 |
|
 |
|
Gruwelijk dwaas ben ik. Kom maar niet dichter, heb geen vertrouwen in mij. Dit is het verhaal van mijn leven. Dit is het verhaal van mijn dwaasheden. |
 |
08-03-2008 |
The Cult |
Vrijdag, half twaalf s'middags. Ik kreeg haar antwoordapparaat te horen. Logisch, ze zat nog in de les op dit uur. Slecht karakter als ik ben had ik er op gehoopt dat ze haar gsm had vergeten uit te zetten. Laatst was dat nog zo, en ik bleef maar verderpraten, terwijl zij, vast met een knalrood hoofd, me probeerde duidelijk te maken dat ze nog in de klas zat, tot grote hilariteit achteraf, natuurlijk. Mijn oudste dochter, M, bijna achttien jaartjes jong, en eigenlijk een stiefdochter, maar dat zeggen we lekker niet. Uiteindelijk ben ik altijd al méér haar moeder geweest dan haar "echte" moeder, waarmee ze ondertussen alle contact heeft verbroken.
"M., ik hoor net op StuBru dat het concert van The Cult van vanavond niet uitverkocht is, je kan dus nog meegaan als je zin hebt. Ik ben thuis om vijf uur, en vertrek om zes uur. Je bekijkt maar of je mee wil. Dada !"
Ik stond net onder de douche toen ik haar hoorde thuiskomen. "Hey M., kom eens even naar boven", riep ik. Deze keer had ze blijkbaar haar gsm wél afgezet, en zelfs nog niet terug opgezet. Ik herhaalde dus wat ik had ingesproken, en omdat ze toch niet kon gaan trainen wegens een kleine blessure, besloot ze het erop te wagen en maakte ze zich snel klaar. Om vijf voor zes wou ze nog per sé haar nagels zwart lakken, waardoor we pas tegen tien na zes arriveerden bij T., mijn vriendin én de reden dat we vandaag richting AB in Brussel reden. Zij had mij vergezeld naar het optreden van Arid, op voorwaarde dat ik met haar vandaag mee naar The Cult zou gaan.
Drie dames alleen op stap, dus. En dat mochten we geweten hebben. Aan aandacht geen tekort, om het netjes te stellen. Maar we hadden een leuke tijd, voor het concert gierden we het uit door wat te zitten "mondelinge plaatjes te maken" van mogelijke kandidaten in onze omgeving.
Ettelijke hongerige blikken van begeerte gericht op het jonge, onaangetaste slanke lichaam van M. Bijna achttien en nog maagd, zo zijn er niet veel meer. Niet dat ik haar preuts opvoed, integendeel, we hadden van meet af aan een hele open relatie. Ze weet alles wat er te weten valt, en meer. Ze vindt gewoonweg haar gading niet tussen leeftijdsgenoten, en de jongens, of mannen, waarop ze dan wél valt, vinden haar dan weer te jong.
M. en ik wisten niet echt wat te verwachten van het optreden, want we kenden maar een tweetal nummers van de band, maar al bij al viel het best mee. Ok, de zanger wist duidelijk niet echt meer waar hij stond, en zong er af en toe flink naast, maar er heerste een enorm leuk sfeertje, en we rockten er op los. De bassist maakte met z'n mooie koppie trouwens heel wat goed.
Nadat het merendeel van de menigte de zaal verlaten had, begaven we ons naar buiten. De inkomhal was nog gezellig druk, en we besloten er nog ééntje te drinken, vooraleer we huiswaarts zouden keren. Ik probeerde een weg te banen tussen de menigte naar een ietwat rustiger plekje, met T. en M. in mijn kielzog, en zoals altijd, met mijn blik zoveel mogelijk naar de grond gericht. Ik voelde prangende blikken op me gericht, wat me zoals altijd een ongemakkelijk gevoel gaf, en ik wou daarom zo snel mogelijk uit de drukte raken. Iemand kruiste m'n pad, en ik moest stoppen. Ik keek op, en voelde hoe hij al mijn aandacht naar zich toe zoog, zijn ogen stevig op me gericht, wachtend op oogcontact. Een jonge blonde god, een jaar of achtentwintig, met halflang haar, ietwat warrig, maar geenszins de aandacht wegnemend van zijn perfecte gelaatstrekken. We keken elkaar in de ogen, en een glimlach ontblootte zijn perfecte witte tanden. Ik lachtte bedeesd terug, ietwat gechoqueerd door zijn lichte brutaliteit. Waar haalde hij het recht me zo aan te staren ? Ondertussen grabbelde ik naar T.'s handen, bracht deze naar mijn gezicht, keek hem vanuit m'n ooghoeken nog even aan, glimlachte, deed haar handen op m'n ogen, en zette m'n weg verder. Een meter of twee verder, deed ze haar handen van m'n gezicht, en zei ze "Wat was dàt ? Die was knàààp !" We lachten en zochten ons iets verder een rustig plekje uit. Zodra M. zich bij ons voegde, zei ze dat ze nog nooit zo'n knappe man gezien had, en vroeg ze zich tot groot jolijt luidop af of hij geen jongere broer had. Ik besloot wacht te houden, om ons plaatsje te behouden, terwijl M. naar het toilet ging, en T. ons iets te drinken ging halen. Plots stond hij daar weer, vlak voor me. Hij bleek uit de buurt van Luik te komen, en we praatten even over het concert. Jaloerse blikken in mijn richting, van vrouwen die ons passeerden. Ook al gaf hij me enigszins vrij duidelijk te verstaan dat hij wel interesse in "meer" had, ik wimpelde hem netjes af, door hem m'n trouwring te tonen. T., M. en ik begaven ons even later naar buiten, gingen vlug nog een hapje eten, en stapten de wagen in. De knappe jonge vreemdeling kwam nog even ter sprake. Vreemd in feite, want T. en ik hebben anders altijd een totaal ander beeld van wat een mooie man is, en het gegrijns om M.'s gezicht spreekt meestal ook wel boekdelen en vice versa. Maar al gauw dwaalden we weer af naar ons typisch gepalaver over koetjes en kalfjes, en thuisgekomen maakte ik mezelf de bedenking dat ik nooit eerder zo'n goede band had ervaren met een vriendin als ik momenteel ervaar met T. Ze is er voor me wanneer nodig, we hebben pret, lachen ons rot, maar kunnen net zo goed elkaar opbeuren wanneer nodig, elkaar advies geven of wat dan ook. Ze neemt me voor wat ik ben, en da's vast niet altijd even makkelijk...
08-03-2008, 00:00 geschreven door K.
|
|
|
 |
12-03-2008 |
Oude en nieuwe wonden |
Woensdag. Ik stapte na m'n werk bij mijn ouders binnen, om m'n meisjes af te halen. Ze waren net begonnen met het avondeten, en m'n vader schoof me meteen een bord toe. Mijn man zou pas rond acht uur thuiskomen, dus besliste ik maar te blijven eten. Voor zover je het eten kan noemen. Mijn moeder vroeg of ik de nieuwe Humo al gelezen had. Ik schudde m'n hoofd. -"Er staat een artikel in over hoogbegaafde tieners. Ik kreeg kippevel toen ik het las, het deed me volledig aan jouw schooltijd denken. Eén van hen heeft trouwens hetzelfde IQ als jij. Je moet het maar eens lezen." Ze schoof het tijdschrift mijn richting uit. Ik duwde het terug. "Ik lees het thuis wel." Alles wat met schooltijd te maken heeft hou ik liever op veilige afstand van me. Het was een tijd van pijn en verdriet, van onbegrip en gemis.
Ik klinkte de gordels vast van mijn meisjes en sloot de deuren. Mijn moeder, eeuwig ongerust over haar jongste dochter, keek me aan. -"Je ziet er niet goed uit, scheelt er wat ?" -"Nee," loog ik, "Ik ben gewoon wat moe." -"Neem je je medicatie nog?" -"Elke dag, baas." zei ik. Elke dag gooi ik ze in de gootsteen, dacht ik. Die zal vast gelukkig zijn.
Ik was net vertrokken, toen mijn man me belde. Zijn werk was beter gevorderd dan voorzien, en ook hij was onderweg naar huis. "Ik had de Humo mee, voor tijdens mijn lunchpauze", begon hij, "Er staat een stuk in over hoogbegaafde kinderen. Toen ik het las, leek het alsof ik over F. aan het lezen was. Je moet dat stuk straks even lezen." Een koude rilling over mijn rug. Nee !
F. Mijn zorgenkindje. Ze werd geboren, en de gyneacoloog die me hielp bevallen, kwam achteraf naar me toe. Dat het voor hem de eerste keer was dat een pasgeboren baby haar hoofdje constant probeerde te draaien in de richting van haar moeders stem. Ze werd na haar eerste bad in m'n armen gelegd, en ze keek me taxerend aan, zo van "ben jij nou de eigenaar van die stem die ik herkende ?" Net dezelfde reactie wanneer haar papa haar opnam. Een dag later vroeg ik de verpleegster of zo'n klein ukje al zien kon. Ik kreeg een resolute nee als antwoord. "Hoe komt het dan dat ze me na doet ? vroeg ik. Ik kreeg te horen dat dit onmogelijk was. Dus nam ik haar, en legde haar op m'n gebogen benen. Ik articuleerde een aantal letters, zonder ze uit te spreken, in alle stilte; A, O, I. Na elke letter imiteerde dat kleine schepseltje van me de houding van mijn mond zo goed ze kon. De verpleegster was sprakeloos, en de verdere dagen van ons verblijf dienden we vaak ons "truucje" ten berde te brengen. Op twee maanden lachte ze luidop. Op zes maanden kroop ze volop rond, op negen maanden stapte ze alsof ze nog nooit iets anders gedaan had. Toen ze een jaar of twee was, tekende ze héél gedetailleerd. Na de tweede dag in de peuterklas, ze was nét tweeënhalf, zei haar juf me dat ze vreemd genoeg alle kindjes reeds bij naam kende. Thuis vertelde ze me tot in de puntjes wat ze die dag op school gedaan had, netjes op chronologische volgorde, zonder ook maar iets te vergeten. Maar ik stond er niet echt bij stil, voor mij leek alles normaal, ik had natuurlijk geen vergelijkingsmateriaal, ze was mijn eerste dochtertje. Later, toen mijn tweede dochtertje opgroeide, was ik constant bang dat ze achter was, dat er iets mis was met haar. Maar zij was gewoon, normaal, netjes op leeftijd, terwijl de andere alles véél te vroeg deed. Na een drietal weken peuterklas begon ze te veranderen. Ze wou niet meer naar school en had constant buikpijn. Ik kreeg te horen dat ze mogelijk autistisch was, en dat ze dringend getest moest worden. Plotseling viel me op dat haar tekeningen op school helemaal niks voorstelden in vergelijking met wat ze thuis maakte. Ze krabbelde er op school maar wat op los. Ik nam de kaft met haar tekeningen van thuis mee naar school, en ik kreeg te horen dat ze ondertussen werd gevolgd door een extra zorgjuf, en dat uit diens bevindingen vermoedens rezen dat ze een ontwikkelingsvoorsprong had, aangezien je pas later over hoogbegaafdheid kan praten. Enige probleem was dat F. pas getest kon worden als ze vier was. We moesten dus wachten, maar in afwachting besloot de school, in samenspraak met ons en het CLB, haar naar een hoger klasje te laten gaan. Na enkele zware weken van aanpassing verbeterde de situatie en begon ze terug graag school te lopen. Ze was vier jaar en vijf maanden toen ze getest werd in het centrum voor communicatiestoornissen van het UZA. Na afloop bleek dat ze niet autistisch was, maar dat ze een behoorlijke ontwikkelingsvoorsprong had. Haar resultaten kwamen overeen met de resultaten van dat van een kind van zeven jaar en twee maanden. Vreemd genoeg bleek er uit de testen ook dat ze bewust fouten maakte. Bij sommige vragen antwoordde ze dat ze nog te klein was om ze te beantwoorden terwijl bleek dat ze best wel de oplossing wist. De beslissing haar een een jaar hoger te laten volgen bleek uit de resultaten aangewezen om haar voldoende uitdaging te bezorgen, zo niet zou ze kunnen beginnen onderpresteren. We kregen een stapel documenten mee naar huis, en de raad om haar opnieuw te laten testen als ze een aantal jaren ouder was en om bij problemen ons te wenden bij het CBO, het centrum voor begaafdheidsonderzoek van Prof. T. Kieboom. Ondertussen zit ze in het eerste leerjaar, en doet ze het uitstekend. Ze heeft, ondanks het feit dat ze een jaartje jonger is, uitstekende resultaten, en voelt zich bij haar klasgenootjes best wel goed. Haar gevoeligheid speelt haar echter vaak parten. Het nieuws kijken we beter niet als ze in de buurt is, want dan raakt ze overstuur. Ze heeft het enorm moeilijk met onrechtvaardigheid en neemt het altijd op voor de zwaksten. Ze wil voor alles een gedegen uitleg. Haar drang naar perfectie bezorgt haar faalangst. Als ze ergens niet zeker van is, begint ze er liever helemaal niet aan. Dan bekijkt ze even alles vanop afstand, verwerkt ze alle gegevens in dat kleine hoofdje van 'r, om dan, als niemand het ziet, het te proberen. Een zin voor humor en een smaak in muziek die niet bij haar leeftijd passen.
In haar herkent mijn moeder mij. Helaas was er toen ik jong was nog totaal geen actief onderzoek omtrent de materie. Ik werd bestempeld als een buitenbeentje, een rebel, of een moeilijke leerling. Terwijl ik me doodeenvoudig stierlijk zat te vervelen op school. Achteraf bekeken ben ik in een sukkelstraatje van faalangst en onderprestatie geraakt, twee zaken die, zo bleek later, mijn depressie voedden.
Herinneringen aan mijn schooltijd zitten veilig opgeborgen, verbannen wegens te pijnlijk. Het geen aansluiting vinden bij leeftijdsgenoten, het onbegrip bij leerkrachten. Ik was moeilijk, ik was eigenwijs. Ik kwam wel tot dezelfde eindoplossing, maar bereikte die op een totaal andere manier dan hoe deze werd aangereikt, dus werd het als zijnde fout bestempeld. Dit resulteerde er in dat ik zelfs een jaar opnieuw diende te doen. De heerschappij van de idiotie der leerkrachten deed me de das om, en deed me een dégout krijgen van alles wat met school te maken heeft. Alsof ze alle wijsheid in pacht hebben !
Nooit, niet één keer heb ik gestudeerd voor een toets of examen. De basiskennis die we in de lessen kregen vond ik voldoende. Iets vanbuiten leren vond ik zinloos. Natuurlijk, als je op die manier aan hogere studies begint, en je plotseling een massa gegevens meekrijgt die je thuis dient te verwerken, dan weet je niet hoe er aan te beginnen. Faalangst evolueerden in ernstige angstaanvallen, en omwille van gezondsheidredenen diende school te worden stopgezet.
Ik heb hieromtrent vast wel al eerder iets geschreven, het artikel in Humo maakte gewoon alles weer wakker in me.
Ik denk anders. ik besta anders. Ik voel anders. Intenser. Iedereen lijkt zijn leven te leiden, zonder er al te veel bij stil te staan. Ik dien echter af en toe even "af te stappen", even een adempauze te nemen, om de dingen vanop afstand te bekijken en een plaats te geven. Ik dien af en toe even afstand te nemen wanneer ik merk dat menselijke wreedheid me alweer te dicht benaderd. Dan moet ik bijvoorbeeld even naar mijn plekje. Mijn plekje, waar ik soms gemoedsrust vind, soms ook niet. Starend naar het water, waar grijze golven vol zorgen voorbij kabbelen, vraag ik me dan af waarom mijn zorgen niet zo eenvoudigweg voorbij kunnen kabbelen.
Mijn dochter kwam laatst naar me toe, en zei, totaal zonder enige aanleiding : "Mama, iedereen heeft twee oortjes om mee te luisteren, en twee oogjes om mee te kijken. Maar ik, hé mama, ik luister en kijk met drie dingen : ik luister en kijk ook met mijn hartje. Mijn zus doet dat niet, papa ook niet, en de kindjes uit mijn klas ook niet. Maar jij wel, mama. Hoe komt dat ?" Ik antwoordde dat ik niet wist hoe dat kwam, en vroeg of ze het erg vond misschien. Ze antwoordde : "Nee, want wij luisteren en zien véél beter toch ?" Of hoeveel je als volwassene van een kind van zes leren kan...
12-03-2008, 00:00 geschreven door K.
|
|
|
 |
25-03-2008 |
Hector |
Ik moet toegeven dat hij zijn best doet. Terwijl hij lange tijd blind is geweest voor mijn gevoelens merkte hij begin deze week plots op dat er iets met me scheelde. "Wat is er nou met je ?" vroeg hij. Ik zuchtte, en keek naar beneden. "Ik voel me niet 100%, maar ik weet niet waarom." Ik heb nooit echt geweten waarom, dus hij verzoende zich met dat antwoord. Niet 100%... over een understatement gesproken. Maar ik weet dat voorzichtigheid geboden was. We begonnen te praten en we luisterden naar elkaar, een uur lang. Onze meisjes werden wakker en kwamen tussen ons in liggen. We besloten er een familiedagje van te maken. Na het ontbijt ging ik met hen naar boven om ons aan te kleden, en hoorde ik hem bellen. Toen ik hem even later vroeg met wie hij had gepraat, ontweek hij echter mijn vraag. We gingen met het hele gezinnetje naar de jaarmarkt in onze gemeente, stopten langs de kermis, en reden daarna richting Antwerpen waar we naar de bioscoop gingen. Nadien gingen we in een gezellig pizzeria eten. Onderweg naar huis zei hij plots dat we nog ergens heen gingen, een verrassing. Een uur later kwamen we aan, een kleine gemeente in de buurt van Brugge. Ik vreesde dat we alweer naar een woning gingen kijken, toen we een enorme oprit opdraaiden. Een vriendelijke man deed de deur open, en verwelkomde ons. "Loop maar even mee naar achter", zei hij. Ik keek mijn man aan, en hij gebaarde al lachend dat we moesten volgen. Twee prachtige Beaucerons, mijn favoriete hondenras, kwamen naar ons toegelopen. Een prachtige nest pups stormden achter hen aan, zes weken waren ze. De man zocht er drie pups uit, en nam ze mee naar binnen, met de kinderen in zijn kielzog. "Deze drie zijn nog beschikbaar.", sprak hij. Mijn man kwam naast me zitten. "Kies er maar eentje uit." De meest ondeugende van de drie pups haalde ik er tussenuit. "Zoek alvast een naam die begint met een H, voor op de stamboom", hoorde ik. "Hector", antwoordde ik vrijwel meteen. Een stevige hond moet een stevige naam hebben. Hector, met Thor, de dondergod, als mogelijke verkorting. Volgende zaterdag mag ik hem afhalen. Daags nadien ben ik Hector en mezelf gaan inschrijven in de hondenschool. Iets om naar uit te kijken, zoveel staat vast.
25-03-2008, 00:00 geschreven door K.
|
|
|
 |
27-03-2008 |
Een laatste kans |
De eerste week van de Paasvakantie zit er bijna op, zo ook mijn weekje verlof. Het weer heeft, misschien zoals bij zovelen, invloed op mijn gemoedstoestand. Of is er weer meer aan de gang ? Ik vrees er eerlijk gezegd een beetje voor. Mijn gedachten zijn alweer niet meer te stoppen, ze stormen als het ware door me heen. Ik ben weer genoodzaakt te vechten tegen de doodslust. Ik lijk het maar niet te kunnen laten : sta ik voor een gesloten spoorweg, dan beeld ik me dat ik uit mijn wagen stap, dat ik rustig naar de treinbils toe loop, en zachtjes erop begin te wandelen, in de richting van de trein die komt aanrazen. Terwijl de trein nadert, en waarschuwend begint te toeteren, strek ik mijn armen naast me uit, en richt ik mijn hoofd richting de grauwgrijze lucht boven me. De afgelopen dagen had ik voldoende tijd om alles even op een rijtje te zetten, om eens flink na te denken over het leven dat ik leid. Of kan ik het me permitteren te spreken over het leven dat ik lijd ? In ieder geval lijk ik er wijzer uitgekomen te zijn. Een aantal beslissingen zijn gevallen, belangrijke beslissingen. Momenteel leef ik enkel tussen de slechte momenten door. Ik geniet van de korte tijden van "me goed voelen" die me gegund zijn. Maar het is me duidelijk geworden dat de tijden tussenin steeds korter lijken te worden, me nauwelijks de kans gevend te recupereren en voldoende aan te sterken voor de volgende donkere episode in mijn leven. Medicatie heb ik definitief opgegeven; als het niet zonder lukt, nou dan lukt het maar niet. De muur die ik opgetrokken heb rondom me neemt buitengewone proporties aan. Thuis, op kantoor, waar dan ook, kom ik over als zijnde zelfzeker, altijd vrolijk, altijd hard werkend, altijd klaar om bij te springen waar nodig. De logische gevolgen van dat muurtje beginnen zich meer en meer te manifesteren : wanneer ik alleen ben voel ik me uitgeput, leeg, en trek ik me volledig terug in mijn eigen wereldje vol bluesy muziek en dagdromen. Wanneer ik alleen ben, voel ik de ware ik, teruggetrokken, in stilte schreeuwend omdat ik de harde wereld niet lijk aan te kunnen, omdat ik niet begrepen lijk te worden en nog meer omdat ik zo erg aansluiting mis bij anderen. Ik weet niet meer waar ik heen ga. Ik zie een licht, en tracht het te volgen, weg uit het donker. Ondanks alle moeite van de wereld, zie ik dan het licht zachtjes uitdoven, en kan ik niet anders dan besluiten dat ik alweer verdwaald ben. Ik weet écht niet meer waar ik heen ga. Mijn leven lijkt een storm te zijn, en tijdens de korte windstille periodes sterk ik onvoldoende aan, wat resulteert in het feit dat ik bij de eerste de beste windstoot weggeblazen word. Ik ben tot de conclusie gekomen dat ik me vasthou aan een droom. Een droom dat ik me op een dag beter zal voelen en dat alle nare gevoelens voorgoed verdwenen zullen zijn. Maar dat zullen ze nooit. Ze zijn nu eenmaal een deel van me. Ermee leren leven is geen optie voor me. Een leven vol regen, nee dank je, niet voor mij. Dan pas ik. Een laatste sprankeltje hoop zorgt er voor dat ik nog een tijdlang op mijn tanden bijten zal. Merk ik dan dat het me niet lukt alle nare gedachten te verdrijven, dat geef ik me met opgeheven hoofd gewonnen. Blijvend vechten heeft uiteindelijk geen nut, aangezien het een gevecht is waar ik nooit in winnen zal, behalve een kleine veldslag hier en daar dan. Wanneer ik 's morgens vroeg in mijn eentje van werf naar werf rijd, en er nog nauwelijks ander verkeer op de baan is, bedenk ik vrij vaak dat als ik op dat ogenblik even de gaspedaal helemaal ingedrukt zou houden, om kort nadien bruusk het stuur om te gooien, ik er vast niet meer zou zijn. Met een maximale kans dat iedereen denkt dat het een ongeval betreft. Maar ik geef mezelf eerst alsnog een laatste kans...
27-03-2008, 00:00 geschreven door K.
|
|
|
 |
|
 |
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
|
|
 |