Eindelijk
kunnen we onze jaarpassen voor de nationale parken nog eens bovenhalen. Langs
deze kant van Canada zijn de nationale parken immers niet dik bezaaid. De
passen liggen al twee weken onaangeroerd netjes geordend in het hoopje rommel
in de dashboardvakjes. Maar net vandaag liggen ze er niet meer. Vrouwlief heeft
die preventief uit het dievenzicht onttrokken en opgeborgen op een veiligere
plek die ze nu even vergeten is. Niet zo erg, zo groot wonen we hier nu ook
weer niet. We starten een search en beginnen met de usual suspects uit te
kammen. Als dat op niets uitdraait gaan we door de ganse camper, geen plekje
blijft onaangeroerd hoe absurd het soms ook mag lijken. We vinden ze niet. Hoe langer
we blijven zoeken hoe meer hypotheses naar voor worden geschoven. Gestolen? Door
het dashboard verorberd? We vertrekken dan maar, we hebben nog exact 320 km om
te overpeinzen waar de passen heen zijn. De banen zijn breed en comfortabel, de
rit verloopt opvallend sereen terwijl naast me dezelfde map voor de 14e
keer doorzocht wordt.
In de Visitor Center
van La Mauricie schuiven we dan maar netjes aan om nieuwe toegangsbewijzen te
kopen. Als we onze passen alsnog terugvinden betalen ze de nieuwe aankoop terug
beloven ze.
We rijden het National
Park binnen, stookhout oppikken en naar onze plek. Hier staan we zonder service
en zijn we volledig aangewezen op de zelfvoorzieningen van de camper. Geen
nood, de tanks die leeg moeten zijn, zijn leeg, de andere vol en de batterijen
geladen. We bricoleren een typisch Vlaams gerecht ineen met een Canadees
accent. Kort gegrilde tonijn met asperges en hollandaise saus, en, uiteraard
een gepocheerd eitje.
Nu nog even
uitvogelen welke van de gesuggereerde wandelingen we hier morgen gaan belopen.
|