Gisteren in de namiddag ben ik dit jaar voor de twee keer gaan joggen. Vorige vrijdag , met het zonnige weer, kreeg ik de kriebels. En als het kriebelt, moet je sporten! Ik vertrek dan steeds van huis voor een toer van 5 à 6 kilometer. Eerst naar het einde van de straat , dan de Sulferbergstraat rechtsaf tot in het dorp (= dalen) en via de Hellegatstraat tot aan de voet van de Rodeberg (= klimmen) en terug naar huis. Onderweg speur ik altijd naar de bloemen en planten in de berm. Maar o wee, ik vind mijn vertrouwde dovenetels, speenkruid, paardebloemen en fluitekruid niet terug. De flora is deze winter genetisch gemanipuleerd. Ik zag al het wit-rode (shame on you!) colablikbloempje, het gekreukte spriteblikjeskruid, de bruine jupilerflesbloem, het fragiele marlborodoosjeskruid, veel petflesbloemen en de resten van plasticslingerkruid. Toch hoop ik binnenkort weer mijn klein hoefblad of de sporenaar van de reuzenpaardestaart te zien ontluiken! Als het zover is, laat ik het jullie weten.