Het land is in extase. We gaan naar Brazilië. Na jaren van irritant gesukkel beschikken we opnieuw over een team dat tot de verbeelding spreekt. Eén van de voornaamste redenen hiervoor is dat we er eindelijk in geslaagd zijn om op een gepaste, constructieve manier gebruik te maken van de technische en atletische kwaliteiten die geboden worden door een niet onaanzienlijke groep gekleurde jongens uit de grote stad. Het is immers daar dat er dag in dag uit gevoetbald wordt op de talrijke pleintjes en agora-spaces waardoor veel kinderen er spelenderwijs een degelijke basistechniek ontwikkelen. Maar, zoals geweten zijn het niet allemaal "engeltjes". De straat heeft zo haar eigen wetten en die stroken lang niet altijd met wat de "beschaafde" goegemeente uit de provincie als wenselijk acht. Toch zijn er blijkbaar een aantal vooruitziende personen geweest die zich daar over hebben gezet en die, met vallen en opstaan, met die gastjes aan de slag zijn gegaan, deels uit idealisme, deels vanuit de overtuiging dat hun potentieel ons, mits een goeie en volhardende aanpak, op een dag tot voordeel zou strekken.
Ik ben dan zo iemand die zich de vraag stelt : wie zijn die mensen? Gaat het om onderwijzers? Leraars? Opvoeders? Buurtwerkers? Trainers? Wijkagenten? Waarschijnlijk dient er in dergelijke kringen gezocht te worden, maar de belangrijkste rol is weggelegd voor de ouders, en in het bijzonder voor de vaders. Let op, begrijp me niet verkeerd, een liefhebbende moeder is cruciaal in het opgroeien van een kind tot een evenwichtige volwassene. Echter, in de jungle die de grote stad heden ten dage is, is een strenge en consequente vaderhand onontbeerlijk. Ontbreekt die, zoals jammer genoeg vaak het geval is, dan is de kans exponentieel veel groter dat drugdealers, fundamentalistische leeghangers of anderssoortig tuig hun zoon weten te beïnvloeden en in te palmen.
Aldus betuig ik bij deze mijn welgemeende dank aan Pierre Kompany, Abdellatif Fellaini, Thierry Witsel en andere Roger Lukaku's. Zonder hen zou er nu en volgende zomer waarschijnlijk geen reden tot feesten zijn.