Een gat
Er zit een gat in mijn geheugen en dat gat
probeer ik op te vullen door hier en daar eens te horen bij personen die kort
bij me stonden en nog staan hoe hun beleving was toen ik in coma lag. 10 weken
zweefde ik ergens en ik wist niets, 1 zwart gat van ongeveer 10 à 11 weken.
Elke dag kwamen de jongens en naar verluidt
als ik de jongens hoorde ging mn hartslag omhoog omdat ik blij was.
Elke dag kwam mn zus An langs en ze
vertelde verhalen over haar jongens, over wat ze gedaan had, enz. An kwam
steeds langs op momenten dat ze moest werken. An werkt als kok op Gasthuisberg
en elke pauze heeft ze opgegeven toen ik daar lag. Elke dag kwam ze langs
tijdens haar pauze en toen ik in coma lag vertelde ze, masseerde ze mn benen
en voeten en deed ze de pedicuredingen aan mijn voeten. Als ik wakker was
vertelde ze me dat ze zich heel triestig voelde omdat ik niets kon terug zeggen
omdat ik toen nog het locked syndroom had. Heel vreemd er zijn fotos van maar
daar lig ik niet op te wachten want dat vind ik eng. Ik heb de fotos wel
gezien maar daar hou ik het ook bij. Het is geen stoef materiaal. Af en toe
vraag ik hoe iets zat of hoe ze zoiets beleefde. Toen ik terug bij bewustzijn
was en terug kon praten bracht ze vaak iets mee uit de cafetaria frietjes, een
chocomousse en elke keer een blikje cola light. Iedereen gaf me eten ze
smeerden mijn boterhammen, ze staken alles in mijn mond. Als ik eraan terug
denk dan word ik altijd een beetje stil en besef ik ik kom van heel ver.
Ik weet nog dat ik mijn arm een klein
beetje kon bewegen en als ik at dan kon ik mijn boterham vasthouden tot bijna
naar mijn mond brengen en dat ik dan mijn hoofd naar voor moest brengen.
Gelukkig met mijn linkerhand en arm lukt dit nu gewoon maar met mijn
rechterhand en arm kan ik dit niet en moet ik nog steeds mijn hoofd naar voren
brengen om dan iets in mijn mond te schuiven. Het was echt geen leuke tijd.
Maar iedereen die bekommerd was om mij zorgde voor mijn welzijn. Ik kreeg enorm
veel bezoek maar toen ik in Gasthuisberg lag is dit helemaal aan me voorbij
gegaan. Maar ik kon op heel wat mensen rekenen en dat was toen het belangrijkste
en dat zal ik nooit vergeten.
Het is nu zo dat ik me minder druk maak om
bepaalde dingen. Als ik iets stuk doe of gaat dan kan ik me dit niet aantrekken
maar als ik door iets dom iets laat vallen b. een glas dan word ik ambetant
omdat ik dat niet deftig kan opkuisen. Ik veeg alles samen en aan de kant tot
er iemand langskomt om dit op te rapen.
Maar ik kan perfect mijn zorgen aan de kant
zetten om voor anderen er te zijn. Voor mijn verpleging als ze iets willen
vragen, vrienden, familie al deze mensen zet ik dan op de eerste plaats.
|