Vlaams Parlement
₪ schriftelijke vragen
kris peeters
minister-president van de vlaamse regering, vlaams minister van economie, buitenlands beleid, landbouw en plattelandsbeleid
Vraag nr. 239 van 18 maart 2011 van dirk van mechelen
Uitbreiding goederenspoor Antwerpse haven - Compenserende maatregelen
In functie van het waarborgen van de competiviteit van de Antwerpse haven is het van belang een optimale ontsluiting met het hinterland te realiseren. Een optimaal spoorwegennet is daarbij essentieel. Vandaag is de capaciteit van het rangeerstation Antwerpen-Noord en de aansluitende spoorweg L27A onvoldoende om de groei te kunnen verwerken.
Daarom plant Infrabel, in het kader van de realisatie van de tweede spoorwegtoegang Haven van Antwerpen, op korte termijn een significante uitbreiding van de capaciteit van goederenspoorweg L27A tot 470 rijpaden. Concreet wordt ter hoogte van de "Oude Landen" een ongelijkgrondse spoorwegkruising L15A x L27A aangelegd.
Vanuit het district Ekeren werden reeds verschillende adviesbesluiten geformuleerd ten aanzien van de Vlaamse overheid. Belangrijkste doel van deze adviezen is dat het district Ekeren wil waarborgen dat de Vlaamse overheid de compensatieverzoeken honoreert. Meerbepaald gaat het om: het verbeteren van de waterhuishouding, het compenseren van het verlies aan landbouwareaal, het betrekken op een significante manier van de landbouwers bij het landschapsonderhoud, het bestrijden van visuele hinder en geluidsoverlast, de realisatie van doorsteken onder de spoorweg ten behoeve van de zwakke weggebruiker, het ondertunnelen van de N114 aan de Leugenberg, enzovoort.
Deze compenserende maatregelen dienen bovendien ten goede te komen aan alle wijken die palen aan de uit te voeren infrastructuurwerken, met name Ekeren Donk, Oude Landen, Bund, Boerendijk en Leugenberg.
Deze aanpak en manier van werken heeft haar deugdelijkheid immers bewezen ten tijde van de aanleg van de HSL-lijn over hetzelfde tracé, zo'n tien jaar geleden. De voorwaarden die toen in de bouwvergunning voor de aanleg van het werkspoor werden opgelegd inzake milderende maatregelen, tijdens en na de werken, stelden het lokale bestuur in staat als partner op te treden. Dit resulteerde in extra milderende maatregelen en een begeleiding van de uitvoering van de werken door het lokale bestuur waardoor de impact er van beperkt werd, tot tevredenheid van de inwoners van de genoemde wijken in Ekeren.
- 1. Werd er vanuit de Vlaamse overheid reeds overleg gepleegd met het districtscollege over de spoorweguitbreiding? Wanneer vond dat plaats en wie was vertegenwoordigd? Wat was het resultaat van dat overleg en welke afspraken werden gemaakt? Wanneer zal het overleg desgevallend plaatsvinden?
- 2. Werd er vanuit de Vlaamse overheid reeds overleg gepleegd met de plaatselijke bewonersgroepen over de spoorweguitbreiding? Wanneer vond dat plaats en wie was vertegenwoordigd? Wat was het resultaat van dat overleg en welke afspraken werden gemaakt? Wanneer zal het overleg desgevallend plaatsvinden?
- 3. Is de Vlaamse overheid op de hoogte van de inhoud van de verschillende adviesbesluiten van het district Ekeren en welke gevolgen heeft zij hier reeds aan gegeven?
- 4. Zal er verzekerd worden dat de compensaties meer z
- ullen zijn dan het normale minimum en rekening zullen houden met de in de adviesbesluiten voorgestelde compensaties? Wat is de stand van zaken met betrekking tot het uitwerken van die compensaties.?
- 5. Welke zijn de voorwaarden die door de Vlaamse overheid worden opgelegd aan Infrabel voor het afleveren van de bouwvergunning m.b.t. de spoorwegwerken op het grondgebied van Ekeren?
N.B. Deze vraag werd gesteld aan de ministers Peeters (vraag nr. 239), Crevits (nr. 831) en Muyters (nr. 355).
Kris Peeters
minister-president van de vlaamse regering en vlaams minister van economie, buitenlands beleid, landbouw en plattelandsbeleid
op vraag nr. 239 van 18
van dirk van mechelen
Een gecoördineerd antwoord zal worden verstrekt door de mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken.
|