Garage sale.
Daar zijn we gisteren al mee begonnen, al onze kampeer- en reisgidsen geven we
aan Hollandse newbees. We laten een volledige bbq-set startklaar achter alsook
de olielamp. We zijn immers niet helemaal zeker of dat mee mag in de handbagage.
We ondernemen
al een eerste poging om alles terug in een rugzak te wringen. We willen wat
basismateriaal voor camper II meenemen in plaats van dat hier weg te gooien en
terug te moeten kopen in Toronto. Dit gaat nooit lukken.
Dan begint de
grote terugtocht naar Vancouver, 400km. De rit, de baan en bijhorende
uitzichten blijven van Canadese topkwaliteit. De dorpjes die we passeren zijn
blijven hangen in de tijd, zo uit een western gepikt. Alleen begrijp ik de
snelheidsbegrenzingen nog steeds niet. Die zijn vast alleen van toepassing op
de toeristas. Ik rijd bijna altijd zon 10km boven het opgelegde maximum en dan
nog word ik ingehaald door alles wat op een motorweg wordt toegelaten. Op kop
de mega-trucs.
Zon 25 km voor
Vancouver checken we in op de meest ongezellige camping uit mensenheugenis.
Niet eens een picknicktafel, net nu we die uitstekend konden gebruiken voor de
grote inpak. De mensen rondom ons staan hier allemaal vast, of beter gezegd,
wonen hier. Onze buurvrouw laat trots haar 2 konijnen zien die in de smoorhete
camperbus verblijven. Ocharme die beestjes.
We proberen op
te eten wat we nog kunnen.
Ik kleef alle
dingen die van de camper zijn afgevallen terug aan elkaar met superglue, als
dat nu allemaal 24h wil blijven hangen. Hier en daar nog wat vijzen terug
aandraaien. Ruth werkt niet echt mee en rukt nog snel de handgreep van de
besteklade. De vijzen zijn te kort, dat krijg ik niet meer gered. De bluts
vooraan begin ik ook niet aan. Geen flauw idee trouwens hoe die daar gekomen
is. Ik heb het niet opgemerkt bij de rondgang bij het ophalen wat vreemd is, en
de volgende dag merk ik een knal van een bluts. Zeker wetende niets geraakt te
hebben. Vreemd. De enige verklaring is dat iemand de camper geramd heeft tijdens
ons eerste supermarktbezoek. Wat vreemd blijft want ik had het gevaarte met
opzet wat verder geparkeerd op een verlaten gedeelte van de parking. Soit we
zien wel, worst case scenario gaat onze waarborg eraan.
Vroeg op en de
puzzel kan beginnen. Er moet heel wat bruikbaar de vuilbak in maar het kan niet
anders. Dan naar de Canadream terminus voor de retour. We parkeren in de
voorziene laan voor alle campers die vandaag geretourneerd worden, dat zijn er
zon 30! Een wriemelende mierenhoop. We leggen onze personal items uit de
camper, 2 overladen trekkingzakken, 2 uitpuilende dagrugzakken en nog 3 volle
shoppingzakken en doen nog een laatste check. Dan is het wachten op de
inspectie en het verdict. Dat gaat heel wat vlotter dan gevreesd, we slagen met
grote onderscheiding, geen enkele opmerking. Ik vermoed dat de bluts
gecamoufleerd is door de kilos insecten die erop kleven.
We schuifelen
met ons alles tot aan het kantoor, dat gaat in 1 keer, al lopen we er niet
comfortabel bij Hier wordt nog wat papierwerk afgehandeld, we krijgen onze
waarborg volledig terug. Niet gedacht, een meevaller. Als ik mn portefeuille
wil nemen valt mijn frank dat die nog steeds in het supergeheime onzichtbare
bergvak van de camper zit. Die was daar geparkeerd voor de volle maand, alle
noodzakelijk papieren hadden we gebundeld in Ruths portefeuille. Verdorie, ik
moet dringend terug die camper in. Moeilijker dan gedacht want die is al naar
de werkplaats van de salesafdeling gereden. Allé, 33 sorrys, 7 medewerkers,
wat getelefoneer, en twee ritjes verder ben ik terug in het bezit van mijn
Belgische documenten. Kalf dat ik ben. 4 Maand lang op 150 % alertheid gereisd
voor alles wat met geld en papieren te maken had. In Canada is dat niet meer
nodig en wordt een mens onbedachtzaam. Maar bon, beter dat ik er nu hier achter
kom dan aan de incheckbalie in de luchthaven.
Een shuttlebus
brengt ons tot aan Travelodge, een betaalbaar hotel nabij de luchthaven en
nabij de Skytrain die ons tot in het centrum brengt. Ongelofelijk hoeveel
ruimte zon hotelkamer biedt. En een echte eigen badkamer. Leuk vinden we dat.
We decoderen de
routes, uren en tarieven van de Skytrain die eigenlijk voornamelijk een metro
is en vertrekken downtown. Om 18h30 hebben we een plaats gereserveerd voor de
dinner harbour cruise en dat op een echte raderboot. Ook dit overtreft onze
verwachtingen, ik had gedacht twee bussen Aziaten op mijn schoot geparkeerd te
krijgen, maar das niet waar. We krijgen een eigen tafeltje gedekt voor twee.
Super, zelfs de live music is erg entertainend. Het orkest bestaat uit een
zanger die zichzelf begeleidt op gitaar en een collega op een djembé verzorgt
voorzichtig het slagwerk.
We varen
helemaal rond downtown Vancouver tot we niet meer verder kunnen en dan zelfde
weg terug. Het buffet is rijkelijk en smakelijk, een aanrader. Tegen 21h30 zijn
we terug waar we aangemeerd waren. En we slenteren terug naar de Skytrain. We
willen nog even stoppen voor een terraske want het is nog aangenaam buiten,
maar dat slaagt hier tegen. Alle zaken zijn volop bezig het cliënteel buiten te
werken. Het sluitingsuur nadert blijkbaar. Terug naar onze Lodge dan maar.
De grote bullebak-camera
gaat even wat minder mee op stap, de smartphones nemen over.
Eerst als de
geoliede bliksem een overnachting zoeken voor onze eerste dagen in Toronto.
Niet gemakkelijk, het meeste is volgeboekt of werkelijk belachelijk duur. Na
enkele uren internetten vinden we toch een appartement in het centrum, tegen
maar een beetje belachelijk duur. Het zei zo. Goed, kunnen we nu vertrekken.
Er zijn nog
enkele wijken in Vancouver die we nog niet bezocht hebben. Chinatown
bijvoorbeeld. We bezoeken een Japanse tuin die beter aanbevolen werd dan hij
werkelijk waard was. Daarna dringen we dieper Chinatown binnen voor het
Vancouver Police Museum. Het straatbeeld is hier helemaal anders dan helemaal Downtown.
Heel wat daklozen die elkaar verwensingen toeroepen. De betere klasse beschikt
hier over een geleende wagen, al kan je dat hier wel erg letterlijk een
winkelwagen noemen. Om de haverklap worden we aangesproken om sigaretten per
stuk te kopen of drugs. We wandelen voorbij het Salvation Army depot, de detox
kliniek en vinden uiteindelijk het politiemuseum. Dat puilt voornamelijk uit
van verboden wapens en illegale drugsvarianten, zowat alle dingen die ze hier
s morgens in de goot vinden bedenk ik. Maar het is eigenlijk wel leuk gedaan,
zo eens iets anders.
Goed, van
hieruit terug richting beaten track. In Gastown staat een stoomklok die elk
kwartier een deuntje fluit op de 4 stoomfluiten. Het mechanisme van de klok
zelf werkt echter op platvloerse elektriciteit. Het is er drummen, iedereen wil
een foto.
Hierna zoeken
we de beste pizzeria van de stad op, dat klopt ook. Dan keren we terug naar ons
hotel. Das nodig want de eigenaar van het gevonden appartement in Toronto
heeft ons opgebeld dat het toch niet beschikbaar is, terug naar af.
Droevig bericht
bij het opstaan. De grootva van Ruth is overleden in Sint-Mathildis. We hadden
al enkele weinig hoopvolle berichten gekregen maar toch blijft dat even slikken
op het moment zelf. Ik ben blij dat ik hem ook gekend heb. Het was een slim en
integer man. Veel sterkte aan iedereen die het genoegen heeft gehad deze man
gekend te hebben.
Dit wordt een
korte dag, we vliegen naar het oosten dus ze stelen 3h van onze tijd.
Eerst moeten we
proberen alle bagage verder te reduceren tot slecht 2 overladen trekkingrugzakken,
2 obees dagrugzakken, een sacoche, een zak keukenspullen en een heuptasje. Maar
dat kan toch niet, zegt dien Indiaan. Als ge dat goed opvouwt, wel! Als we door
de security moeten gaan ze ons voor gek verklaren denk ik, met een
pottenonderlegger, ijsblokjesbakje, theezakjes, camper-wc-papier
We gaan mee met
de gratis shuttle tot aan de luchthaven, om 8h30 staan we bij de incheckbalie
van Air Canada. Dat is zowaar een DIY incheckbalie, nog één cost reduction stap
door te voeren en ik kan mijn valiezen eigenhandig het vliegtuig induwen. Snel
ontbijt bij de Subway en dan aanschuiven voor de verplichte striptease voor de
lokale ambtenarij. Ik bereid mij er op voor dat ik mag gaan uitleggen waarom ik
met een halve keuken op reis ben. Zover komt het niet, ze zijn blijkbaar erger
gewoon. Hadden we misschien toch die BBQ kunnen meenemen? En dan is het wachten
om te boarden. We hebben het nog steeds wat gehad met vliegtuigen en luchthavens.
Volgende maand onze voorlaatste vlucht richting Frankfurt.
We genieten
voor de laatste keer van de Rockies als we ze overvliegen. Toch een enorme
mooie lap natuur. Geen moment spijt gehad van onze toer hier. We hebben veel
gezien, ontmoet, beleefd en ervaren.
Een
luchthaventaxi wat in werkelijkheid een limo is die bestuurd wordt door een
tulband brengt ons tot aan een filiaal van Extended Stay hotel in
Vaughan-Toronto Hier hebben we op de valreep nog een hotelkamer gevonden die
eigenlijk meer weg heeft van een bescheiden appartement. Als we inchecken
vragen we waar de dichtstbijzijnde supermarkt is, we willen nog wat groceries
shoppen. We hebben immers een keuken in ons verblijf. Niet eenvoudig legt Mo
uit, de indrukwekkende zwarte man achter de balie. Maar zijn shift zit er bijna
op, Ik breng jullie wel even met de shuttle. OK , naar waar? De grocerieshop
van zijn tante? We zien wel, veel keus hebben we niet. Na een ritje van zon 10
minuten worden we voor een gigantische supermarkt gedropt, hij spreekt af om
ons binnen exact een half uur terug op te pikken. OK. Komt helemaal goed.
Eens we geshopt
terug aan het hotel zijn, vragen we wat onze schuld is voor deze toch wel heel
persoonlijke service. Notin, zegt Mo met de glimlach. We geven hem dan maar
een vette tip, tegelijk blijven we een beetje onthutst over de gang van zaken
hier. t Is niet dat dit een klein familiehotelleke is.
Later blijkt
dan dat we ook nog gratis mogen aanschuiven aan het uitgebreide ontbijtbuffet.
En als we willen kunnen we ook nog gratis een licht avondmaal krijgen. We
snappen er allemaal niet veel van. Duidelijk is wel dat dit hotel zich eerder
toespitst op mensen die hier langere tijd verblijven voor hun werk. Veel
toeristen zitten hier niet.
Is nog wel een
flinke taxirit verwijderd van downtown Toronto. We besluiten ons bezoek aan
Toronto dan ook in één enkele dag te bundelen, morgen. Vandaag genieten we van
internet int hotel en doen we wat admin, plannen ons bezoek aan Toronto, en
bezinnen we over welke tour met de nieuwe camper haalbaar is.
We leren bij. Ipv
ons aan de regeltjes te houden, bellen we vandaag ipv morgen om de pick-up tijd
van onze camper af te spreken. Anders eindigen we toch weer vanachter in de
rij. En ja, het helpt, morgen om 11u is de afspraak.
We kopen ons
een dagpas voor het openbaar vervoer en nemen de metro naar Downtown. We
stappen toevallig net uit aan Torontos grootste shopping center, Eaton. Een
barslecht plan voor de reeds uitpuilende
rugzakken. Het is overal al zomersolden en het is een hele drukte. Veel zin om
aan te schuiven aan de pashokjes hebben we niet dus gelukkig is de buit beperkt.
Een T-Shirt voor mij en een sweater voor Mike. We passeren nog even de
gigantische foodcourt voor ons middageten. Teveel keuze om alles te bekijken,
we gaan voor de Japanner.
Volgende
station, de St Lawrence Market. Als we toekomen blijkt ze gesloten, de farmers komen
enkel in het weekend. Dorie. We draaien de hoek om en daar is St Lawrence Market
n° 2, minder farmers maar wel open. Vis, vlees, groenten, keukengerei, je kan
er alles krijgen. We krijgen al direct terug goesting om te beginnen kokkerellen.
Nog een dag wachten.
Van daaruit
lopen we langs een boekenwinkel die volgens Lonely Planet een uitgebreid
assortiment aan reisgidsen en kaarten heeft. We vinden hem eerst niet, tot we
een spandoek aan een trap op het voetpad zien hangen. Ja, daar moeten we zijn. Een
eng gangetje verdwijnt onder het voetpad en eindigt aan een groezelige deur.
Hier wandelen we de wereld van Harry Potter binnen. Het kamertje zit het afgeladen
vol oude reisgidsen, je kan er nauwelijks langs. De vriendelijke trol achter de
toonbank heeft al jaren geen daglicht meer gezien. Is ook niet mogelijk, de
ramen worden geblokkeerd door de stapels boeken. En in die gigantische rommel
graaft hij precies naar boven wat wij nodig hebben. Magie. Die holbewoner is
hier gewoon in geen jaren meer buiten geweest, zelfs niet voor de kapper. Zeker
weten. Nuttige tip van de LP.
Dan tenen we
richting waterfront. Daar aangekomen blijkt er, hoera! hoezé!, een Wine &
Spirit festival te zijn. t Is te zeggen, de opbouw is volop bezig. We mogen zo
het strand op, er is nog niets te verkrijgen. Ziet er gezellig uit maar begint
pas vanavond. Daar gaan we niet op liggen wachten. We kiezen dan maar voor een
boottrip naar de Toronto Islands en doen daar nog een stevige wandeling. Op de
boot terug is het frisjes. Mike doet zijn nieuwe trui aan en als hij zijn kap
opzet, zie ik dat de witte securitybult er nog aanhangt. Ha, dat verklaart
waarom het alarm afging toe we de winkel uitwandelden. De verkoopster vond dat
wij er zeer onschuldig uitzagen en liet ons lopen. De mensen op de boot kijken
echter maar vreemd. Tja, er zit niets anders op dan terug naar die winkel te
gaan. Gelukkig is die nog open en het label wordt er na een verwacht kruisverhoor
afgehaald.
We eten nog snel
iets, en onverwacht, deze kwaliteitszaak heeft Trappist op de kaart, Rochefort.
Dat is begot lang geleden. De bestelling daarvan verloopt iets minder vlot, we
proberen ons in te beelden hoe ze dat hier zouden uitspreken maar slagen er blijkbaar
niet in. Na 5 pogingen verplichten we de ober er de kaart er opnieuw bij te
halen. Om eerlijk te zijn, we kunnen nog altijd niet herhalen wat hij heeft
gezegd, onverstaanbaar. Zal wel met dat Frenglish van hier te maken hebben.
Met de metro en
de bus terug naar huis, het is een lange rit. t Is al laat als we terug zijn.
Toronto is een
heel andere stad dan Vancouver. We merkten het direct als we vanmorgen uit de
metro uitstapten. Waar Vancouver overrompeld wordt door Aziatische immigranten,
zijn het hier meer Indiërs. Toronto is back to business. Druk verkeer in de
stad, mensen die zich haasten en in kostuum tijdens de middag snel even gaan
lunchen, overvolle metros. Vriendelijk zijn de mensen nog steeds, hoewel het
enthousiasme terug iets normaler is naar onze normen. In Vancouver hadden we de
indruk dat de mensen op een wolk leven, alles op zijn tijd en voornamelijk met
veel blabla. Als je zo je kost kan verdienen, waarom niet natuurlijk.
Onze bagage
begint nu echt buitensporig te worden. Met de etenswaren die we nu nog
bijgekocht hebben is het ronduit absurd. Maar goed, t is maar om in en uit een
taxi te laden. Apu n° zoveel verschijnt plots uit het niets en brengt ons naar de
Canadream terminal. Daar staat ons een schok te wachten. De Midi-camper die
ze voor ons voorzien hebben is helemaal geen midi maar een gigantisch
gevaarte... Ongeveer 7 ton droog aan den
haak. Ik herinner me nog dat die man van het boekingsbedrijf mailde dat ze voor
de tweede trip een iets comfortabeler model hadden voorzien, wat een betere
deal was. Nu zijn we snel te vinden voor een betere deal en hebben we verzuimd
te controleren wat dat juist was. Man, wij zijn met 2, dat ding is bedoeld voor
kroostrijke gezin(nen). Ah, maar dat boekt iedereen hier voor 2 volwassenen
hoor. As If, grootheidswaanzin ja, daar kunnen ze hier toch wat van. Lachen we
5 weken lang met die monstercampers met uitschuifbare zijkanten en nu rijden we
zelf met zon ding rond. Ok, het kon nóg groter, maar dat willen we precies
niet weten. In elk geval, plek genoeg voor onze ineens nietig hoopje bagage. 8
ton nu minstens
Als alle
paperassen zijn afgehandeld, vragen ze wat onze plannen zijn. Als wij antwoorden,
suggesties? kijken ze maar vreemd op. Maar de medewerker begint over Manitoulin
Island en dat klinkt goed. Nen tip van ne local ontfrutseld, altijd prima
materiaal.
We gooien alles
erin en rijden dan naar de supermarkt. De eerste bocht die Mike moet nemen, loopt
al helemaal de mist in. De draaicirkel is zo belachelijk groot, dat we de bocht
niet halen en in de parkeerzone belanden. Weliswaar zonder schade, maar geen
best begin. WTF?! Een Airbus draait korter! Op de supermarktparking nemen we schaamtelijk
4 plaatsen in. We shoppen uitgebreid en zoeken nog snel een camping voor
vanavond. 8 Ton plus schnabbels, wrong way.
Mike de trucker
kruipt terug achter zijn stuurwiel en schoorvoetend loodst hij onze camion de
avondspits in.
Aan de camping
bellen we aan en de bareel gaat naar boven. We zijn er nog niet onderuit als
hij al terug naar beneden gaat. Ai, dat is onze eerste schade, hoe lang zijn we
onderweg?? Het lijkt allemaal wel mee te vallen op het eerste gezicht. Dit
monster heeft amper 2800 km op zijn teller staan, ik vermoed dat ze niet zo mild
zullen zijn bij teruggave. Als we naar onze plek rijden, horen we nog takken
van een boom over ons dak schrapen. Dat komt hier helemaal goed. Plek n° 18
waar we moeten gaan staan, bestaat niet dus we wringen ons maar ergens tussen.
En de aansluiting van de elektriciteit is op zijn kop gezet dus onze stekker past
niet. De eigenaar komt eigenhandig het beschermplaatje voor eens en voor altijd
verwijderen. Liever hij dan wij.
We geraken toch
geparkeerd en dan begint de grote uitpak. Er zijn 3x zoveel kastjes als we
nodig hebben. Ik zweer het, dat maakt het niet gemakkelijker. Die uitschuifbare
stukken vinden we maar iets raar. Goed, we zijn nog geen fan van dit nieuwe
huis, t zal nog wat moeten wennen. Al blij dat we hiermee niet door haarspeldbochten
in de Rockies moeten.
Dan nog even
onze nieuwe super-promo-bbq testen nadat Mike hem Ikea-gewijs in elkaar gedraaid
heeft.
Bon, de specs
van de camper wou u weten? Houd je vast.
27ft = 8,3m
lang, 12 ft hoog en 8,5 ft breed ( HiHi, hij past net niet in onze kampeertent)
Tanks:
Benzinetank 200L
Verswatertank 167L
Warmwatertank 40L gas of elektriciteit
Greywatertank 140L
Blackwatertank 100L
Propanetank 33L
Aansluiting voor stadswater en 30 Amp
electriciteit
Airco
Fan
Verwarming op gas
Ijskast gas of elektriciteit
Diepvries gas of elektriciteit
3pits kookvuur
Dampkap
Microgolfoven
Conventionele oven
USB laadpunt x4
TV met Satellietantenne
Cd-speler
Satellietradio
Toilet
Douche
Generator
Slaapplaatsen
6, nu dringend nog wat vrienden maken hier.
Het is wel
comfortabel vanbinnen
We halveren
onze slaapkamer en living en maken onze woonst klaar om te moven. Het moeilijkste
stuk eerst. Van de camping op de hoofdbaan geraken. Enkel effen wegen kiezen,
de wielbasis is te lang om grote niveauverschillen te kunnen overbruggen. Uitkijken
voor alle takken, luifels, reclameborden onder de 4meter en bochten groot
genoeg inschatten door vooraf eerst even naar buiten te draaien alvorens de
bocht naar binnen in te zetten. De dame in het gps bakje volgen. Voetgangers en
fietsers ontwijken is nu even bijzaak. Het bord opgepast spelende kinderen is
duidelijk. Dat ze maar oppassen.
Eens de grote
baan op valt het eigenlijk wel mee. De baan is groot genoeg en gaat
voornamelijk rechtdoor. Ik houd me als enige aan de snelheidslimiet dus ik heb
nooit verkeer voor me. De achteruitkijkspiegel is enkel voor de show
geïnstalleerd. Ik heb geen flauw benul van de sliert autos achter me, zoals
het een rechtschapen trucker betaamt. Enkel als de baan door enkele
keuterdorpjes snijdt is het uitkijken naar openwaaiende portiers enzo.
200km verder
gaan we de ferry op. Op een monstertruck na zijn we het grootste voertuig dat
mee gaat. Voor het eerst dat ik een ferry oprijd dat ik voornamelijk op het
plafond let. Ok. Nu zijn we onderweg naar Manitoulin, het grootste eiland ter
wereld (hoe kan het hier ook anders). In de kleine lettertjes staat: het
grootste ZOETwatereiland ter wereld. Ik dacht al wel dat Australië groter was. Heb
ik eigenlijk mijn handrem wel opgetrokken? Niet mijne sterkste kant, dat weet
ik. Alle botsingen die ik de afgelopen
10 jaar heb veroorzaakt zijn gebeurd terwijl er niemand in de wagen zat. Zot
hé. Soit, we zien wel, ge kunt niet aan alles denken, nietwaar?
We vinden de
camper terug waar ik hem achtergelaten had en loodsen hem van de ferry, naar
Manitoulin Resort aan Manitoulin Lake. Geen (sneeuw)bergen meer te bespeuren
hier, we rijden precies door de Vlaamse polders.
De camping is
rustig en mooi, hier blijven we enkele dagen. Het klinkt misschien raar maar
het is lang geleden dat we nog eens op een camping stonden waar je s avonds
enkel kikkers en vogels hoort. Zelfs in de Rockies was er meestal wel een
drukke baan of spoorlijn op gehoorafstand. Rustieke camperen is niet hun
sterkste kant.
Misschien
kunnen we een bootje huren en vanop dit eiland naar een eiland varen. We zien
wel. De BBQ aan en vis roken.
Van de
gevreesde black flies hebben we tot hiertoe nog geen last. Als de schemering
begint, is er wel ineens een invasie van muggen. En op 21 juni schemert het
nogal lang, zeker als ge wat noordelijker zit. Een stevige portie Deet helpt.
De muggen blijven wel rond uw hoofd zoemen maar vinden u al niet meer zo
smakelijk. Dat scheelt een beet.
We hebben wat
fotokes van ons nieuwe huis toegevoegd.
Al 6 maanden
lang wil Mike aan elk meer waar we zijn een bootje huren. Te koud, te veel
wind, te vroeg op het seizoen . Altijd wel iets. Maar hier zijn de boten wel
beschikbaar en het belooft een mooie dag te worden. Er wordt nog snel even een
tijdelijk vaarbewijs in elkaar geflanst, wat uitleg over de bediening en off we
go, de grote plas op. Met als bestemming een eiland in de verte waar een groot
arendsnest zou zijn. En inderdaad, we zien het van ver al. Man, bouw dat eens
als je enkel een snavel en 2 poten hebt. Chapeau voor moeder en vader Arend.
Bovenop dit meesterwerk zit een jong. Ma arend vliegt direct weg als we
dichterbij komen, die is niet gediend met al die aandacht. Ik gooi het eerste
anker van mijn leven uit. Dat verdwijnt netjes de diepte in, ik klop mijn
handen af en ga terug zitten. En zie dan het touw er achteraan gaan. Oei,
precies iets vergeten, moet dat ook vastgeknoopt worden? Gelukkig zitten we in
ondiep water en kunnen we dit kleine misverstand snel rechtzetten.
Daarna varen we
naar een rustige baai en luisteren naar de absolute stilte en het geklots van
de boot. Een eindje verder zwemt een hele familie Canadese ganzen. We proberen
dichterbij te komen en lopen zo vast in het ondiepe water. De captain probeert
met een peddel ons weer vrij te krijgen, maar dat lukt niet. De wind duwt ons steeds
opnieuw aan lager wal. Schoenen uit, het water in en losduwen tot we diep genoeg
zitten om de buitenboordmotor opnieuw te laten zakken.. Gelukkig is dit geen
gletsjermeer. Er is duidelijk nog wat werk aan onze vaarkunsten. Zonder handen
varen zal nog niet voor vandaag zijn.
Na 4u
ronddobberen hebben we het wel gehad met boot en meer. In het terugvaren ga ik
ook eens sturen. Wauw, deze reis al met een campertje gereden en nu ook nog met
een boot gevaren! Het aanmeren laat ik toch maar aan Mr. Captain Mike over.
Vanavond is er kans op onweer dus we beginnen maar direct onze bbq voor te
bereiden. Terwijl ik dit typ is de wind al aan het toenemen en pakken donkere
wolken samen. El Capitan wisselt van pet en Chef Kok zit nu tegen een ijltempo
groenten te molesteren. Benieuwd wie gaat winnen.
Onweer
vannacht, maar een flauwke, een half uurtje flashen en grollen en net de
plassen terug gevuld. Vandaag gaan we de meest populaire wandeling opzoeken van
dit eiland, de Cup and Saucer Trail. Eerst naar de supermarkt waar we ons de
minst populaire 10% van de parking toe-eigenen. Stevige voorraad eten
ingeslagen, de supermarkten liggen niet dik bezaaid. Dan 50km verder naar het
startpunt. 12 km boswandeling. Het klimaat is vrijwel hetzelfde als bij ons (in
de zomer toch) en dat maakt dat de vegetatie ook overeenkomt.
Mooie
wandeling, geen wildlife gespot buiten wat agressieve muggen. De nieuwe camping
voor vanavond ligt vlakbij, in een First Nation resort. Een reservaat voor de
oorspronkelijk bewoners die de genocide overleefd hebben. We vinden de camping
niet, of we nu de coördinaten invoeren in de gps of het adres of visueel de
juiste huisnummer opsporen. Het eindigt gestaag in Make a U-Turn. Daar word
je niet vrolijk van als je een roadtrain bestuurt die net genoeg kan draaien om
van baanvak te wisselen. Na twee keer het dorp te doorkruisen geven we het op.
Ander en beter. Een reclamebord langs de Highway maakt reclame voor een camp 5
km verderop. Ovenight stays welcome, perfect, we zullen is gaan zien. We
nemen de afrit en volgen de bordjes. Binnen de kortste keren zitten we op
baantjes waar je zelfs met een bakfiets nauwelijks op kan. Steil naar boven,
weer naar beneden en bochtjes die het uiterste vergen van de stuurinrichting, kilometerslang.
Please God, laat dit nu niet doodlopen. Het baantje eindigt aan een meer, geen
camping te bespeuren, enkel een telefoon met een infonummer. Niet wat we
gehoopt hadden. Gelukkig is er wel een beperkte parking waar ik met de nodige
moeite kan draaien. Ander en beter.
Meteen 150 km
verder van het eiland af. We vinden plaats op Camping Carol, waar we ons nog
net tussen de andere gasten gewrongen krijgen. Als we onze zijkanten
openschuiven zitten we zowaar ín hun tent. Morgen verder, dit is geen camping
maar een voetbalveld volgestouwd met RVs. We doen zelfs niet de moeite om
buiten te eten.
We proberen
terug aansluiting te vinden met de originele toer die we wilden doen. Dwz 300
km verder naar een Provincional Park. Maar, na ons avontuur van gisteren eerst
de laptop en tablet open voor betere research sites en apps betreffende de
campings. We vinden wat we zoeken en vertrekken richting Algonquin Trails
Camping Resort. We komen toe, de vriendelijk uitbater komt van Jasper waar hij
met weemoed over vertelt, hij vindt deze regio eigenlijk maar niks. Leuk om te
horen, wat doe je dan hier vraag ik mij af.
De campsites
liggen verdeeld in een bos, er zijn bijna geen gasten. Plaats en privacy hebben
we deze keer met hopen. De gekte begint morgen pas vertelt hij. De schoolvakantie
wordt dan ingezet. Dat belooft. Aan insecten ook geen tekort. Je moet in de zon
gaan zitten, zegt de eigenaar, hoewel dan de dazen komen, die houden van volle
zon. Benieuwd wat de schemer gaat brengen. Wie weet doet ons muskietennet
eindelijk eens dienst.
Hier blijven we
twee nachten. Gezien het volgende woensdag ook nog eens Canada Day is, vrezen
we het ergste qua overnachtingsplaatsen vanaf vrijdag. Reservaties gaan
noodzakelijk zijn. Als de internet meewil, kunnen we ons daar morgen mee bezig
houden.
Man, opgevreten
door de muggen worden we hier, niet te doen. In het kampvuur gaan zitten is het
enige wat helpt. Zelfs onze camper zit vol, volgens mij kruipen ze door het
gaas. Ons ontbijt hebben we verhuisd naar binnen, het was niet uit te houden.
Goed, planning binnen opmaken dan maar. Als het uiteindelijk begint te regenen,
is dat niet eens zo erg meer. Hopelijk komt er hier snel wat meer volk, dan
zijn wij niet meer de enige smakelijke hap.
Het reserveren
van de campsites gaat moeizaam, elke camping heeft zijn eigen interface en je
moet telkens een account aanmaken. En er is al veel volgeboekt. Maar, we
geraken erdoor en zijn nu zeker van overnachtingsplaatsen tot 7 juli. Dan zien
we wel weer verder.
Mijn gedachten
dwalen dikwijls af naar België, waar de ganse familie samen is om definitief
afscheid te nemen van grootva Dillen.
Voor we
vertrekken willen we nog even de nature trail van de camping doen. Door de
regen van gisteren lijken de muggen hongeriger dan ooit. Die ene mm die je niet
gedeet hebt, vinden ze zonder problemen. We zijn snel het bos terug uit. Dit is
niet te doen. We lijken wel hun eerste zomersnack.
We pakken in en
rijden richting volgende camping. De weg gaat dwars door het Algonquin
Provincional Park. In tegenstelling tot West-Canada waar provincional parks
gratis zijn, moet je hier wel betalen. De parkpas die we hebben is enkel voor
de nationale parken. We stoppen aan de West Gate voor informatie. Dan blijkt
dat de toegang mee in de campingprijs zit. Meevaller.
Aan de kant van
de baan spotten we al direct een grazende moose (eland) maar kunnen niet echt
stoppen voor een foto. Een eindje verder draaien we een parking op voor trail
n° 1, naar de Whiskey Rapids. Mike houdt zijn drinkenbus al klaar om te vullen.
Om op de parking te mogen staan moet je een permit van het park hebben. Die
hebben we nog niet, krijgen we pas op de camping. Het is ons nog steeds niet
duidelijk hoe het in zijn werk gaat. We kunnen toch moeilijk eerst helemaal
naar de camping rijden om dan terug te keren en alle bezienswaardigheden te
doen. Lijkt me niet echt ecologisch, zeker niet met onze zuipschuit. We
parkeren en we zien wel. De rapids blijken niet van de rapste te zijn, op de
rafting-schaal is het een -4 denken we. En whiskey stroomt hier evenmin. t Is
wel mooi zoals Dardennen ook hun mooie plekjes hebben, das ook al iets.
We stoppen aan
de Hardwood Lookout trail, hier zou ook een eland moeten zitten. We doen heel
de toer maar we vinden hem niet. Boven hebben we een uitzicht op het meer.
Waarom toch plaatsen ze al die mooie uitzichten steeds bovenaan?
Bij de Portage
Store stoppen we om een kano voor morgen te reserveren. Want dat is wat
iedereen hier doet in het park, bootje varen op de meren. Hoog tijd om de
Canadees uit te hangen.
Van daaruit
rijden we rechtstreeks naar onze camping aan Pog Lake. Het is aanschuiven aan
de incheck, blij dat we een reservatie hebben. We pikken nog een zak stookhout
op en gaan ons installeren. Mooie, grote plaats, rustig en verbazingwekkend veel
minder muggen. Oef. De camping is nog verdacht leeg, daar zal wel snel
verandering in komen.
Om 11u wordt
onze kano geleverd op de A-Beach van de camping. De paperassen worden geregeld
en daar gaan we. Woeha, dit is een platbodemkano die meer op het water dan in
het water ligt. Dat maakt dat je
zwaartepuntgewijs niet goed bezig bent, bij de minste beweging krijgt de andere
een harstilstand met de idee dat we kapseizen. Benieuwd of we het droog gaan
houden. Op zoek naar de meest afgelegen plekjes en massas wildlife. We vinden
een smalle zij-arm van het meer en gaan daardoor. Schildpadden springen voor
onze peddels weg, en we zien een eend met nog héél kleine donzige ducklins. Die
passen nog in een ei. Mooi om naar te kijken, en het is hier zo stil en
sereen .
Een paar
bochten verder komen we uit op een groot meer, das maar niks. Als we
terugkeren, blijkt de rest van de camping ook in zijn kano/kajak geraakt te
zijn en is het een drukte van jewelste. Wat is erger dan een kano met 3 uitgelaten
aziaten? 7 Kanos gevuld met craziaten, die al gillend proberen elkaar te
rammen. Gedaan met de rust en zeker met het wildflife. We zoeken een ander
rustig stukje op, maar worden gevolgd.
Na zon 3u zijn
we uitgeroeid. Het is verbazend de afstand die we afgelegd hebben, hoe snel je
met zon kano over het water gaat. We trekken de kano aan wal en eten onze
smoskes op. Morgenvroeg als de massa nog slaapt, zullen we nog een toerke doen,
de boot wordt toch pas om 11u terug opgehaald.
Ons huis is
niet zo verplaatsbaar dus ik ga te voet naar de receptie om vers hout te halen.
Das 10 min wandelen, niet echt ver te noemen. Mm, Ive got you a nice big bag
of wood, zegt John-de-houtman. Ik zak ongeveer door mijn knieën als hij de zak
in mijn armen duwt. Onderweg stoppen er 3 verschillende park rangers met de
vraag of ze moeten helpen. Zie ik er zo hopeloos uit? Ik wandel koppig verder,
ik moet en ik zal die zak tot aan onze kampplaats dragen. Beeld ik het mij nu
in of lachen de mensen mij uit? Ik zie purper als ik eindelijk aan plaats 375
aankom. Mijn kano-armen zijn nu helemaal out of service. Als onze buurman 10
min daarna in zijn auto stapt en tegen zijn vrouw zegt dat hij om hout gaat,
zucht ik eens diep, de pestkop. Volgens mij ben ik de enige op deze camping die
ooit te voet hout is gaan halen. Volgens mij zijn wij de enige op deze camping
die tout court iets te voet doen, afgaand op het aantal autos dat constant aan
het sanitair staat.
We zitten opnieuw
in onze kano, uit vrije wil. Het is 5u s ochtends, het regent pijpenstelen en
de rest van de camping is nog in deep sleep. Maar, je moet er wat voor over
hebben om wildlife te zien. Hopelijk regent de kano niet te snel vol, want dan
zinken we. We weten perfect waar we naartoe willen, het smalle stuk dat de 2
meren verbindt. In het hoge gras zien we een grote mooie reiger zitten. Die zit
ons wat aan te staren, duidelijk nog niet goed wakker. We stoppen regelmatig om
van de ontwakende natuur te genieten. De ruisende regen, tsjilpende vogels,
kwakende kikkers en een geluid dat we niet kunnen thuisbrengen. Het gesnurk van
een eland of een brulkikker met bronchitis? Met de verrekijker speuren we de
oevers af maar we vinden de oorsprong van het geluid niet. Lang stilliggen zit
er echter niet in, de muggen zijn maar al te blij met dat vroege ontbijt. Als
er zon bloeddorstig insect onder de kap van je regenjas terechtkomt, word je
helemaal horendul van het gezoem.
Na 1,5u
peddelen keren we terug. Buiten de reiger hebben we niets gezien. Die beesten
zijn ook niet zot natuurlijk, wie komt er nu buiten met zon weer. Mike kruipt
nog even terug onder de warme dons, die heeft nog een lange rit voor de boeg en
die is evenmin zo zot.
Tegen 9u zijn
we vertrekkensklaar. Huis uit zijn plek manoeuvreren en de baan op, richting
Parc de la Gatineau, in de provincie Québec. t Is te hopen dat we de mensen
daar gaan verstaan. De hele 300 km lang valt de regen met bakken uit de lucht.
Zijn wij blij dat we niet aan een meerdaagse kanotocht zijn begonnen.
De rit leidt
door Ottawa, niet dat we in de stad moeten zijn maar er is geen ringweg. Met
ons oversized vehikel loodsen we onszelf behoedzaam door het centrum tussen de
wolkenkrabbers. t Is een irreële ervaring. De mensen wijzen ons na.
In de late namiddag
zijn we eindelijk ter plaatse. Onze camping ligt aan Philippe Lake en het is er
een stuk rustiger dan in Algonquin. Gelukkig hebben we voor vanavond een
ovenschotel voorzien, die verwarmt ineens de camper mee. Het blijft heel de
avond en nacht doorregenen. Hoewel we niet zo ver van Ottawa zitten, hebben we
ook hier geen GSM-ontvangst. Blog updaten zal dus weer niet voor de komende
dagen zijn.
Als ik terugkom
van het sanitair heeft een kroostrijk gezin ganzen onze plek ingepalmd. Voorzichtig
ga ik er langs, ik heb zon ma Gans al eens zien uithalen naar een auto die te
dicht bij haar kinderen kwam. Even later verschijnt een dikke vette bosmarmot
die onze bbq komt aflikken. Boeiend park!
Al snel komt de
zon tevoorschijn. Bottinen aan en weg zijn we. De Lusk Lake Trail voert ons
door een gemengd woud. Dat is al even geleden dat we nog eens loofbomen van
dichtbij gezien hebben. Boven de boomtoppen pakken de donkere wolken opnieuw
samen en niet lang daarna lopen we in de gietende regen. Dat klinkt geweldig in
dit bos, wat een gedreun. Een heus concert van verschillende soorten ruis
afhankelijk of de regen op rotsen, bladeren of bomen valt. De windvlagen sturen
er een ritme in. Gelukkig zijn we erop voorzien, en blijft het bij die ene stevige
vlaag. Het is een aangename wandeling, niet te uitdagend, net lang genoeg en we
zijn helemaal alleen. We zien en horen veel vogels, moeten opletten om niet op
de massas eekhoorntjes te trappen. Grote dieren zien we echter niet.
Terug op de
camping zetten we ons nog even op het strand. In het meer is een zone zo groot
al een Mortsels zwembad afgebakend waarin gezwommen mag worden. 3 Redsters
houden de boel Baywatch-style in het oog met de typerende oranje boei onder de
arm. Mike krijgt precies al ademsnood. Het water is warm, er wordt danig
rondgeplonst. De voertaal is hier duidelijk het Canadees-Frans. We verstaan er
geen jota van. Het doet me terug denken aan Etienne-de-Québécois die we in
Nazca tegen het lijf liepen. Hij vertelde ons daar dat dit het echte officiële
oeroude Frans is. Het Frankrijk-Frans is pas later bijgeschaafd tot zijn
huidige vorm. Ne mens leert zo eens iets bij. Hoewel ik niet denk dat ze dit in
Frankrijk graag zullen horen.
s Avonds
zitten we aan ons kampvuur. Ineens geritsel vlakbij en geschuifel door het
gras. In het donker proberen we de schim die snel onze richting uitgaat, te
identificeren. Een wolf, een wombat, een bever?? Voor Mike het goed en wel
beseft, staat er een wasbeer met zijn voorpoten op de armleuning van zijn
stoel, op een halve meter van zijn gezicht. Zijn typische ogen staren Mike
recht aan. Hij neemt snel de omgeving in zich op en vindt onmiddellijk het lege
kommetje van de pindas. Net te laat. Hij verdwijnt snel en geruisloos de nacht
in.
We rijden weer
200 km noostelijker, naar Mont Tremblant dieper in Québec. We stoppen aan een
supermarkt en vallen ongeveer van onze stoel. Hola, deze supermarkt verkoopt
alcohol? Das de eerste keer in Canada dat we dat zien. Gedaan met de bruine schijnheilige
zak, hier mag iedereen zien dat je alcohol hebt gekocht. Franse invloed?
Aan de kassa
staat er terug een extra persoon die je zakken inlaadt. Dat ben ik ondertussen
al zo gewoon, dat ik in Toronto de herbruikbare tas aan de kassierster gaf. Als
blikken konden doden t was duidelijk de bedoeling dat ik dat zelf deed. Deze
man biedt zelfs aan om de inkopen tot aan de auto te dragen. Zou hij het ook in
onze koelkast willen schikken?
Aan de overkant
is een Dollarama, vergelijkbaar met onze Krak. We kopen er wat kleine
souvenirs. Het meisje aan de kassa verstaat geen letter Engels. En met mijn
Frans is duidelijk ook iets mis, want ze blijft mij aangapen tot ze rood
uitslaat zonder op mijn vraag te antwoorden. Ai, dat wordt dringend tijd om die
taal hier wat te leren.
We installeren
ons op de camping. Deze ligt niet echt in het natuurschoon zoals we de laatste
dagen gewend zijn. Maar er is wi-fi, kunnen we eindelijk die blog bijwerken. En
met de bus zijn we zo in Mont Tremblant, waar er morgen vanalles georganiseerd
is ter ere van Canada Day. Overmorgen zullen we dan wel eens naar de berg zelf
gaan kijken.
Groot Nationaal
feest vandaag. We verwachten ons aan een gekte, te oordelen naar alle mogelijke
attributen die je kon kopen met een esdoornblad erop. Als we buitenkijken zien
we geen enkele camper die versierd is. Hier wordt helemaal niet gefeest?
Misschien te maken met het feit dat de regen met bakken uit de hemel valt? Het
weer is ronduit dramatisch en de voorspellingen nog onheilspellender.
Pas in de
namiddag lijkt het even wat lichter te worden. We nemen de bus naar Mont
Tremblant, we zijn de enige passagiers. In het centrum is er wel meer beweging.
Mensen lopen met Canada-vlaggen rond, of hebben een Canada-paraplu op hun hoofd
staan. Er is opvallend veel rood op straat. Met een gratis kabelbaantje kan je
naar het hoogste gedeelte van het dorp dat zich een stad waant. Geweldig, we
razen rakelings over de daken van de huizen en zweven recht boven zwembaden van
de poepsjieke hotels. Dat zal wel verwarmd zijn, geen kat die anders met dit
weer in een zwembad zit. Mocht ik het vooraf geweten hebben, ik had ballonen
met ijswater gevuld als munitie. Incoming!
Vanonder het afdak van een terrasje volgen we de soundcheck van de groep van
vanavond. De opklaring van zonet is al voorbij en het regent zo mogelijk nog
harder dan vanmorgen. De dakgoot van de taverne naast ons begint gevaarlijk
door te buigen onder de druk van het water. Dat haalt de afvoerbuis niet meer,
het water klettert er gewoon over. Uiteindelijk houden ze het ook op het podium
voor bekeken.
We verhuizen
naar binnen om te eten. De conversatie met de ober verloopt aanvankelijk stroef
maar we verstaan mekaar. Telkens als wij Merci zeggen, antwoordt hij met Bienvenue,
wat we erg vreemd vinden, we zitten immers al een tijdje aan onze tafel. Een ober met Alzheimer? Dat komt nooit goed. Het
duurt even voor we doorhebben dat dit hun Franse versie is van Youre welcome.
Raar taaltje dat die mannen hanteren.
De fles wijn is
niet op de rekening gekomen. Nooit schrijf ik nog een slecht woord over obers
met geheugenverlies.
Om 20h30 begint
het optreden. Het popgroepje met zelfingenomen zanger klinkt lang niet slecht,
maar dat kan normvervaging zijn. Ambiance krijgt de sprinkhaan er anders niet
in. Niet moeilijk, alle festiviteiten zijn hier steeds alcoholvrij. Dan begint
ge niet aan de Marie Louise te roeien.
Na het optreden
lopen we in zeven haasten naar beneden en we zien de bus voor onze neus vertrekken.
Niet erg, dan pakken we de volgende en tevens laatste bus. Die is dan weer te
laat waardoor we op de valreep het vuurwerk nog kunnen zien. Mooier dan
verwacht maar niet bijzonder. Alle pijlen lijken wereldwijd van dezelfde
fabriek te komen.
De camping
slaap al als wij toekomen, de feestneuzen.
De hemel is
gezuiverd, het wordt een mooie dag. We twijfelen nog even om terug naar Mont
Tremblant te bussen en daar met de kabelbaan naar boven te gaan voor een
wandeling maar we opteren toch om gewoon even van het mooie weer te genieten,
boekje lezen voor de camper, alles wassen, en niks doen. Ook leuk.
Er passeren nog
2 dames op de fiets die vertellen dat ze zon camper als die van ons gekocht
hebben. Enfin, dat denken we toch dat ze vertellen. We zijn uitgenodigd om
vanavond bij hen aan het kampvuur te komen zitten en een avond door te brengen
in het gezelschap van echte Quebeckezen. Dat worden boeiende conversaties.
Eindelijk
kunnen we onze jaarpassen voor de nationale parken nog eens bovenhalen. Langs
deze kant van Canada zijn de nationale parken immers niet dik bezaaid. De
passen liggen al twee weken onaangeroerd netjes geordend in het hoopje rommel
in de dashboardvakjes. Maar net vandaag liggen ze er niet meer. Vrouwlief heeft
die preventief uit het dievenzicht onttrokken en opgeborgen op een veiligere
plek die ze nu even vergeten is. Niet zo erg, zo groot wonen we hier nu ook
weer niet. We starten een search en beginnen met de usual suspects uit te
kammen. Als dat op niets uitdraait gaan we door de ganse camper, geen plekje
blijft onaangeroerd hoe absurd het soms ook mag lijken. We vinden ze niet. Hoe langer
we blijven zoeken hoe meer hypotheses naar voor worden geschoven. Gestolen? Door
het dashboard verorberd? We vertrekken dan maar, we hebben nog exact 320 km om
te overpeinzen waar de passen heen zijn. De banen zijn breed en comfortabel, de
rit verloopt opvallend sereen terwijl naast me dezelfde map voor de 14e
keer doorzocht wordt.
In de Visitor Center
van La Mauricie schuiven we dan maar netjes aan om nieuwe toegangsbewijzen te
kopen. Als we onze passen alsnog terugvinden betalen ze de nieuwe aankoop terug
beloven ze.
We rijden het National
Park binnen, stookhout oppikken en naar onze plek. Hier staan we zonder service
en zijn we volledig aangewezen op de zelfvoorzieningen van de camper. Geen
nood, de tanks die leeg moeten zijn, zijn leeg, de andere vol en de batterijen
geladen. We bricoleren een typisch Vlaams gerecht ineen met een Canadees
accent. Kort gegrilde tonijn met asperges en hollandaise saus, en, uiteraard
een gepocheerd eitje.
Nu nog even
uitvogelen welke van de gesuggereerde wandelingen we hier morgen gaan belopen.