 |
|
 |
|
Gruwelijk dwaas ben ik. Kom maar niet dichter, heb geen vertrouwen in mij. Dit is het verhaal van mijn leven. Dit is het verhaal van mijn dwaasheden. |
 |
02-02-2009 |
Yes man ! |
Een baaldag, tout court. Zoals er wel vaker passeren. Dus kon toen ik in de namiddag thuis kwam, zijn norse bui er gerust nog bij. "We doen niks meer samen." Zonder er bij stil te staan waarom dat wel eens het geval zou kunnen zijn. Ach wat, de hele dag was al ellendig, dus stelde ik voor samen naar de bioscoop te gaan. En hij stemde in. Waardoor ik meteen een versnelling hoger moest schakelen. Een avondje koken werd gereduceerd tot twee uur koken. Gerechtjes die in de koelkast of de diepvries kunnen, aangezien ik woensdag voor een week richting Duitsland moet vertrekken. En daar heb ik zo geen zin in, nu.
Kwart voor acht in m'n wagen. Niet m'n ouwe getrouwe maatje, want die is donderdag wegens een kapotte join de culasse vroegtijdig op pensioen gestuurd, en in afwachting van m'n nieuwe wagen, kreeg ik een fonkelnieuwe C4 Picasso van de leasingmaatschappij. Een koekendoos met drie kilometer op z'n teller toen ik hem onder m'n hoede kreeg.
De hele dag heb ik me suf lopen piekeren, tot ik uiteindelijk moegetergd thuis kwam. Met tegenzin vertrok ik richting bioscoop, maar zo zit ik nu eenmaal in elkaar, T. zei het me vandaag nog. Ik hou te veel rekening met anderen, en te weinig met mezelf. Ik vroeg een luchtig filmpje te bekijken, want ik had nood aan ontspanning. Dus werd het "Yes Man", een comedy met Jim Carrey. Over een persoon die beslist op alles ja te zeggen. Waardoor z'n leven terug zin krijgt. Ja zeggen tegen het leven, de film is doorspekt met die boodschap. Het deed me beseffen dat alles draait om het leven, hier en nu. Choose life ! En dat is exact hetgeen ik niet doe. Ergens uit een gevoel van minderwaardigheid, me dunkt.
Nobel is het wel, me schuilhoudend achter het belang van m'n kinderen, uit angst voor de reacties van m'n omgeving, uit angst die sprong in het onbekende te nemen. "Wacht maar, m'n tijd komt nog wel, zodra de kinderen volwassen zijn." Hoeveel keer vind je dat niet terug op al die onzin die ik hier eerder al heb neergepend ? Tot je als het ware een tik op je voorhoofd krijgt, en je gaat beseffen dat je het slechte voorbeeld geeft aan je kinderen. Zou je willen dat zij hetzelfde leven leiden als jij nu ? Ik niet. Zouden ze appreciëren als ze later gaan beseffen dat je jarenlang je geluk opzij gezet hebt omwille van hen ? Neen, ze zouden zich er schuldig over voelen. Moet je dan nog aan een nieuw leven beginnen ? Te laat, je tijd is om ! The time is now. Het is dat besef dat me ondertussen doet vasthouden aan m'n beslissing. Omdat ik weet dat het de juiste keuze is, ook al zal ik mezelf er misschien in beginfase om vervloeken. Ik besef beter dan eender wie dat er me vast nog zware tijden te wachten staan. Maar daar spartel ik me wel doorheen.
Toen ik, na een hele middag gepieker, te rade ging bij een goede vriend, die zich een tijd geleden in zowat exact dezelfde situatie als ik nu bevond, wist ik dat hij dingen zou zeggen die ik ergens niet horen wou. Maar ik had nood aan een klare blik op de zaken, want ik merkte dat ik aan het afdwalen sloeg. Duizend vragen in m'n hoofd. Stop ik er mee ? Stop ik er niet mee ? Kan ik er wel mee stoppen ? Tot ik aanbelandde in het ellendige doodlopende straatje : misschien moet ik me maar berusten in m'n lot, en gewoon m'n leven leiden zoals ik het nu leid, misschien is m'n plaats hier wel, naast een man die controle-ziek en onzinnig jaloers is, die me m'n leven dirigeert, misschien is het hier dat ik thuishoor. Misschien ben ik wel niet capabel, misschien ben ik gewoon te zwak, misschien heb ik dergelijke hand wel nodig. Misschien moet ik al m'n plannen en m'n dromen nu maar eens eeuwig begraven. Dood ga ik er tenslotte niet aan, ik leef er alleen wat minder door, ik leef wat meer tussen de dode hoofden dan.
Het praatje deed me goed. De beslissing is aan mij. Ik ben als het ware aan zet. En er zijn enkele opties. Ofwel hou ik het hier en nu voor bekeken, en vlucht ik terug m'n veilige wereld in, waardoor ik in feite nooit écht leven zal. Maar dan zal ik me vast voor de rest van m'n leven zitten afvragen wat er had kunnen gebeuren. Ofwel settel ik mezelf in m'n rolletje als "kruimeldief". Maar ik zie mezelf niet die rol volhouden. Nu vast nog wel, maar als ik later m'n vrijheid terug gewonnen heb ? Ga ik dan m'n leven op wacht zetten, wachtend op hem, op de schamele tijd die hij me geven zal ? Zal ik daarin genoegen kunnen scheppen ? Want ook dan zal ik enkel écht leven wanneer hij bij me is.
De derde optie. Die wordt het. Zonder meer. De derde optie is om gewoonweg voor het leven te kiezen, en te zien wat de dag me brengt. Als ik ooit, binnen een tweetal jaren, of hopelijk sneller, terug vrij ben, dan zie ik wel. Gewoon zien wat er op me afkomt, en hopen dat het evolueert zoals ik het zie in m'n eigen wereldje, want dan weet ik dat ooit de twee werelden waartussen ik momenteel voortdurend heen en weer pendel zullen versmelten in één wereld waarin ik aarden kan.
2 februari. En nu daagt het me. 11 jaar. Exact elf jaar geleden is m'n relatie met G. begonnen. Elf jaar, waarvan negen getrouwd. En ik kan me niet herinneren waar of wanneer het is beginnen fout lopen. Het moet ergens in de eerste zes maanden geweest zijn...
Zou dat de oorzaak van m'n baaldag zijn ? Of liggen externe factoren meer aan de basis ? De idioot die deze voormiddag zo nodig tegen zestig per uur op een besneeuwd wegdek door de bocht moest gaan, de controle verloor en tegen m'n nieuwe koekendoos moest knallen, bijvoorbeeld ? Al bij al viel het best mee, afgezien van wat lichte blikschade en urenlange vertraging doordat ik allerhande documenten in orde diende te brengen. Of het nieuws dat op het nieuwjaarsdineetje van het bedrijf waar ik voorheen werkte een aantal ex-collega's duchtig over me aan het roddelen waren ? Nu ja, dat zootje is niet eens het piekeren waard, en toch vraag ik me af waar ze al die onzin vandaan halen.
Een samenraapsel van al die factoren, kleinigheden als je het achteraf bekijkt, zorgden ervoor dat ik me niets meer waard voelde toen ik thuis kwam. De drang naar pijn was alom tegenwoordig. Een uur later zat ik er : een hoopje miserie. Op m'n knieën, in het toilet, met een bekertje cola naast me op de grond. Een truucje dat ik ondertussen geleerd heb. Ik drink een slokje en wacht. Ik luister naar m'n lichaam en voel de koude cola zich langzaam een weg naar beneden banen. Ik kan het hele traject als het ware meevolgen, om dan op het gepaste ogenblik m'n vinger achterin m'n keel te duwen. Ik had nochthans geen last van m'n eten, niet meer dan anders in ieder geval. Dit was een poging om de controle over mezelf terug te winnen. Ik weet ondertussen hoe ver ik gaan kan, en herhaal alles tot ik op het punt kom dat ik leegte braak. De leegte in me braak ik weg. De feibele smaak van bloed achterin m'n keel. Ik ga achterover zitten, en sluit even m'n ogen dan. Totdat ik m'n ademhaling terug onder controle heb, en tegelijk ook mezelf. Ik sta op, en begeef me terug in de wereld, wetende dat ik er weer even tegen kan.
Het is laat op de avond, ondertussen. De hele wereld slaapt. Sssshhht. Zullen we fluisteren ?
Morgen zal het geen baaldag meer zijn...
02-02-2009, 00:00 geschreven door K.
|
|
|
 |
03-02-2009 |
Pakken |
De hele dag was een geren van hot naar her. De kapper, boodschappen en ga zo maar door. Een week van huis weg is lang, het vergt behoorlijk wat organisatie.
Er was nog iets dat ik deed tijdens mn boodschappen. Mn oudste wil koste wat het kost djembé leren spelen. Dus ging ik haar inschrijven. Ik raapte al mn moed samen en schreef mezelf ook in, voor pianolessen. 12 lessen om te beginnen, op een vrij onorthodoxe manier. Je zegt gewoon welke nummers je wil leren spelen, en al doende leer je. Vanaf volgende week dinsdag begin ik, een half uurtje per keer, van drie tot half vier. Thuisgekomen vroeg mn man me of ik F. niet was vergeten te gaan inschrijven. En ik floepte het er uit. Dat ik ook mezelf had ingeschreven. Hij was er niet bepaald blij mee. O, en dat moet niet meer gevraagd worden ? Ik legde hem uit dat ik vond van niet, omdat het tenslotte tijdens mn werkuren was. Maar uiteraard vond hij dat totaal niet terzake. Jij met je onzin. Denk maar niet dat er hier ooit iets dat nog maar lijkt op een piano binnenkomt. Ik vroeg hem hoe ik dan oefenen moest, aangezien ik een huur-keyboard meekrijg, want zonder thuis te oefenen lukt het niet. Daar had je dan maar eerder aan moeten denken, hier komt het niét binnen, en als je het riskeert, gooi ik dat huurgevalletje van je tegen de muur. Je steun en toeverlaat, noemen ze een partner niet zo ? Ik had geen zin meer om verder in te gaan op zn commentaar, hij was duidelijk uit op ruzie. Dus zweeg ik, wijselijk. Maar hij bleef doorgaan, niet meer over de piano, maar over het feit dat ik naar zijn mening mijn huwelijkse plichten niet nakom. Maandstonden of niet, je kan toch nog andere dingen doen. Natuurlijk kan ik dat, dacht ik, maar denk je nu écht dat ik je die dingen nu nog gun ? Ik dacht aan al die keren dat hij me geld vroeg, zodat ik naar de hoeren kan gaan, want hier gebeurt er toch niks. En ik was bijna geneigd hem het zwijgen op te leggen door hem honderd euro naar het hoofd te gooien. Zo, hier heb je wat geld, ga nu maar, zodat je mij met rust laat. Alsof ik het lef zou hebben. Om de afstandsbediening of iets anders tegen mn hoofd aan gegooid te krijgen ? Neen, dank je. Dus zweeg ik, zoals ik altijd al gezwegen heb. Maar deze keer borrelde het leven binnenin me. Wacht maar. Mijn tijd komt, sneller dan je denkt.
Daarnet. Mn oudste meisje hielp me met kleren uitzoeken en mn koffer maken. Ze zat op mn bed, haar knietjes opgetrokken, met haar grote kijkers het hele gegeven te aanschouwen, en ik zag dat het misging. Ik herken haar reacties vlugger dan eender wie, eenvoudigweg omdat ze zo erg op me lijkt, gevoelsmatig. Haar frele snoetje bleek, haar oogjes vol waterlanders die ze halsstarrig probeerde te bevechten. Ik ging op de grond zitten, mn rug tegen de kast aan. Hey, kom even bij mama zitten. Een vast patroon wanneer ze troost nodig heeft : ze komt op mn schoot zitten, met haar beentjes rondom me, haar buikje tegen de mijne, haar warme armpjes over mn schouders, haar hoofdje op mn borst. Ik trek haar met één arm dicht tegen me aan. Dichter, dichter. Tot ze lachend zegt : Mama, ik krijg wel bijna geen lucht meer hé. Mn vrije hand leg ik op haar voorhoofdje en ik laat mn duim over haar neusje gaan, terwijl ik ons zachtjes heen en weer wieg. Ik heb me al menigmaal afgevraagd of ze er zo van tot rust komt omdat ik dat al doe sinds haar geboorte.
De blik in jouw ogen verandert de kleur van mijn dag. Het is niet te geloven, van zwart als je boos bent, tot blauwer dan blauw als je lacht. De zon hangt voortdurend verliefd om je heen, en de maan laat je nooit een seconde alleen. Eén woord van jouw lippen, en telkens weer vind ik een doel. Het is niet te voorspellen, soms klink je als onweer, en soms als een zonnig seizoen. Maar hoe hard het ook vriest, je bent zo weer ontdooit, zo lang je bij mij bent, verveel ik me nooit. Want jij, jij bent de zon en de maan voor mij. Jij hebt het beste van allebei. Zo mysterieus en zo warm tegelijk, en je doet iets met mij. Je bent vrij, vrij om te gaan maar je blijft bij mij. Jij bent de eb en de vloed erbij. Je bent onweerstaanbaar, toe zeg me gewoon wat je vind. F., mn kind. Je bent wind en windstilte, en jij, jij hoort bij mij.
Een liedje dat ik altijd zachtjes fluisterend zing, samen met haar. Meestal gevolgd door een stukje Samson en Gert :
jij bent mijn beste vriend op aarde, jij bent mijn beste vriend op aarde. Ik zet het even voor je op een rij : aarde op vriend beste mijn ben jij !
Ik kreeg haar deze keer maar moeilijk getroost. « Ik wil niet dat je gaat morgen, mama. »
Daar zat ik dan. Ik, die normaal gezien nooit ween, of nauwelijks. En dikke tranen plengden niet alleen van haar gezichtje, maar ook van het mijne. Tranen voor het komende gemis. Wat ga ik ze missen, die twee. En wat ga ik hem missen. Het klinkt vast lachwekkend, uiteindelijk is het maar een weekje, maar momenteel lijkt die week een eeuwigheid te zullen duren.
Ik probeerde haar gerust te stellen.
- Herinner je je nog het nieuwjaarsfeestje bij tante ?
- Ja.
- Is dat al lang geleden ?
- Neen, dat was maar pas.
- Weet je dat het al vijf weken geleden is ? Lijkt niet zo lang hé. En mama is maar één weekje weg. Morgen is het maar een half dagje school, en dan is het alweer bijna weekend. Papa gaat vast heel leuke dingen doen met jullie, en na het weekend ben ik al bijna terug.
Ze stond op, liep haar kamer in, en kwam terug met Truffel. Truffel is het beertje van me dat ik ooit in Amerika kocht om het vervolgens heel de wereld mee rond te sleuren, vastgemaakt aan de riemen van mn rugzak waarin mn hele hebben en houden zat. Overal waar ik ben geweest, ging Truffel mee heen. En toen F. een jaar of drie was heb ik m haar gegeven, met de opdracht hem ook overal mee naar toe te nemen. Truffel, de beer die de wereld rondreisde. Mama, neem je Truffel voor me mee ? Dus vond hij een plaatsje in mn koffer. Toen ik klaar was met inpakken ging ik bij haar in bed liggen. Ik breng je een heleboel kadootjes mee, en ik bel elke dag, en we kunnen elkaar ook elke dag een email sturen. Zes is ze, en reeds o zo bedreven in dergelijke dingen, mn kleine slimme meid. Ze was gerustgesteld, ondertussen. Ik bleef bij haar liggen, we knuffelden en praatten nog een hele tijd alvorens ze zachtjes in slaap viel.
Ondertussen staat alles netjes ingepakt klaar. Ik heb alles wel drie keer overlopen, om mezelf ervan te overtuigen dat ik niks vergeten ben. Kleren ? Check ! Schoenen ? Check ! Make-up en wasgerei ? Check ! PC en werkdocumenten ? Check !
Het is best laat ondertussen. G. is in al zn koppigheid in slaap gevallen op de sofa. Ik denk dat ik maar eens mn bedje opzoek. Slaapzacht, België. Tot over een weekje...
03-02-2009, 00:00 geschreven door K.
|
|
|
 |
04-02-2009 |
Maar... |
Ik heb niks, maar ik ben blij. Ik ben arm, maar dat deert me niet. Ik ben niet de mooiste, maar ik ben vrij gezond. Ik ben gestoord, maar ik ben prettig gestoord. Ik ben high van het leven, maar blijf ondertussen met mn voeten op de grond staan. Ik ben verdwaald, maar ik ben hoopvol. Ik voel me dronken, maar ik ben nuchter. Ik ben jong, maar heb al een heel leven achter me. Ik ben moe, maar ik blijf doorgaan. Ik ben hier, maar eigenlijk ben ik al weg. Ik ben rusteloos, maar ik maak me geen zorgen. Ik ben misschien verkeerd, maar dan verontschuldig ik me wel even. Ik ben hard, maar een zachtgekookt eitje. Ik ben een groentje, maar heb levenswijsheid. Ik ben een angsthaas, maar ik ben moedig. Ik ben verdrietig, maar ik blijf lachen. Ik ben gevangen, maar ik voel me vrij.
Ik ben alleen, maar ik ben niet eenzaam.
Want waar het uiteindelijk op neer komt, is dat alles vast wel goed komt.
04-02-2009, 00:00 geschreven door K.
|
|
|
 |
11-02-2009 |
Duitsland |
Ik ben ondertussen al even terug. Maar de afgelopen weken waren me net iets te hectisch, zodat er geen tijd was wat neer te pennen, en net nu waren er biezonder veel momenten dat ik zo ontzettend nood had aan wat te liggen tokkelen, gevoelens van me afschrijvend.
Duitsland dus. M'n vuurdoop, ze hadden me gewaarschuwd. "Tegen het einde van de week ben je totaal uitgeput." En inderdaad, het lijkt alsof je een week lang 24 op 24 aan de slag bent...
Elke ochtend klokslag half zeven uit je hotelbed. Douche en aankleden. Nog vlug mails nakijken of er dringende zaken zijn. Kwart voor acht, richting ontbijtbuffet. In feite begin je daar alvast je werkdag. Elk hotel in een omgeving van 50 km van de gigantische beurshallen is sinds maanden volgeboekt, allemaal mensen uit de speelgoedbranche, klaar voor de grootste speelgoedbeurs wereldwijd. Dus kom je allicht een klant of collega tegen, en kan je niet anders dat tijdens het ontbijt hen te vervoegen en over het werk te beginnen. Kwart na acht, afspraak buiten met m'n baas en m'n collega, taxi in en richting beurs. Onderweg worden de agenda's overlopen en gesynchroniseerd waar nodig. Half negen, je stapt de beurshal binnen. Tijd voor ochtendgymnastiek : wandelen ! Kwart voor negen, je arriveert op je stand, en je kan nog net alles in orde brengen om je eerste afspraak van negen uur te ontvangen. Enkel exposanten mogen voor negen uur de beurshallen in. Maar er zijn altijd wel een aantal aankopers die aan een dergelijke badge geraken en zichzelf belangrijk genoeg achten om afspraak te vragen om acht uur in plaats van negen uur. Dus in dat geval vervroegt alles een uurtje.
De hele dag ben je met klanten en collega's in de weer. Af en toe duik je onder, in één van de gangen achter het hele gebeuren, waar je even kan op adem komen met een sigaretje. Je maakt van elke gelegenheid gebruik hem een berichtje te sturen, dat je hem mist, wat dat doe je. Misschien meer dan goed voor je is. Terug de drukte in. De ene klant arriveert te laat waardoor de andere klant moet wachten. En toevallig staat die andere klant je op te wachten op één van de andere standen waarvan je agent bent. Net geen kilometer tussen de hoofdstand en de kleinere standen. Haasten geblazen dus. Vanaf zes uur s'avonds begint de rust weer te keren. Je lichaam maakt je duidelijk dat je niet of nauwelijks hebt gegeten. Rond zeven uur vertrekken we aan de hoofdstand. Ofwel naar een andere stand, om met klanten en collega's iets te drinken, ofwel naar het hotel om je even op te frissen.
Acht uur s'avonds, afspraak. Tijd om richting één of ander restaurant te vertrekken, meestal met klanten of de hele directie van één van de merken die je verdeelt. Negen uur. Je zit aan tafel. Zullen we eerst nog rustig een aperitiefje nemen ? Je hebt de hele dag nauwelijks gegeten, en je bent sowieso al niet erg bestand tegen alcohol. Een Kir Royal, graag. Eéntje maar, want zelfs de eerste slok stijgt je naar het hoofd. Natuurlijk wordt het al gauw twaalf uur vooraleer je het restaurant uitstapt. Ook hier betrap je jezelf er vaak op hoezeer je aan hem denkt. De gekozen restaurantjes zijn vaak pareltjes, waardoor je meteen iets hebt van : "was hij nu maar bij me", of "hier kom ik ooit nog met hem heen." Taxi ! Haubtbahnhofstrasse bitte. Een piepkleine bar waar vanaf elf uur druppelsgewijs alle belgen lijken binnen te stromen. Een piepkleine bar met een live zangeres. Een piepkleine bar waar ze nog een extra scheut vodka in de Mojito's kieperen. Eentje, maar. Je gebaart je baas: "Zorg ervoor dat ze me géén tweede aansmeren." En dat doet hij.
Twee uur, drie uur, half vier. Rond dat uur zit je weer in de taxi. Richting hotel. Je arriveert in je kamer, en checkt je emails nog even. Je oudste dochtertje rekent erop dat ze s'morgens voor school een berichtje van mama in haar mailbox vindt. Dus stuur je nog vlug hoe druk het wel is, hoeveel cadeautjes je ondertussen al hebt voor haar en haar zus, hoe hard je hen mist, en je telt alweer een dagje af voor je terug thuis zal zijn. Je spring nog gauw even de douche in, terwijl je muziek zachtjes door je kamer weerklinkt en je tot rust brengt. Je gaat op je bed zitten. Opzij, Truffel. En je zeilt weg, in slaap.
En zo gaat het, een week lang. Je leert ontzettend interessante mensen kennen, en natuurlijk ook ontzettend oninteressante mensen. Je was je wel al bewust van de testosteronwolk die opsteeg in de bar. Mannen die een weekje van huis zijn, in een wereld waarin vrouwen sterk in de minderheid zijn. Ze zijn zo zielig, meneer. Meerdere smsjes. In welk hotel logeer je ? Zal ik je straks een massage komen geven ? Wat is je kamernummer, dan kom ik je straks eens goed verwennen. M'n antwoord op het eerste dergelijke smsje heb ik ook gebruikt als antwoord op de andere berichten : "Wie zoekt, die vindt. Er zijn zowat 700 hotels in de stad, dus bonne chance!" Dat antwoord leek te werken, want na dag drie hielden de berichten op.
Een gemengd gevoel op de terugweg. Doodop, maar met een flinke portie nieuwe kennis. Want je steekt ontzettend veel op tijdens dergelijke dagen. Vol verlangen om je meisjes terug te zien. En vol weerzin om terug in de realiteit van je huwelijk te stappen.
Want uiteindelijk ging je een aantal dingen beseffen tijdens het weekje weg. Hoezeer deze job je ding is. Hoezeer je van je meisjes houdt. En dat je je man helemaal niet gemist hebt, dat het je eerder een vorm van rust bracht, die week zonder hem, ondanks alle drukte géén nerveus gedoe.
En dan weet je dat er iets aan moet doen. Niet nu, nu is het te vroeg. Ooit. Maar sneller dan gepland.
11-02-2009, 00:00 geschreven door K.
|
|
|
 |
23-02-2009 |
De weken na Duitsland... |
De weken na Duitsland lijken in een waas verlopen te zijn, een waas van ergernissen en hoog oplopende ruzies thuis anderzijds.
Ik was nog geen half uur terug in België, en meteen bevond ik me terug in de verdraaide situatie zoals ik die een week voordien had achtergelaten. Ondanks al zijn beloften en goede voornemens aan de telefoon tijdens de dagen dat ik in het buitenland vertoefde. Want ondanks het feit dat mijn man en ik al talloze gesprekken hadden gevoerd omtrent de zovele zaken die ons uit elkaar dreven, kwam hij op de proppen met een kadootje waaruit ik alleen maar kon opmaken dat hij er geen bal van verstaan had, of had willen verstaan.
Ik had hem al met hand en tand proberen duidelijk te maken dat ik problemen had met het sexuele aspect binnen ons huwelijk. Ik moet waarschijnlijk wel erg geschrokken gekeken hebben toen hij me vertelde dat hij me een vibrator had gekocht, waarop hij meteen alle verdere communicatie stil legde, en het vertikte nog tegen me te spreken, laat staan me nog aan te kijken. Thuis aangekomen vertrekte ik meteen naar m'n moeder, want m'n meisjes zaten daar op hun mama te wachten. Ze zag meteen dat er alweer een haar in de boter zat, en gaf me flink op m'n donder. Want hij had tijdens mijn afwezigheid toch zo z'n best gedaan : de zolder werd geschilderd en het hele huis lag er piekfijn bij, want hij had twee dagen lang aan het poetsen geweest. Ik gebaarde m'n moeder naar de keuken, en vertelde haar over de reden van zijn boos-zijn. En ze zweeg.
De daaropvolgende dagen volgden de wederzijdse ergernissen zich in een razend tempo op. De bom moést wel ontploffen. Eerst dreigde hij ermee dat hij zou vertrekken om de dag erna "geen poot meer te willen verzetten". "Trap jij het hier maar af", riep hij nog, net voor hij afgelopen woensdag de voordeur achter zich dicht trok, om met z'n oudste dochter naar de bioscoop te gaan. Ik begon dan maar het internet af te schuimen naar een stekje dat ik huren kon. Slechts ééntje kon me ietwat bekoren. Toen hij later die avond thuiskwam sprak ik hem voorzichtig aan. Dat ik weg zou gaan. Dat hij het huis houden mocht, en dat ik het belangrijk vond om in het belang van de kinderen alles op een zo deftig mogelijke manier af te handelen. Hij lachte me doodeenvoudig uit, en verklaarde me zowat de oorlog. Donderdag. Ik kwam terug van m'n werk en had de deur nauwelijks achter me dicht getrokken. Een eerste veldslag kwam akelig dichtbij. Hij had zich duidelijk behoorlijk opgeladen, en bleef achter me aan lopen, roepend en tierend. Ik probeerde hem duidelijk te maken dat dit niet de moment was voor een dergelijk gesprek, de kinderen zaten vlakbij en konden alles opvangen. Hij wilde maar niet luisteren, dus besloot ik naar boven te gaan. Hij kwam achter me aan, en ik gaf hem voor de eerste keer in m'n hele leven geen kans om iets te zeggen. Ik vertelde hem rustig dat mijn besluit vast stond, dat dit niet langer kon. Dat ik zo snel mogelijk iets zou zoeken om in te trekken. En plotseling werd het hem duidelijk dat dit menens was, dat dit geen loze dreigementen waren. Hij vroeg me of ik er al iemand omtrent gesproken had. Ik vertelde dat ik het had overlegd met m'n ouders. "Dan ga jij het nu onmiddellijk aan de kinderen vertellen." Ik probeerde hem duidelijk te maken dat ik dit niet wilde, te meer niet gezien de gevoeligheid van onze oudste. "Ik wil eerst weten waar ik heen ga, en alles tussen jou en mij op papier hebben, dan pas zal ik de kinderen inlichten." Hij deed alsof hij me niet hoorde en rende de trap af. Ik ging op het bed zitten, nam met trillende handen m'n agenda en m'n gsm, en belde een afspraak met de eigenaar van de huurwoning die ik gevonden had. Toen ik inhaakte merkte ik dat hij terug in de kamer stond, hij was blijkbaar stil de trap op gekomen, en had het hele gesprek gevolgd.
Wat daarop volgde was pure paniek van zijnentwege. Plots zou hij helemaal veranderen. Huilend smeekte hij me te blijven, want zonder mij kon hij plots niet meer verder. Holle woorden over hoe graag hij me wel ziet, en dat dit, ondanks de afgelopen maanden vol wederzijdse ergernis, niet was veranderd. Hij vroeg me of ik nog van hem hield. En ik bekende : "Neen, het is over, weg, gedaan. Het spijt me." Het daaropvolgende uur bestookte hij me met smeekpleiades. Om z'n leven niet kapot te maken, dat hij er wel voor zou zorgen dat ik terug van hem zou gaan houden. Ik hield echter stand, voelde een wind van sterkte, vastberadenheid en opluchting door m'n lichaam razen. Eindelijk ! Hij liep naar buiten, sprong in z'n wagen en reed weg. De twee oudsten vroegen wat er gaande was, en ik vertelde hen over m'n beslissing, waarop ze meteen begonnen huilen. Ik probeerde hen te troosten, en vertelde hen dat ze sowieso altijd welkom zouden blijven, dat ik ze even graag zag als de andere twee, maar dat de situatie onhoudbaar geworden was. De oudste begreep me. Zij was altijd al een stille getuige van wat er zich tussen haar vader en mij afspeelde. Ze was al genoeg tegen haar vader ingegaan, om mij in bescherming te nemen.
Een uurtje of twee later kwam hij terug. Hij was blijkbaar wat met z'n wagen gaan rondrijden in de polder, en had onderweg m'n zus ingelicht. Al snel kreeg ik telefoon van haar, woest. Dat ik alleen maar aan mezelf dacht, dat ik het leven van hem en de kinderen kapot zou maken en ga zo maar door. Even later m'n andere zus. Hetzelfde verhaal, maar op een vriendelijke manier. "Doe zoals ik", zei ze nog, "geef hem een zolder en een pc, en je hebt er geen last meer van, en dan kan je gewoon je eigen ding doen." Ze verwees naar haar man, die zodra hij thuiskomt achter z'n pc op zolder verdwijnt, en slechts naar beneden komt om te eten of te gaan slapen. Toen ik uiteindelijk inhaakte, probeerde ik hem alles nog een keer duidelijk te maken. "Kijk, dàt is nu een situatie waarmee ik niet zou kunnen omgaan. Mijn beide zussen heb een rothuwelijk, maar blijven erin louter omwille van hun "luxe", de eigendom en weet ik veel wat nog allemaal. Ondertussen leven ze wel netjes naast elkaar. Dat is niet de manier waarop ik wil leven, G. Dit, wij, werkt niet meer. Al zolang niet meer..."
Urenlang zaten we te praten. Hij gooide alles in de strijd omdat ik zou blijven, ik gooide alles in de strijd om hem duidelijk te maken dat er geen toekomst voor ons meer is weggelegd.
Ook de daaropvolgende dagen hetzelfde scenario. Ondertussen verloor ik ook de steun van m'n moeder. M'n zus had haar aangepakt, en het leek alsof ik plots gebombardeerd was tot persona non grata. G. had zichzelf de slachtofferrol aangemeten en ik voelde me nagenoeg des duivels. Onzekerheid nam m'n hele zijn over. Alsof ik in een hoekje geduwd was en geen kant meer uit kon. Woorden vol steun van T., M. en R. deden me deugd, maar namen mijn onzekerheid niet weg. Misschien lag het hele zootje waarin ik verkeer weldegelijk aan mij. Misschien heeft hij het altijd wel goed voor gehad met me. Misschien.
23-02-2009, 00:00 geschreven door K.
|
|
|
 |
28-02-2009 |
Sisters |
Zondagavond. Ik had me behoorlijk moeten haasten om op tijd T. te kunnen gaan afhalen. Een carnavalstoet waaraan de ponyclub deelnam nam m'n namiddag in beslag. M'n meisjes genoten. De jongste op het koetsje, uitgelaten confetti gooiend, en de oudste op haar pony, fier als een gieter, met mij naast haar, in een outfit die de onzekerheid die binnenin me heerste, moest maskeren. Tien na zes thuis, om half zeven werd ik bij T. verwacht. Ik ontkleedde me vlug in de garage, en maar goed ook. Ze zeggen wel eens dat bloed kruipt waar water niet kruipen kan. Nou, bij dezer wens ik dit genuanceerd te zien : bloed én confetti kruipt waar water niet kruipen kan. Neem het van mij aan !
T. en ik arriveerden behoorlijk laat in Brussel, waardoor het nog moeilijker was parkeerplaats te vinden. Na een helse zoektocht en een fikse wandeling met enkele ren-je-rot-want-het-is-rood-maar-we-hebben-geen-tijd-om-te-wachten-tot-het-groen-wordt-spurtjes, stapten we de AB binnen. Om daar tot de conclusie te komen dat T. haar handtas had laten open staan en de tickets verdwenen waren. We doen het wel vaker: doen alsof we de tickets vergeten zijn. Dus begon ik natuurlijk te lachen : "ja, ja, tuurlijk, T." Maar ze stormde de AB terug uit, vastberaden de tickets terug te vinden. Ik haalde haar in, en samen liepen we de afgelegde weg in tegenovergestelde richting af. "Die kaarten vinden we niet meer, hoor. Die zijn we kwijt." Maar, wonder boven wonder, wat vonden wij in een plasje modderig water te midden van een kruispunt dat we eerder hadden overgelopen ? Juist ! Twee tickets voor het concert van The Sisters of Mercy. Onze tickets. We overhandigden even later twee vieze, natte tickets aan het meisje dat er een stukje diende af te scheuren alvorens ons binnen te laten. Ze was er niet bepaald happig op. Onze spullen in een lockertje, nog iets drinken, en richting zaal. Om een zevental liedjes later alweer in de bar te zitten.
We hadden het ondertussen wel al gehad. Elk liedje leek op het vorige. De zanger poogde verwoed zijn vergane glorie te verbergen, maar z'n stem verraadde hem. Daarenboven flankeerde hij zich, bij gebrek aan de originele bezetting van weleer die wijselijk hadden besloten netjes thuis te blijven, door twee jonge gitaristjes met net iets te veel boysband-gehalte die daarenboven nog eens flink naast hun schoenen liepen. Het drum-synthysizer was ook niet bepaald bevorderlijk voor het geheel. De zaal, nokvol met mensen, op zoek naar een gevoel van vroeger, die stilaan tot het besef kwamen dat dit gevoel voor eeuwig en altijd verdwenen is.
Maar ach, zelfs als de muziek tegenvalt amuseren T. en ik ons nog. Het gaf ons wat meer gelegenheid te praten. Over de typische onderwerpen. Of je al dan niet magerder lijkt als je het op z'n hondjes doet, bijvoorbeeld. Toch een typisch onderwerp, niet ? Zelfs nu, bijna een week later, begin ik weer te giechelen terwijl ik dit neertyp. En T., wel die gaat het vast nòòit meer op die manier kunnen doen zonder aan dat gesprek te kunnen terugdenken. Euch... maar wil ik eigenlijk wel dat ze tijdens... nou ja, gewoon tijdens, aan dat gesprek moet denken, en aldus ook aan mij.... ALARMFASE ROOD !! Sirenes alom : T. : vergeten dat gesprek !!!! Even op delete drukken, meisje.
T. en ik... de sisters of "lord, have mercy on their souls..." (gniffel, gniffel)
http://www.youtube.com/watch?v=LPfce9FvjgA&feature=related
28-02-2009, 00:00 geschreven door K.
|
|
|
 |
|
 |
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
|
|
 |