Ken
je het gevoel dat je van alles last begint te krijgen?
Mijn
eerste grijze haren zijn een feit. Verven geen denken aan (nog niet).
Mijn
achillespees blijft maar zeuren en af en toe voel ik mijn hartslag in
mijn voet bonken. Het enige wat ik kan doen is tot stand komen en
stretchen en Voltaren smeren. Met de zandloper en/of wekker erbij
lukt het me om 3 volle minuten te stretchen. Als ik echt niet zoveel
zin heb neem ik de GSM erbij en speel ik een spelletje: Mahjong, een
kaartspel of ik surf op het net zodat de tijd voorbij vliegt.
Smartphones het is echt iets super. Als al die dingen niet meer
helpen dan neem ik een pijnstiller. Het is een straffe pijnstiller
maar op dat moment helpt het ook.
De
kracht in mijn armen waar ik het gevoel heb dat die wegsijpeld!!! Al
is de pijn die overheerst waardoor ik het wegsijpelende gevoel krijg
en ik mag dit niet laten gebeuren. Het valt me soms zwaar om de
rolstoel manueel vooruit de duwen en dan bedoel ik dit niet zo
negatief. Ik moet de Wheeldrive steeds opzetten op 1 zo heb ik een
minimum aan ondersteuning. Zonder ondersteuning is het voortbewegen
van de rolstoel enorm zwaar +9 kg. Ik voel dit enorm in mijn
schouders en armen. Ik vind het soms niet de moeite om de Wheeldrive
op te zetten als ik in de gang een fles drinken neem. Maar halverwege
zet ik hem wel op omdat ik kracht tekort kom.
Ik
ga blij zijn als de conditie training terug start in september zodat
ik terug wat meer kracht kan opbouwen.
Ik
heb toch wel doelen
in mijn leven.
Zolang
mogelijk en
zelfstandig
dingen doen en vooral zelfstandig leven
Zodat
ik er ben voor mezelf en voor mijn jongens, mijn
familie en vrienden en zeker voor mijn eigen zelfbeeld. Ik wil
iemand zijn die zich goed voelt in haar vel en iemand
zij met zelfvertrouwen en iemand die opkomt
voor zichzelf en voor haar jongens.
Ik
voel me niet geroepen om in een verzorgingstehuis te vertoeven. Het
is al erg genoeg dat ik ondersteuning krijg van een gezinshulp en de
nodige zorgen van verpleging.
Je
mist pas echt de dingen als je het zelf niet meer kan
Kleine
dingen zoals je woning poetsen. Ik deed dit niet erg graag maar af en
toe moet je dit wel doen. Vroeger koste bepaalde dingen doen niet
zoveel tijd.
Bv:
het laten ontdooien van de vriezer
Ik
moet al zijdelings werken om dan een andere soort kracht te zetten.
Normaal buk je je en ga je door je knieën waardoor je kan zien wat
je doet. Als je ziet wat je doet kan je veel gerichter werken. Ik doe
het op de tast en op de tast bedoel ik steken en niet weten waar je
steekt. Blokken ijs vielen eraf alsof ik maanden mijn vriezer niet
heb uitgekuisd. Maar het was een week geleden. Omdat ik al had
opgemerkt dat hij raar deed. Met de gezinshulp lukte me dit.
Vaatwasser
vullen en/of leegmaken. Ik heb er de gewoonte van gemaakt om
smiddags de vaatwasser te vullen met oma staand. Ik stretch
ondertussen de pees en ik maak me nuttig voor mijn gezin. Het is ook
fijn om te doen. Oma loopt dan heen en weer van de tafel tot aan de
vaatwasser en ik kan me dan bezighouden met de vaat en het aanrecht.
Kleine
dingen doen in het huishouden het is zo fijn om te doen. Als de
gezinshulp er is dan help ik haar ook. Was plooien, vaatwasser
leegmaken, was wegzetten, boodschappen, tafel afruimen,
ik vind
het echt tof. Mijn gezinshulp het woord zegt het zelf gezinshulp
ze zijn niet je poetsvrouw maar
ze geven je ondersteuning in wat je moet doen. Ze helpen je bij
dingen dat je zelf niet goed of helemaal niet kan.
Ik
ben ben blij dat ik ze heb mijn dames jonger
en ouder. 1 van de verzorgende is een oud collega van me. Vroeger
heel
lang geleden werkte ik als opvoedster in een instelling voor
bijzondere jeugdzorg en de
verzorgende op vrijdag werkte er maar
weliswaar in een andere
groep als poetsvrouw. Dat was verschieten voor ons allebei. We
moesten alles wel even een plaats geven want dit hadden we niet
verwacht.
Zo
ook de eerste poetsvrouw die ik zag in Pellenberg was een oude
bekende voor me. Mensen tegen komen die me altijd als gezonde persoon
hebben gezien is het heel vreemd maar
vooral raar en een kwestie
van het een plaats geven. Voor Mireille
was het raar want jaren was ik klant bij haar in de krantenwinkel.
Op dinsdag ging ik elke week
een Humo kopen en af een toe een stuk chocolade. Ik was geen snoeper
maar af en toe kon me dit smaken. Nu nog maar zoveel chocolade eet ik
niet. Die avond dat ik naar Pellenberg vloog en Mireille tegen kwam
is ze toch even heel stil geweest en heeft ze een traan gelaten. Ze
zei ook toch niet Inge.
Morgen
begin ik te schrijven van wat het doet met een mens als je plots
rolstoelgebonden wordt.
|