DE ONDERPASTOOR GAF VOORLICHTING (deel 3) *********************************************** In de villa van het gezin C. Kort na middernacht. Moeder en vader slapen al, maar het 14-jarige dochtertje M. heeft nog geen oog dichtgedaan. Wat gaat er in haar hoofdje om? M. blijft maar denken aan de "rare woorden" die onderpastoor H. haar al verschillende malen heeft ingefluisterd. Bij elk bezoek aan de familie wacht hij de gelegenheid af om onopvallend het meisje te overtuigen om samen met hem 's nachts naar het kapelletje te gaan. Hij zou haar daar opnieuw de (pornografische) foto's laten zien die hij in de pastorie heimelijk al getoond had. In de kapel zou hij haar dan wat meer uitleg geven. Het kleine, tenger gebouwde pubermeisje wist niet wat ze van dit alles moest denken. De onderpastoor was een vriend des huizes en enorm populair bij de inwoners van het kleine gehucht. M. had ook toevallig gehoord dat haar moeder aan de geestelijke gevraagd had haar dochtertje ten gepaste tijde een beetje voorlichting te geven. Met de beste bedoelingen had ze dat gevraagd, overtuigd dat niemand haar kind beter kon vertellen over "de dingen des levens" dan de "dorpsherder". Meneer onderpastoor zal zich wel over haar ontfermen. Wat moest het meisje nu doen? Zou ze haar ouders niet teleurstellen door niet in te gaan op de vraag van de geestelijke?
Allerlei gedachten spoken door haar hoofd. De belofte van de onderpastoor aan haar moeder, de foto's die hij haar had laten zien in de pastorij. Nog nooit was ze zo verlegen geweest als toen. Ze blijft maar worstelen met de vraag waarom de onderpastoor haar 's nachts in de kapel wil zien. "Hoeveel keer heb ik hem nu al afgewezen", vraagt het naïeve meisje zich bezorgd af. Tegen haar ouders heeft ze er geen woord durven over reppen, bang dat ze als een ondankbaar kind zou beschouwd worden. ... Alweer een koude novembernacht. Het blijft maar regenen. "Meneer onderpastoor zal door dit weer wel niet naar hier komen", denkt M., om zichzelf een beetje gerust te stellen. Ze wist dat hij iets na middernacht het laddertje, dat altijd in de tuin stond, onder het raam van haar slaapkamer plaatste en een lichtsignaal gaf. Angstig krimpt ze bij de gedachte weer in elkaar ... probeert de slaap te vatten, maar tevergeefs. "Wat als hij nu toch komt vannacht?" De "dorpsherder", een wolf in schaapskleren, beseft maar al te goed hoe hij meer en meer op het gemoed werkt van de kleine M. ... Plots ... een lichtsignaal ! Het meisje schrikt op, blijft eerst verstijfd van de angst in haar bedje liggen ... maar dan breekt plots alle weerstand. Stilletjes laat ze zich uit haar bed glijden, trekt bibberend een soort peignoir aan over haar nachthemdje ... zonder nog verder na te denken opent ze het raam, en als in een roes zoekt ze de eerste sport van het laddertje. Behoedzaam daalt ze de ladder af die de onderpastoor daar voor de zoveelste keer al had klaargezet. Eens op de begane grond fluistert hij haar direct in het oor : "Ik ga je terug een paar foto's laten zien. Het is best dat we daarvoor naar het kapelletje gaan." Geruisloos sluipt de "herder" met zijn weerloze "schaapje" door het struikgewas in de richting van de kapel.
De angst om niet begrepen te worden door haar ouders als ze zou blijven weigeren op het voorstel van de geestelijke in te gaan, het had van haar een willoos wezentje gemaakt dat zich volledig overgeleverd had aan de man die door iedereen in het gehucht op de handen werd gedragen, de jovialiteit in persoon. Geen mens die één kwaad woord zou dulden over onderpastoor H. ... Patrouille met verrassingen. ++++++++++++++++++++ We waren er nu vast van overtuigd dat het allicht een verliefd koppeltje was dat een toevlucht had gezocht in het kapelletje. Het slechte weer en het speruur dat ze uit het oog hadden verloren hadden hen naar dit ideale schuiloord gedreven. Wat is daar mis mee? We dachten er al aan de plaat te poetsen en het koppeltje maar te laten betijen. Maar bij nader inzien besloten we toch maar tot identificatie over te gaan. Stel je voor dat er een minderjarige bij betrokken was. Wij waren in onze brigade immers aangewezen om de eerste vaststellingen te doen bij zeden- delicten. ... Een blik door een zijraampje bevestigt ons vermoeden dat het om een vrijend koppeltje gaat. In het flauwe schijnsel van een kaars zien we een volwassen manspersoon in donkere, korte broek. Onder hem ligt een vrouw ... is het een jong meisje? Onmogelijk uit te maken. We openen de deur van het kapelletje en, zoals voorgeschreven, maken we ons direct kenbaar als rijkswachters van de brigade L., gevolgd door "paspoorten, alstublieft!". Zonder echt de stem te verheffen. Maar toch, valt te begrijpen natuurlijk, enkele verschrikte gillen. De man springt direct recht, en op amper anderhalve meter van ons verwijderd zien we een klein, tenger meisje hulpeloos op de vloer liggen. Zelf kunnen we de eerste momente geen woord uitbrengen. Het meisje begint te snikken en stamelt enkele onverstaanbare woorden. Ze ligt daar, met haar peignoir en nachtkleedje opgerold tot bijna aan de oksels. Even slikken eerst, dan brengen we de kledij van het meisje min of meer in orde en helpen haar plaatsnemen op één van de bidstoelen in de kapel. Het kind is volkomen van slag, de wanhoop nabij. Ook de man in korte broek begint te huilen en te smeken : "Het is allemaal mijn schuld. Ik zal alles op mij nemen ... en gans mijn leven voor u allen bidden!" Veel heeft die man vannacht niet gebeden, denken wij, en grijpen hem niet bepaald zacht bij het nekvel. Ingehouden woede maakt zich van ons meester, want de draagwijdte van de feiten is maar al te duidelijk. We horen hoe dan ook kalm te blijven. We verzoeken de man zijn lange broek aan te trekken. Maar de man blijft maar smeken, jammeren en alle heiligen aanroepen. Nergens is een lange broek te bespeuren. Plots roept het meisje tussen het snikken door : "Hij heeft geen lange broek. Het is de pastoor van ... !" Voor de tweede maal hebben we even tijd nodig om van onze verbazing te bekomen. Inderdaad, het meisje heeft gelijk. Wie had zich nu zoiets kunnen indenken? De gewaardeerde onderpastoor van B. die zich in het holst van de nacht, in een kapel dan nog, aan het vergrijpen is aan een jong meisje. De man blijft maar jammeren. Wij moeten nog steeds bekomen van het tafereel dat we hier onder ogen hebben gekregen. "Gendarmen, doe uw plicht, maar lever me alstublieft niet uit aan de Duitsers", kan hij met veel moeite uitbrengen. Vervolgens valt hij opnieuw op zijn knieën voor de heiligen in de kapel en begint te prevelen : "God ... straf mij ... ik heb het verdiend ... ik heb gefaald." ...
Het werd ons enkele ogenblikken later ook duidelijk dat het meisje het dochtertje was van de familie C, die in de nabijgelegen villa woonde. Op bekentenissen van de pastoor dienden we niet te wachten. "Ik alleen ben schuldig", herhaalde hij. "Ik heb haar uit haar kamer gelokt en haar onder voorwendsel voorlichting te geven meegenomen naar de kapel. Ik heb haar pornografische foto's laten zien en heb die vroeger al eens aan haar getoond in de pastorij. Ik hoopte haar daarmee gemakkelijker te kunnen verleiden. De foto's liggen daar ... op de bidstoel ! Ik heb het meisje hier in de kapel tegen haar wil misbruikt. Ik wil nu alles bekennen, want ik besef dat u morgen toch met het meisje naar de dokter zal gaan." Aan het meisje, nog volledig onder de indruk van het gebeuren, werden geen vragen gesteld. We wisten maar al te goed dat het verhoor van een minderjarige diende te gebeuren in aanwezigheid van één van de ouders. En de ouders van M., die kenden wij maar al te goed. De vader was een gerespecteerd zakenman in de streek . "Wat een schokgolf zal dit teweegbrengen bij de erg godsdienstige ouders?", zeiden we tegen elkaar. "En hoe zullen de dorpelingen reageren, eens ze te weten komen wie hun populaire onderpastoor in werkelijkheid is." "Hoelang kan je zoiets stil houden in een kleine dorpsgemeenschap als dit?" Een nog veel prangender vraag kwam in mij op : "Wat zou er verder gebeurd zijn indien we nu niet op zoek waren gegaan naar een schuiloord?" We hadden er op dat moment geen flauw vermoeden van welke verrassingen ons nog allemaal te wachten stonden.
WORDT VERVOLGD. Volgende keer : "De volledige waarheid komt aan het licht." +++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++ PS.: Zelfs al vond het verhaal plaats in 1942, toch werden alle namen vervangen door fictieve initialen. Ook enkele details wat de geografische ligging van het plaatsje betreft werden gewijzigd. De walgelijke feiten, de bekentenissen, de getuigenissen, die werden getrouw weergegeven. Door dit verhaal hier te brengen wil ik vooral aantonen dat seksueel misbruik van kinderen door geestelijken niet zomaar een fenomeen is uit de jaren '60 en '70. Ik las enkele dagen geleden in een interview met een directeur van een katholieke school, dat al die gevallen van seksueel misbruik toch plaatsvonden in een periode waar het taboe rond seks meer en meer doorbroken werd. Het klonk bijna als een excuus voor de geestelijken die kinderen hadden misbruikt. Larie en apekool is dat. De feiten hierboven verteld vonden dan nog eens plaats in volle oorlogstijd. Het standpunt van de directeur kunnen we bij deze naar de prullenmand verwijzen. ++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
|