Met dit aan de legendarische oneliner van Barack Obama schatplichtige motto zet Lunch Garden zich in de vitrine als een propere, gezellige en budgetvriendelijke plaats om met het hele gezin een lekker hapje te gaan eten. Dus dacht men bij den Beerschot, toen ze enkele uren voor de cruciale wedstrijd tegen Beveren constateerden dat de traiteur de bestelde sportmaaltijd om een of andere reden niet had afgeleverd op de club : "Geen paniek, we maken van de nood een deugd en gaan lekker een schoteltje verorberen in de Lunch Garden. 't Kost niet veel en 't kan misschien ontspannend en team-versterkend werken." Edoch, niks gekort. De Mannekes gingen opnieuw roemloos de boot in. Volgens mij had die Brillant een dubbele portie friet met vol-au-vent besteld. Zoals hij bij die penaltyfase stond te verdedigen op Badash, dat was niet één maar vijf stappen te traag. Als naast dergelijke aan FC De Kampioenen refererende toestanden ook nog de schuldenberg buitenissig hoog blijkt op te lopen en de supporters zich ernstig gaan misdragen en de boel gaan afbreken, dan lijkt het mij voor de Antwerpenaars hoog tijd om een stapje terug te zetten en op een lager niveau wat af te koelen en orde op zaken te stellen.
Cercle, dat vind ik een ander verhaal. Da's een sympathieke en deftige club, euh sorry..., vereniging bij wie dit seizoen zowat alles tegenslaat wat kan tegenslaan. Eigenlijk heeft Eidur Gudjohnsen hen een lelijke pad in de korf gezet. Eerst laat hij zich overhalen om voor groenzwart te gaan spelen. Ze bouwen vol goede moed hun ploeg op rond de Ijslander, maar die laat hen vervolgens midden in 't seizoen ijskoud in de steek "for a fistfull of euros" van Bart "het zonnekanon" Verhaeghe. Dit terwijl hij reeds zo rijk is als de zee diep. Neen, ik vind zulks niet van veel "grandeur" getuigen.
Iets wat mij wel verheugt is de vaststelling dat de topclubs, in het vooruitzicht van Play-Off I, stilaan op kruissnelheid geraken. Bij Anderlecht keert de technisch oogstrelende Mati Suarez terug en geeft Ronald Vargas de voorzet waaruit De Sutter scoort. Als je in acht neemt dat ze daar ook nog balvaardige spelers als Biglia, Jovanovic, Bruno, Praet en, last but not least, "Dieu" hebben lopen (al moet deze laatste door zijn eigen domme schuld nog enkele schorsingsdagen uitzitten), dan weet je dat coach John van den Brom een lekker team tussen de lijnen kan brengen. Ook de Club gaat in stijgende lijn. Donk, Vadis en Vazquez zorgen voor een sterk middenveld, Refaelov en Lestienne (al lijkt de Waal, na zijn blessure, nog geen top) voor snedige flanken, achterin is Duarte een meevaller en met Bacca hebben ze een echte "goleador" in de rangen. Minpunt : hun bank puilt, afgezien van de reeds genoemde Gudjohnsen, niet bepaald uit van het talent. Genk heeft een aantrekkelijk team waar voetbal in zit en dat veel ervaring heeft opgedaan in de Europese matchen. Standard tenslotte heeft reeds enkele keren getoond dat het veel jong talent in zijn elftal heeft en dat ze, als ze in hun dagje zijn, elke ploeg kunnen pijn doen.
Dus : laat maar komen, die Play-Offs.
Voor wat betreft onze van voetbalintellect bulkende Superklasse "De Zande" wens ik voor deze week één team een keer speciaal in het zonnetje te zetten, met name het in de middenmoot residerende "Kailua Kona" van collega Amar Baïda. Amar is, naast vele anderen, reeds jaren een trouwe deelnemer aan onze SK. Voor deze jaargang koos hij dus voor de hierboven vermelde exotische benaming. Enig googlen leerde mij dat Kailua een toeristisch plaatsje is in het aan de westkust gelegen Kona-district van het wereldberoemde eiland Hawaï. Ik vroeg mij af : wat is de link tussen Amar en dit zonovergoten stadje? Omdat ik niet direct zelf een antwoord kon bedenken, heb ik hem een keer gebeld om het te vragen. En wat bleek? In de periode augustus-september van vorig jaar was Amar zich aan het voorbereiden op deelname aan een halve triathlon, dit nadat hij reeds met succes een kwart triathlon had afgerond. Blijkbaar helemaal gebeten door deze microbe, is onze collega de droom gaan koesteren ooit een keer deel te nemen aan dè oer-triathlon, meer bepaald de beruchte en gevreesde "Ironman". En, waar gaat deze elk jaar in oktober door? Juist, in Hawaï, met start en aankomst op de pier van Kailua. Jammer genoeg heeft Amar ondertussen een vervelende voetblessure opgelopen die hem nog voor enige tijd het trainen zal beletten. Bij deze wensen wij hem van harte een grondige genezing toe zodat hij binnen afzienbare tijd opnieuw kan beginnen lopen, fietsen en zwemmen. En dan, wie weet...
Rik De Saedeleer kon vaak gevat uit de hoek komen, maar bij mij is dit de oneliner die voor altijd in mijn geheugen is blijven plakken. We schrijven 20 november 1985. De Rode Duivels waren in hun toenmalige kwalificatiereeks tweede geëindigd en dienden twee barrageduels te spelen tegen Nederland, dit om uit te maken wie er in juni 1986 zou mogen deelnemen aan de WK-eindronde in het verre Mexico. Barragematchen! Tegen "d'Ollanders"! 't Was dus erop of eronder tegen het land dat we zowel verfoeiden als bewonderden. Het land waar we reeds tientallen vurige derby's mee uitgevochten hadden. Op de Heizel wonnen wij de eerste wedstrijd met een krappe 1-0. Deze voorsprong dienden we een maand later, op die bewuste ijskoude novemberavond, te verdedigen in de return in Rotterdam. Aanvankelijk bleven onze jongens in een ondanks die lage temperaturen overvolle en kolkende Kuip goed overeind. De organisatie stond er en keeper Jean-Marie Pfaff diende weinig werk op te knappen. In de tweede helft gingen onze noorderburen opportunistischer voetballen met lange ballen voor de pot en daaruit wisten ze op korte tijd twee keer te scoren. Op dat ogenblik, met nog 20 minuten op de klok, was Nederland virtueel geplaatst. In de tribunes waren de vele duizenden Oranje-supporters massaal begonnen met het verkopen van het vel van de beer en klonk het "We gaan naar Mexico" luid en al polonaise dansend van de tribunes. Dit voorbarig zingende en feestende thuispubliek werkte als een rode lap op een stier en onze Duivels trokken alle registers open. Het trotse Nederland werd met de minuut meer en meer tegen zijn eigen goal gedrukt. Er volgden grote kansen maar die werden gemist. In nagenoeg alle huiskamers van de Lage Landen zat iedereen op het puntje van zijn stoel. Wie zou het halen? Het leek alsof de goden die avond de op het laatst als bange wezels achteruit lopende Hollanders gunstig gezind zouden zijn en het is in die context dat Rik De Saedeleer de bovenaan vermelde zinsnede eruit stiet. De manier waarop hij dit deed zal ik nooit vergeten : de wanhoop nabij, smachtend naar verlossing. En die kwam er door die machtige kopstoot van Georges Grün zes minuten voor tijd. De rest is geschiedenis : wij naar Mexico alwaar we een prachtige campagne speelden met een schitterende vierde plaats als eindresultaat.
Voor mij was Rik De Saedeleer één van die figuren van wie je als kind het gevoel had dat ze er altijd al geweest waren en dat ze er voor altijd zouden zijn. Zoals Koning Boudewijn, weerman Armand Pien of Will Tura. Het stemt mij een beetje droef te moede telkens ik er mee geconfronteerd wordt dat ook die iconen sterfelijk zijn en op een dag voorgoed verdwijnen. Maar, met alle respect : de doden dienen te worden begraven. RDS was een kei in zijn vak, maar dit belet niet dat ik Filip Joos eigenlijk even graag een matchke hoor verslaan. Of Frank Snoeks, die vind ik helemaal top. Let wel : ik heb het over Frank Snoeks, niet over Frank Raes.
Voor wat betreft onze pittoreske Jupiler League wordt het, in het vooruitzicht van de Play-Offs, best interessant. Ik bedoel : Anderlecht lijkt toch niet zo oppermachtig. Ze zijn te pakken en het rommelt in hun huishouden. 't Zal mij benieuwen hoe John van den Brom dit alles gaat managen. Dit is zo een periode waarin een beloftevolle trainer kan bewijzen dat hij daadwerkelijk een grote is. Met name als zijn ploeg, in het aanzicht van "money time", in een dip verzeild geraakt. Dan wordt, qua coaching, het kaf van het koren gescheiden. Zij die, middels het betokkelen van de juiste snaren en het nemen van de juiste beslissingen, de trein op tijd weer op het juiste spoor weten te krijgen : dat zijn de echte toppers.
Tot slot kom ik met graagte nog even terug op de vriendschappelijke wedstrijd die we vorige vrijdag met het personeel van onze geliefde instelling speelden tegen de jongens van het alom gevreesde Metallurg Tweetakt. Steunend op een waakzame keeper, stabiele defensie, bijwijlen vlot combinerend middenveld en een hard werkend aanvalsduo wisten we hen in te blikken met maar liefst vijf tegen twee. Cruciaal was de dubbele goal van midmid Kristof De Meulemeester, twee quasi computergestuurde missiles die bij de tegenstander insloegen als een bom en ons het gevoel gaven dat we wel degelijk over de nodige striking power beschikten. Vermeld weze zeker ook het spelplezier en de inzet en sportiviteit bij alle spelers, alsmede de derde helft die eveneens van een degelijk niveau was.
Vraag : wat is de link tussen Club en het ACW? Antwoord : beiden geven ze het middenveld uit handen.
Wat hiervan de oorzaak is bij de christelijke vakbond, dat hebt u de voorbije dagen ruimschoots in de gazetten kunnen lezen. Bij blauwzwart had het met twee dingen te maken. Eén : Donk, Odjidja en Lestienne hadden het eerste uur nagenoeg al hun poeder verschoten en kregen het op 't einde niet meer belopen. Twee : tegelijk gaf John van den Brom zijn ploeg een boost met de radicale inbreng van De Sutter, Armenteros en De Zeeuw. Met name deze laatste nam met de nodige Hollandse flair het heft in handen en zorgde voor een ingenieus beslissend pasje. Eigenlijk vond ik gisteren de basiself van Brugge sterker dan die van Anderlecht. Maar : blijkbaar was de bank van de regerende landskampioen veruit de meerdere van die van Jan Breydel. In dit verband staat er vandaag een interessant artikeltje in Het Laatste Nieuws. Hierin wordt berekend dat Club 28,5 % van zijn tegengoals slikt in het laatste kwartier. Dus : de wisselspelers zijn vooralsnog veel te weinig in staat om het in het laatste deel van de match op gelijkwaardige wijze over te nemen van de basisspelers op het moment dat deze laatsten hun tank leeggespeeld is. Er is een onevenwicht : spelers als Gudjohnsen en Hoefkens zijn "over the top" en jongeren als De Bock en Adu zijn weliswaar talentvol maar misschien nog wat groen achter hun oren. "On the bench" van paarswit daarentegen zitten kwaliteitsvolle en ervaren voetballers op de top van hun kunnen. Bovendien : JVDB blijkt communicatief dermate onderlegd dat hij er voluit in slaagt zijn bank hongerig, gemotiveerd en positief ingesteld te houden, iets wat heel wat andere coaches (zoals Garrido?) veel minder lukt. Een trainer die het steeds opnieuw gedaan krijgt zijn wisselspelers mentaal optimaal te "prepareren" zodanig dat dezen, wanneer hij ze inbrengt, voor hem wedstrijden die moeilijk aan het verlopen zijn toch nog over de streep weten te trekken, wel, da's een kei in zijn vak. Remember Massimo Bruno die middels een geknipte voorzet op Dieu voor RSCA de poort naar de Champions League openbeukt. Of Iakovenko en Tom De Sutter die als gretige stand-ins steeds opnieuw de weg naar de netten weten te vinden.
Samengevat : voor mij is de conclusie van de voorbije vaderlandse oer-topper zonder meer positief. Club kan en mag, voetballistiek gezien, zijn voet gerust naast die van de Brusselaars zetten. Die 18 punten verschil in 't klassement zeggen iets, maar zeggen lang niet alles. Als liefhebber ben ik blij dat de topclubs blijkbaar meer aan mekaar gewaagd zijn dan velen aanvankelijk dachten en blijf ik aldus hopen op een spetterende play-off I.
Nog iets over Nzolo. Ik vond hem een redelijke wedstrijd fluiten. Jazeker, die eerste goal was buitenspel, maar daar had ik geen probleem mee. Vorig jaar immers werd Bacca in Constant Vanden Stock enkele keren compleet onbegrijpelijk afgevlagd voor buitenspel, dus het reglementair onterecht toegekende doelpunt van Odjidja zie ik als een aanvaardbare compensatie hiervoor. Ik weet wel, zulks is niet direct een "politiek" correcte, rechtlijnige manier van denken, maar hey...this is Belgium : land van bricoleurs, loodgieters, foefeloplossingen en fiscale achterpoortjes. Er is een ander aspect aan Jérômes arbitrage waar ik mij meer aan stoor, met name het feit dat hij, in geval van een "beloftevolle" vrije trap, de muur nooit op 9 meter zet. Hij neemt steeds kleine pasjes waardoor de muur steevast op ongeveer 8 meter van de bal terechtkomt. Bovendien laat hij toe, door de andere kant op te kijken, dat de verdedigende partij, die steeds gaat trachten "en bloc" systematisch wat op te schuiven, er nog 20 à 30 centimeter "afknijpt". Lepe Efong doet dit volgens mij doelbewust. Enerszijds int hij van de ene ploeg de credits omdat hij hen een kansrijke vrije trap toekent, anderszijds zorgt hij ervoor dat -in geval achteraf zou blijken dat hij die vrije trap ten onrechte of te licht zou geblazen hebben- de mogelijkheid dat er een doelpunt uit voortvloeit met minstens de helft wordt verkleind. Immers : als de vrije trap wordt gemist, dan kraait nadien geen haan meer naar het feit dat hij eventueel ten onrechte zou geblazen zijn, maar mocht er uit gescoord worden, dan zijn de rapen gaar en wordt de scheids er in de media keihard op afgerekend. Dus : door stiekem in de hand te werken dat de muur een stuk dichter staat dan de vereiste negen meter weet Nzolo de kans op dergelijke voor hem vervelende scenario's aanzienlijk te verkleinen. Dit alles lijkt misschien een detail, maar op die manier kon de Club gisteren drie "lekkere" vrije trappen in de buurt van de zestien (o.a. die laatste na die "rode" fout van Nuytinck op Trickovski) niet ten volle nemen zoals het hoort. De muur stond simpelweg te dicht.
Dergelijke kromme "kleine percentjes, rijke ventjes"-filosofie is niet besteed aan de deelnemers van onze geliefde Superklasse. Zij strijden manmoedig en met open vizier. Geen kotenduikerij of verborgen agenda's, maar wel vrank en vrij met elkaar de degens kruisen onder het onverslijtbare motto : "Moge de beste winnen." En wie die beste uiteindelijk zal blijken te zijn, de spanning rond de uitkomst van dit vraagstuk wordt met de week groter.
Benny 628, Ben 626, Pim 610, Patrick 604, Kristof T. 597,...
Er lopen jammer genoeg legio spelers rond die voetballistiek gezien heel getalenteerd zijn maar in wier hoofd een stuitende leegte gaapt. Ik pik er eentje uit : Jonathan Legear. Op zondagochtend 07/10/2012 boort deze voormalige middenvelder van RSCA, na een wilde feestnacht in een gekende Tongerse discotheek, zijn Porsche Panamera in volle vaart de shop van een tankstation binnen waarna het blitse vehikel hotsend en botsend aan de andere kant tegen de muur tot stilstand komt. Hoewel er op dat moment een tiental aanwezigen zijn, valt er als bij wonder slechts één lichtgewonde. De materiële ravage is echter enorm. Legear hijst zijn stomverbaasde zatte kl*ten uit de wagen, zwijmelt via de verbrijzelde vitrine naar buiten om middels het scheppen van wat frisse lucht een beetje te bekomen. Na een minuutje komt hij terug naar binnen, heeft blijkbaar niet het wezen om bij die ene geblesseerde (schaafwonden en een pijnlijke voetverstuiking) even te informeren of het wel gaat, maar waggelt richting de persoon die hij de eigenaar acht te zijn. Plompverloren en met dubbele tong debiteert hij de woorden : "Moi, je paie tout."
Gelukkig zijn er ook jongens als Dries Mertens. Als vroegere jeugdspeler van Anderlecht en Gent werd deze Leuvenaar door beide clubs letterlijk te licht bevonden om deel te mogen uitmaken van hun A-kern. Drieske bleef echter niet bij de pakken zitten maar zocht een goede oplossing. Hij zette doelbewust een stap terug en ging spelen in de Nederlandse Eerste Divisie (equivalent van onze Tweede Klasse), dit bij AGOVV uit Apeldoorn. Daar is op dat moment ene John van den Brom de trainer en onder zijn bekwame vleugels maakt Mertens een prima ontwikkeling door en wint hij in 2008 de zogenaamde Gouden Stier, bij onze noorderburen de trofee voor beste speler in de Eerste Divisie. Van Apeldoorn gaat het in 2009 naar Utrecht en ook daar groeit de vleugelspits met zijn vinnige, doelgerichte en aantrekkelijke acties binnen de kortste keren uit tot dè publiekslieveling. In juni 2011 meldt PSV zich en de lampenclub legt vele miljoenen op tafel om hem aan te werven. Ook in Eindhoven excelleert de voorheen in België te min bevonden aanvaller nagenoeg wekelijks en vermaakt hij het publiek zeer regelmatig met prachtige doelpunten.
Echter, niet enkel als speler is Dries Mertens een kanjer, ook als mens geeft hij blijk van enig niveau. Intelligent, welbespraakt, steeds goedgemutst en beleefd, gezond ambitieus en zelfbewust op een gepaste wijze, versta : zonder over te komen als een dikkenek. En, last but not least : met het hart op de juiste plaats. Vorige zaterdag scoorde hij enig mooi uit een vrije trap waarna hij op pakkende wijze eer betoonde aan zijn vanuit de loges toekijkende verlamde ex-ploegmaat Mihai Nesu.
Da's wat anders dan straalbezopen met een patserige gestenbak een tankstation binnendonderen...
Tot zover mijn preek van de week. Ik keer nog even terug op de voorbije speeldag binnen onze vaderlandse hoogste voetbalklasse. Hetgeen mij opviel was het prima spel dat Club gedurende een half uur op de mat legde tegen Sporting Lokeren. Hoopgevend, want het is helemaal niet vanzelfsprekend om het gedisciplineerde en stugge elftal van Peter Maes op een dergelijke manier de wil op te leggen. Toch liet blauwzwart de tricolores toe om zich terug in de match te knokken, zelfs in die mate dat ze op de valreep nog bijna alles kwijt speelden. Ik weet wel, de scheids had rood moeten trekken voor minimaal één Lokeraar, maar dit neemt niet weg dat het team van coach Garrido nog heel wat progressie kan en moet maken op vlak van mentaliteit. Ze verdienen genoeg, me dunkt.
Volgend weekend staat er weer een Super-Sunday gepland om duimen en vingers bij af te likken. Standard-Genk en Brugge-Anderlecht. Als je 't mij vraagt vormt dit voor de Jan Breydel-jongens dè uitgelezen mogelijkheid om, na een seizoen vol kommer en kwel, recht te krabbelen en hard terug te slaan. En van deze keer moet er niemand komen aandraven met slappe excuses : wie wint is de beste. Punt aan de lijn.
Verrassende wending ondertussen in onze ons na aan het hart liggende Superklasse. Ben Dewyn heeft in één forse ruk een zeer aanzienlijk deel van zijn achterstand op leider Benny Vanderschaeghe goedgemaakt, hiermede de wat verloren gegane spanning weer helemaal aanscherpend. Elf puntjes nog bedraagt het verschil. Ook Pim Houwen zet zijn spectaculaire achtervolgingsrace onverdroten voort en staat op vandaag op een schitterende derde plaats.
Laat ons deze uitdrukking voortaan beschouwen als hèt schoolvoorbeeld van een contradictio in terminis. Immers, enkele dagen geleden vertelde Jelle Van Damme al lachend in de krant dat hij, met al die nieuwe Roemeense ploegmaats bij Standard, voortaan beter op zijn auto ging moeten letten. Volgens mij een leuk en zeker niet kwaad bedoeld grapje, maar de media uit het land van voormalig dictator Ceaucescu voelden dit niet als dusdanig aan. Uit hun reacties bleek dat het mopje van stoere Jelle hen serieus in 't verkeerde keelgat was geschoten.
De gemiddelde intelligentie van een volk herken je aan de mate waarin het af en toe met zichzelf de draak kan steken. En 't zelfde geldt voor religies. Zelfrelativering : hèt kenmerk bij uitstek van de wijze en geestelijk gezonde mens.
Een andere in het oog springende kwestie is terug te vinden in Het Laatste Nieuws van vandaag. In een artikeltje op pagina 38 beschuldigt Samuel Eto'o de Kameroense voetbalbond ervan hem te willen vermoorden. Deze voormalige wereldberoemde spits van Barcelona en huidig ploegmaat van Mbark Boussoufa bij Anzhi Makhachkala heeft immers in het verleden de bestuurstop van zijn geboorteland als "incompetent en corrupt" bestempeld en beweert dat deze lieden hem heden ten dage om die reden naar het leven staan. Aldus gaat hij nergens meer heen zonder zijn bodyguards. Nog een geluk dat François De Keersmaecker geen Kameroens bloed door zijn aderen heeft stromen, nietwaar Georges Leekens?
Soit. Keren we nog even terug naar de voorbije speeldag binnen onze vrolijke Jupiler League.
Het eerste wat mij opviel is dat Anderlecht opnieuw zijn wedstrijd won maar dat dit alweer gepaard ging met heel wat polemieken rond discutabele arbitrale beslissingen die paarswit in niet onaanzienlijke mate tot voordeel strekten. Ik heb het dan niet eens over die fase op 't einde waarin Proto geblesseerd blijft liggen en de ref pas dertig seconden later fluit om het spel stil te leggen, dit op een moment dat Beveren kans leek te hebben op een doelpunt. Hoewel het wat warrig overkwam, kon ik de scheids in deze wel volgen. Neen, er waren voordien reeds enkele andere gebeurtenissen geweest die mij meer aanzetten tot het fronsen der wenkbrauwen. In minuut 53, bij een 1-0-voorsprong voor de Waaslanders, wordt Badash totaal ten onrechte afgevlagd in een kansrijke positie. Drie minuten later had Kanu zijn tweede geel kunnen en misschien ook wel moeten krijgen voor het aantrappen van Remacle langs achteren, diezelfde Kanu die seconden daarna de assist geeft waaruit Mbokani de gelijkmaker scoort. En die charge van Iakovenko op Stijn De Smet... Misschien wou ref Boucaut zijn rode kleurtjes gaaf en op zak houden om er op Sint-Valentijn zijn huis mee te versieren.
En wat gezegd van Kenny Thompson. 'k Vraag mij af wat die nu het meest zou hebben : haar of hersenen? Hoe opzichtig bloedrood, dom en overbodig kan een overtreding zijn? Toch denk ik dat ook zonder de uitsluiting van de rudimentaire OHL-verdediger Club aan het langste eind zou getrokken hebben. Het speelde eindelijk nog eens een behoorlijke match. Er zat muziek in : een voetballend middenveld met Donk, Odjidja en Vazquez, snelle en technisch vaardige flankspelers met Refaelov en Lestienne en voorin een goalgetter met Bacca. Toch was er dat ene geniale tikje nodig van ervaren rot Eidur Gudjohnsen om het team van coach Vangeneugden op de knieën te krijgen. De Ijslander valt in, fluistert spitsbroeder Lior Refaelov in het oor dat hij de dubbelpas met hem moet zoeken en seconden later nemen ze exact op die wijze de Leuvense defensie te grazen. Straf...
By the way, nog iets. Er valt veel te zeggen over de kwaliteit van onze vaderlandse spelleiders, maar de beslissing waarmee de jonge Lardot zijn lijntjesman terecht overrulde en de goal van Lestienne aldus tot een geldige treffer maakte, dat vond ik sterk werk. Ik vind : als 't goed is moeten we het ook zeggen...
Tot slot nog een vraagje voor het olijke duo Mannaert&Verhaeghe : hebben jullie gelet op de prestatie van Colin Coosemans tegen RSCA? En is dat niet diens zoveelste sterke performance sinds hij op uitleenbasis op de Freethiel onder de lat staat? Laat die Koen Casteels maar rustig knokken voor zijn plaats in Hoffenheim en hou dat geld nu maar lekker op zak. Allé, ge doet ermee wat ge wilt maar 't is maar een keer zeggen...
En, hoe zit het ondertussen in onze leuke Superklasse "De Zande", de arena waar wij elkaar op wekelijkse basis onvervaard en fris van de lever bekampen? Wel, Benny blijft de ongenaakbare leider. 't Is in de subtop dat we enige verschuivingen kunnen waarnemen. Ben heeft zich naar een mooie tweede plaats geknokt. Ook Marieke, Patrick en Pim weten zich stabiel in de hoogste regionen te handhaven. Het lijken mij voornamelijk Frederik en Jonas te zijn die week na week wat wegzakken. Maar misschien is het bij hen zoals bij sommige boksers die zich, schijnbaar uitgeteld, enkele tellen in de touwen laten "hangen" om dan, zoals een duiveltje uit een doosje, de kop vanuit de kas te rechten en hun opponent quasi vanuit het niets een venijnige rechtse hoek toe te dienen.