Uit een grootschalig onderzoek van Europol over "matchfixing" is gebleken dat vanaf 2009 tot eind 2011 in 13 Europese landen 425 scheidsrechters, spelers en andere officials zijn omgekocht. Zij moesten het verloop of de uitslag van meer dan 380 duels beïnvloeden, dit onder meer op het WK en in de Champions League.
Kijk, ik weet en aanvaard zelfs tot op zekere hoogte dat geld veel moois besmeurt en kapotmaakt. Da's altijd al zo geweest en zal altijd zo zijn. Maar : er zijn grenzen. De kleine, hard werkende sportliefhebber bedotten door hem zijn wekelijks matchke af te nemen en hem in de plaats een in scène gezette farce voor te schotelen, da's erover. Op den duur schiet er helemaal niks meer over om nog een beetje in te kunnen geloven. Derhalve verlang ik in deze naar een integere, meedogenloze en vakbekwame superflik, een "untouchable" in hart en nieren, die als een soortement van niet af te stoppen robocop achter die op winstbejag beluste maffiosi aangaat en hen allemaal, van hoog tot laag, onderbrengt waar ze thuis horen : in de diepste krochten van den bak.
Zal dit ooit gebeuren? Ik vrees ervoor. Het geld heeft ook de sportwereld vast in een verstikkende houdgreep.
In weerwil van wat ik hierboven zeg, kan ik niet ontkennen enige sympathie te voelen voor Paul Put. Deze Antwerpenaar was, als toenmalig trainer van Lierse, in de periode 2004 en 2005 actief betrokken bij het vervalsen van wedstrijden door een Chinees goksyndicaat. Hij werd hiervoor levenslang geschorst door de Controlecommissie van de KBVB. In deze zaak heb ik echter altijd de indruk gehad dat hij de kop van Jut was en dat vele anderen buiten schot bleven. De relatief kleine vis die gevangen en geslachtofferd werd terwijl de grote met rust werden gelaten. Paul rechtte echter de rug en ging aan de slag in het Zwarte Continent. Op vandaag levert hij een topprestatie door met dwergland Burkina Faso de halve finale van de Africa Cup te halen. Deze wordt vanavond betwist tegen het sterke Ghana. Stel u voor dat hij dat tornooi zou winnen, 'k peis dat ze hem direct vragen om president te willen worden.
Op foto's in de krant valt te zien dat de anno 2013 56-jarige Put een dik verfomfaaid hoofd heeft waarop een gevuld en zondig leven valt af te lezen : drank, sigaren, één of meerdere echtscheidingen, pijnstillers, antidepressiva en een ontelbaar aantal vettige restaurantmenu's en microgolfmaaltijden. Toch is het heilig trainersvuur blijkbaar steeds in hem blijven branden en hem op de been blijven houden. Een mens is soms sterker dan hij zelf denkt.
Al dan niet tegen beter weten in hopend dat het met foefelen en vervalsen in onze contreien nog wel meevalt, kom ik even terug op de voorbije speeldag van onze nationale pintjesliga. Super Sunday 3/2 liet mij van enkelen de keerzijde zien.
1. Milan Jovanovic.
Ik vind Jova -zij het op Belgisch niveau- een kampioenenmaker. Heb je hem in de ploeg, dan ben je sowieso reeds op voorhand voor 90% zeker dat je kampioen wordt. En dit niet alleen omwille van zijn talent als speler, maar ook omwille van zijn leiderschapskwaliteiten. Milan schrikt er immers niet voor terug om, indien hij dit nodig acht, de kat de bel aan te binden en met medespelers in discussie te gaan, zelfs ruzie te maken. Dit komt niet altijd de sfeer ten goede maar zorgt er mijns insziens wel mee voor dat de groep scherp en gefocust blijft. Ik denk dat wij aldus de sturende impact van de intelligente Serviër niet mogen onderschatten. Echter, wat hij vorige zondag deed was zeer dom. Hij liet zich als de eerste de beste halvegare straatvechter verleiden tot een stompzinnige reactie waarmee hij zijn maats heel erg benadeelde.
2. Jelle Vossen.
Ook bij hem ging even het licht uit. Normaal gezien kennen wij de Limburgse aanvaller als een verstandige, hard werkende en het goede voorbeeld gevende team-player, maar met zijn totaal onnodige charge op Lestienne had hij zomaar een tweede gele kaart kunnen en eigenlijk ook moeten krijgen. Jelle had daar meer geluk dan wijsheid.
3. Sacha Kljestan.
Deze Amerikaanse middenvelder van RSCA gaf mij tot nu toe de indruk een evenwichtige persoonlijkheid te zijn. Ok, hij maakt regelmatig zogezegde "professionele" foutjes, maar iemand out of the blue een ordinaire elleboog verkopen, neen, dat had ik niet in hem gezien.
4. Bram Nuytinck.
Bonkige Bram profileerde zich reeds meermaals als een geconcentreerde en messcherpe centrale verdediger die men gerust op de winkel kan laten passen, maar bij die goal van Michy Batshuayi leek hij wel op de stopper van een veteranenelftal. Of, om het op zijn Boskamps te zeggen : hij stond daar te verdedigen als een "petatje".
5. Jelle Van Damme.
Deze van Lokeren afkomstige aanjager van le Standard de Liège komt op mij over als een strijder van de oude soort : hard, maar fair en met open vizier. Iemand die kan uitdelen, maar die ook kan ontvangen. Het verbaasde mij dan ook hogelijk dat hij in de match tegen Anderlecht als een hypocriete mekkeraar enkele keren bij de scheids ging "bedelen" om een gele kaart voor een tegenspeler. Niet meer doen, Jelle.
6. Juan Carlos Garrido.
Als nieuwe trainer van een voorheen volledig op de dool geraakt Club Brugge, leek deze Spanjaard mij voor en tijdens de winterstop goed bezig om met vaste en kundige hand orde op zaken te stellen en binnen de kortste keren een competitief elftal te kneden. Maar : de voorbije twee wedstrijden lijkt ook hij het even niet meer te weten. Zijn tactische keuzes komen warrig over en lijken te wijzen op enig paniekvoetbal.
Ik wil ook nog even iets zeggen over de scheidsrechters. Ze zaten er weer enkele keren serieus naast met hun beslissingen (fout van De Bock was duidelijk buiten de back-area) of hadden bepaalde flagrante overtredingen (zoals de elleboog van Kljestan) alweer niet gezien. Toch heb ik te doen met die sukkelaars. Het spel verloopt steeds sneller en sneller, meer en meer wordt er geprobeerd hen te bedotten (bijvoorbeeld via schwalbes) en meer en meer wordt druk, soms zelfs agressie op hen uitgeoefend door opgefokte spelers, trainers en bestuursleden. De tragische gebeurtenis van enkele maanden geleden in Nederland is volgens mij geen toeval, maar wel het jammerlijke gevolg van een evolutie naar steeds minder respect voor de arbiter.
Een groot deel van de oplossing zou er in kunnen liggen om de referees bij het leiden van wedstrijden te ondersteunen via het gebruik van technische hulpmiddelen. Ik vraag mij af of er nog meer ongelukken moeten gebeuren vooraleer dat seniele fossiel aan de top van de FIFA daar nu eindelijk eens mee gaat instemmen?
Voor wat betreft onze tot in verre uithoeken van dit land hoog aangeschreven Superklasse "De Zande", wens ik deze week hulde te brengen aan de drie vrouwelijke deelnemers : Marlies Christiaen, Lut François en Marieke Moreels. Ik steek immers niet onder stoelen of banken dat ik een boontje heb voor vrouwen die niet automatisch op het voetbal gaan neerkijken als was het de gehate maîtresse van hun scheefpoepende man, maar die er zich integendeel voor durven openstellen en er enige interesse in betonen.