Sinds
mijn hersenstaminfarct in 2011 ben ik doof en blind aan mijn linkerkant. Het
enige wat ik kan zien is het onderscheid tussen licht en donker en
dat enkel in mijn linker ooghoek de rest is gewoon zwart in mijn linker oog, uit mijn rechter oog zie ik perfect. Mensen die
het niet weten zien het bijna niet omdat mijn oog aan de linkerkant
doet wat mijn rechter oog doet. Als ik nu naar een foto kijk van
mezelf dan zie ik dat ik loens met 1 oog terwijl het aan vele mensen
voorbij gaat.
In
het dagelijkse leven merk ik af en toe de negatieve kanten op van mijn
oog.
TV
kijken:
Een
te groot scherm kan ik niet overzien. Ik moet op een zekere afstand
blijven om een overzicht te kunnen houden. Mijn computer scherm mag
zeker niet te groot zijn en om het op een deftige manier te kunnen
lezen dan duw ik op Ctrl en scroll ik met mijn muis en dan worden de
letters groter of kleiner.
In
het dagelijkse leven is het soms heel vreemd als ik iets moet
uitknippen dan moet ik me echt concentreren en hopen dat ik op de
lijn zit en anders heb ik een extra knipje nodig of ben ik een stukje kwijt.
Tijdens
de conditietraining moeten we soms een bal richting een basketbalring
gooien en ja ik heb de kracht niet in mijn armen om tot aan de ring
te komen, maar ik mag ook al blij zijn als ik de goede richting
uitga. Als we een oefening (spel) doen met het doorpassen van de bal
dan kan ik heel moeilijk inschatten van waar de bal komt. Zeker als
we een spel spelen waar we alle tennisballen verdelen over 2 ploegen
en waar we de ballen over de lijn moeten gooien. Het is niet de
bedoeling dat we de mensen raken maar zoveel mogelijk ballen bij de
tegenploeg krijgen. Degene met de meeste ballen is verloren. Ik zie
al die ballen op mij afkomen en als ik er 1 wil vangen zit ik er
gewoon naast. Ik probeer me zo klein mogelijk te maken en zet me aan
de zijlijn zodat ik uit de ballenregen blijf.
Vroeger
reed ik met de auto en ik deed dit heel graag. De jongens wegbrengen,
boodschappen doen, een uitstap het was een leuke periode. Ik kon het
verkeer inschatten ook als ik moest oversteken. Maar nu als ik mee
rij met de wagen dan zit ik en kijk ik mee maar het is toch even
balen want ofwel zie ik de weg met auto's of ik zie de voetgangers
maar niet allebei. Als ik dan nog de verkeersborden moet in het oog
houden dan is het om zeep want ik kan niet alles combineren. Daarom
doe ik ook geen testen bij CARA (Centrum voor Rijgeschiktheid en
voertuigAanpassing)
om
met de auto te rijden. Moest ik met de auto mogen rijden dan moet hij
heel hard aangepast worden. Maar zolang ik me kan behelpen gaat dit
perfect. DAV die me terplaatse brengt of mijn zus An die me kan
meenemen toch wel handig. Enkel als DAV het vervoer doet dan is het
soms balen want er is iets tof en dan moet je al weg of anders is ook
dat als er iets saai is dan moet je wachten tot ze er zijn. Sinds ik
dit voor heb moet ik veel wachten. Wachten op mijn vervoer, wachten
in de wachtzaal bij de dokters in Pellenberg of Gasthuisberg, wachten
op
Sinds ik een persoon ben met een beperking word mijn leven wat
geleefd zeker op momenten dat er vaste dingen gebeuren. Op andere
momenten ben ik een beetje een opmezelf en zoek ik een uitdaging. Ik
geniet van de rust en dat wil ook zeggen de stilte rond me. Als er
teveel lawaaiprikkels zijn dan haak ik gewoon af omdat dat teveel is
om omvatten. Alles komt binnen langs 1 oor en een gesprek volgen van
2 of 3 personen is gewoon teveel van het goede en zeker als ik ergens
buiten zit en ik hoor de treinen, auto's door elkaar dan stopt het al
in mijn hoofd. Mijn terrasdeur staat dan enkel vroeg op de dag open
of op een zondag waar het in het algemeen stiller is. Maar de moment
als er dan bezoek binnen schuift gaat de deur dicht. Als dan toch de
deur open staat hoor ik soms de beiaard van de Universiteits
bibliotheek op het Ladeuzeplein en het klinkt zalig in mijn oor. Het
is zeker fijn als het mooi weer is en dan voel ik me echt thuis waar
ik woon. Ik woon graag in een omgeving dat de drukte van de stad
weergeeft. Het is een heel
raar contrast en moeilijk te begrijpen want zelf snap ik het ook niet
goed. Ik heb graag de drukte en lawaai van de stad maar als het
teveel word dan kan ik zeker genieten van de rust en stilte in huis.
|