't Stad is van iedereen

U kent ons logo wel: de stralende A. Maar de A straalt vooral naar buiten.  Dat las ik nog maar eens in de krant in een artikel over het MAS : 'Wanneer ik voor het gebouw sta, denk ik aan het citaat van stedenbouwkundige Charles Landry: "Bouw nooit iets in je stad voor je stad, maar bouw iets in je stad voor de wereld." Daar zijn de architecten Neutelings-Riedijk uit Rotterdam wonderwel in geslaagd', zegt schepen Heylen.

Punt is dat de buurtfilialen hiervan de dupe zijn: deze zijn er niet voor de wereld, enkel voor de inwoners van deze stad. En dat is de doodsteek. Een buurtfiliaal trekt geen gazetten, dus weinig politieke aandacht.

Behalve wanneer je ze tracht te sluiten...

Wat zijn de argumenten van de Stad om deze filialen te sluiten?

Deze komen allen uit een persbericht van Philip Heylen dat je ook op zijn website terugvindt. (http://www.philipheylen.be/news.php?id=212 : de Antwerpse BIB moet het met wat minder doen)

• 1. Deze bibliotheken bevinden zich allen in een beperkte ruimte, die tevens vaak niet meer voldoet aan de veiligheids- en toegankelijkheidseisen. Hierdoor blijft het aanbod klein en is de investeringskost té hoog om een volwaardig kennis- en ontmoetingscentrum te zijn.
• 2. Deze filialen hebben nog slechts een beperkt aantal ontleningen en bezoekers. De recente doorlichting van alle bibliotheken in 2009 toonde aan dat in deze zeven filialen het uitleenpercentage minder dan 1% van het globale uitleenpercentage bedraagt. Ook de gebruikerscoëfficiënt van de collectie is hier uitzonderlijk laag.
• 3. Uit cijfers van de administratie blijkt dat de zeven bibliotheken samen nog niet eens vijf procent van het totale aanbod in Antwerpen vertegenwoordigen - er zijn er namelijk nog achttien andere, die wél openblijven.
• 4. De filialen die gesloten worden, bevinden zich allen in een straal van 1 à 2 km ten opzichte van andere filialen.  
• 5. Er dient bespaard te worden. Felix houdt er eerder mee op. 'Dat filiaal kostte de stad 17.700 euro, terwijl er slechts honderd klanten waren en de opbrengst amper 1.000 euro bedroeg'.

 Tot daar de redenen.