De titel laat u
vast al vermoeden dat wandelen er niet zal inzitten. (Hoewel). Op de camping is
een service center dat fietsen verhuurt. Dat heeft alles te maken met een
fietsloop van zon 35 km die hier voorbijloopt. Dat lijkt ons wel eens een leuk
alternatief. Een ontspannend ritje langs
de meren. Volgens de uitbater gaan we daar zon 3 tot 4 uur over doen. Ok, doen
we. Het eerste stuk loopt 13km langs de baan en is niet zo interessant, pas
daarna is het een lus de natuur in. Slaagt dat even tegen, ik besef ineens weer
waarom er in Dardennen niet gefietst wordt. Het lijkt of we alleen maar naar
boven fietsen, soms heel even naar beneden maar we staan vooral veel stil, zelfs
in het kleinste verzet geraken we niet boven met die dikke banden. Schaduw is
er ook al niet op de baan. De zon martelt ons genadeloos, we zijn binnen de
kortste keren kloddernat van t zweet en onze watervoorraad slinkt veel te
snel.
Meer dan een
uur later bereiken we het eigenlijke startpunt waar de route het park indraait.
We zijn al kapot en het moet nog beginnen. Ok, korte pauze en wat suiker binnenspelen
en dan gaan we er terug tegenaan. We rijden nu onder de bomen, wat een dankbare
verkoeling. Het pad is vlot berijdbaar en slingert langs de oevers van
verschillende meren. Gezien een meer van nature uit vrij horizontaal ligt, zijn
de hoogteverschillen beperkter, niet erg voor onze geteisterde beenspieren. Het
schiet uiteindelijk wel goed op en we hebben ruimschoots de tijd om regelmatig
te stoppen en van het uitzicht te genieten.
Het venijn zit natuurlijk
weer in de staart, in de laatste kilometers krijgen we nog een stevige helling
voorgeschoteld. Dat duurt welgeteld 10 seconden en we staan allebei naast onze
fiets. De wil is goed maar t vlees is duidelijk te zwak. Te voet dan maar, de
pap is op, the fuel gone, were on vapor, Cougar, you got to put it down
Totaal uitgeput
leveren we de fietsen terug in. De man heeft er duidelijk plezier in. We
strompelen terug naar onze camper en halen nog net de douches. Daarna voelen we
ons terug iets meer mens, maar dat gaat pijn doen morgen, dat voelen we nu al. t
Was anders wel een mooie tocht, zonder de beloofde Moose weliswaar.
Vanmorgen
doorzoek ik nog snel even 2 kasten, in een ultieme poging die parkpassen toch
nog boven te toveren. Echter zonder succes. Spijtige zaak, t waren daarenboven
mooie souvenirs. Sorry Greet, anders had jij ze mogen hebben.
Het ritje van
gisteren zit nog altijd wat in de billen. Het is uitgesloten dat we naar Québec
fietsen. We hoorden al zoveel goede dingen over deze stad, dat willen we niet missen.
Onze volgende camping ligt op busbare afstand. We installeren ons en steken de
bbq aan. Schitterend weer is het. Morgen zullen we eens gaan zien of de
geruchten waar zijn.
Québec kan op
dit content uitpakken met: de eerste parochiekerk, het eerste museum, de eerste
stenen kerk, de eerste anglicaanse kathedraal, de eerste meisjesschool, het
eerste business-district, de eerste Franstalige universiteit en het oudste
hospitaal. Ook de oudste krant van Noord-Amerika wordt hier gedrukt en het
meest gefotografeerde hotel ter wereld staat in het oude centrum. Fieuw. En dat
allemaal in slechts 1 stad, de wonderen zijn de wereld nog niet uit. We gaan
dit natuurlijk niet allemaal bezoeken, we beginnen bij de omwallingen. Gebouwd
naar Europees voorbeeld en bedoeld om een Amerikaanse aanval tegen te houden. Ze is echter nooit ten gronde
getest, zo geïnteresseerd waren de Yankees dan ook weer niet. Je kan ze nu volledig
afwandelen. Binnenin bevindt zich de citadel, Noord-Amerikas, surprise,
surprise tromgeroffel dat raad je nooit grootste fort. We gluren eens binnen
maar hebben niet veel zin om in groep begeleid rondgeleid te worden.
Van daaruit
wandelen we over een mooie houten boulevard met zicht op de St Lawrence river
richting Château de Frontenac (dat hotel dat fotogenieker is dan Brangelina).
Ik moet toegeven, het is knap om te zien. Het toornt statig boven alle gebouwen
uit, valt niet te missen. Het Disney-kasteel kan hier eens ver achter komen. Ik
denk dat ge een paar duiten neertelt voor een kamer. Naar verluidt was het hier
dat Franklin Roosevelt en Winston Churchill D-Day hebben gepland, hebt dat op
uw geweten. Op het gelijkvloers hebben ze er een Starbucks en een crèmerie ingeduwd.
Dan is het tijd
om de hongerige te spijzen. We dalen af naar de Old Lower Town en vinden nog
net een tafeltje op het terras van Le Lapin Sauté. De temperatuur is zwoel, de
straatjes gezellig smal en klein en het krioelt van de mensen, getalenteerde
straatmuzikanten en toeristenwinkeltjes. Meng daar nog wat fransklinkende
conversaties onder en je waant je helemaal in de Provence. Aan de tafel naast
ons loopt vanalles fout met de bestelling, om de klanten te sussen moet de ober
in extremis overgaan tot het gratis aanbieden van ongeveer de volledige
maaltijd. Ze krijgen er nog een dessert bovenop. Hopelijk loopt onze bestelling
ook faliekant mis. Noppes, vlekkeloos wordt alles geserveerd zoals afgesproken.
t Leven is niet eerlijk .
Verder door de
oude wijken naar de haven, daar zien we een safari-voertuig, Landrover
Defender, staan met int groot een verwijzing naar een Belgische blog op. Aan
de stickers op het voertuig te zien, hebben ze al serieus wat afgereisd met dat
ding. Sommige mensen zijn blijkbaar nog een pak zotter We nemen een paar fotos
om inspiratie op te doen voor onze volgende reis.
Aan de haven
doorkruisen we nog gauw de markt en dan is het terug tijd voor een terraske,
niet alleen in België is het volop aant zomeren.
Met de
expressbus naar huis en dan even afkoelen in het zwembad. We hebben weeral wat
kms afgemaald vandaag. Québec kon ons wel bekoren, we waanden ons zowaar terug
in Europa. Hier hebben ze zelfs terug muziekfestivals. In Québec vindt het
grootste openluchtfestival van Canada plaats, beetje zoals de Zomer van
Antwerpen: Lété de Québec. Vanaf 9 juni treden hier onder andere de Rolling
Stones en Deep Purple op, en de Foo Fighters krijg je hier ook te zien. We
houden het nog even in beraad, hangt wat af van de toer die we verder gaan
doen.
We laten Québec
achter ons, het ziet er hier maar onweerachtig uit. We hobbelen naar Tadoussac.
De baan is in slechte staat, er zijn veel wegenwerken. We gaan van zee-niveau
omhoog, met links van ons de mooie Laurentides-bergen, over 800m pieken en dan terug
naar zee. De automatic in combinatie met cruise control gaat op sommige stukken
makkelijk over de 5000 toeren. Voilà, die is bij deze gerodeerd, de pistons
zijn net niet door de motorkap gelanceerd. Economisch rijden is anders.
Uiteindelijk komen we aan de ferry die ons in 10 minuten naar de overkant
brengt. Ik stap uit om de propaan dicht te draaien. Amai, wat is dat hier,
minstens 20° verschil met deze ochtend. Het hele landschap doet ons denken aan
de kusten van Cap Gris en Blanc Nez, die kliffen en het wisselvallige weer
mooi om te zien.
En zo arriveren
we in Tadoussac, met als doel massas walvissen te zien. Ik ben weeral eens
benieuwd.
Een uitgebreide
analyse van het weerbericht doet ons besluiten om de walvissentocht pas morgen
te doen. We reserveren een plaats voor de late namiddag en duimen vanaf nu dat
de voorspellingen standhouden.
We zitten op
zon 2,5 km van downtown Tadoussac. Via een pad over het strand kan je te voet
naar het centrum. Het kost ons enige moeite om daar te geraken. Het strand is
echter maar 50 meter van ons verwijderd, 50 meter loodrecht naar beneden is dat
dan wel. Mogelijkheden genoeg om af te dalen, maar dan op uw achterste met
risico op nog een kapotte broek. Na een tijdje padvinderen vinden we een pad,
recent belopen, door wie of wat is de vraag, steil naar beneden. Even later
staan we op het strand aan de waterlijn. Het hoeragevoel is van korte duur want
dit strand sluit niet aan met het strand dat tot aan het dorp loopt. Na nog wat
extra klimpartijen over de rotsen geraken we uiteindelijk op het rechte pad. Die
zelf geïmproviseerde wandelingen blijven toch vaak de uitdagendste. Eens
opnieuw boven moeten we hard tegen de wind opboksen en zelfs uitkijken dat we
niet het water ingeblazen worden. Absoluut niet de beste dag om met een zodiac
tegen hoge snelheid over het water te sjeezen, dat weten we uit ervaring.
Remember de beruchte Kaap die voor onze neus weggeblazen werd? Bovendien zou ik
als walvis ook wat verder onder water blijven stel dat ge een valling opscharrelt
t zou geen zicht zijn.
We wijken af.
Eens op de
boulevard van Tadoussac zien we in de baai allerlei rugvinnen boven het water
uitkomen. Met de verrekijker en het fototoestel in aanslag proberen we hen te
volgen en te gokken waar ze volgende keer zullen bovenkomen. Geen idee welk
merk het is, maar zelfs vanop honderden meters afstand kan je zien dat het
kolossale dieren zijn. Aan de andere kant van de baai komen ze zelfs dicht
tegen land. Gewoon op een steen gaan zitten en naar het water staren, das het
beste dat je kan doen, en dat doen we naar best vermogen. Dit doet de
verwachtingen voor de tocht van morgen alleen maar toenemen.
Een paar uur
later hebben we alle bewandelbare paden van Tadoussac en meer bewandeld.
Ondertussen is de wind geminderd en trekt het open. Met een stralende zon op
onze rug wandelen we terug naar de camping, deze keer wel langs de
conventionele route. Rustige dag en toch weer wat gezien. Op de camping maken
we kennis met een echte française. Eerst wil ze een potje om een vlinder in te
bewaren. Dan komt ze vertellen dat ze vanaf nu telkens door onze site zal lopen,
want dat is korter naar de speeltuin. Vervolgens komt ze vragen of we een bal
hebben om mee te spelen. Euh, non maar ze wijkt niet en kijkt ze ons ongelovig
aan. Ons argument dat er geen kinderen in onze camper zitten, vindt ze maar weinig
aanvaardbaar. Haar volgend slachtoffer is onze buurman, Engelstalig. Die
verstaat de vraag wel maar is niet in staat een fatsoenlijk frans antwoord te
produceren. Ze geeft niet af, het is niet mogelijk dat die man wél kinderen
heeft maar geen bal. Haar repeat-functie schiet een versnelling hoger en de
buurman vindt duidelijk de resetknop niet. Uiteindelijk redden we man van de
verbale aanval door mejuffer naar de receptie te verwijzen. Maar dat doen we
pas nadat de man zich in alle bochten gewrongen heeft en de radeloosheid nabij
is. Een gemeen beetje plezier mogen we er toch ook aan beleven? Pittig
karakter, onze 7-jarige overbuurvrouw.
We hebben nog
iets meer dan een week en dan moet monstertruck terug in Toronto staan. De
wegenkaarten worden bovengehaald, de GPS telt alle mogelijke routes uit en dan
valt het verdict. Het heeft weinig zin om nog veel oostelijker te gaan, dat zou
de terugrit naar Toronto alleen maar lastiger maken. We hebben echt geen zin om
de laatste 3 dagen van deze trip onafgebroken in onze bus te zitten. Geen Nova
Scotia dus, al wisten we bij de start al dat dit moeilijk zou zijn, teveel
kms. Zelfs na bijna 7 maanden reizen vind ik dat nog altijd moeilijk, die
keuzes maken.
We tekenen een
traject uit en maken alvast wat reservaties voor campings, das goed voor de
ease of mind. Vloeken nog eens flink omdat we voor Parc Le Bic een extra fee moeten
betalen bij gebrek aan geldige jaarparkpassen. Na morgen wordt de koers terug
richting Toronto gezet. Een bezoek aan de stad Montréal plannen we ook nog in.
Tegen dat dit
allemaal achter de rug is, is het hoog tijd voor onze walvissentrip!! We kozen
bewust voor de kleinere Zodiacs. Die zouden dichter komen, bevatten veel minder
passagiers en zijn niet voor mietjes. Nu hebben we deze reis al meer heftige zodiactochten
gedaan, t zou ons verbazen als wij er niet tegen bestand zouden zijn. We
toveren onze Patagonië-kledij terug boven en we staan, bestand tegen een
volgende ijstijd, aan de ingang van de camping te wachten op onze navette.
Voor we aan
boord mogen, moeten we nog een waterdicht pak met ingebouwde zwemvest aan, we
zijn ondertussen gesmolten want het is hier nog helemaal niet koud. En dan zijn
we vertrokken. De St. Lawrence river is een spiegel, er is geen zuchtje wind.
Ideaal. Al snel krijgen we in de verte een school belugas te zien. Hun witte
ruggen steken fel af tegen het donkere water. We mogen echter niet te dichtbij,
ze zijn met uitsterven bedreigd. We varen nog wat verder van de kant weg en
daar zijn ze dan plots. Overal waar je kijkt, zie je vinnen boven water komen.
We zien minke whales en porpoise whales, omringd door talloze nieuwsgierige
zeehondjes. Soms in de verte, soms vlakbij. Het is af en toe goed schrikken als
er plots één bij de boot opduikt. Dan zijn ze ineens nog groter. Eén keer komt
er één naar ons kijken, met zijn hele kop uit het water, de hele boot in
extase. Fotos trekken is moeilijk. Je weet altijd waar ze onder zijn gegaan,
maar het is gokken waar ze terug boven zullen komen. Hoewel ze hun locatie
onmiddellijk prijsgeven met een stevige blow-out. We doen verschillende
plaatsen aan, en dan zien we een groep van 3 vinvissen, de 2e
grootste soort die hier voortkomt. Niet inbegrepen in het standaard pakket,
onze gids is helemaal uitzinnig over het feit dat we er 3 tegelijk te zien
krijgen. De grootste walvis gaan we niet te zien krijgen. Dat is de blauwe
vinvis, die komt pas naar deze contreien vanaf augustus. Het water is nu nog te
koud. Dat is ook de reden waarom de andere walvissen geen kunstjes doen. Maar,
ook zonder circusact zijn de beesten knap om te zien, een leuke trip.
Er is terug
werkbaar internet op de camping als we terugkomen. Ik check nog even de uren
van de ferry die we morgen moeten nemen. Die van 14u lijkt ons ideaal.
Reserveren wordt aangeraden. Voor oversized vehicules kan dit enkel
telefonisch, maar we zijn te laat, de lijnen zijn een kwartier geleden dicht
gegaan. Voor de fun probeer ik een plaats te reserveren voor een gewone
personenauto. 98% volgeboekt zegt de website. Oei, das niet goed. Ondertussen
laat ook de internet het weer afweten. Morgenvroeg toch maar bellen.
Zo gauw de
kantoren open zijn, bel ik naar de ferry maatschappij. Verdict: alles volzet,
ook voor de overzet van 20u en alle ferrys van zaterdag. Een lichte paniek
maakt zich van mij meester. Heel ons plan dreigt in duigen te vallen en de
campings zijn al betaald. Er zit niets anders op dan naar ginder te rijden en
hopen dat ze nog een gaatje vinden voor een 8,5 m lange bus.
We vertrekken
goed op tijd. De rit is de moeite, door de taiga, de baan is goed. Als het zou
tegenvallen bij de ferry en we moeten heel het stuk terug, hebben we tenminste
nog een prachtig uitzicht. Over de laatste 30 km doen we echter ellendig lang, wegenwerken.
We sussen onszelf met het idee dat dat enkel in ons voordeel kan werken. Ook
mensen met gereserveerde plaatsen moeten deze files doen, mogelijk zijn er een
aantal te laat vertrokken en kunnen we hun plaats innemen.
Bij de incheck
zegt de man dat we une toute petite chance hebben om mee te kunnen. Hm.
Eigenlijk staan er niet eens zoveel autos. En zeker niet veel oversized. Dit
komt wel goed. De boot wordt geladen. Alles reservés erop. Dan is het aan
diegenen die het noodlot tarten. Alle personenwagens zonder reservatie gaan er
ook vlot mee op. De vrachtwagen en camper voor ons ook. En dan gaan de armen
naar beneden en zegt de man: cest complet. Komaan jongens, een klein
efforreke onverbiddelijk zijn ze, de boot vertrekt zonder ons. Op een trekker
na zijn we de enigen die op de oever worden achtergelaten. Ik weet nu hoe Hagar
zich op zijn piepklein eilandje moet voelen.
Verslagen
zitten we in onze camper. Dat wil zeggen, 6u wachten op de overzet van 20u,
waarvan we ook niet weten of we meekunnen. Onze camping halen we al helemaal
niet meer op tijd. Er zit niets anders op dan de camping proberen te annuleren..
Er staat hier nog zon oude telefooncel waar je muntjes in kan gooien, dus we
kunnen de camping verwittigen (ook al zitten we hier bij een redelijk grote
stad, GSM-ontvangst is hier noppes). We spreken de voicemail van de camping
in en dan is het wachten geblazen.
Hm, misschien
kunnen we wel iets eten. We schuiven onze zijkanten uit en knutselen een verse spaghettisaus
in elkaar. Als we hier dan toch moeten wachten, kunnen we het beter zo
aangenaam mogelijk doen. De heerlijke etensgeuren verspreiden zich over de
parkeerplaats. Misschien moeten we onze spaghetti per portie verkopen aan de
nieuwe lichting achter ons. Met een glas wijn erbij. Lucratieve business, lijkt
ons. Onze achterburen hebben ondertussen de luifel van hun caravan ook
opengeschoven en zitten rustig in hun campingstoelen een pintje te drinken. Ach
ja, als we hier een nacht moeten blijven, we hebben ons hele huis bij. Geen
probleem.
Als 20u begint
te naderen, keert de onrust terug. Staan er nu niet meer autos dan daarstraks?
Zeker meer caravans en vrachtwagens. Ik geloof er niet meer in, dit wordt niks.
Als er bij het laden van de boot dan ook nog voorrang gegeven wordt aan 2
kleinere vans die veel na ons zijn toegekomen, ben ik in alle staten. Maar
discussiëren helpt niet, dat weet ik al. Ik probeer nog eens met een extra vieze
blik. Als ik het nu nog iets verder drijf, bindt Mike me zeker vast in de
douchecabine, maar de blik lijkt wel indruk te maken want ineens mogen we mee.
Ik ben pas gerust als we effectief met onze wielen in de buik van de boot
staan. Ok. So far so good, zover zijn we al.
Aan de overzet
hebben we niet zoveel, het is ondertussen donker. Vraag die zich nu stelt, waar
gaan we overnachten. Gewoon langs de baan mag niet en geen enkele camping gaat
ons nog toelaten op dit uur. En dan gaat er plots het ideelampje branden zoals in
de stripboeken. De parking van een Walmart-supermarkt! Daar hebben we over
gelezen! De meeste Walmarts stellen hun parkings ter beschikking voor campers
en caravans, in de hoop dat die de volgende ochtend bij hen komen winkelen. En
ja, Matane heeft een Walmart en een aparte sectie op hun parking speciaal voor
overnight stays. Wat een opluchting. Ok, er zijn geen voorzieningen, maar die
hebben we niet nodig. Hoewel, blijkt dat we nog kunnen verbinden op hun wi-fi
ook, mooi meegenomen. Nog even snel het sociale netwerk wat bijwerken en dan
onder de wol.
Fris uitgerust
en proper gedoucht staan we omstreeks openingstijd aan de deuren van de Walmart
om onze voorraad aan te vullen. De supermarkt helemaal voor ons alleen, en dat
op een zaterdag, leuk winkelen. Als we aan de verse producten willen beginnen,
vinden we die niet. Zeer vreemd, deze supermarkt heeft alles wat niet
bederfbaar is, maar geen groenten en fruit, vlees of vis. Nog nooit meegemaakt.
Enfin, we zoeken dan wel een andere. Als we terug buitenkomen zien we dat onze
camper flink lekt. Strange. Mike doet de deur open. Oei, we zijn blijkbaar na
de laatste dumping de kraan vergeten dicht te draaien. En ja, in de verte zien
we op het grasveld waar we gestaan hebben een grote plas van ons geloosde
douchewater. Miljaar, not so good busy. Het gehele compartiment waar de dump
hose in zit staat blank. We mikken onze lekke zeef boven een putteke en ontdoen
ons van het overtollige water. Wat ruikt de parking hier meteen douchefris.
Graag gedaan, Walmart. Eens we ook alle versvoer gekocht hebben installeren we
ons aan het uitkijkpunt nabij de jachthaven en ontbijten met een magistraal
uitzicht.
Daarna verder.
Door de opgelopen vertraging laten we de extra loop tot aan Lac Matapédia
vallen en rijden meteen door naar Parc Le Bic, niet zoveel verder. Parc Le Bic
is een van de kleinere nationale Parcs maar, als we de bibliografie mogen
geloven, een van de mooiste. Om 12h zijn we al daar. We kunnen ons al op de
camping installeren maar dat doen we niet. We rijden meteen zo diep als
mogelijk het park in om al enkele wandelwegen te testen. Het opmerkelijkste aan
dit park is dat bij laag water immense zandbanken ontstaan. Een paradijs voor
de zeehonden. Een groot deel van de wandelwegen zijn enkel toegankelijk bij eb.
Meevaller, het tij is aan het terugtrekken, binnen 3h is het laag water.
Regelmatig moeten we op onze passen teugkeren omdat het water nog niet laag
genoeg is. Dan maar de alternatieve route door het schiereiland ipv errond.
We wandelen 3 uurtjes,
de meeste van de paden hebben we hier dan belopen. Het weer schommelt tussen
tropisch en polair afhankelijk langs welke kant je staat.
Op de weg naar
de camping willen we nog een zijwegeltje inslaan dat eindigt aan een
uitkijkpunt maar net op tijd spot ik het verbodsbord voor bussen en
aanhangwagens. Wij zijn geen van beide, maar ik kan me wel een idee vormen
waarom dat bord hier staat. Dan maar meteen tot aan onze camping die even idyllisch
is aangelegd als het witte kinderbos bij ons.
We koken een voedzame
Belgische maaltijd in elkaar, dat zijn ze hier niet gewend en dat prikkelt de
nieuwsgierigheid van de locals. s Avonds stoken we de firepit op, een onweer
blust het en we gaan slapen.
We mogen tot
15h op onze campplaats blijven, uitzonderlijk. Dat geeft ons meer dan tijd
genoeg om in de voormiddag opnieuw het park in te trekken en de uitkijkpunten
die we met de auto gisteren niet konden bereiken nu wel te belopen.
We wandelen
langs bloemenvelden de bossen in tot aan verschillende baaien. We spotten wat
zeehonden, of toch de lokale variant, witte kop, vetter en ze ogen wat lomper dan onze sportieve speelse zeehondjes. We klauteren een houtje trapje op tot aan het uitkijkpunt. Na de
eerste bocht volgen nog 19 aaneensluitende houten trappen. We zijn nu toch al
vertrokken Ok knap, zelfde weg naar beneden en op naar een andere baai en naar
een schiereiland dat enkel met laag water bereikbaar zou zijn, maar das
gelogen.
We lopen over het smalle strand tot aan het eiland en zetten ons op
een geïmproviseerde bank int zonneke. Hier zou ik nu mijn middag kunnen
slijten met water te zien wegebben en het tij te doen keren. Die tijd hebben we
niet en dat zou ook de kinetische medemens niet kunnen torsen zonder een
dubbele dosis prozac. Verder dus, richting camper.
Overschot opwarmen, en
richting Montreal, te ver voor in één keer vinden we. We knippen de rit in twee
met een tussenstop net voorbij Quebec. De Foo fighters waren hier gisteren,
komt net niet uit, dus we blijven gewoon op de camping waar voor de verandering
wel eens internet beschikbaar is en werken een halve week blog bij. En gooien
de vis op de bbq.
Dat kan je op
zijn Engels of op zijn Frans uitspreken. Beide zijn correct. Dit is de enige
officiële tweetalige stad van Canada. Maar dan meer op zn Brussels, politiek
correct tweetalig maar in de praktijk spreekt toch iedereen Frans.
De beste manier
om meteen in het hart van de stad uit te komen is via de metro. We rijden met
onze camperbus 25 km verderop naar een parking bij de terminus van de metro.
Als we het metro- en busgebouw binnenwandelen lezen we op de deuren dat hier vandaag
een brandoefening gaat plaatsvinden. Maakt ons niet uit, oefent al op. We
zoeken waar exact we moeten zijn voor onze verbinding en dan gaan de sirenes
af. Juist, de brandoefening. Vanuit allemaal kieren en verborgen gangen duiken
allemaal drukdoeners op die hesjes proberen aan te doen. Ze menen het. Iedereen
naar buiten. Het ganse complex wordt ontruimd. Pas een half uur later wordt de
terminal opnieuw vrijgegeven.
Bon, we kopen 4
enkele kaartjes aan de automaat. Als we door de klapdeuren onze verworven tickets
willen laten scannen gebeurt er net niets. Damn, dat kan maar één ding
betekenen, we hebben niet de juiste tickets gekocht. Aanschuiven aan de
klantenbalie, klopt, wij hebben bustickets gekocht terwijl we tramtickets nodig
hadden. We krijgen warempel alles netjes terugbetaald en worden naar de juiste
automaat doorverwezen, met andere afkortingen op het toestel, waar we evenmin uit
kunnen afleiden dat die voor een tram geschikt zijn.
De nieuwe
tickets openen wel deuren en ruim een uur nadat we onze bus geparkeerd hebben
zitten we dan toch op de tram richting downtown. t Is niet echt een tram zoals
bij ons, deze rijdt op banden. We stappen éénmaal over op een andere lijn en in
no time staan we op de Place dArmes. Hier start onze stadswandeling.
Het is nog steeds
drukkend warm maar bewolkt. Deze namiddag zou een overtrekkend koudefront een
einde maken aan de hitte. We lopen door de stad maar we kunnen er maar geen
hoogte van krijgen. Alles lijkt hier een rommeltje van oud en nieuw door
elkaar. Naast de Notre Dame, waarvan gefluisterd wordt dat Céline Dion hier
getrouwd is, staat een replica van de Empire State Building. Overal waar je
kijkt mengt oud en nieuw zich in hetzelfde plaatje.
Kort na de middag
eten we een eerlijke lunch in de lUsine Spaghetti Parisienne. Als we
buitenkomen druppelt het al een beetje, we maken snel onze stadswandeling af en
dan terug naar de camper voor het noodweer losbarst. Dat lukt aardig. We manoeuvreren
onze camper door een veel te klein tankstation en dwingen 4 plekken af bij de
supermarkt. Nu terug naar de camping, zwemmeke doen, het is zwaar overtrokken en
nog altijd heet, maar onweren doet het nog steeds niet. Die wachten naar goede
gewoonte tot ik de bbq aansteek.
Niet zo
omvergeblazen door Montreal, geen idee of dat komt omdat er wat sleet op het
citytrippen aan het komen is, of omdat we niet aan ons proefstuk toe zijn, of
omdat het gewoon echt minder was. Alles waarschijnlijk. In ieder geval, de
laatste grote stad die we deze reis bezoeken. Volgende week deze tijd zijn we
al lang terug in België, dit is de laatste dinsdag van de hele reis. Raar
gevoel.
Gisterenavond
is er tegenover ons een bandbus komen te staan. Met 5 stuks langharig tuig en
gitaren. Duidelijk onderweg naar hun volgende gig. Even twijfelden we nog of
het de Foo Fighters zouden kunnen zijn, maar ze zien er wat jong uit. In elk
geval, het personeel van de camping wil maar al te graag met hen op de foto.
We rijden weer
250km naar het zuiden, tot aan de 1000 Islands. Aan de receptie van de volgende
camping krijgen we een activiteitenlijst mee. Jullie gaan toch zeker eens op
ons springkussen? Of van de glijbaan in ons zwembad? Of anders kunnen jullie
morgenavond meerijden met de koets over de camping, voor de wet ride. Dan mogen
de andere gasten jullie natmaken. Of willen jullie een uitstap doen naar een
kasteel en bijna 1000 eilandjes? Wat een enthousiasme, we zullen morgen wel
zien. Misschien zegt een dag niks doen mij ook wel iets.
We maken fish
sticks, lang geleden. Hoewel de gebruiksaanwijzingen anders zijn. Ofwel in de
oven, ofwel in de microgolf, ofwel op de BBQ (?). Ze eindigen naar Belgisch
recept gewoon in de pan.
Eens het begint
te schemeren is het enthousiasme over de insectenvrije camping snel weg. Jezus
man, waar blijven ze die muggen toch vandaan halen? Hoeveel moet ge er
vermoorden voor die beesten dat snappen? Heel ons arsenaal anti-mug moet
bovengehaald worden om het doenbaar te houden.
Er is geen maan
en geen enkele wolk. We worden getrakteerd op een fantastische sterrenhemel.
Het kasteel wint niet, we blijven gewoon waar we zijn. Er is een mooi zwembad, het is zalig weer, er is voor 1 keer internet dat werkt (we zitten zowat onder de router) nog snel even de kleren wassen zodat alles proper is voor we de camper terug inleveren. Uitbollen noemen ze zoiets zeker? Ook blogsgewijs worden de berichten snel korter als je niets doet. Nog snel even checken of ik nog zweef.
We rijden
vandaag tot op zon 80 km van Toronto. We pikken nog snel de 1000 Islands
Parkway scenic drive mee. Trouwens, over die 1000 Islands kunnen we nog wel
iets vertellen. Om van dit complex deel te mogen uitmaken, moet je als eiland
aan 2 voorwaarden voldoen: gedurende 365 dagen per jaar je hoofd boven water
houden en minstens 1 levende boom op je grond hebben. Exclusief clubje met 1840
leden om excact te zijn. En ja, de beroemde 1000 Islands saus komt ook van
hier, zij het dan wel van de Amerikaanse kant.
Ondertussen
regent het onophoudelijk. We haasten ons niet, we kunnen toch niet buitenzitten
met dit weer. Uiteindelijk komen we aan het Darlington Provincional Park, onze
laatste overnachtingsplaats met de camper. Even een klein probleempje met de
lengte van onze elektriciteitskabel maar we kunnen een verlengstuk krijgen, dus
das snel opgelost.
We moeten eigenlijk
al beginnen inpakken. Maar hebben er nog geen zin in. Eerst nog even opt gemak
een filmpke zien en dan zullen we er eens aan beginnen. Het gaat echter
verbazend snel en een uur later is alles in de rugzakken en zakken en zakken
gepropt. Dan is het tijd voor het ultieme Canadese campingmaal: hotdogs op de
bbq! Dat had even anders kunnen uitdraaien als we onderweg ons niet ineens
waren beginnen afvragen waar die hotdogworstjes eigenlijk waren die we gekocht
hadden. In de koelkast in elk geval niet. Zullen wel op die onvindbare plaats
bij de parkpassen liggen. Een korte detour langs de lokale supermarkt en t was
opgelost.
We stoken nog
onze laatste illegaal vervoerde blokken hout in de firepit en gaan vroeg
slapen.
Het is nog
donker als we opstaan. De laatste spullen inpakken, de laatste dingen opeten en
en route. Netjes op tijd komen we bij Canadream aan. Onze camper ondergaat een
grondige inspectie. We krijgen felicitaties omdat we het ding in zon
onberispelijke staat terug binnenleveren. 3500 km bloed, zweet en tranen loont
nu. De volledige waarborg wordt terugbetaald, dat gebeurt niet dikwijls zegt de
medewerker.
Om 10h15 staan
we al in onze hotelkamer. Een beetje van ons stuk gebracht. We kunnen
nauwelijks geloven dat we enkele uren geleden nog wakker werden in een
natuurpark. Het lijkt al een andere dag ondertussen. Er komt geen volgende fase
meer in de reis. Het ging ineens allemaal zo snel en nu is het definitief
gedaan. In de namiddag kuieren we wat rond in het naburige Centennial Park. Een
groot park waar voornamelijk veel gesport wordt en vandaag is er een heuse
picknick op touw gezet. Veel blanke mensen komen we niet tegen, wel veel met
Aziatische en Indische trekken. Dat blijft ons verwonderen, de Canadees bestaat
niet, het is een smeltkroes van alle rassen. Het is warm, de sporters zien af.
We zetten ons langs de graskant en aanschouwen een spel Chinees voetbal. De
scheids heeft er het raden naar welke Chinese verwensingen hem naar het hoofd
worden geslingerd. Dan kijken we nog even naar het baseball. Een gezapige
bedoeling, veel afgetrainde topsporters zitten daar niet tussen. De coaches
hebben alle moeite om hun kudde in beweging te houden. En dan is het nu hoog
tijd voor een terrasje op deze mooie, zwoele zomerdag. As if, hier wordt
gesport om te sporten, er is geen kantine, geen terras. Niets kan je hier
kopen, zelfs geen flesje water. Droog park. Dat is iets wat ik België dringend
moet goedmaken, neem ik me voor. Terug naar het hotel voor wat verkoeling.
We nemen een
taxi naar het dichtst bijgelegen shopping center en brengen daar onze dag door.
De helft van de stallekes zijn kapsalons. Net nu we al een afspraak gemaakt
hebben in België. Stom, anders hadden we fris geknipt van het vliegtuig kunnen
stappen.
Als we
buitenkomen overvalt de hitte ons opnieuw. Juist, heel de dag in de airco
doorgebracht. Er trekt net een lokale wolkbreuk voorbij dus we spurten door de
regen naar de taxistopplaats. Aan ons hotel 10 km verder is het kurkdroog.
We verorberen
ons laatste Canadese avondmaal in het restaurant naast het hotel en besluiten
dat we het lokale eten toch zeker niet gaan missen.
Online check-in
gedaan, boarding passes afgedrukt en nu is het de tijd doden tot vanavond. Ik
ben nog altijd in de ontkenningsfase, ik kan mij niet inbeelden dat we morgen
rond deze tijd terug in onze eigen straat staan.
De vraag die we
ongetwijfeld nog dikwijls gaan krijgen, wat vonden jullie nu het hoogtepunt? Wat
was nu echt het knapste? Moeilijk te beantwoorden. Dat hangt ook grotendeels
van jezelf af. Wat jou omverblaast gaat daarom niet voor iedereen op. Elke bestemming had zeker iets en er is er
geen enkele die we hadden willen overslaan. Soms was dat cultuur, vaak natuur,
de mensen, de andere gewoontes, of het oneindig niets. Natuurlijk zijn er ook een
aantal dingen die we, achteraf gezien, beter anders hadden gedaan. Maar dat is
nu eenmaal eigen aan reizen, eens je er geweest bent, weet je hoe je het land
het best bereizen kan en mijmer je over waar het beter of anders kon. Maar als
we echt gedwongen worden een keuze te maken, dan staan de Galapagos-trip en de
cruise door het Beagle-kanaal tot aan Kaap Hoorn helemaal bovenaan onze lijst.
Wat een prachtige natuur, zo anders dan wij gewend zijn.
Ons streefdoel
om zo weinig mogelijk te plannen hebben we de eerste maanden goed kunnen
volhouden, maar sommigen dingen konden we niet doen zonder plan, zoals de
Galapagos en het huren van de campers in Canada in volle hoogseizoen. Helemaal
vrij zijn we dus niet geweest. Langs de andere kant gaf dat ook wel wat
structuur. Anders hadden we mogelijk nooit verder dan Patagonië geraakt.
Als ik terugblik op onze vorige verre
reis 5 jaar geleden, zijn er een aantal dingen die opvallen. Wi-fi is nog
steeds geen vanzelfsprekendheid. Tegen de verwachtingen in spant vooral Canada hierin
de kroon. De lokale simkaart bood, daar waar wel GSM-ontvangst was, een welkome
oplossing. Al laat een 2G verbinding het net maar druppelsgewijs door. Meer dan
eens snakten we naar de snelheid van zon goede oude reutelende inbelmodem.
Buiten de blokkering van Mike zijn Mastercard
in Australië hebben we vorige keer nauwelijks problemen gehad met
betaalmiddelen. Deze keer was dat bijna de rode draad te noemen. We waren goed
voorbereid, maar niet goed genoeg. Uiteindelijk zijn we nooit echt in de problemen
gekomen, maar het was soms spannend. Als onze Belgische bankkaarten met chip
niet gelezen kunnen worden dan zijn de opties al snel beperkt. Hoeveel kaarten
je ook meezeult. Wij zijn duidelijk ook niet de leeftijdscategorie die zon
reis onderneemt. Ofwel kwamen we gepensioneerden tegen, ofwel -30igers.
Over het algemeen hebben we deze reis
als ontspannender ervaren. Maar dat ligt vooral aan de gekozen bestemmingen.
Argentinië, het
eerste land dat we aandeden. Een immens land, meer dan 90x zo groot als België.
Ons hoofd vrij van alle indrukken. We waren meteen verkocht. Het was alles wat
we niet verwacht hadden. Absoluut prachtig land, Iguazu, Patagonië,
onbeschrijflijk mooi. Prachtige mensen, veruit de meest rustige, vrolijke, behulpzame,
respectvolle en eerlijke bevolking die we zijn tegengekomen. Maar, je kan beter
een arm kwijtspelen dan hier geen Spaans te spreken. Zeer veilig land om te
bereizen naar onze mening. Duur. Niet Zuid-Amerikaans duur, maar West-Europees-duur.
Duurder dan België in ieder geval. Trouwens, ze zijn meer gefocust op
West-Europa dan op de VS, vreemd vonden we dat. Ze zien er ook niet uit als Zuid-Amerikanen.
Hun eten is naar onze goesting geen hoogvlieger, hoewel de kwaliteit van hun rundsvlees
met recht en reden beroemd is. In gedachte houdend dat ons rundsvlees ook
wereldfaam heeft. Het land waar water meer kost dan een fles wijn. De politieke
situatie een chaos, en dat is spijtig want het land heeft veel capaciteiten.
Over Chili is
het moeilijk een mening te vormen. Daarvoor hebben we een te klein stuk van
deze natie gezien. Maar wat we zagen vonden we aangenaam verrassend. Tegen onze
verwachtingen in doet dit land het duidelijk economisch een stuk beter dan
Argentinië, te merken aan de staat van de algemene infrastructuur. De bevolking
lijkt ook rijker. Chileens Patagonië is evenzeer de moeite. Grootste verschil
met Argentinië: ze kruiden hun eten. Njam. En voor de rest moeten ze van elkaar
niets hebben, ze hebben geen goed woord voor elkaar over.
De intentie was
om helemaal tot het uiterste zuiden van Zuid-Amerika te zakken en de optie voor
een expeditie naar Antarctica open te houden, die vertrekken bijna allemaal
vanuit Ushuaïa, de meest zuidelijke stad.
We wisten van thuis al dat dit niet eenvoudig zou zijn. De bedragen die
je neertelt voor zon cruise zijn buitensporig en we wilden ons niet vooraf blokkeren
op een datum. Een goede gok maakte dat we een superdeal uit de brand konden
slepen voor een 5 daagse cruise van Punta Arenas naar Ushuaïa via het magische
Beagle Channel en langs Kaap Hoorn. Prachtig, hier zijn nog niet veel mensen
geweest. Storm op zee maakte dat we net voor de Kaap rechtsomkeer maakten. Ooit
al eens tijdens een storm rond de kaap in een Zodiac achtergelaten? Ook dat blijft
je bij. De Antarctica cruise laten we voorlopig voor wat is. Dat lijkt ook veel
meer een toegewijde bestemming dan even af te punten op een grote reis.
Trouwens, zou dat niet voornamelijk pinguïns op ijs zijn?
Dat gaf ons de
ruimte om de Galapagos goed te plannen.
Daar keken we
het meest naar uit. Met 13 onbekenden een week op een kleine boot, dat is
sowieso een gok. Het was de max, de absolute topper, de meest intense ervaring
ooit. Om nooit te vergeten. En uiterst vermoeiend. Een stuk hiervan hebben we
te danken aan onze geweldige gids Jan, die met zijn enthousiasme en schijnbaar
onbeperkte kennis iedereen telkens meekreeg, of het nu 5u s morgens of 45°
was, of pijpenstelen regende. Die perfect Zeeleeuws sprak, en wij op het
einde bijna ook. Petje af voor die man. Je kan nergens dichter bij de dieren
komen dan hier. Ooit al eens al snorkelend met de zeeleeuwen gespeeld zoals je thuis
met een hond speelt? Gezwommen tussen de pinguinos, de Mantas? Plots oog in oog komen met haaien die
meer dan driemaal zo groot zijn dan jezelf? Zeehonden die je kajak opspringen
en een lift meeritsen? Roofvogels vliegen rakelings over en nesten onbezorgd of
je daar nu vlak bij staat of niet. Dat is hier alledaagse kost. Sterren zien
als er geen maan is en de boot alle lichten dooft. Je kan dat moeilijk
beschrijven, maar als je ooit de kans hebt Galapagos is een geweldige
ervaring. Zorg wel dat je het archipel bezoekt met een boot, anders mis je heel
wat.
Toen gingen we
naar Costa Rica, het land van rijst en bonen. Van absolute Pura Vida. Vlakbij
maar toch 4 vluchten verwijderd van de Galapagos. Een welkome vrijheid om met onze
eigen wielen te kunnen gaan en staan waar we wilden. Inge die dit land samen
met ons doorkruiste. Hoge verwachtingen qua fauna en flora. Wat een weelderige
natuur heeft dit land. Nog nooit zon grote palmbomen gezien in zoveel verschillende
kleurschakeringen. Alles wat je in de grond steekt, groeit hier. De fauna liet
zich moeilijker spotten, maar daar is de mens vooral zelf schuldig aan. Het
land dat zich super eco noemt maar tegelijkertijd met de meest vervuilende
autos rondrijdt. Ze rijden bovendien als zotten. Zonde dat de Amerikanen er zo
graag komen. Het land verkoopt letterlijk zijn land en ziel. Voor ons 3 weken
relax vakantie.
Dan de hartverscheurende keuze, doen we
Peru of Californië? Geen tijd meer om ze allebei te bezoeken. Eigenlijk was de
keuze snel gemaakt, hoewel het ons een vlucht in de verkeerde richting kostte.
Het land verraste ons door zijn variëteit in natuur en klimaat en de grote
hoogte van veel steden. En dan is er natuurlijk de cultuur, met de verloren
Incastad Macchu Pichu als absolute hoogtepunt en niet te missen. Ons verblijf
bij Stefanie die de ngo Casa Lena oprichtte was een boeiende en leerrijke
ervaring. Off the beaten track, niet meer op het toeristenspoor ontmoet je het
ware karakter van de bevolking. Hier verloopt de dagelijkse tred rustiger,
eerlijker en vriendelijker dan op de toeristische trekpleisters.
Langs de andere kant was dit land het meest
uitdagende om te bereizen. Niets loopt zoals ze beloven, je bent best constant
op je hoede. Het land van de gruwelijke fluogele Inca-cola. Ook voor onze
spijsvertering was dit een uitdaging. Onveilig? Gelukkig zelf hier niet mee te
maken gehad, maar we konden er ons wel een idee van vormen en aan verhalen geen
gebrek.
We waren heel blij toen we uiteindelijk
in Vancouver stonden. Eindelijk terug normale Westerse omstandigheden en ons
eigen huis op wielen. Gedaan met rugzak in en uitladen. Zoals te verwachten
was in West-Canada de natuur het reisdoel, met de legendarische Canadian Rockies
als topbestemming. We kijken even na of we ook de meest Noordelijke natuurparken
kunnen bereiken maar dat gaat niet. Te veel sneeuw, mag niet van de rental
company en volgens onze reisgids zijn er letterlijk meer mensen die jaarlijks
de maan bezoeken dan dit natuurpark, vreemd hé? Dan maar een meer aanvaardbare
standaard loop. Toegegeven, de natuur is adembenemend ruig. Achter elke bocht
valt je mond opnieuw open. We waren nog iets te vroeg in het seizoen, waardoor
sneeuw op de bergen en beren in het dal ons soms wat beperkten. Langs den
andere kant: Ooit al ergens op een camping geslapen waar ze je verplichten je
in groep te verplaatsen want de Grizzly komt actief op de camping jagen op de
pasgeboren Wapiti? Hier is dat normaal. Ontspannende trip, goed voorzien op
toeristen, je moet nauwelijks zelf nadenken. De mensen zijn een klein beetje
zot, moet iets met het drinkwater zijn. Ze hebben ook wat last van regeldrang.
Daarna naar Oost-Canada, Toronto.
Helemaal anders. Geen Duits of Hollands meer te bespeuren op de campings.
Vooral lokaal toerisme, wat het een interessante ervaring maakte. In de weekends
trekken ze massaal naar de natuurparken met hun gigantische sleurhutten en
roosteren ze hotdogs en marsh mellows boven een houtvuur. Meren, meren en nog
eens meren. Met als gevolg, muggen, muggen en nog meer muggen. Je mag zoveel
deeten als je wil, ze vinden altijd wel een stukje huid dat je vergeten bent.
Eventueel door 2 lagen kledij door. De natuur is natuurlijk niet te vergelijken
met de Rockies, maar vanaf Québec werd het duidelijk terug spectaculairder. Nog
nooit zoveel walvissen tegelijk gezien. Met een beetje spijt in het hart dat we
dit stuk niet nog beter hadden voorbereid en oostelijker gestart zijn, Halifax
bv, maaja, dan hadden we hier de grote steden weer niet kunnen bezoeken. Het
blijft keuzes maken. Toch staat het al vast, we komen nog eens terug om Nova
Scotia te bezoeken. Net nog een datum prikken J.
Onze gigantische camperbus. Wat een
stress was dat in het begin. Om er na 4 weken mee rond te rijden alsof het onze
kleine gezinswagen is. Comfortabel was het wel, tijdens de vele regenbuien of
muggeninvasies.
Canadezen zijn vriendelijke mensen. Er
bestaat echter niet zoiets als dé Canadees. De bevolking is één mengelmoes van
alle mogelijke immigranten. Wat mij ook verraste was de aanwezigheid van de
Indianen, de First Nations. Vergelijkbaar met de Aboriginals in Australië. Ook
hier worden ze in reservaten gehouden en zie je ze maar zelden in het openbare
leven.
Het is een beetje confronterend hoe
weinig we op 9 weken tijd in dit enorme land bereisd hebben. En toch hebben we
bijna 9000 km afgelegd. Canada is gigantisch (330x België). Veel stukken zijn
redelijk onbereikbaar voor de gewone reiziger maar spijtig genoeg wordt er hard gewerkt om alles te asfalteren en te
bewegwijzeren.
Een mooie
meerwaarde aan deze reis had een GoPro camera geweest om in alle omstandigheden
fotos te kunnen nemen. Ik denk maar aan Iguazu, of op de vele zodiac-trips in
het Beagle-kanaal, onderwateropnames tijdens de snorkelsessies op de
Galapagos . We wisten gewoon niet dat zoiets bestond en na de Galapagos was het
de moeite niet meer.
Als we dit publiceren is de reis
definitief gedaan. Het is voorbij gevlogen. Of we nog eens zon trip zouden
ondernemen? 6 Maand geleden zeiden we van niet. Nu denken we er anders over.
Het was opnieuw zó verrijkend het gevoel van niks moet en alles kan leven van
dag tot dag, niet weten waar je de volgende dag of week zal slapen We zien wel
wat de toekomst brengt.
In elk geval, bedankt aan iedereen om
onze blog te volgen en te voorzien van de nodige commentaren, wij hebben er
weer een mooi dagboek aan overgehouden. En Inge, merci om ons te komen bezoeken
en voor het over en weer sleuren van Lonely Planets J.
Voor de meesten, tot op Sfinks! Basecamp
bevindt zich daar onder een niet te missen fluogroene parasol voor de grote
tent. Springt zeker eens binnen!
En toen kwam er een zeeleeuw met een lange snuit en het verhaaltje is uit.....