Wellicht zegt de naam van Bernard Ollivier je niet veel maar... deze Fransman heeft tussen 1999 en 2002 de Zijderoute, of 12.000 km tussen Istanbul en Xi'an (of Changan) in China TE VOET en ALLEEN afgestapt. In 4 beurten, mei-juli 1999, mei-september 2000, juni-september 2001 en april-juli 2002, want later zijn de bergpassen niet meer open. Zijn reisverhaal kun je lezen in 3 pockets "Longue marche" uitgegeven in de reeks Phébus libretto. Deel I heet "Traverser l'Anatolie", Deel II "Vers Samarcande" en Deel III "Le Vent des Steppes". Bernard Ollivier is begonnen aan een nieuw leven toen hij 60 jaar was. Ongeveer 10 jaar voordien was hij weduwnaar geworden, had hij zijn ontslag gekregen op het werk en werd freelance-journalist. Zijn pensioen heeft hij gevierd met een voettocht naar Compostela. En het jaar nadien is hij vertrokken...Voor niet zo maar een reis. Te voet door landen als Turkmenistan, Oezbekistan, Kirghizistan met al hun etnieën, culturen en religies...Gewapende conflicen, onherbergzame landschappen als woestijnen, de 'eenzaamheid', de talen, de eetgewoontes....problemen genoeg dus. Hij heeft een soort trekkarretje op twee wielen gemaakt, Ulysse heet het, waarop hij zijn eten en drinken (3 plastic flessen van 4 liter, samen 12 liter water!!) en zijn kampeergerei heeft geïnstalleerd. Het verhaal leest bijzonder vlot. Op de achterkaft staat: "Bernard Ollivier est un voyageur, il ne se prend pas pour un écrivain. Le résultat est qu'il écrit souvent mieux que les écrivains patentés" Ik ben aan het derde deel bezig... Na zijn erste etappe heeft Ollivier een vereniging opgericht 'Seuil' die aan jonge delikwenten van 16 tot 18 jaar de kans biedt om na een 'longue marche' hun straf kwijt te spelen. Ze vertrekken met twee plus een begeleider. De tocht moet 4 maand duren en in een land waarvan ze de taal niet kennen. Plus de stricte voorwaarde: ze mogen geen opgenomen muziek meenemen! Bernard Ollivier, de moderne Marco Polo of nog beter de nieuwe Willem van Rubrouck! De Franciscaan die naar het hof van de grote Khan Mangu trok in de dertiende eeuw (rond 1250). Misschien de aanleding om nog eens naar Rubrouck, even boven Cassel, te gaan en er het museum ter ere van Willem te bezoeken.