Gisteravond keek ik naar een docu van de BBC over Wildlife in Afrika. Beeld: duizenden babyschildpadjes komen tegelijk boven de grond. Ze zijn 7 cm klein en moeten honderden meters, in moordend tempo, afleggen naar zee. Boven hen zwermen hongerige vogels, op de grond loeren sprinkhanen. Slechts 1 op de 1000 haalt de zee. Daar is het een hele kunst om door de branding te komen. Als je eenmaal zover gekomen bent
heb je de rest van de mogelijke 80 jaar om in de oceaan te zwemmen.
Pinguïns hebben in Zuid Afrika ook geen makkelijk bestaan. Beesten die bestand zijn tegen 40 graden onder nul moeten hun eieren gekoeld zien te houden bij 40 graden boven nul. Er zijn jaren dat niet een kuiken levend uit het ei komt, alle inspanningen van om de beurt broedende ouders ten spijt.
Bolkopmakrelen zijn in zee echte rovers. Eens per jaar gaan ze in een grote school meditatief drijvend een heel eind de rivier op om op een specifiek punt langdurig rondjes te zwemmen. Niet om zich voort te planten, niet om te jagen. Kennelijk hebben ze vakantie.
Beeld dat me bij bleef: een woestijn aan de oceaan die 'overnight' verandert in een indrukwekkende bloemenzee. In een gesloten madeliefje overleeft een kever de koude nacht om de volgende dag, geheel bedekt met stuifmeel gehoor te geven aan voortplantingsdrift. Hij vecht een robbertje met een concurrent, paart, geeft stuifmeel af en bevrucht
en staat daarmee niet alleen garant voor de volgende generatie kevers, maar ook de volgende generatie madeliefjes.
Wonderen
the circle of life.
06-07-2020 om 11:32
geschreven door Noelle 
|