5 - 18 september 2011: Via Francigena: Aostavallei en Povlakte
Na de geboorte van onze kleinzoon Bodhi Hardeman sporen we terug naar Martigny. We vernemen ter plekke dat de tunnel van de Grote Sint-Bernardpas gesloten is wegens modderlawine.'s Anderendaags: we hebben geluk want één lijnbus krijgt de toelating (de herstellingswerken zijn nog volop aan de gang) om over de pas te rijden, door de tunnel kan nog niet. Zo geraken we toch in Aosta, al is het met vertraging. We starten aan het station van Aosta en vinden snel de bewegwijzering van de Via Francigena. We verlaten de stad door de triomfboog van Keizer Augustus. Aan de kerk van St Christophe gaat het steil omhoog en lopen dan een tijd op dezelfde hoogte, voorbij het kasteel van Quart. Ontmoeten Tineke en René uit Nederland. De eerste etappe eindigt in Nus: we logeren in een agriturismo. Dan gaat het heuvel op, heuvel af en zo naar de volgende. En tussen de vele wijngaarden: de vendange is al begonnen in Chambave. Een steile klim verder komen we in Châtillon, tijd voor de middagpauze. We trekken nog door naar Saint-Vincent.Omwille van het weinig vriendelijk onthaal op de parochie zoeken we een goedkope hotelkamer. Die avond leuke babbel in het Zuidafrikaans op een terras in de hoofdstraat. We stappen door boomgaarden en tussen wijngaarden maar lopen verloren...Bij een tweede poging lukt het wel in de buurt van het Kasteel van Montjovet. Na de middag steken we Dora Baltea over en ontmoeten Paolo en Gianna uit Revereto (Trento). Samen stappen we naar Verrès: toffe Ostello Il Casillo. We passeren de mooie kerk van San Martino in Arnad, bekend om zijn 'lardo'. We komen in het charmante stadje Bard met kasteel tegen de rotsen. In Donnas ontdekken we een stukje authentieke Romeinse weg. Pont St-Martin is op de grens van de Aostavallei en Piemonte. We trekken weer de heuvels in en smullen van de druiven en de vijgen langs de weg. Kasteel van Montestrutto en Castello di Montalto. Een omweg langs een meer brengt ons toch in Ivrea. We slapen in de kanoclub aan de oever van de Balta Dora. We leren een nieuw Italiaans woord: azanzaras oftewel muggen! In Cavaglià is er een probleem met de sleutel van de plaatselijke ostello. De voordeur gaat niet open en het is zaterdag. De burgemeester en een slotenmaker worden er bij geroepen. Ten lange leste beslist de burgemeester ons (wij getweeën en ons Italiaans koppel) door te voeren met het gemeentebusje naar de ostello in Santhía, 10 km verder. Het landschap is ondertussen al heel vlak geworden, geen bergen meer te bespeuren. Grote rechte veldwegen tussen de rijstvelden brengen ons naar Vercelli. Doordat het vlak is, gaan we goed vooruit. we zijn al snel in Robbio. Na de picknick stappen we nog flink door tot in Mortara. De Abbazia di Sant'Albino ligt een paar km buiten de stad. We worden er heel vriendelijk ontvangen en ontmoeten er andere pelgrims. We vertrekken telkens vroeg want overdag wordt het vrij heet: een stuk in de 30°. Langs zandige veldwegen komen we in Tromello waar we door een ospitalero verwelkomd worden in de plaatselijke ostello. Hij overtuigt ons om de variant te nemen naar het Santuario Madonna della Bozzola. Helaas, we lopen compleet verloren en komen uit in een dorp 5 km te ver. En het is snikheet. Mi ho sbagliato!! Scusami! Iets meer dan 10 km op een superdrukke SS-weg is de enige oplossing. We komen veilig aan in Gropello Cairolo en krijgen een gezellige ontvangst in Parrochia San Giorgio. Een schitternde parcours langs de Ticinorivier brengt ons naar Pavia, alleen de muggen waren ontelbaar!! Jammer dat de Duomo gesloten was, de kerk staat in de steigers. We logeren bij de nonnetjes en betalen een nette kamer. Het verlaten van de stad is niet zo aangenaam. Ook het stadje Belgioioso is niet bijzonders. We zijn blij als we in Santa Cristina aankomen. Morgen steken we de Po over: we hebben een afspraak met de veerman om 14.00u. Maar het wordt een bewogen dag: we lopen verloren kort voor Chignolo Po. We vinden de weg terug en via een krinkeldijk komen we rond 12.15 u aan de veerpont. We wachten geduldig tot 14.15 u maar geen boot te zien. Gianna belt hem op en de veerman antwoordt laconiek: barca rota. We staan daar: en nu? Een vriendelijk Italiaan uit het dorp bij de veer voert ons een eind verder zodat we tevoet Piacenza kunnen bereiken. Genieten van de stad lukt moeilijk want onze ostello ligt nog 4 km verder. Het is rond 18.30 u als we onze schoenen uitdoen. De volgende dag krijgen we nog een uitdaging: we krijgen een deviazione aan ons been. We hebben geen besef van hoe lang en langs waar. Maar eind goed, al goed, we komen uit waar we moeten zijn: Fiorenzuola d'Arda. We passeren aan de Abbazia di Chiaravalle della Colomba met een prachtig claustrum. Eerste regendruppels. Rond 11 uur, net als we over de autoweg stappen, gaan de hemelsluizen open. We zijn kletsnat als we aan de Duomo van Fidenza staan. Deur gesloten. Gelukkig is er een brasserie open aan de overkant. De warme croques smaken heerlijk en de wijn is voortreffelijk. En we kunnen ons wat drogen. Daarna trekken we naar het Convento dei Padri Capuccini. Weer pech: deur gesloten tot 15.30u. We krijgen na lang wachten een kamer, een monnikencel. We slapen dus elk apart! Morgen trekken we de Appenijnen in....