 |
|
 |
|
Gruwelijk dwaas ben ik. Kom maar niet dichter, heb geen vertrouwen in mij. Dit is het verhaal van mijn leven. Dit is het verhaal van mijn dwaasheden. |
 |
14-12-2007 |
Automatische piloot |
De dag na mijn crash verliep moeizaam. Ik rekende erop om op automatische piloot de dag door te geraken, maar al van bij het ontwaken liet die het afweten. De hele dag verliep moeizaam, van kwaad naar erger. Mijn lichaam deed pijn, weigerde alle vormen van voedsel. Het gewoel in mijn hoofd maakte me gek. Gesprekken die ik herbeleefde, de banaalste eerst, een eindeloos gepieker dat maar niet wou ophouden, een hele dag lang. Al vroeg in de ochtend kreeg ik een melding van een diefstal op een werf, mogelijk door één van mijn personeelsleden. En toen ik mijn agenda nakeek, bleek op de koop toe dat ik een hele dag een nieuwe inspectrice moest meenemen in opleiding. Om zeven uur stapte ze mijn wagen in, en ze heeft tot ze uitstapte niet meer gezwegen. Net op een moment dat de enige troost mijn muziek en af en toe wat stilte was, in een verwoede poging mijn hoofd vrij te kunnen maken en wat rust te vinden.
Haar hele levensverhaal passeerde de revue. Van de alcoholverslaving van haar eerste man tot de schoolproblemen van haar kinderen. Waarom nou net vandaag? Omstreeks half drie kon ik het niet meer aan, ik zat er compleet door, en verzon een smoesje dat ik vrij lang op de volgende werf zou zitten, waarop ze vroeg haar aan haar wagen af te zetten zodat ze huiswaarts kon keren, de dag had lang genoeg geduurd. Vooral voor mij, mijn spieren deden zo ontzettend veel pijn dat ik nauwelijks nog mn wagen kon besturen.
Mijn maag leek helemaal verkeerd te zitten. Ik moest de schijn wel hoog houden, ik moest normaal lijken en smiddags de gebruikelijke lunchpauze ondergaan. Al bij de eerste hap verzette mijn hele lichaam zich. Nadat ik met moeite het kleine broodje binnengeduwd had gekregen, begaf ik me al bezetene naar het toilet om het hele zootje eruit te braken. Mijn lichaam leek ervan te genieten, want het wilde er maar niet mee ophouden. Na afloop deed mn keel er zoveel pijn van dat ik er lichtelijk hees van was, en ik proefde de hele namiddag lang bloed vanachter in mijn mond. Ik was, en ben, niet goed bezig. Het dieptepunt van mijn crash komt met rasse schreden dichterbij.
14-12-2007, 00:00 geschreven door K.
|
|
|
 |
|
Nachtwandeling |
Vorige week. Ik moest vroeg uit de veren om een werfbezoek te doen. Ik wou ter plaatse zijn net voor zes uur, om te controleren of mijn personeel wel op tijd begon. De avond voordien had ik alles voor smorgens klaargelegd, en mijn man wist dat ik m niet zou wakker maken en in alle stilte zou vertrekken zodat de kinderen wat zouden uitslapen. Ze hebben nu eenmaal de slechte gewoonte wakker te worden zodra ze iemand horen opstaan, of dat nu midden in de nacht is of niet. Met mijn huidige slapeloosheid is het dus steeds op de tippen van de tenen lopen
Mijn wekker zou afgaan om vijf uur, maar om vier uur lag ik al terug wakker. Ik besloot dan maar op te staan. Ik kleedde me stilletjes aan, ging naar de badkamer me wat opfrissen, en begaf me naar beneden. In feite had ik best wat kunnen strijken of zo tijdens dat extra uurtje, maar ik besloot toch al te vertrekken. Terwijl de rest van de wereld nog leek te slapen, reed ik richting Antwerpen. Om kwart voor vijf zat ik daar dan, aan de Schelde, op een bankje. Het was nog te donker om te kunnen zitten lezen, dus zocht ik toevlucht tot mijn mp3-spelertje. Een nietig klein goedkoop dingetje van amper 2 gig, met niet genoeg ruimte voor al hetgeen ik erop wilde. Het geraas van overdag verdwenen, de donkerte nauwelijks verlicht door de typische oranje lantaarns, het druilerige weer, geen mens te bespeuren. Hier zaten we dan, mijn muziek, mijn gedachten en ik. Een uur lang. Ik liet mijn gedachten afdwalen
nachtelijke dagdromen. Ik begreep plots heel goed de woorden die Jeff Buckley zo ontzettend mooi zong in Forget her
While this town is busy sleeping, all the noise has died away, I walk the streets to stop my wheeping, cause shell never change her ways
Dont fool yourselve, she was heartache from the moment that you met her
My heart is frozen still, as I try to find a way to forget her somehow. Shes out there somewhere now.
Héél even dacht ik het. Héél even leek de Schelde heel aantrekkelijk. Maar onmiddellijk herpakte ik me. Mijn lichaam heeft te veel overlevingsdrang, denk ik. Jezelf verdrinken moet ontzettend moeilijk zijn, en enorm veel wilskracht vergen.
14-12-2007, 08:03 geschreven door K.
|
|
|
 |
17-12-2007 |
De gevarenzone |
Het dieptepunt is bereikt. Vanaf nu is het opletten geblazen, dat weet ik uit ervaring. Ik bevind me nu in de gevarenzone; het minste dat nu fout loopt kan desastreuze gevolgen met zich meebrengen. Iemand zei me ooit : vanaf nu kan het alleen maar bergop gaan. En dat lijkt inderdaad zo. Helaas is het afwachten. Het enige dat ik nu kan doen, is opletten, voorzichtig zijn, en afwachten. Enerzijds tot m'n lichaam voldoende is aangesterkt om de strijd terug aan te gaan, maar anderzijds, en in feite hoofdzakelijk, tot m'n geest een ommedraai maakt, tot ik terug de wil vind om verder te doen.
Mijn hele lichaam doet pijn. Ik heb de afgelopen weken zo mijn gezondheid op het spel gezet, door niet naar mijn lichaam te luisteren, door de geestelijke pijn die ik had af te reageren via mijn lichaam. Mijn lichaam is zwaar gehavend uit de crash gekomen: ik kon nauwelijks nog op mijn benen staan, en maakte hoge koorts, dus moest ik wel naar de dokter. Diagnose : een oorontsteking, een nieronsteking, een darminfectie, en uitdrogingsverschijnselen. Zes kg afgevallen op twee weken tijd. Ik voelde nog enige trots toen hij dat zei, en dat merkte hij, dus hij reageerde vrij kort: als ik niet begin te eten, en minstens twee liter water drink per dag, moet ik het ziekenhuis in voor baxters. Alsof ik mager ben ! Mijn lichaam heeft op dat vlak nog voldoende reserve. Het voorschriftje voor de eetlustopwekker die hij me voorschreef heb ik dus niet afgegeven bij de apotheker. Donderdag moet ik dus terug op controle, en voor de resultaten van het bloedonderzoek. Blijkbaar is hij vooral niet erg gerust in die darminfectie en denkt hij dat er meer aan de hand is. Ik moet alvast deze week niet uit werken gaan, maar was deze voormiddag reeds genoodzaakt wat papierwerk te gaan doen. Onderweg begon de vermoeidheid te dagen, en was ik op een vreemde manier blij dat mijn onderrug zo'n pijn deed, anders was ik vast achter het stuur in slaap gevallen. Maar de pijn hield me wakker. Deze namiddag, totaal uitgeput en met hoge koorts thuisgekomen, ben ik vrijwel direct in slaap gevallen. Ik moet diep geslapen hebben, want ik werd slaapdronken wakker. Slechte timing, want ondertussen is het hoog tijd om te gaan slapen, maar ben ik natuurlijk klaarwakker.
Ik heb geluk met de lichamelijke gevolgen, want naar mijn nabije omgeving toe, kan ik er het dieptepunt mee verdoezelen, en tegelijk mezelf er tegen beschermen door een aantal dagen de koude realiteit te laten voor wat het is. Op die manier kan er vast minder mislopen en is het gevaar enigszins deels geweken. Ik bevind me in de fase waarin ik goed en wel besef wat voor een overlast ik wel ben. Alles en iedereen zou beter af zijn zonder me. Ook naar mezelf toe is de innerlijke pijn quasi onhoudbaar geworden. Geniepig sluipen de gedachten mijn hoofd binnen, en gonzen daar onophoudelijk rond, steeds luider weerklinkend. De regen voelt zwaar aan, als ware het stenen die de hemel op me neergooit. De donkerte waarin ik me bevindt voelt dieper aan, en ik ben nog lang niet thuis. Alsof alle levenswil uit me wegvloeit.
Ik ben bang. Ontzettend bang. Over hoe lang dit dieptepunt duren zal. Over of ik het zolang volhouden zal.
Nu, op dit eigenste moment, heb ik zo'n nood aan iemand die me vastneemt, en die me zegt dat alles wel terug goed komt met me. Iemand die me door dit dieptepunt heen loodst. Nu, op dit eigenste moment, besta ik louter uit gemis.
17-12-2007, 00:00 geschreven door K.
|
|
|
 |
20-12-2007 |
Eeuwig dromen |
Nee !!, lijkt mijn hele lichaam te schreeuwen. Alsof alles binnenin me zich verzet tegen mijn beslissing van gisteren. Deze ochtend begon nochthans veelbelovend. Ik werd uitgeslapen wakker, maakte mezelf en de kinderen op het gemak klaar, en ik zat bij hen aan het ontbijt. Ik huppelde met hen onderweg naar school, en op de terugweg maakte ik al volop plannen. Ik zorg dat m'n huis aan de kant is, ga vandaag niet meer die zetel in, beweging is vast goed om die spieren terug wat soepel te krijgen, en morgen ga ik werken. Mooi niet dus, thuisgekomen begon ik zoals gepland alles op te ruimen, maar niet voor lang. Het dieptepunt laat zich duidelijk niet zomaar negeren. Het sloeg me om de oren. Een mokerslag, zonder enige reden, zonder aanleiding. De doodswens is gearriveerd. Alles lijkt in het niet te verdwijnen behalve dat ene gevoel, het intense verlangen om hier en nu te sterven. Helaas kan ik er niet aan toegeven. Dit vergt organisatie, ik moet nog zoveel regelen, en daar heb ik momenteel gewoonweg geen fut voor. Ik heb zelfs geen fut meer om een deftig einde aan dit berichtje te breien...een andere keer dan maar. Ik lig hier met m'n laptop op mijn schoot, op de sofa. Music for life, sarcastisch toepasselijk, op de televisie. En ik hoop dat wanneer ik weldra ik slaap zal vallen, ik een eeuwige slaap vind en nooit meer hoef wakker te worden.
20-12-2007, 11:30 geschreven door K.
|
|
|
 |
21-12-2007 |
Roetsjbaan |
Deze ochtend, in mijn wagen op mijn weg naar het werk, merkte ik op hoe vredig er alles bij lag. Het had behoorlijk gevroren de voorbije nacht, en het leek alsof er aan elk takje van elke boom stukjes mist achtergebleven waren. Een vredig wit landschap, in schril contrast met de storm die in mijn hoofd heerste.
Op kantoor merkte ik dat de infectie, het beestje dat in m'n lichaam was binnengeslopen, nog lang niet verdwenen was. Mijn rug deed pijn bij elke beweging. Maar binnen de schoonmaaksector moet alles blijven draaien. Er wordt geen rekening gehouden met weekends, feestdagen of ziekte. Je wordt geleefd, je wordt gewerkt. Vandaag moest ik wel binnenkomen, de verloning van mijn personeel moest worden doorgestuurd, wie anders zou het doen ? Meer dan ooit besef ik dat ik uit de schoonmaaksector weg moet, ook al intrigeert de wereld me enorm. Ik ben te perfectionistisch, en klop daarom veel te veel uren. En voor elk probleem dat je oplost, duiken er twee andere op. Het houdt nooit op. Ik wil niet denegrerend klinken, integendeel zelfs, maar je werkt grotendeels met mensen die niet willen werken maar die, meestal tijdelijk, moeten werken om hun uitkering niet te verliezen. Motivatie is dus onbestaande of ver te zoeken. Of je werkt met mensen van andere culturen, die, met alle respect, geen gezag van een vrouw dulden. En dat merk je. Alsof je tegen muren praat. Ik moet mezelf dus alweer op de arbeidsmarkt gaan profileren, terwijl ik er zo geen zin in heb, maar ik maak mezelf wijs dat ik doorbijten moet, en dat alles beter zal gaan met me, zodra ik een andere job vind. Terug de vertegenwoordiging in, want blijkbaar krijg ik het onverkoopbare verkocht, terwijl ik er geen zier van geloof.
Een aangename maar veel te korte tussenstop op mijn plekje onderweg naar huis. De rust leek even weergekeerd te zijn. Tot ik abrupt uit mijn gedagdroom werd gehaald. Het onding rinkelde. Ik was niet van plan op te nemen, maar ik zag dat het m'n oudste zus was, en besloot dan toch maar op te nemen, ze wou vast het oudejaarsmenu bespreken, dacht ik. In plaats daarvan belde ze om te vragen of ik al wist dat mijn vader een hartinfarct had gekregen. Mijn gedachten sloegen op hol. Tuurlijk wist ik dat niet. Ik weet niet meer hoe ik thuisgeraakt ben, ik herinner me alleen nog welke gevoelens er door me heen gingen, zo helder als de ijzige lucht op dat exacte ogenblik. Pure angst, in zijn meest rauwe, zuivere vorm. Dit mag niet, niet nu, niet mijn vader. Alsof dergelijk nieuws op een ander ogenblik wel gepast zou komen. Toen ik thuis aankwam zat mijn man gezellig aan de telefoon te keuvelen met een vriend. "Leg op, er is iets mis met m'n vader.", zei ik. Hij moet aan m'n gezicht de ernst van de situatie gezien hebben, want hij handelde vlug het telefoontje af, en hing op. Ik legde hem kort uit wat m'n zus me verteld had. We begaven ons naar mijn wagen, en gingen de kinderen van school afhalen. Het wachten op de bel leek een eeuwigheid te duren. Samen reden we richting mijn moeder. Onderweg probeerde ik zo normaal mogelijk te doen, overliep met mijn meisjes naar gewoonte het verloop van hun schooldagje, en bekeek het rapport van mijn oudste dochter heel grondig.
Toen we de oprit van m'n ouderlijk huis opreden merkte ik dat ook mijn zus ondertussen aangekomen was. Ik bereidde me voor op het ergste en begaf me naar binnen. Mijn vader zat daar, rustig op zijn vaste stekje een sigaretje te roken. Mijn moeder moet de verwardheid en de angst in mijn ogen hebben kunnen aflezen, en probeerde me gerust te stellen. Mijn zus, voorbarig als altijd, had me opgebeld zonder alle details van het verhaal te kennen. Mijn vader moet kort na nieuwjaar een kleine ingreep ondergaan. Hij was naar onze huisarts gegaan voor het verplichte bloedonderzoek en de cardiogram voorafgaand aan een ingreep. Uit het cardiogram bleek dat mijn vader recent een hartinfarct had gehad. Alleen had hij er vreemdgenoeg niets van opgemerkt. Hij kreeg meteen bloedverdunnende middelen, en moet zich rustig houden. Volgende week moet hij al het ziekenhuis in om via allerhande testen, te weten te kunnen komen wat er gaande is. Het is dus nog even afwachten. Even later waagden we ons al terug aan de typische galgenhumor die binnen onze familie leeft, en waarvan vreemden vaak raar opkijken. Toen we, een goed uur na onze aankomst, terug vertrokken zei mijn vader me : "Hey, ik kom nog uit de tijd dat de mannen van staal waren en de boten van hout, terwijl het nu net andersom is. Het komt wel goed." Hij probeerde me gerust te stellen, terwijl ik zijn eigen ongerustheid en onzekerheid er zo doorheen zag.
We keerden huiswaarts, en een aantal uren later vertrok m'n man naar z'n werk. Ik zocht een uitlaatklep via mijn computer, maar zat volledig geblokkeerd. Zelfs het schrijven lukte me niet meer. Was dit een voorbode ? Een hint dat therapie me niet meer redden kan ? Heeft het me ooit kunnen redden ? Kan ik mezelf nog redden ? Misschien is mijn tijd gewoon gekomen. Een hoofd vol vragen zonder antwoord. Totaal uitgeput zette ik mijn computer uit, zette mijn favoriete cd op, legde me op de sofa, en las met veel moeite enkele stukjes Herman De Coninck, in een poging enkele woorden van herkenning te vinden.
21-12-2007, 00:00 geschreven door K.
|
|
|
 |
22-12-2007 |
Alles komt goed |
En zo is het dan. Meer kan ik er niet over kwijt. Dit is niet het leven dat ik wil. De storm in mijn hoofd wil maar niet gaan liggen. En zal vast nooit meer gaan liggen. Hoe lang moet ik dit nog doorstaan. Verdrinkend in een zwarte vloed van verdriet en pijn, onophoudelijk. Zwarte golven die in mijn hoofd rondrazen. Ik leef in de duisternis en verlang naar het licht. Mijn leven is herleid naar louter overleven. Het is tijd.
Sinds gisteren besef ik weer ten volle hoe vergankelijk de mens in feite is. En van de mensen die je liefhebt wil je niet liever dan dat gevoel totaal negeren, en maak je jezelf op zich wijs dat het niet gebeuren zal. Het is genoeg geweest, de ellende dat mijn leven zou moeten voorstellen. Het wordt tijd om in te pakken. Er valt nog heel wat te regelen. Onbewust begin ik afscheid te nemen van de dingen. Traag maar gestaag loop ik het rijtje af.
Maak je maar geen zorgen om mij. Alles komt goed met mij. Uiteindelijk komt alles altijd goed. Als er al zoiets bestond als een zielsverwant, dan ben jij dat wel. Mijn lichtpuntje. Iets om naar uit te kijken. De wondermooie momenten, de woorden van moed, de humor, de aanwezigheid. Jouw aanwezigheid. Het begrijpen, zonder woorden zelfs. De stilte, eens zo belangrijk.
22-12-2007, 00:00 geschreven door K.
|
|
|
 |
23-12-2007 |
Engel |
Sla me maar neer. Praat achter m'n rug. Doe wat je nodig acht. Doe het of laat het. Maar draag wel de gevolgen die het met zich meebrengt. Hopeloos probeerde ik te leven volgens de regels van het spel. Ik begaf me onder de dwazen, wandelde rusteloos rond, en vond geen slaap. Ik maakte beloften aan mezelf waar ik me niet aan houden kon. Dus sla me maar neer. Bekijk me minachtend. Het is alles of niets. Er is niks tussen in. Ik moet stoppen met dromen. Ik moet me focussen. Ik probeerde de dingen te veranderen, ergens goed wetende dat het niet lang duren zou. Ik wou vooruit gaan, en werd telkens weer ingehaald door het verleden. Het verleden is geen pakketje dat je opzij leggen kan. Kan ik het aan ? Kan ik het nog langer aan ? De regels van het spel zijn niet aan mij besteed. Ooit vind ik het geluk. Ooit kus ik de lippen van een engel.
23-12-2007, 00:00 geschreven door K.
|
|
|
 |
26-12-2007 |
Gedichtje |
O, als ik dood zal, dood zal zijn Kom dan en fluister, fluister iets liefs Mijn bleke ogen zal ik opslaan En ik zal niet verwonderd zijn
En ik zal niet verwonderd zijn In deze liefde zal de dood Alleen een slapen, slapen gerust Een wachten op u, een wachten zijn
26-12-2007, 23:57 geschreven door K.
|
|
|
 |
27-12-2007 |
Gewoon anders |
Ik bladerde door een oude schriftje waar ik vroeger van tijd tot tijd wat gevoelens in neerpende en dat ik vandaag toevalligerwijs terugvond, niet wetende dat het nog bestond. Gedichten van grootmeesters in de dichtkunst vonden hun weg erin, of adembenemende teksten van liedjes die me nog steeds beroeren. Alles netjes neergepend, met hier en daar kanttekeningen in potlood. Eigen bedenkingen schreef ik steeds in potlood, wegens ondergeschikt aan de andere werken. Op die manier bleven ze eeuwig uitwisbaar, net als ikzelf, misschien. Ik vond vier regeltjes tekst van jaren geleden, in potlood dus ergens ontsproten in die vreemde gedachtengang van me. Vier regeltjes, niet eens een gedichtje te noemen, jaren geleden geschreven door een tiener...
Ik ben dit leven moe moe van het verdriet als er nóg een leven komt dan overleef ik dat vast niet.
Met de typische K. die ik overal onderzette wanneer ik schreef, een K, met een kruisje gemaakt van het onderste schuine streepje. Ik las het en bedacht dat ik me ook toen al behoorlijk rot moet gevoeld hebben. Er zijn vage herinneringen, dat wel, van die tijd. Een periode waar ik maar geen aansluiting vond bij leeftijdsgenoten...
Ook toen al was ik gewoon een beetje anders, een beetje anders dan gewoon. Een heel verdrietig, heel gevoelig mensje. Ook toen al kon ik de emoties die op me afkwamen niet van me af zetten. Ook toen al lag ik in bed alles over te denken, en lukte het me niet de slaap te vatten, piekerend, verwerkend wat ik gezien had die dag. Ook toen al kon ik geen onrecht zien, vond ik mensen zo gemeen. Ook toen al leefde ik me in de gevoelens van anderen in, en voelde ik aan hoe het met ze was, voelde ik hun eenzaamheid en hun verdriet. Ook toen al leefde ik in een andere wereld, totaal anders dan de werkelijkheid, en leefde ik in m'n eigen gedachten, waarin dromen nog bestonden. Ook toen al was ik me heel intens van m'n leven bewust, en was ik heel erg gevoelig.
Net als toen ben ik nog steeds gewoon een beetje anders, een beetje anders dan gewoon. In dat opzicht ben ik misschien wel trouw gebleven aan mezelf, met mijn fouten, mijn emoties, mijn tekortkomingen en mijn eenzaamheid.
Bladerend door de jaren, merkte ik dat ik mijn naïviteit van toen ook niet verloren ben. Even verderop las ik : alles is van voorbijgaande aard... ook gevoelens.
Was dat maar waar. Mensen zeggen wel eens dat de geschiedenis zich herhaalt, en helaas moet ik hen hierin bijtreden...
27-12-2007, 00:25 geschreven door K.
|
|
|
 |
|
Verdronken vlinder |
Ik heb het nooit zo voor nederlandstalige liedjes gehad, en vond mezelf altijd al nauwer verbonden met het engels. Ook al is nu al meer dan tien jaar geleden dat ik in het buitenland vertoefde, waar het engels de voertaal was, toch betrap ik mezelf er nog vaak op dat ik nadenk in het engels. Alsof ik betere beschrijvingen vind in die taal, voornamelijk van gevoelens dan...
Toch zijn er een aantal pareltjes van Nederlandstalige liedjes. Het zijn er best wel niet erg veel, maar dit is er één van... de versie van Boudewijn De Groot... verdronken vlinder...
http://www.youtube.com/watch?v=e_mb1ePU1gk&feature=related
Zo te sterven op het water met je vleugels van papier, zo maar drijven na het vliegen, in de wolken drijf je hier. Met je kleuren die vervagen, zonder zoeken, zonder vragen. Eindelijk voor altijd rusten met de bloemen die je kuste. Geuren die je hebt geweten, alles kan je nu vergeten, op het water wieg je heen en weer. Zo te sterven op het water met je vleugels van papier.
Als een vlinder die toch vliegen kan tot in de blauwe lucht, als een vlinder, altijd vrij en voor het leven op de vlucht, wil ik sterven op het water, maar dat is een zorg van later. Ik wil nu als vlinder vliegen, op de bloemenblaren wiegen. Maar zo hoog kan ik niet komen, dus ik vlieg maar in mijn dromen. Altijd ben ik voor het leven op de vlucht, als een vlinder die toch vliegen kan tot in de blauwe lucht.
Om te leven, dacht ik, je zou een vlinder moeten zijn, om te vliegen heel ver weg van alle leed en alle pijn. Maar ik heb niet langer hinder van jaloers zijn op een vlinder. Want zelfs vlinders moeten sterven, laat ik niet mijn vreugd bederven. Ik kan zonder vliegen leven. Wat zal ik nog langer geven om een vlinder die verdronken is in mij? Om te leven hoef ik echt geen vlinder meer te zijn.
27-12-2007, 20:35 geschreven door K.
|
|
|
 |
01-01-2008 |
Geveinsde vrolijkheid |
Moe van de geveinsde vrolijkheid. Een nieuw jaar voor me, onbeschreven. En terwijl iedereen plannen maakt hoe dit jaar aan te pakken, heb ik schrik. Het is half vijf in de ochtend, één januari, en 2008 is een paar uurtjes uit de startblokken.
Een uurtje of wat ben ik thuis. De kinderen stilletjes hun bedje ingedragen, zonder ze wakker te maken. Ik heb nog een tijdje op hun kamer gezeten, muisstil in het donker, luisterend naar hun kleine adempjes, zoekend naar rust. Ik merkte even later al snel dat ook tweeduizend en acht me geen goede nachtrust bezorgen zal, en sloop stilletjes naar beneden. Mijn man moest werken vandaag, nachtshift. Hij is vertrokken om negen uur op oudejaarsavond met het typische cliché waar zoveel mensen helaas dezer dagen gebruik van maken, in een poging hun soortgenoten te overtuigen dat ze over humor beschikken : "tot volgend jaar". Hij belde me kort na middernacht vanop z'n werk. Binnen zo'n tweetal uren zit zijn shift erop. Dat geeft me nog even de kans op adem te komen. Ik zoek bevestiging en herkenning in mijn muziek, hopend dat ze soelaas brengt. Wat een geluk dat mediabestanden niet onderhevig zijn aan veelvuldig gebruik. De wondermooie Nick Cave versie van "Suzanne" zou anders ondertussen grijsgedraaid zijn. Een héél frivool en luchtig turkoois retro-kleedje, mijn haar opgestoken bij de kapper. In een poging mijn donkere gemoedstoestand te verbergen had ik er voor gezorgd dat ik er wel heel goed uitzag. Een poging ervoor te zorgen dat iedereen me op een goede manier herinnert, misschien. De schone schijn. Complimenten bleven ook niet uit, maar wat ben je er mee wanneer alles op helse manier vloekt met je innerlijke leefwereld ? Ik zag eruit alsof de wereld aan mijn voeten lag, maar het voelde net andersom. Gelukkig hield mijn muurtje stand, te meer omdat ik mezelf uit elke benarde situatie wist te praten.
Mijn meisjes. Twee engeltjes. Voortreffelijk als altijd. Hoe snel ze groot worden, alleen al aan de nieuwjaarsbrieven merkte ik het verschil. Het is leuk anderen over hen bezig te horen. Dat ze altijd rustig zijn, niet zoals de andere kinderen liggen te jengelen over de boontjes die ze niet lusten of de worteltjes die anders smaken dan thuis. Beleefd, lief, noem maar op. Het zijn net twee popjes, hoor ik dan. En dan weet ik héél even weer waarom ik dit alles doe, en dat ik, terwijl ik overal waar ik kom katastrofen veroorzaak, als moeder mezelf best als geslaagd kan beschouwen. Meer nog, geslaagd met onderscheiding.
Mijn carrière, of hoe ik ook daar een zootje van gemaakt heb. Nog zo'n onderwerp dat in de late uurtjes aangesneden werd. Mijn ene schoonbroer, personeelsdirecteur bij een groot modebedrijf, zei nogal cru dat als hij mijn cv op zijn bureau zou krijgen, hij dit meteen zou klasseren bij "niet te contacteren". En tegelijk erkende hij dat de schoonmaakbusiness niks voor mij is. Hij heeft natuurlijk meer dan gelijk. Ik ben er nog steeds niet uit of het nog de moeite loont om op zoek te gaan naar een andere job. Hoelang zal de tweestrijd in 2008 zich verderzetten ? Ik weet werkelijk niet meer van welk hout pijlen te maken. Ik zet me mijn doel voor ogen en zodra ik dat doe denk ik aan het volgende dat ik op die manier verpesten zal. Kort na nieuwjaar, was de bedoeling. Maar neem ik eerst dan niet dat concert mee eind januari waar ik al lange tijd naar uitkijk, en waarvan de kaartjes al wekenlang klaarliggen ? Ok, eind januari dan maar. Ach, begin februari is de oudste jarig. Ik kan haar dit dan toch niet aandoen ? Half februari ? Goed. Maar wie gaat er zich dan bekommeren om de communie van haar ? En zo zeil ik verder en verder weg in het aanstaande jaar, ontzettend tegen mijn zin, maar plichtsbewust als altijd.
01-01-2008, 00:00 geschreven door K.
|
|
|
 |
02-01-2008 |
Kleine ergernissen |
Met enig argwaan durf ik te kunnen stellen dat het dieptepunt van mijn dip voorbij is. Ik ben er nog lang niet, laat dat duidelijk zijn. De klim naar betere tijden is nog niet eens begonnen. Ik bevind me momenteel in het oog van de storm, en het is windstil in mijn hoofd, maar ik ben me er wel enorm bewust van dat ik nog een hele weg af te leggen hebben, want rondom me raast alles als bezeten. Een korte periode van stilte, die van de ene op de andere seconde kan omslaan.
De reden dat ik dit durf te beweren is mijn doodslust. Die is nog steeds heel erg aanwezig, maar ik heb enige rede terug gevonden. Terwijl ik een aantal dagen geleden ervan overtuigd was dat ook mijn kinderen veel beter af zouden zijn zonder me, besef ik nu heel duidelijk dat ik een zware hypotheek op hun leven zou leggen moest ik ermee doorgaan. Ze zouden het me op termijn nooit kunnen vergeven. De pijnlijke waarheid, want ik verlang nog steeds enorm om alles achter me te laten. Weg van alle innerlijke pijn. Maar mijn verantwoordelijk jegens die twee kleine wondertjes is nu eenmaal te groot. Wat kan iemand me wensen voor het nieuwe jaar ? Een verschrikkelijk ongeval waar ik niet levend uit kom, misschien.
Om de periode van kalmte nog even te bewaren, zodat ik iets langer kan recupereren alvorens er weer tegenaan te gaan, ben ik heel erg behoedzaam. Ik ga ergernissen uit de weg. Niet erg makkelijk, dat staat buiten kijf. Want mensen zijn nu eenmaal niet goed van nature uit. Je merkt het overal waar je komt. De ieder-voor-zich-mentaliteit viert hoogdagen.
Tijdens de lunchpauze op mn werk werd alweer een typische onderwerp aangesneden, het weer. Iemand vernoemde dat met de opwarming van de aarde wij binnen een aantal jaren hetzelfde klimaat zullen kennen als dat van in Zuid-Frankrijk. En meteen krijg je reacties van hoe sneller, hoe liever. Op zulke momenten moet ik ontzettend hard op mn tanden bijten. Alsof de opwarming van de aarde iets goeds is. Op zon momenten blijkt dat mensen enkel op korte termijn denken. Geef ze nu maar ontzettend goed weer, wat er later met onze wereld gebeurt, nou ja, dat doet er niet echt toe, want dan zijn ze er toch niet meer. En onze kinderen en kleinkinderen dan ?
Mijn bazin, die als nieuwjaarsgeschenk me doodleuk komt vertellen dat ik vanaf nu mijn agenda wekelijks moet achterlaten, zodat ze te allen tijde weet waar ik me bevind. En dat komt van iemand die al twintig jaar of langer in de schoonmaaksector werkt. Je zou toch enigszins denken dat zon mensen ondertussen dan toch al weten dat dit onmogelijk is. Je bent onderweg naar de ene werf, krijgt telefoon van een andere werf dat er een probleem is, en noodzakelijkerwijs gooi je je hele agenda om. Planning is nauwelijks een optie. En hoe omvat je zoiets op een papieren kalender ? Ga ik trouwens dan nog quasi dagelijks mijn uurtje lunchpauze kunnen doorbrengen op m'n plekje ? Ergernissen, je houdt het niet voor mogelijk. Mensen in wachtrijen aan kassa's die ongeduldig staan te zuchten, luid genoeg, zodat de kassierster het duidelijk hoort. Degene die zich met één artikel naar de kassa begeeft en waar zich nog snel iemand anders voor schiet met een overvolle kar. De mama met de kleuter die dringend moet plassen, hetgeen wordt geweigerd door de winkelbediende want "de toiletten zijn enkel voor personeel." De man in de BMW, die in de file gaat bumperplakken opdat er toch zeker niemand zich zou kunnen tussenwurmen. Ik ben helemaal geen moraalridder, maar ik erger me rot aan zulke dingen. Vroeger durfde ik weleens te reageren op zulke dingen, maar dat heb ik wijselijk afgeleerd. Ik had nogal de neiging het te ver door te trekken. Ooit was ik eens die mama met de kleuter, net uit de pampers, en in hoge nood, en kreeg ik een enorm bot antwoord van een Kruidvat bediende. Ook na enige vraag tot begrip gezien de jonge leeftijd van mijn dochtertje toen, kreeg ik nog steeds een bot antwoord, op het randje van de onbeleefdheid. En mijn missie was er... "Hier hoort u nog van, dit laat ik hier niet bij.", zei ik nog toen ik de winkel uitging. Misschien had ik op dat ogenblik wel niks verder gedaan. Maar ze antwoordde al lachend "Dat zal wel", en ik was vertrokken. Ik nam contact op met testaankoop, pluisde de hele wetgeving na en vroeg het klantenbeleid op bij de hoofdzetel van Kruidvat. Wat bleek ? Vanaf een bepaald aantal vierkante meters oppervlakte moet een winkel verplicht een toilet voor cliënteel voorzien. En in het klantenbeleid stond inderdaad dat toegang tot het toilet geweigerd mocht worden, met uitzondering bij zwangere vrouwen, oudere mensen en kinderen. Ik kreeg testaankoop zover om de oppervlakte van de winkel voor me op te komen meten, omdat ik juridisch gezien daar geen toelating voor had. Een gigantische klachtenbrief vertrok richting hoofdzetel Kruidvat in Nederland, en nog geen week later kreeg ik een brief terug waarin Kruidvat zich verontschuldigde voor het voorval. Ik kreeg tevens bij wijze van schadevergoeding een aanzienlijk bedrag aan geschenkbonnen, hetgeen ik niet gevraagd had, want dit was voor mij louter principeel. Tot slot diende de bediende van de betreffende Kruidvat zich bij m'n volgende bezoek openlijk te excuseren, wat ook gebeurde. Helaas vernam ik een aantal weken later dat ze ontslagen was, en kon ik me niet van de indruk afdoen dat dit deels mijn schuld was. Eén voorbeeld van hoe idioot ver ik gaan kan. De andere hou ik voorlopig nog even voor mezelf. Of hoe kleine ergernissen gigantische proporties kunnen aannemen bij me, zeker als ik me erop begin te fixeren. Vandaar mijn vermijdingsdrang, vermoed ik. De radartjes in mijn hoofd liggen net even stil, laat dat alsjeblief zo even blijven. Er zit vast nog héél wat stormachtig weer aan te komen.
02-01-2008, 00:00 geschreven door K.
|
|
|
 |
18-01-2008 |
Bezorgd |
Mijn familie begint stilletjes aan door te krijgen dat er me iets parten speelt, dat het de verkeerde kant met me uit gaat. Mijn man moest werken vanavond, en mijn moeder had de kinderen voor me van school afgehaald. Ze belde dat ik geen eten moest voorzien. Toen ik bij m'n ouders aankwam, merkte ik dat ze zich weer uit de naad had gewerkt voor me. Een rosbiefje zo zacht als boter, zelfgemaakte kroketjes en verschillende groenten. Vroeger zou ik me meermaals laten bedienen hebben, maar nu had ik moeite om van alles een klein stukje binen te spelen. Mijn oudste zus bleef ook eten en even later, in de keuken, kreeg ik de vraag waarom ik zo gespannen rondloop de laatste periode. Mijn zus merkte dat ik alweer wat vermagerd was, en vroeg of ik nog wel voldoende eet en rust. Mijn mama zag m'n pijn toen ze haar hand op m'n schouder legde. Mijn spieren zijn alweer volledig verkrampt. "Jij moet dringend naar een osteopaat, die spieren, dat is niet normaal." Ik antwoordde zo ontwijkend mogelijk op alles. Een combinatie van wat problemen thuis en werkdruk, loog ik, het komt wel weer goed. Het was duidelijk dat mijn moeder er niet in trapte, want terwijl mijn man zich naar de buitenwereld opstelt als de ideale man, liefhebbend en attent, is hij in haar aanwezigheid al een paar keer zwaar door de mand gevallen. Nou ja, een moeder dient nu eenmaal bezorgd te zijn over haar kroost. "Je praat nauwelijks nog met me", zei ze, "terwijl je me vroeger alles vertelde." Ze vroeg me of ik tegen mijn dokter ook wel volledig eerlijk ben, en meteen besefte ik dat ik ook daar me beter voor doe dan dat ik werkelijk ben.
En toch ben ik van plan dit in m'n eentje te doen. Ik kan niet eeuwig blijven terugvallen op anderen. Ik bezorg mensen hartzeer.
18-01-2008, 00:00 geschreven door K.
|
|
|
 |
20-01-2008 |
Dwalen |
Het is zondagochtend, half acht. Iets meer dan een uur nu dwaal ik rond, uitgeput. Ik vond deze nacht geen slaap. Om half drie brak een angstaanval van jewelste door, en die al een hele avond manifest aanwezig was maar waarvan ik kon verhinderen dat het doorbrak. Rond vier uur was ik terug in staat m'n bed op te zoeken, en om half zeven werd ik gewekt door mijn man. Zijn nachtshift zat er op, en als hij dan thuiskomt sta ik op zodat hij kan slapen en ik hem niet meer zou wakker maken als ik zou opstaan. Ik probeerde nog de slaap terug te pakken te krijgen beneden, op de sofa, doch tevergeefs. Het piekeren verhinderde dat.
Met weerzin ontvang ik een gevoel van verlatenheid. Alsof ik elk dag een beetje sterf.
20-01-2008, 00:00 geschreven door K.
|
|
|
 |
21-01-2008 |
Droombeeld van "de ridder op het paard" |
Eén woord van zijn lippen kan wonderen doen. De blik in zijn ogen kan de kleur van mijn dag veranderen van zwart naar helderblauw. De dingen die hij is, en de dingen die hij niet is, ik wou dat ik ze allemaal was. Mysterieus en zo klaar als een klontje. De eb en de vloed. Wind en windstilte. De aarde en de lucht. Als het vriest in mijn hart ontdooit hij het en vult het met warmte. In zijn ogen breekt de zon door. Met hem in mijn hoofd, verveel ik me nooit. Hij is onweerstaanbaar. Hij is de lentezon op mijn huid en de zomerregen. Onvoorspelbaar. Hij zegt me gewoon wat hij vindt. Hij is de zon en de maan. Hij is het beste van allebei. Hij maakt me sterk. Hij weet mijn boosheid, verdriet of weerstand te weerleggen als ware het niets.
Zonder hem is er een leegte van alleen. Als ik hem dan oproep in gedachten, ben ik heel veel beetjes blij.
Ik sluit m'n ogen, heel even. Zou hij me vragen hoeveel ik van hem hou, wat antwoord ik dan, eerlijk ? Ik zou nog van hem houden als de appelbomen vergeten waren te bloeien. Ik zou nog van hem houden als rozen geen zoete geur meer hadden. Ik zou nog van hem houden als dichters niets meer hadden om over te rijmen.
Hij beoordeelt me niet, hij veroordeelt me niet. Om niet één beslissing die ik maak. Of om de beslissing die ik niet maken kan. Hij begrijpt me, meer dan eender wie.
Ik ben hem, hij is mij...
Maar dit is en blijft voor eeuwig een droombeeld, een utopie... En terwijl ik dit herlees besef ik meteen hoe melig ik bezig ben... Ik lijk wel een schlager aan het brouwen...
21-01-2008, 00:00 geschreven door K.
|
|
|
 |
22-01-2008 |
De omgekeerde wereld |
Je hoort vaak mensen zeggen dat ze alleen zijn, maar niet eenzaam. Bij mij ligt dit enigszins anders : ik ben niet alleen, maar wel vaak eenzaam. Alsof ik er grotendeels alleen voor sta, zonder enige backup. Toch moet ik constateren dat ik de laatste tijd enkele mensen heb ontmoet waar ik me iets kwetsbaarder tegenover heb opgesteld, en waar ik nu enige steun bij vinden kan. Niet echt makkelijk, want vaak kom ik over als iemand die barst van zelfvertrouwen, een vrolijk persoon, zorgeloos, met beide voeten in het leven... Al hetgeen ik in feite niet ben, louter schone schijn, mijn muurtje. En vaak schrikken mensen zich dan rot als ze een stukje van de ware ik leren kennen. Maar meer en meer vind ik het lef naar sommigen toe een fractie van de echte K. bloot te geven.
Mijn twijfel omtrent mijn job heb ik enigszins verwerkt. Ik was bereid mijn job te willen opgeven omwille van mijn directe "baas", iemand waar ik het niet echt mee vinden kan, iemand die op een volledig andere manier te werk gaat, een manier waar ik me niet in vinden kan. Maar ik heb hier ondertussen flink over nagedacht, en ben tot de conclusie gekomen dat ik mijn job echt wel graag doe, en dat ik er misschien best wel goed in ben. Moet ik dan het risico nemen om van de klaveren naar de biezen te lopen omwille van één persoon ? Ik zit in een bedrijf met best wel wat mogelijkheden. Ook anderen delen blijkbaar mijn mening omtrent mijn manager, en dat geeft me een duwtje in de goede richting. Dus heb ik beslist er voor te zorgen dat ze niks over mijn werk zeggen kan, dat alles in de mate van het mogelijke zo goed mogelijk draait. Er komt vast wel iets uit de bus voor me.
Ik heb een klein beetje een maatje gevonden in de andere manager op onze afdeling, en zou maar wat graag onder zijn supervisie staan, maar ik vrees dat dit echter geen optie is. Hij is een biezonder intelligente man, die wijsheid en rust uitstraalt, en klaarblijkelijk ooit uit liefde voor een vrouw van alles naar niets is gegaan, en nu langzaam aan hersteld van de opgelopen schade. Een vorm van connectie was er zodra we over muziek begonnen te praten. Zijn muziekkennis, en -smaak zijn ontzettend boeiend. In het drukke bestaan binnen onze sector lijkt hij rust te brengen, en terwijl hij bergen werk moet verzetten op dagelijkse basis, vind hij toch steeds even tijd voor een praatje. Hij is de enige van m'n collega's die een fractie weet over mijn problemen thuis, en die me er toch niet op beoordeeld. Anderen zouden op zo'n moment maar wat graag beginnen schermen met het feit dat ik me nu vast minder concentreer op mijn job, terwijl het tegendeel net waar is. Ik gooi me als het ware in mijn werk, want zolang ik werk hoef ik niet thuis te zijn. En terwijl het merendeel van de mensen huiswaarts keren om te ontstressen, voel ik de stress pas opwellen s'avonds, onderweg naar huis. Ik leef als het ware in de omgekeerde wereld.
22-01-2008, 00:00 geschreven door K.
|
|
|
 |
28-01-2008 |
Arid... héél even zorgeloos |
(Je kent ze wel. Die typische onderbroeken die worden verkocht door quasi bejaarde koppels, meestal met een gebrek aan een deftig gebit, in marktkraampjes. Vleeskleurige joekels die je zo hoog optrekken kan dat ze meteen ook dienst zouden kunnen doen als bustehouder, en die meer stof vergen dan de doorsnee belgische vlag. Meestal zijn ze overvloedig gegarneerd door opzichtig geborduursel of kant geklosd door een bijziende brugse non van negentig. Doe je tienerdochter een dergelijk exemplaar cadeau, en gegarandeerd raakt ze niet zwanger zolang ze die onderbroek maar draagt; regelrechte afknappers zijn het. In ons dialectje worden zo'n gedrocht ook wel eens een "onderflok" genoemd.)
We waren pas vertrokken, mijn vriendin en ik, richting Ancienne Belgique, Brussel, gisteren. -"Ik ben iets vergeten", zei ik. -"Oei," antwoordde ze, "draai aan de volgende lichten terug, we zijn nog niet zo ver." -"Nee, ik rij er niet voor terug, het zal voor de volgende keer zijn." -"Wat ben je dan vergeten?" -"Wel, op Stubru vroegen ze hem of hij het nog leuk vond als hij slipjes op het podium gegooid kreeg, iets wat vroeger al eens vaak durfde te gebeuren. Hij wist het wel te appreciëren, antwoordde hij al lachend. Dus had ik zo'n gigantische 'onderflok' gehaald op de markt, de grootste maat verkrijgbaar... ik wou er nog m'n gsm-nummer opzetten met een zwarte markeerstift, en dan dat ding het podium opgooien." Ze keek me aan, zich afvragend of ik het meende. Tuurlijk meende ik het, behalve dan dat van mijn gsm-nummer. Even later proestten we het uit, en de sfeer voor de avond bleek gezet.
Het optreden was uitverkocht, en met wat geluk vonden we een toch een plekje vrij dicht bij het podium. Net niet groepie-dicht bij het podium, zal ik maar zeggen. Om half negen, een half uur later als aangekondigd kwam Arid het podium. Tja, parkeerplaats vinden in het centrum van Brussel is blijkbaar voor iedereen een moeilijke klus. Maar ze waren het wachten meer dan waard, want gedurende iets meer dan anderhalf uur namen ze ons mee op een heerlijk ritje van de nummers op hun nieuwe cd, perfect afgewisseld met oudere successen. Twee kippevelmomenten beleefde ik. Het stevige maar wondermooie "life", waarin een stukje "eternal life" van Jeff Buckley in verwerkt zat, dezelfde versie die me enkele maanden voordien op de Jeff Buckley Tribute in de Kaktus te Brugge reeds kippevel bezorgde; en het fragiele I don't know where I'm going. Toepasselijker kon niet: ook ik weet niet waar ik heen ga, had ik maar iemand waar ik tegen kon zeggen "breng me naar huis"...
Helemaal opgegaan in de menigte leek ik heel even zorgeloos. En dat terwijl ik normaal gezien me ontzettend ongemakkelijk kan voelen in zo'n drukte. Maar de sfeer was zo ontzettend fijn dat ik vaak even m'n ogen sloot en me alleen in de zaal waande.
Op de terugweg bespraken we onze thuissituaties even kort, maar al snel zochten we terug wat humor op, en maakten we een planning op van de optredens die we de komende maanden in geen geval willen missen. Op zeven maart keren we terug richting AB, dit keer voor The Cult. En als we kaarten kunnen bemachtigen gaan we zonder twijfel op één mei naar Vorst Nationaal, naar één van mijn favoriete, zo niet mijn meest favoriete (nog in leven zijnde) zanger... Nick Cave komt met zijn Bad Seeds naar België !!! En als ik de kans krijg, neem ik begin maart nog het Arid optreden mee in de Petrol in Antwerpen.
In een overmoedige bui denk ik : je leeft maar één keer.
28-01-2008, 00:00 geschreven door K.
|
|
|
 |
01-02-2008 |
Ik heb er ! |
Vandaag, op vrijdag één februari 2008 is om negen uur deze ochtend de ticketverkoop voor het concert van Nick Cave and the Bad Seeds op één mei aanstaande, in Vorst Nationaal van start gegaan.
En ik heb kaartjes !!!! Twee kaartjes, waarvan er eentje voor mezelf bestemd is, de bestemming van het andere kaartje wordt later uitgemaakt...
http://www.youtube.com/watch?v=7kV5XkBQsKU
01-02-2008, 00:00 geschreven door K.
|
|
|
 |
06-02-2008 |
Gered door de kat |
Mensen zijn ofwel voor honden, ofwel voor katten, hoor je soms. Ik heb het nooit echt begrepen gehad op katten. Ik groeide op met honden, trouwe viervoeters, en vond een kat een arrogant schepsel. Toch heb ik me ooit, door toedoen van mijn man zijn kinderen, laten overtuigen, en haalde ik een kitten in huis. Een lappenkat, zoals ze weleens zeggen, geen streepjes of vlekjes, maar een wirwar van verschillende tinten.
Het moet zo'n negen jaar geleden zijn. Mijn man en ik woonden net samen, en ik beleefde de meest duistere periode tot nog toe. Ik kan me niet meer herinneren wat er me toe heeft aangezet, maar ik besloot, voor de derde keer op een vrij korte tijdsspanne, er uit te stappen. Mijn man moest die dag laat werken, en ik had via allerhande bijsluiters een ideale cocktail gevonden. Ik verzamelde alle pilletjes netjes, stapte in mijn wagen, en reed naar een verlaten steegje vlak naast de spoorweg. Ik zette m'n wagen wat aan de kant, en begon met behulp van een flesje water de pilletjes naar binnen te spelen. Eén voor één eerst, maar al gauw duwde ik handenvol naar binnen. Ik herinner me tot op de dag van vandaag nog steeds de bittere smaak van de verschillende pillen, en denk nog steeds terug aan die avond elke keer ik het apothekerskastje bij mijn moeder open trek. Een geur van slechte herinneringen. Ik stapte uit mijn wagen, misselijk van het mengsel van pillen en water. Ik begaf me naar het spoor, en begon over de rails te lopen. Na een tijdje merkte ik dat één en ander met me gebeurde, en ik werd ontzettend angstig. Ik heb al van zolang ik me herinner geen goede band met het donker. Donker maakt me bang. Wanneer ik alleen thuis ben, branden dan ook alle lichten, en zijn alle gordijnen dicht, ten einde het donker buiten te sluiten. Ik keerde terug, ging in mijn wagen zitten, en besloot huiswaarts te keren. Hoe ik thuis geraakt ben vraag ik me nog steeds af. Ik weet alleen nog dat ik me op de sofa gelegd heb, meer niet.
Ik moet vrij snel in een soort subcoma geraakt zijn, volgens de dokters. Mijn man kwam vroeger thuis dan voorzien, en vond me. Hij was in de veronderstelling dat ik lag te slapen, en besloot me te laten liggen. Hij wist hoe slecht mijn nachtrust de voorafgaande weken was geweest. Tot hij zag dat het katje constant op me aan het springen was, en hij merkte dat ik niet reageerde. Mijn hand was ondertussen helemaal opengekrabt en -gebeten door het onding. We woonden toen nog in het huis naast dat van mijn ouders, en in paniek rende hij naar hen. Mijn vader heeft me blijkbaar in leven gehouden tot de ambulance er was, en een dag later ontwaakte ik uit die zogenaamde subcoma. Ik was zo slim geweest de bijsluiters van mijn cocktail achter te laten aan de spoorweg, en hierdoor was het voor de artsen van het urgentieteam niet echt eenvoudig. Mijn maag werd leeggepompt, maar er was al een behoorlijk aantal in mijn bloed terechtgekomen, en antidrugs konden er niet worden toegediend omdat men simpelweg niet wist wàt ik had genomen.
Het katje is vrij snel moeten vertrekken. Ik haatte het beestje, want het had onrechtstreeks m'n leven gered. Gemengde gevoelens, van het ene naar het andere uiterste. Op donkere dagen kan ik niet één kat zien, maar als mijn twee meisjes me overstelpen met hun kleine persoonlijkheidjes en met hun liefde, kan ik niet anders denken dan "Godzijdank dat die kat er was". Ik zou die kleine armpjes om me heen en de dikke zoenen van hen, de blik in hun ogen, hun lachjes en nog zoveel meer voor geen geld van de wereld willen missen...
JC Bloem schreef ooit : Denkend aan de dood kan ik niet slapen en niet slapend denk ik aan de dood. Ik zou dit stukje zelf niet beter kunnen afsluiten...
06-02-2008, 00:00 geschreven door K.
|
|
|
 |
09-02-2008 |
een engel op mijn schouder |
Zou ze nog ongelukkiger als dit kunnen zijn, vroeg ik me vaak af. Ondanks haar eeuwig lachje, haar eeuwige beleefdheid en haar eeuwige maniertjes. "Darling !", zo sprak ze iedereen aan, pinkjes eeuwig in de lucht. Verschrikkelijk vond ik het, want ik merkte in haar blik hoe zeer ze poogde de schijn hoog te houden, hoe zeer ze poogde haar geheimen voor zichzelf te houden. En of ze geheimen had. Ze neukte er op los, onder meer met de privé-chauffeur die ons in New York overal heen bracht. Haar grootste geheim echter, zou me pas anderhalf jaar later op mijn schoot geworpen worden.
Helen kwam uit een arm gezin, groeide op in armoede, maar haar leven kende een ommezwaai toen een ontzettend rijke jongeman verliefd op haar werd. Ze huwden, en sindsdien deed ze niks anders meer dan geld opdoen en extreem luxueus leven. Drie kinderen volgden; twee zonen en een dochter. De oudste zoon leerde ik kennen in een Antwerps cafeetje. Hij was kort na zijn studies naar Europa gestuurd door zijn vader, om ervaring in het bedrijfsleven op te doen. Het klikte meteen en een tweetal maanden later bezochten we zijn ouders in New York, en besloten we om zes maanden rond de US te trekken, rugzakgewijs. Mijn eerste ontmoeting met zijn familie kon tellen. Zijn vader, algemeen directeur van één der grootste bedrijven ter wereld, was vroeger naar huis gekomen, en besloot dat hij zou koken voor ons. Na het eten, wat me enorm had gesmaakt, dacht ik het wel leuk even zijn kookkunsten te prijzen. Een mengeling van nog onvoldoende beheersing van het engels toen, en van zenuwen omwille van de eerste ontmoeting met zijn ouders resulteerde in : "You're a good cock" Van zodra ik het gezegd had, wist ik wat ik gezegd had. Net iets te letterlijk vertaald, dus. Het werd even muisstil, maar mijn vriend redde me door in lachen uit te barsten en al gauw lag iedereen in een deuk.
Na een zestal maanden keerde zijn ouders terug naar Zuid-Afrika, en werd mijn vriend aangemaand om mee terug te keren om zijn "echte carrière" te starten. Hij wou dat ik met hem mee ging, en aangezien ik me hier al een hele tijd niet lekker voelde en totaal geen aansluiting meer vond bij mijn omgeving, leek het mij de ideale manier om te vluchten van alles.
Ik belandde in een wereldje me totaal onbekend. Ik trok in bij mijn vriend en hoefde niet te werken, er was een tuinman, een poetsdame en een kok, die dagelijks in ons huis rondhingen. Ik spendeerde mijn dagen met het inrichten van het huis, met lezen, of met het me stierlijk zitten te vervelen. Zijn ouders woonden op een vijf uur durende autorit van ons vandaan, maar ik kreeg verschillende keren s'ochtends een telefoontje van Helen dat de privéjet van het bedrijf onderweg was om me op te halen. Ik was een pronkstukje, dat vreemde europese meisje met het schattige accent waarmee haar oudste zoon was komen aandraven, dat ze aan al haar rijke vriendinnen wou voorstellen. We gingen lunchen, wat winkelen, en alsof het de meest gewone zaak was ter wereld werd ik s'avonds netjes teruggevlogen door de piloot en zijn bemanning. Ik werd nog meer dat vreemde europese meisje toen ik besliste dat ik wou gaan werken en een week later startte ik dankzij zijn vader voor de cruiseship afdeling van een rederij. Een droom van een job, met enorm veel verantwoordelijkheid.
Elke tweede weekend werden we overgevlogen naar zijn ouders, om het weekend daar door te brengen, in een apart ingerichte studio binnen het zwaar beveiligde complex waarin zij woonden. Vaak dienden we hen te vergezellen naar etentjes met andere zakenlui. In Zuid-Afrika houden ze heel vaak "braais", of wat wij een barbecue noemen, maar verder stopt daar de vergelijking. Decadentie, anders kan ik het niet noemen.
Zo ook die zondag, ik woonde ondertussen zo'n jaar in Zuid-Afrika. We waren uitgenodigd bij een zakenrelatie van zijn vader. Er waren zo'n vijftigtal genodigden, en ik kende er niemand van. De mannen waren samen naar het tennisveld afgezakt en hielden een partijtje tennis ten einde zichzelf te bewijzen. Het was enorm warm die dag, en heel even dacht ik een damp van testosteron boven het tennisveld waar te kunnen nemen. De dames zaten, of beter lagen, op luxueuze ligzetels, aan het zwembad, vergezeld van tafeltjes vol cocktails. Een constant aandraven van personeel met allerhande drankjes en hapjes. Ik zat even verderop de boel waar te nemen, in mijn eentje, en vroeg me af vanaf wanneer het niet als onbeleefd zou beschouwd worden de plaat te poetsen. Zijn moeder kwam bij me zitten. "Darling, I'm bored." Ze nam een zuinig nipje aan haar cocktail. "Buiten de gastvrouw ken ik hier niemand. En de organisatie, abdominabel gewoon. Bende wannabe's." Ik vroeg me stiekem af of ze werkelijk de betekenis van het woord abdominabel kende, of dat ze het in een gelijkaardige context had opgevangen tijdens een gesprek van haar man. Een ietwat struisere dame in een kleed met een vreemde bloemenprint kwam op ons afgewandeld. "Ken jij haar?", vroeg ze me stilletjes. Ik gremelde. "Hoe kan ik die dame nu in godsnaam kennen ? Waarom, wie is ze ?", antwoordde ik. "Geen idee, nog nooit gezien.", zei ze kort, en zette ondertussen haar bekende glimlach op haar gezicht.
De dame groette ons, ging zitten, keerde zich naar mij, en vroeg : "Met deze hitte moet jij toch wel verlangen naar dat grijze landje van je, hé." Weer ééntje die dat vreemde europese meisje wou ontmoeten, dacht ik. Maar nog voor ik antwoorden kon, keerde ze zich van me weg, en begon te praten met mijn toenmalige bijna-schoonmoeder. "Jij draagt een zware last met je mee", zo begon ze, "maar als het wat voor je kan betekenen, hij heeft het je al lang vergeven, hij vind het belangrijk dat je dat weet." "Mevrouw," antwoordde ze, "ik heb geen flauw idee waar je het over hebt. Hebben wij elkaar misschien al eerder ontmoet ?" "Neen," antwoordde de dame, "maar je oudste zoon vroeg me daarnet je dat even te komen zeggen." We keken beiden richting tennisveld. "Neenee", ging ze meteen verder, "niet die, maar je oudste zoon, degene die je zoveel jaren geleden geaborteerd hebt." Op dat ogenblik zag ik Helen lijkbleek worden. Ze stond op en liep weg, richting parking. Ik rende achter haar aan, en toen ik haar éénmaal gevonden had, zat ze onophoudelijk te huilen. "Hoe kan die dat nou weten ?", snikte ze, "niemand weet dat, K., niemand, en ik ken die dame niet eens. K, beloof me dit voor je te houden, niemand weet hiervan, zelfs de kinderen niet..." Ik zocht naar een zakdoekje, reikte haar eentje aan, en zei stilletjes "cross my heart and hope to die..." De dame was ons blijkbaar gevolgd en kwam langzaam onze richting uit. "Mevrouw, het spijt me verschrikkelijk dat ik dit niet anders heb aangebracht, maar, hoe zal ik het zeggen, ik heb blijkbaar een bijzondere gave. Weet je, hij begrijpt waarom je het gedaan hebt, en hij is altijd bij je en waakt over je..." Ik stond op, en wandelde weg, dit was iets waar ik verder niets mee te maken wou hebben. Hier was ik veel te nuchter voor, ik heb nooit geloofd in zulke dingen, waarom zou ik er dan nu mee beginnen ? Ik ging terug zitten, net ver genoeg weg van alle drukte. Ze zal weer eens in een stomdronken bui haar mond voorbij gepraat hebben tegen één van haar zogenaamde vriendinnen, en die heeft blijkbaar het verhaal gaan rondbazuinen, dacht ik. Plots stonden Helen en de dame weer naast me. Ze gingen zitten. Ik probeerde in te pikken op de situatie. "Mevrouw, ik weet niet wie je dit verhaal verteld heeft, maar u hebt me nu betrokken in iets dat me niet echt aanstaat, uw manier van handelen staat me helemaal niet aan." Helen legde haar hand op mijn arm, dus ik wist dat ik mijn mond verder moest houden. De dame wees richting mijn vriend, nog steeds aan het tennissen. "Die daar, da's je vriend hé." Ik knikte. "Ik zie je hier nogthans niet blijven. Volgend jaar in de winter keer je terug, alleen. Je leert vrij snel iemand kennen, daar, ietwat ouder dan je. Twee kinderen, en er volgen er nog twee, vrij snel. Maar wees voorzichtig, want net voor het tweede geboren wordt bestaat de kans dat je er alleen voor komt te staan. Je zal heel lang denken dat hij je zielsgenoot is, tot je jaren later je échte zielsverwant tegen het lijf lopen zal..." Ik had er ondertussen genoeg van, en onderbrak haar. "Mevrouw, het spijt me verschrikkelijk maar ik geloof echt niet in zulke dingen. Laten we elkaar binnen een aantal jaar nog eens spreken, want ik ben 100 % zeker van dat ik hier dan nog zal zitten..." Nu onderbrak zij me. Ze legde haar wijsvinger op mijn linkersleutelbeen. Ik schrok. "Dit bolletje hier", zei ze, "is een stukje loszittend kraakbeen. Je broer zegt dat het hem spijt want blijkbaar is dat gebeurd tijdens een spelletje cricket dat hij speelde met je. En hij vraagt je om je moeder eens te bellen, en haar te vragen te stoppen met rouwen om hem. Hij is heel gelukkig nu, en leeft vlak aan het water, daar was hij altijd al dol op hé, een klein jongetje met nog steeds een mooie bos krullen. Hij is altijd aanwezig bij je, trouwens, een engeltje op je rechterschouder. Niet zeggen tegen je zussen vraagt hij, want ze zouden jaloers zijn. Hij waakt over je, omdat jij dat het meeste nodig hebt. En als je ooit rust nodig hebt, zal hij je richting water brengen, want net als bij hem brengt water stilte in je hoofd." Ik wist even niet meer wat te zeggen. Na een tijdje antwoordde ik stilletjes dat cricket in België niet bestond, stond ik op, en ging naar mijn wagen. Ik zette me achter het stuur, startte de wagen, zette de airco op hoog, en belde mijn moeder met de autotelefoon. Gsm's bestonden toen nog niet of nauwelijks.
Mijn moeder nam op, en het enige dat ik vroeg was of ze zich herinnerde dat ik iets aan mijn sleutelbeen had gehad. Terwijl ze het verhaal vertelde rolden dikke tranen van mijn wangen. Ze vertelde dat mijn broer me een croquet-spel had meegebracht, met houten balletjes en hamertjes. Ik was een jaar of vier, vijf, en tijdens één van de spelletjes had hij me geraakt met zo'n houten balletje. Hij voelde zich er ontzettend schuldig over. Ik moest naar de kliniek voor röngtgen foto's, en daaruit bleek dat er niks gebroken was, er was alleen een heel klein stukje kraakbeen losgekomen, maar dat stoorde niet, je ziet het trouwens ook niet, dus dat zit er nog altijd. "Waarom heb je me dat nooit eerder verteld ?", vroeg ik mijn moeder. Ik heb het altijd al enorm moeilijk gehad met het feit dat ik me vrijwel niks herinner van mijn broer. "Ik heb er gewoon nooit meer aan gedacht." antwoordde ze, "Waarom kom je er trouwens mee af, heb je misschien je sleutelbeen bezeerd ?" Ik vertelde het hele verhaal aan mijn moeder. Ze wist niet goed wat te antwoorden.
Het onderwerp werd in stilte afgesloten, maar jaren later merkte ik plots dat ik wanneer ik zenuwachtig ben steeds aan mijn linkersleutelbeen frunnik. De voorspellingen, daar geloofde ik geen zier van. Helen wel. Dat merkte ik. Ze verloor langzamerhand haar interesse in me, en ik merkte af en toe dat ze al "nieuwe kandidaten" voor haar zoon begon te "screenen", zelfs toen er nog niets aan de hand was tussen mijn vriend en ik. Maar een jaar later lag ik dermate met mezelf in de knoop, voelde ik me zo eenzaam, dat het fout is afgelopen tussen hem en ik. Hij leefde een dubbelleven: hard werken in de week, drugsfeestjes en warehouseparties in het weekend. En ik had moeite te volgen. Ergernissen stapelden zich op, en hij zette een punt achter onze relatie. Ik kreeg de kans te blijven wonen en werken daar, maar de politieke situatie was er op dat ogenblik zo verdraaid, dat het veiligheidshalve niet verantwoord was om als vrouw alleen daar te blijven. Misschien nog meer was het niet verantwoord daar te blijven gezien mijn gemoedstoestand toen. Het was winter in Zuid-Afrika, augustus, en ik keerde terug naar België.
De eerste keer dat ik terugdacht aan de dame, was pas jaren later. Ik was ondertussen getrouwd met een man, iets ouder dan ik, met twee kinderen uit een eerste huwelijk. Ik was hoogzwanger van mijn tweede dochtertje, en mijn man maakte tijdens verbouwingen aan ons huis een zware val. Zijn toestand was even heel kritiek, ik mocht zelfs niet meer bij hem. Ik bracht uren door in de wachtzaal van de spoedafdeling waar hij was binnengebracht en ondertussen geopereerd werd. Toen is het verhaal even terug opgedoken in mijn gedachten... Maar zelfs nu, terwijl ik het neerschrijf, heb ik nog steeds sterke twijfels bij alles, en denk ik nog steeds dat het misschien allemaal op een bepaalde vorm van toeval berust... Of hoe bang iemand van het onbekende zijn kan.
09-02-2008, 00:00 geschreven door K.
|
|
|
 |
|
 |
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
|
|
 |