Het is me weer een titel maar hij past in wat er zal volgen.
Van kindsbeen af was ik aan het zoeken. Zoekend naar wie ik ben en
wat ik ben geworden, afvragend is dit de goede weg? Ik ben mijn weg begonnen vanaf
het mijn geboorte en als kind had ik veel dromen. Ik wou juf worden ik een
kleuterschool, ik wou leren koken, ik wou fotograaf worden
Dan kwam de
middelbare school en ik schoof verder en deed iets waar ik niet achter stond
kleding verkoop. Wat een saaie bedoening was me dat tot ik in het 5de
middelbaar dacht Ik wil opvoedster worden. Maar eerst mijn middelbare school
afmaken met een specialisatie jaar. Ik ging verder en als iedereen van de klas
werk zocht ben ik terug naar school gegaan. Niet voltijds maar ik had 1 dag per
week les en ik moest 800 uren stage doen op 10 maanden tijd. Dat komt overeen
als halftijds werken gedurende 10 maanden. Ik volgde de Vormingsleergang voor
Sociaal en Pedagogisch Werk VSPW. Mijn
eerste 2 jaren stage deed ik binnen het buurtwerk de kinderwerking. De kinderen
waren er welkom vanaf het 1ste leerjaar op weekdagen maandag,
dinsdag en donderdag was er huiswerkbegeleiding en op woensdag was er tijd om
veel te spelen. Het was een fantastisch tijd waar ik veel geleerd heb en waar
ik mezelf heb leren kennen als Inge. Ik kreeg de kans om dingen te doen die ik
vroeger niet deed. Ik deed mee maar ik stond nu aan de andere kant en ik was de
verantwoordelijke. Ik deed alles graag maar op 1 ding paste ik. Als we met de
groep weg gingen en we moesten oversteken dan werd er verwacht de 1 van de
begeleiders in het midden van de straat stond om de autos tegen te houden. Ik
was er als de dood voor.
Want toen ik 9 jaar was ben ik samen met mijn zus aangereden
geweest door een auto. An was zwaar gewond en lag toen 2 maanden in het
ziekenhuis. Ik had slechts enkele schaafwonden over mijn lichaam en een enorme
schrik om de straat over te steken. Zelfs nu nog zal ik 1001 keer kijken of er
geen autos aankomen. Als er dan toch een auto aankomt dan trok ik die persoon
gewoon de straat over. Ik wist niet dat ik zoveel kracht had want ik heb heel
wat mensen de straat over gesleurd.
Tijd voor een andere stage. Ik kreeg een tijdelijk voltijds
contract in een gezinsvervangend tehuis voor personen met mentale beperking.
Het was een vreemde wereld die ik niet kende maar een wereld die me niet zo
lag. Ik werkte in een groep met volwassen personen met een mentale handicap die
werkten in een beschutte werkplaats of naar een dagcentrum gingen. Het was een
beetje verdeeld. De mensen waren tussen de 30 en de 60 jaar ik werd toen net 21
jaar. Ik deed de dingen samen met de mensen eten maken, leren strijken,
zichzelf verzorgen, boodschappen, ontspanning,... 40 uren werken, geen verlof, naar
school gaan, een eindwerk maken,
Geen tijd voor mezelf dit blijf je niet
volhouden dus heb ik school laten varen en ging ik terug naar af. Ik besefte
maar al te goed dat het werken binnen zo een setting een beetje maturiteit
vroeg en die had ik nog niet. Ik ging nog graag op stap op donderdag vrijdag en
zaterdag, een goeie fuif in de stadsfeestzaal in Aarschot, een festival: Gentse
Feesten, Rock Werchter, TW Classic, Marktrock het was een super tijd.
Mijn 3de en laatste jaar dubbelde ik en zocht ik een
nieuwe stage. Ik ging voor een 20 uren stage per week en enkel op weekdagen.
Maandag, dinsdag en woensdag stond ik paraat in de ZOO in Antwerpen. Het was
super en ik kreeg veel vrijheid op de educatieve dienst. De eerste maand ging
ik vooral mee met de groepen en leerde ik vooral veel over de dierentuin. Na
mijn 10 maanden stage had ik mijn diploma en ging ik werk zoeken na heel wat
gefladder zijn we jaren later en dat is nu wat ik mis. Mijn sociale contacten
op professioneel vlak. Het stopte allemaal ineens en zo snel maar vooral ik was
er niet op voorbereid en ook al heb ik het allemaal een plaats gegeven en kan
ik perfect voor mezelf zorgen het is alsof het bijna niet te vatten is
36 jaar heb ben ik van het ene avontuur in het andere gevlogen en
ik heb van sommige dingen spijt dat ik dat gedaan heb. Bv. mijn job in de
bijzondere jeugdzorg. Maar ik ben dan blijven zoeken naar een job die me lag. De
buitenschoolse kinderopvang. Ik werkte tussen heel wat kinderverzorgsters en
het was dik ok en ik was diegene die soms andere wendingen gaf aan het geheel. Dat
ik zo plots uitviel en naar het ziekenhuis ging was niet afgesproken. De mijn
partner van toen een ziekenbriefje kreeg zonder eindedatum was vreemd. Heet ging
aan me voorbij want ik lag in een coma. Ik hoorde alles achterna maar het is
beangstigend wakker worden en niets meer kunnen. Iets nemen om te drinken, op
de bel duwen in het ziekenhuis, de jongens hun handjes aanraken. Ik werd in een
zetel gezet met kussens rond mij om niet om te vallen, maar de rest van het
verhaal heb ik al geschreven. Maar de dag dat je moet zeggen ik kom niet meer
werken doet enorm veel pijn en brak mijn hartje in 2. Niet meer kunnen gaan
werken het zijn harde woorden.
Als ik er nu aan denk gaan werken of niet denk ik dat ik het
fysiek en mentaal niet meer kan. Een NAH doet vieze dingen met een mens.
-
Multitasking is een ramp
-
Mijn hoofd en lichaam zitten rap aan hun limiet en moet ik
tussendoor af en toe slapen
-
Ik kan moeilijk een groep volgen in een gesprek omwille dat ik
doof ben aan 1 zijde
-
Dingen in elkaar zetten vraagt enorm veel energie en kracht die ik
niet heb
-
en ga zo maar door
Ach het ligt achter me en ik ben blij dat ik er ben voor mijn
jongens Lander en Volker, familie en vrienden. Ik heb andere interesses
gekregen. Ik ben meer een gevoelsmens geworden en ik wil iedereen een kans
geven. Ik beweeg meer maar op een andere manier en ik wil meer leren. Als ik
bv. een woord tegenkom bij een kruiswoordraadsel of woordpuzzel dat ik niet ken
zoek ik het op. Ik lees meer de krant maar ik kijk bitter weinig televisie.
Vroeger stond de tv altijd op gewoon voor het lawaai want dat was mijn radio.
Maar nu hou ik van de rust rond mij. Soms zet ik wel eens een cd op en geniet
ik van de sound. Ik download geen films of muziek maar in mijn gedachten heb
graag nog dat cdtje in mijn handen en zeg ik trots ik heb die cd gekocht. Al is
mijn laatste cd echt wel teleurstellend Morrisey Low In High School 1 of
max 2 goede nummers. Dotan of Tom Odell is dan wel super om naar te luisteren.
Ik kan er echt van genieten zittend aan de bureau of aan tafel met mijn hoofd
tegen een kussen met mijn ogen toe.
Sinds ik in een rolstoel terecht ben gekomen ben ik echt wel gaan
leren genieten van de kleine dingen. Een bezoek van een goede vriend, gaan
sporten, mijn kerels in huis, de rust dat zijn nu dingen die me blij en
gelukkig maken.
Maar dan heb ik zo een domme kortzichtige buurman die komt bellen
en vraagt
-
Hij: U karreke lekt dat olie?
-
Ik: Ik bekijk hem vreemd aan en zeg neen
-
Hij: Zijt ge zeker want in de lift ligt olie
-
Ik: ik lek geen olie want ik moet de rolstoel niet smeren
-
Hij: ja maar
-
.
Ik doe verontwaardigd de deur dicht en denk wat denkt diene vent
wel? Ik ben het altijd geweest precies. Ik vind het verschrikkelijk als mensen
zeggen ge zit in een karreke. Ik ben geen winkelkar hoor. Neen, ik zit in een
rolstoel en een andere woord is daar niet voor. Ik vind dat zo vernederend. Die
man heeft gewoon commentaar op alles de kinderen die hun fiets in de
fietsenstalling zetten, de post die in de brievenbus zit en wat uitpuilt omdat
de bezorger die niet goed in de gleuf stak, het papier dat niet goed buiten
staat, de kinderen van de buren die teveel lawaai maken. Ach, die man moet hem
gewoon steendood vervelen want anders heb daar geen tijd voor. Ik weet niet wie
er allemaal over de vloer komen bij mijn buren en ik weet niet eens wie er
allemaal woont maar die buurman weet ik perfect wonen maar er eens gaan bellen
neen dat doe ik niet en nu zeker niet meer. Als ik hem tegen kom zeg ik
vriendelijk goede dag maar het zal ook niet meer zijn. Want hoe zeg je dat ook
weer hij heeft in mijn gat gebeten.
Dit moest er even uit. Van je buren moet je het hebben.
|