Gewoontegetrouw zijn we vroeg uit de veren. We zeggen Hostal La Fragua vaarwel en we beginnen er aan. Het pad klimt voordurend in golven: het is goed stappen in de schaduw. We krijgen een paar keer een mooie terugblik op het witte dorp.Het pad volgt eerst de hoogtelijnen van de vallei maar inde omgekeerde richting van de vorige stapdag: we herkennen bepaalde plaatsen aan de overkant. We maken een wijde bocht naar links en dalen af naar Juviles voor het ontbijt. We dalen af naar de Barranco de la Umbría en klimmen naar een pas: schitterend uitzicht op de hele omgeving. Hieronder, vlakbij ligt Timar: 50 inwoners. En fontein! We zoeken het volgende dorp: beneden in een valleitje zijn we even het spoor bijster. We proberen een supersteil pad maar keren op onze stappen terug. Oef, we vinden het pad terug en bereiken een beetje moe het dorp. Gelukkig is er in Lobras een bar, pas drie dagen open. Een rustpauze doet wonderen. Nog twee uur naar Cádiar volgens de wandelgids en het is 12u30. We stappen goed door in de vallei van de Río Cádiar en we komen al tot onze verbazing om twee uur aan in Cádiar. We zoekn Hostal Cadi op maar het blijkt uitzonderlijk gesloten te zijn. W spreken iemand aan: een Engelsman. Hij is ook verwonderd en spreekt zelf een vrouw aan: een Engelse. Die heeft een winkel en vraagt ons naar daar te gaan en eventjes te wachten: ze zal meteen terug zijn. In die winkel is er een Engels echtpaar, Dan en Amy Shaffrey, die een trekkingbureau (www.Ibextrex.com) hebben in het vlakbij (op 1,8 km) gelegen dorp Narila. Ze hebben een studio die vrij is want er zijn trekkers die dag. Het aanbod wordt in dank aanvaard. Van toeval gesproken: we voelen dat we voor het geluk geboren zijn. We doen nog een paar inkopen in de plaatselijk supermercado. We eten 's avonds eieren met spek en tomaten!