(Je kent ze wel. Die typische onderbroeken die worden verkocht door quasi bejaarde koppels, meestal met een gebrek aan een deftig gebit, in marktkraampjes. Vleeskleurige joekels die je zo hoog optrekken kan dat ze meteen ook dienst zouden kunnen doen als bustehouder, en die meer stof vergen dan de doorsnee belgische vlag. Meestal zijn ze overvloedig gegarneerd door opzichtig geborduursel of kant geklosd door een bijziende brugse non van negentig. Doe je tienerdochter een dergelijk exemplaar cadeau, en gegarandeerd raakt ze niet zwanger zolang ze die onderbroek maar draagt; regelrechte afknappers zijn het. In ons dialectje worden zo'n gedrocht ook wel eens een "onderflok" genoemd.)
We waren pas vertrokken, mijn vriendin en ik, richting Ancienne Belgique, Brussel, gisteren. -"Ik ben iets vergeten", zei ik. -"Oei," antwoordde ze, "draai aan de volgende lichten terug, we zijn nog niet zo ver." -"Nee, ik rij er niet voor terug, het zal voor de volgende keer zijn." -"Wat ben je dan vergeten?" -"Wel, op Stubru vroegen ze hem of hij het nog leuk vond als hij slipjes op het podium gegooid kreeg, iets wat vroeger al eens vaak durfde te gebeuren. Hij wist het wel te appreciëren, antwoordde hij al lachend. Dus had ik zo'n gigantische 'onderflok' gehaald op de markt, de grootste maat verkrijgbaar... ik wou er nog m'n gsm-nummer opzetten met een zwarte markeerstift, en dan dat ding het podium opgooien." Ze keek me aan, zich afvragend of ik het meende. Tuurlijk meende ik het, behalve dan dat van mijn gsm-nummer. Even later proestten we het uit, en de sfeer voor de avond bleek gezet.
Het optreden was uitverkocht, en met wat geluk vonden we een toch een plekje vrij dicht bij het podium. Net niet groepie-dicht bij het podium, zal ik maar zeggen. Om half negen, een half uur later als aangekondigd kwam Arid het podium. Tja, parkeerplaats vinden in het centrum van Brussel is blijkbaar voor iedereen een moeilijke klus. Maar ze waren het wachten meer dan waard, want gedurende iets meer dan anderhalf uur namen ze ons mee op een heerlijk ritje van de nummers op hun nieuwe cd, perfect afgewisseld met oudere successen. Twee kippevelmomenten beleefde ik. Het stevige maar wondermooie "life", waarin een stukje "eternal life" van Jeff Buckley in verwerkt zat, dezelfde versie die me enkele maanden voordien op de Jeff Buckley Tribute in de Kaktus te Brugge reeds kippevel bezorgde; en het fragiele I don't know where I'm going. Toepasselijker kon niet: ook ik weet niet waar ik heen ga, had ik maar iemand waar ik tegen kon zeggen "breng me naar huis"...
Helemaal opgegaan in de menigte leek ik heel even zorgeloos. En dat terwijl ik normaal gezien me ontzettend ongemakkelijk kan voelen in zo'n drukte. Maar de sfeer was zo ontzettend fijn dat ik vaak even m'n ogen sloot en me alleen in de zaal waande.
Op de terugweg bespraken we onze thuissituaties even kort, maar al snel zochten we terug wat humor op, en maakten we een planning op van de optredens die we de komende maanden in geen geval willen missen. Op zeven maart keren we terug richting AB, dit keer voor The Cult. En als we kaarten kunnen bemachtigen gaan we zonder twijfel op één mei naar Vorst Nationaal, naar één van mijn favoriete, zo niet mijn meest favoriete (nog in leven zijnde) zanger... Nick Cave komt met zijn Bad Seeds naar België !!! En als ik de kans krijg, neem ik begin maart nog het Arid optreden mee in de Petrol in Antwerpen.
In een overmoedige bui denk ik : je leeft maar één keer.
|