.a in tegen de wens van alle andere partijen.
De bestuurlijke indeling van Antwerpen moet worden herzien. Een stadsgewest, met daarin alle gemeenten van het arrondissement Antwerpen, zou de beste bestuursvorm zijn om - naast de stedelijke - ook de vele bovenlokale kwesties te regelen. Maar daarvoor is veel politieke moed nodig, want zo'n plan zet de toch al gevoelige relatie tussen stad en rand op scherp.
In elk geval is de huidige constructie niet goed. Het is te laat om nog in deze legislatuur een betere op poten te zetten, maar na de verkiezingen van oktober 2012 verdient dit thema een prominente plaats in het nieuwe bestuursakkoord.
Door Lex Moolenaar
(noot van Chil : Ook de relatie tussen de burger en het district herzien? De besluitvorming moet immers zo dicht mogelijk bij de BURGER komen..)
|