Verhalen (12) : De naam vader onwaardig.
In N., een dorp met nauwelijks 4OO inwoners in de omgeving van Landen, woonde Peter G., 44 jaar oud. Een jaar geleden was zijn echtgenote overleden en de man bleef achter met zijn 18-jarige dochter Lisette. Peter werkte regelmatig in de hoogovens te Luik en zijn dochter, die altijd al geholpen had in het huishouden, diende na de dood van haar moeder alles alleen te beredderen. Lisette was een heel vlijtig meisje, tenger van gestalte, maar had toch een vrij aantrekkelijk voorkomen. Niets dan lof in het dorp over vader en dochter, die zich in moeilijke omstandigheden in volle oorlogstijd uit de slag trokken.
Een half jaar was voorbijgegaan sinds het overlijden van Maria, de vrouw van Peter. Lisette stelde alles in het werk om het huishouden zo goed mogelijk te organiseren en er voor te zorgen dat het vader aan niets ontbrak.
Maar na een tijdje begon ze zich meer en meer zorgen te maken over de houding van vader tegenover haar. Hij gaf complimentjes over haar lichaam op een manier die haar stoorde. Ze durfde aanvankelijk niets te zeggen. Na een tijdje begon vader ook handtastelijk te worden, en verlangde telkens meer en meer van het meisje. Alle middelen bleken goed te zijn om Lisette onder druk te zetten. Ze werd ook fysiek bedreigd, bedreigingen die ook geregeld werden uitgevoerd. De man rekende er op dat zijn dochter hier toch niet mee naar buiten zou durven komen. Hij stak evenmin onder stoelen of banken dat hij haar de schuld zou geven en dat zij het was die pogingen had ondernomen hem te verleiden.
...
... tot de dag kwam dat Lisette zich tot het uiterste gedreven voelde ...
N. tijdens de koude decembermaand van 1942 :
Het is 4u45 in de morgen. Vader is al vertrokken om de trein naar Landen te halen en om vandaar naar Luik te sporen. Nog geen kwartier later sluipt Lisette het huis uit en stapt in de barre koude naar ... Landen. Eens in de gemeente aangekomen begeeft ze zich naar de oude rijkswachtkazerne. Aanbellen doet ze niet, maar omzichtig schuift ze een brief onder de voordeur en haast zich daarna terug naar huis. ... Landen, iets voor zessen. Het is nog stil in de kazerne. De eerste buitendienst vertrekt pas om 6u30. Om tien na zes worden de lichten in het bureau aangestoken. De twee manschappen (waaronder ikzelf) die buitendienst hebben maken zich klaar om te vertrekken. Plots zien we een grote omslag aan de voordeur liggen. In grote letters staat geschreven : "ZEER DRINGEND", Lisette G., Heideweg 3, N. Zonder aarzelen maken we de omslag open ...
"Commandant ... , ik ben Lisette G., Heideweg 3, N. Ik voleindig deze lange brief vandaag, nadat ik voor de zoveelste maal uit de kamer van mijn vader ben weggevlucht. Mijn moeder is enkele maanden geleden overleden. Zes maanden na haar dood is mijn vader, Peter G., begonnen met mij lastig te vallen en deed hij mij allerlei voorstellen. Ik weigerde steeds op zijn voorstellen in te gaan. Ondanks mijn weigering en tegenstand bleef mijn vader mij het leven zuur maken, zowel overdag als 's nachts. Regelmatig moest ik van vader horen dat ik van hem was en dat ik ons moeder moest vervangen in huis. Het is nu december 1942. Alles opschrijven wat mijn vader mij heeft aangedaan, dat is totaal onmogelijk. Toch wil ik mijn eer hoog houden met te verklaren dat ik slechts toegegeven heb na veel slagen en martelingen. Mijn vader vertrekt steeds 's morgens om 4u45 om met de trein naar Landen en daarna naar Luik te rijden. Als hij eens een dag thuis is of in het weekend moet ik op mijn hoede zijn. Hij heeft me meermaals vastgegrepen, mij gekust en mij met geweld onder mijn kleren betast. Soms werd vader woedend omdat ik altijd tegenwerkte en weigerde toe te geven. Zo woedend was hij dat hij soms van colère mijn ondergoed aan flarden trok. Vader was sterk en ik kon mij onmogelijk tegen hem verdedigen. Als ik naar de stal ging om onze schapen en konijnen eten te geven, stond hij soms plots achter mij. Hij gooide me dan met geweld op het stro en overrompelde mij. Ik bleef maar wenen, maar hij hield niet op en heeft mij op die manier vele malen verkracht. Ik wou niet toegeven, dus moest hij altijd wel geweld gebruiken. Elke keer nadat hij mij verkracht had zei hij : "Lisette, ge moet hierover zwijgen, want anders vliegen we allebei weg ... ik in de bak en gij in een verbeteringsgesticht". Toen vader op zekere dag vernam dat ik eens met een jongen uit het dorp was blijven babbelen, werd hij nog wilder en woester. Hij was nog jaloers ook. Door mij steeds te verdedigen had ik dikwijls verwondingen in mijn aangezicht. Tegen de mensen zei ik dan dat het van onze kat was. Op mijn armen, dijen, borsten en buik heb ik ook altijd blauwe plekken van de slagen die hij me geeft. ... Wordt vervolgd.
PS. : De inhoud van de brief werd in de notities van mijn vader onverkort en ongewijzigd weergegeven.
********************
|