Soms moet ik toch fronsen als er weer zoiets te lezen valt
in een boekje. Deze week over een man die van 6 meter hoog is gevallen die
verlamd geraakt.
De vraag was:
Dat moet nogal een schok geweest zijn?
Ik ben nogal een rationeel mens. Ik ben ingenieur van opleidingen en al
30 jaar zelfstandig.
Ik ben het gewend om problemen op te lossen.
Waardoor ik
direct de klik heb gemaakt Oke, als ik niet meer kan lopen, hoe kan ik
vooruit?
Want ik wil redden wat er nog te redden wat er nog te redden valt.
Toen ze mij vertelden dat ik in
een rolstoel ging terecht ging komen kreeg ik toch wel een ferme tik. Dat was
effe ne rechtste incasseren en dat heeft toch wel een tijd geduurd eer ik dit
een plaats kon geven. Vele tranen later heb ik nog steeds het niet aanvaard
denk ik. Ik kan er mee leven, ik kan er mee om gaan maar aanvaarden dat zit er
volgens mij niet in.
Soms denk ik nu ben ik er door
maar dan kom ik in een situatie waar staan en stappen handig zou zijn en dan is
het foeteren. WANT IK WEET WAT HET IS OM TE KUNNEN STAPPEN. Het is dan dat je
dingen gaat missen als je het niet meer kan ook als ik het niet zo graag deed.
Bv. poetsen: poetsen deed ik vroeger wekelijks en ik deed dit niet zo graag
maar het is sinds ik een rolstoel zit dat ik het mis om te doen. Ik kan niet
deftig een emmer uit mijn gootsteen nemen omdat ik te weinig kracht in mijn
armen heb of een dweil uitwringen omdat ik te weinig kracht in mijn handen heb.
Daarom heb ik een Vileda gekocht de emmer is minder zwaar en ik kan de emmer
met minder water op de grond zetten of ik kan desnoods met een kannetje water
in de emmer doen en zo dweilen. Het dweilsysteem kan ik uitduwen in de emmer.
Het was een kleine investering maar het loont. Ik kan nu zelf iets dat plakt
opkuisen met nat.
Voor heel veel dingen moet ik
rekenen op mijn mama, broer, zussen of gezins- en/of poetshulp. Het is zoeken
naar een evenwicht en als ze er zijn doe ik mee. Was plooien, tafel en bureau
opruimen het speelgoed mee aan de kant zetten de hoofdkussenslopen rond het
kussen doen,
als die 4 uren komen dan moet ik erna even bekomen. Ik sta ik
erop om samen boodschappen te doen. Op dit moment is de Wheeldrive binnen voor
hertstelling en dan heb ik hulp nodig maar als de Wheeldrive terug onder mijn
kont zit dan sta ik erop om alles zelfstandig te doen. Als ik boodschappen doe
dan gaat er iemand mee om te dragen en dingen te nemen waar ik niet aankan. Het
is gemakkelijk dat eten we niet want ik kan er niet bij. Het zijn wel de
lekkerste dingen die op die hoogte staan.
Maar nu meer dan 6 jaren later
heb ik het nog steeds niet aanvaard en vloeien er soms nog tranen. Vaak uit
onmacht, frustratie, maar ook verdriet om wat ik niet kan tegenover mijn 2
jongens. Eens weg gaan en van alles samen doen. Bv. ik kan niet mee op de rand van de zandbak
zitten samen met Lander en Volker. Ik kan niet mee op een attractie in een
pretpark. De meeste bankjes zijn laag, weinig beenruimte en iets teveel
onverwachtse bewegingen en shocken. Allemaal factoren die ik links moet laten
liggen. Alles wat ik heb moeten afgeven, alles wat ik niet meer kan maar wel
zou willen doen en kunnen
Ach ja het is wat het is en ik
mag niet blijven kniezen maar soms overvalt me dat gevoel ik mis iets in mijn
leven. En dan vloeien ze even die tranen en denk ik verdorie Inge waarom net
jij nu. Ik ken maar weinig mensen die er zo zacht overgaan en Ik ben nogal een rationeel mens.
Volgens mij moet diene klop nog komen. Wat ik wel begrijp op het interview met
die man is dan je de moed niet mag laten vallen en dat hij een positieve
boodschap wil geven. Ik begrijp hem wel en ook die ooit in 1000 zonnen ben
geweest op Eén heb een hele positieve boodschap geven en toen dacht ik heb dat
ook gedaan. Je wilt de mensen het negatieve niet laten zien.
Mensen vragen vaak hoe is het en
dan zeg je al snel dat alles ok is. Als je zegt het loopt niet goed dan
beginnen de mensen vragen te stellen en dat wil je dan ook niet en ook je wilt
niet als persoon overkomen als een hopeloos zielig persoon.
Na 6 jaar kan ik zeggen ik kan er
mee leven, ik kan er mee omgaan, ik maak soms grapjes en ik ben blij dat ik er
nog ben. Alleen weet ik nu dit wil ik nooit meer meemaken. De revalidatie ok
maar het ziekenhuis, de coma niet nog een keer.
En ook ik weet van waar ik kom en
ik weet dat ik heb gevochten voor wat ik nu heb. Mijn oog en oor daar kan ik
niets aandoen om het te verbeteren. Blind is blind en doof is doof aan mijn
linker kant. Maar ik heb leren mijn handen, vingers leren bewegen en ik kan
schrijven en dingen doen met mijn handen. Mijn schouders daar zit weinig kracht
in en mijn benen die hebben meer bereikt dan dat ik en ze dachten.
Ik mag best trots zijn op wat ik
heb bereikt.
|