Vandaag treinde ik naar Zandvoort. Zat op een bankje en keek rond. Liep langs de boulevard, door het dorp en dacht op een terras nog even iets te eten. Omdat eten met nieuwe tanden nog steeds moet wennen vroeg ik de ober of ik zachte vissticks met appelmoes en frites mocht bestellen van het kindermenu. Het terras was alles behalve druk bezet. Desondanks had hij liever geen omzet dan gebroken regels. Op het bewolkte, winderige strand waren dappere vakantiegangers. In bikini op een almaar opwaaiende handdoek achter een windscherm. Nog dapperder vond ik het handje vol mensen dat te water ging. De voertaal was overwegend Duits. In de trein was het superrustig. Reizen met een mondkapje gaat net voor een kwartier. Ik denk dat ik het verjaardagbezoek in Wolvega eind van de week niet ga doen. Die reis duurt meer dan 2 uur. Het went langzaam
het mezelf bezig houden nu het werk echt gestopt is.
|