Het vereren van moeders is een veel
oudere traditie dan de moderne Moederdag en gaat terug op de moedercultus in
het klassieke Griekenland. De formele moedercultus met ceremonies voor Cybele
of Rhea, de Grote Moeder der goden, werd overal in Klein-Azië beoefend op de
ides (15e dag) van maart.
Zoals vele van onze moderne feestdagen
kwam de huidige moederdagviering overgewaaid uit de Verenigde Staten. In 1914
bepaalde president Wilson dat dit gevierd zou worden op de tweede zondag van
mei.
De Amerikaanse Moederdag was nog niet
bekend toen de Antwerpse, liberaal denkende kunstenaar en schepen Frans Van
Kuyck (1852-1915) in 1913 een Moederdag introduceerde op 15 augustus, de
feestdag van Maria, sinds 1124 de patrones van de stad. Het was de dag van de
grote Mariaprocessie. Volgens de Antwerpse schepen was de sociale orde in het
begin van de eeuw grondig verstoord door de ingrijpende modernisering. Zijn
remedie: het herstellen en cultiveren van de waardigheid van de familie.
Hiervoor moest volgens Van Kuyck alles ingezet worden op het in beeld brengen
van de rol van de moeder in het gezin en de maatschappij. Een speciale dag leek
hem een ideale techniek. Van Kuyck mobiliseerde de plaatselijke pers en de
scholen, publiceerde een scenario en zette een propagandacomité aan het werk.
De kinderen en vader moesten moeder verrassen met versieringen,
gelegenheidsversjes, bloemen, speciale broodjes en zelfs juwelen.
Op 15 december
2015 kon je op Twitter lezen: UGent zoekt nieuwe persattaché. Nu is de kogel
door de kerk. Radio 2 Oost-Vlaanderen verliest een knappe redacteur (al zeg ik
het zelf). Tine Dezeure (mijn lieve schoondochter en moeder van Juliette en
Martha) maakt de overstap van het woelige journalistenleven naar de overkant
van de barrière, niet zonder een beetje pijn in het hart. Ik ben er zeker van
dat de UGent weer een beetje extra schwung krijgt. Succes!
De
ontkerkelijking slaat diepe wonden in de traditionele kerkkoren. Met weinigen
zijn zij waarvan de gemiddelde leeftijd beneden de 65 jaar ligt. Met enige
weemoedige trots wordt gekeken naar weer eens een lid dat de 90 jaar
overschrijdt: kroniek van een aflopend gebeuren. En als dan al aan de grote
kerken en kathedralen nog een koor overblijft, die naam waardig, dan is het
meestal niet om de religieuze connotatie, maar om wille van de grote klassieke
werken die geprogrammeerd worden. Pogingen om volkszang van de grond te krijgen
is tot mislukken gedoemd door de steeds hogere leeftijd van de kleine schare
kerkgangers.
Het wordt
helemaal duidelijk als je de aanwezigheid op de grote, sterke momenten in een
kerk bekijkt. Het loopt nog wel eens vol bij een begrafenis, al gaan de
burgerlijke diensten in uitvaartcentra met grote sprongen vooruit. Huwelijken
laten de kerk aan zich voorbij gaan. En nog lager wordt het helemaal dramatisch.
Er werden cijfers bekend gemaakt in het dekenaat Sint-Niklaas over het aan tal
eerste communicanten versus de lentefeesten. De eerste communicanten zijn op
één had te tellen, vieringen vinden plaats in een halflege kerk. Basisschool van de
Broeders in de Nieuwstraat: 4 eerste communicanten op 30 leerlingen.
Basisschool Berkenboom in de Ankerstraat: 5 eerste communicanten op 40.
Hetzelfde verhaal in heel wat andere basisscholen in Sint-Niklaas-centrum. In
totaal tellen de 21 basisscholen in de stad samen nog 184 eerste communicanten,
meer dan een halvering in vergelijking met 7 jaar geleden.
Popup winkels, restaurants zijn de
grote rage van het ogenblik: een paar maanden aan de slag met iets nieuw, kort
en krachtig om dan weer te verdwijnen, of om vast te stellen dat het concept
aanslaat en een nieuwe niche aan te boren.
Londen is voor mij dé place to be als
het gaat om mooie concerten in een historische omgeving. Maar wat te denken van
het nieuwe pop-up restaurant The Bunyadi? De naam betekent in het Hindi zoiets
als fundamenteel of basis of natuurlijk. Nog voor we weten of het eten te
doen is, is er nu al een wachtlijst van 30.000 klanten (er zijn 46 plaatsen in
de gelegenheid). En dat allemaal omdat de gasten verondersteld worden al hun
kleren bij het binnenkomen achter te laten en naakt van hun maaltijd te
genieten. Mijn probleem: waar steek je in hemelsnaam je kredietkaart?
Met de stilaan doorbrekende lente
regent het ook verontschuldigingen in onze koren. Spanje, Portugal, Nederland,
Frankrijk staan op het programma van onze reislustige cultuur minnende leden.
Minder leuk is dan weer dat er ook een paar van onze sterkhouders last hebben
van hun gezondheid. Langs deze weg stuur ik hen een dikke knuffel: ze worden
heel erg gemist niet alleen als zanger, maar ook als vrienden die een lege
stoel achter laten.
Voor Korile is het nog wel te doen,
rustig kennis maken met nieuwe dingen om dan later in een hogere versnelling te
schakelen. Musica ad Nives en het koor van Sint Jan baren grotere zorgen: voor
hen wordt het behelpen voor de snel naderende uitvoeringen, respectievelijk van
Pinksteren en de meimaand.
Zoals de meeste kathedralen in Engeland
heeft Liverpool zijn eigen kathedraalkoor. Om het vriendelijk te zeggen: niet
de top, als je vergelijkt met de eenzame hoogtes die Westminster, Sint Paul, of
Kings college bereiken. Waarom dan deze groep vermelden?
Hun selectiebeleid geniet de
twijfelachtige eer om twee monumenten te hebben geweigerd toen ze nog knaap
waren: de Beatles Paul McCartney en Georges Harrison werden niet muzikaal en/of
goed genoeg bevonden om lid te worden. Dat het koor later twee klassieke
stukken van Paul McCartney heeft uitgevoerd was een magere compensatie.
Tijdens de
Middeleeuwen won de indeling van het kerkgebouw aan de hand van graden van
sacraliteit aan belang. In de architectuur en de liturgie uitte zich dit in de
materiële scheiding tussen het koor en het kerkschip. Er ontstonden twee aparte
ruimten binnen hetzelfde gebouw. in tegenstelling van wat we intuïtief zouden
denken, steeg het aantal niet-liturgische activiteiten in aantal en
diversiteit. Tenminste dit was zo wat betreft het kerkschip. Het koor werd meer
en meer een heilige plaats die gereserveerd moest worden voor God en de heilige
liturgie.
We vinden verschillende
sporen terug die erop wijzen dat de agapè-maaltijden uitlopers hadden in de
Middeleeuwen. Zo gebeurde het dat er brood en bier werd verdeeld onder de armen
bij begrafenissen of jaargetijden. Een gebruik van in wijn gedrenkte stukjes
cake die na de huwelijksinzegening aan het koppel en soms aan de aanwezigen
werden gegeven, wordt in verband gebracht met de vroegchristelijke
bruilofts-agapè; en ook de agapè bij het doopsel lijkt uitlopers te hebben. De
bedeling van brood onder de armen kan ook uit de agapè-maaltijden zijn
voortgevloeid. Voorts bestonden er tijdens de Middeleeuwen tal van
parochiefeesten. Waarschijnlijk door gebrek aan een andere ruimte die voldoende
groot was, vonden deze feesten, die meestal een goed doel dienden, plaats in
het schip van de kerk. Deze gang van zaken kreeg niet de steun van de
bisschoppen. Immers, zoals aartsbisschop Reynolds meende,
bepaalde zonen van gulzigheid en
dronkenschap, wiens god hun buik is, verorberen met Pasen haastig het Lichaam
van de Heer, en zetten zich dan neer in de kerk zelf om te eten en te drinken
alsof ze in een herberg zijn.
Bisschoppen
en synodes hebben ook gereageerd tegen het dansen in kerken. Toch bleef het
gebruik bestaan, niet enkel tijdens volksfeesten, maar ook binnen de liturgie.
Een dans die waarschijnlijk in de 8ste eeuw ontstond en vandaag nog steeds
jaarlijks door achtduizend mensen wordt gedanst, is de processie van
Echternach.Een nieuw fenomeen in de
Middeleeuwen is het spelen van spelletjes binnen de kerk en zelfs binnen de
liturgie. Dit kon gaan van het maken van grapjes, iets wat overigens tot nog
vrij recent gebruikelijk was tijdens de vieringen op Laetare-zondag, tot heuse
balspelen. Ook het luiden van klokken kon deel uitmaken van deze, voor ons
misschien wel bevreemdende gebruiken. Eveneens waarschijnlijk nieuw in de
Middeleeuwen was het spelen van theaterstukjes binnen het kerkgebouw en soms
ook tijdens de liturgie. Dit gebruik kende een lange traditie en was
wijdverspreid. Theater is net als dans ook een vorm van expressie en heeft
bovendien de kracht toeschouwers op te nemen in de belangrijke en vaak
mysterieuze gebeurtenissen uit het leven van Jezus en van de Kerk. Het gebeurde
dat voorstellingen werden opgevoerd ten voordele van projecten. Ook tegen
theater in de kerken hebben verschillende personen en synodes gereageerd. De
godvruchtige bedoeling van de spelen kwam immers meer en meer in de schaduw van
het vermakend karakter te staan.
In de
Middeleeuwen gebeurde het ook dat allerlei goederen in de kerk werden verkocht.
Belangrijke feesten van onder andere heiligen trokken immers massas volk naar
de centra. Kooplieden lieten zo een kans natuurlijk niet aan zich voorbijgaan.
Maar niet enkel zij werden er beter van, ook de parochies waren blij met de
extra inkomsten uit standgeld. Vele veroordelingen volgden, maar zij waren niet
allemaal even restrictief.
Kerken
bleven ook gebruikt worden als vergaderplaats en discussieruimte, dit zowel
voor de Kerk als voor het lokaal burgerlijk bestuur. Ook het Engelse parlement
kwam geruime tijd samen in een kerk. De middeleeuwse gilden gebruikten de kerk,
waar zij vaak ook een eigen kapel of altaar hadden, eveneens voor vergaderingen
en verkiezingen. Het gebeurde zelfs dat vergaderingen doorgingen tijdens de
uren van de diensten. De kerk bleef ook aantrekkelijk voor hen die een
juridische handeling stelden. Rechtspraak gebeurde vaak nog in een kerk. Als
belangrijk centrum van een gemeenschap bleef de kerk ook de ideale plaats om belangrijke
aankondigingen te doen.
Na de
verheffing van het christendom tot staatsgodsdienst kwam er ook een grondige
verandering in het soort kerkgebouwen.
Naast de centrale
cultushal werden ook aparte gebouwen en kamers voorzien voor andere functies
als het toedienen van het doopsel, het onderdak verlenen aan de voorgangers of
zelfs soms reizigers en ruimtes waar men armen kon opvangen en helpen. Het huis
van God, Domus Dei, was maar een deel van het groter huis, Domus Ecclesiae. De secundaire functies waren wonen en
slapen, eten en drinken, dansen, verkoop van goederen, bijeenkomsten,
rechtshandelingen, aankondigingen, opslagplaats, onderwijs en
bibliotheek. Net zoals gebruikelijk was in de Griekse en Romeinse tempels
werden kerken gebruikt voor incubatie. Gelovigen hoopten door te overnachten in
een kerkgebouw dat zij zouden genezen. Soms verbleef men verschillende dagen in
het gebouw en ging het verblijf gepaard met baden. Verschillende teksten over
wonderbaarlijke genezingen zijn tot op vandaag overgeleverd. Men kende ook
reeds een soort van kerkasiel. Dit gebruik werd eveneens overgenomen uit het
heidendom. Het woord asiel gaat overigens terug op het Griekse woord άσυλον
ofasylon, dat verwees naar de
onschendbare heilige plaats. Oorspronkelijk werd voornamelijk de altaarruimte,
en in tweede instantie de gehele kerkruimte door het ius sanctuarii van de
Romeinse overheid erkend als heiligdom.
De
agapè-maaltijd, die in de apostolische tijd een vast onderdeel van het
christelijk vieren was, wordt een punt van betwisting in de tijd van de
kerkvaders. Ambrosius van Milaan zou een van de belangrijkste tegenstanders
worden, mede doordat ook Augustinus zijn visie door hem liet beïnvloeden. Canon
XXVIII van de synode van Laodicea (ergens tussen 343-381) is overduidelijk:
Het is niet toegestaan feesten van
liefde, zoals ze worden genoemd, te houden in een huis van de Heer, of een kerk,
noch is het toegestaan te eten of banken te plaatsen in het huis van de Heer.
Ondanks het
feit dat vele agapè-maaltijden een nobel doel hadden, zoals het verstrekken van
eten aan de armen, moeten zij vaak zijn uitgelopen op braspartijen.
Niettegenstaande bleef op vele plaatsen de agapè-maaltijd of gelijkaardige
feesten in gebruik. Met het dansen in kerken was het anders gesteld. Het
gebruik om op belangrijke feesten te dansen in kerken werd door verschillende
bisschoppen en synodes verboden. De verkoop van dranken en allerlei andere
goederen onderging hetzelfde lot.
Het gebeurde
dat kerken als opslagplaatsen gingen dienen voor waardevolle goederen, graan en
dieren. Dit werd enkel bij uiterste noodzaak toegelaten, bijvoorbeeld ten
tijden van oorlog of belegering. De kerkgebouwen waren immers meestal centraal
gelegen en betrekkelijk stevige constructies. Uitzonderlijk werden ook dieren
van reizigers in de kerk toegelaten. Maar ook hier gold dat het uit noodzaak
moest zijn.
Doordat de
bisschop jurisdictie bezat werd er ook recht gesproken in kerken, of toch zeker
in het secretarium of de sacristie. Zoals we vandaag nog het gebruik van zweren
op de Bijbel kennen, zo bestonden er ook gelijkaardige rituelen met de altaren
of graven van heiligen. Het gebeurde ook dat documenten met een juridische
waarde werden opgesteld en ondertekend op deze plaatsen. Kerken werden eveneens
gebruikt om wetten en beslissingen van de Staat af te kondigen.
Christenen hadden afstand genomen van
de tempel als stenen gebouw. Dit betekende echter niet dat zij geen eigen
cultusplaatsen zouden bouwen. In de Handelingen van de Apostelen lezen we dat
christenen in de eerste eeuw zowel de eredienst met de joden volgden als onder
christenen samen kwamen bij iemand aan huis. Daar
braken zij het brood en hadden zij samen maaltijd. Deze liturgie lijkt sterk
op wat Jezus met zijn apostelen had gedaan tijdens het Laatste Avondmaal. De
apostelen bleven iedere dag, in de tempel of bij iemand aan huis, onderricht
geven en de goede boodschap verkondigen dat Jezus de Messias is.
Ook de christenen buiten Jeruzalem
waren verbonden met bepaalde woningen. Zo weten we uit onder andere de brief
die Paulus aan de christenen van Rome schreef dat Prisca en Aquila een gemeente
bij hen aan huis hadden
De eerste ruimten waar christenen
samenkwamen zal dan ook vaak de grootste kamer in een woonhuis geweest zijn en
dit was waarschijnlijk de eetkamer. De bovenzaal, die hiervoor meestal was
ingericht en waarover op verschillende plaatsen wordt gesproken in de
Handelingen van de Apostelen, had bovendien nog een
bijzondere waarde omdat het ook juist in deze ruimte was dat Jezus met zijn
Apostelen het Laatste Avondmaal had gevierd.
Het is te veronderstellen dat de kamers
na verloop van tijd werden heringericht zodat zij aan de noden van de
gemeenschap konden voldoen. Doordat de gemeenschappen groter werden, werd er
ook steeds een groter gedeelte van de private woningen voor de gemeenschap
voorzien. Muren werden uitgebroken en het doopsel werd in een aparte kamer
toegediend. Dit moet ongetwijfeld ook invloed hebben gehad op de identiteit van
de plaats van samenkomst. De gemeente kreeg langzamerhand, gesteund door
giften, een eigen huis. Zij het dat het huis hoogstwaarschijnlijk nog eigendom
bleef van een bepaalde persoon.De huiskerk was
ontstaan. De christenen kwamen niet meer samen in een of ander huis maar op
een bepaalde plaats die voor deze samenkomst was ingericht.
Archeologen hebben op verschillende
plaatsen restanten van deze huiskerken gevonden. De bekendste site is
ongetwijfeld Doura Europos in het huidige Syrië aan de oever van de Eufraat. De oorspronkelijke woning dateert van rond 200 en werd
volgens de in de streek gebruikelijke vorm en grootte gebouwd. Rond 231 werd
een muur weggehaald waardoor een ruimte ontstond die plaats kon bieden aan
ongeveer vijftig personen. Andere ruimten kregen een functie als baptisterium
of sacristie. Het is mogelijk dat de tweede grootste ruimte werd gebruikt als
plaats waar de agapè, het
vriendschapsmaal, werd gehouden of waar de catechumenen plaats namen.
Ondanks de gewijzigde functie en de verbouwingen
bleef het gebouw langs buiten het karakter van een gewone woning behouden.
Naarmate
de gemeenschap groter werd kreeg de huiskerk verschillende functies waarvan
sommige een duidelijk seculier karakter hadden. De huiskerk bleef in de eerste
plaats het huis van samenkomst van een gemeenschap, meer dan dat zij de
verblijfplaats van God was. De gemeenschap kwam er samen om liturgie te vieren
en voor het gemeenschapsmaal, of voor andere bijeenkomsten. Daarnaast bood zij
onderdak aan de voorgangers en werd zij tevens gebruikt voor catechese. Turner
spreekt voorts van haar functie als bibliotheek, als plaats waar relieken
werden ondergebracht, als school of als opvangplaats voor zieken en armen.
Voor je deze blog leest, moet je goed
weten dat ik een heel grote sympathie heb voor de organist Christophe Bursens
waar ik het gisteren over had. Geen misverstand daar over!
Mijn conservatieve reflex heeft het
echter wel moeilijk met de formule van In
vino musica. De teaser waarmee de uitnodiging sluit, is : een sterk
verhaal in een mooie sacrale ruimte. En laat het nu net dat zijn, waar ik het
moeilijk mee heb. Al in de middeleeuwen waren er momenten waarop er moest
ingegrepen worden bij het misbruik van kerken. Is een wijnproeverij wel een
aangewezen evenement in een kerk die nog altijd as such in gebruik is? Ik
begrijp best dat een kerk ook een plaats van gemeenschapsvorming kan zijn voor een
katholieke/christelijke gemeente. En zelfs het kerkgebouw gebruiken als een
ideale akoestische concertplaats kan er misschien nog wel door (gesteld dat de
muziek niet ingaat tegen de religieuze sfeer die er noodzakelijk hangt). Maar
een wijnproeverij ??
Ik heb het al moeilijk met het gebruik
van een ontwijde kerk voor bourgondische slemppartijen (denk aan de voormalige
Jezuietenkerk in de Vlamingstraat in Brugge).
Misschien toch eens het evangelie
herlezen over de kooplieden in de tempel? En anders te rade gaan bij onze
Moslimbroeders en hun respect voor godsdienst.
Leuke
uitnodiging gekregen van Christophe Bursens (titularis-organist van de
Sint-Jozefkerk in Sint-Niklaas). Twee werelden die van mekaar kunnen genieten
en leren:
IN VINO MUSICA
Geniet met
alle zintuigen!
ZONDAG 8 MEI
2016, 15U
Sint-Rochuskerk
Sombeke (Waasmunster)
Christophe
Bursens (orgel & klavecimbel) en Piet Van Steenbergen (gamba) laten u
renaissance- en barokmuziek ontdekken uit Frankrijk, Italië, Spanje en
Duitsland, wijnlanden waaruit vinoloog Joost Prové u heerlijke wijnen laat
verkennen en proeven. Smaak en klank versterken elkaar. Ervaar al luisterend
hoe anders wijn smaakt als organist en wijnproever Prové verbanden legt tussen
muziek en de smaak van wijn.
Muziek
vertelt steeds een verhaal en ademt aard en temperament van land en volk. Met
wijn is het net zo: hij neemt je mee op reis en is een gids die vertelt over de
bodem, de omgeving en de persoonlijkheid van de wijnboer.
Psalmen
een schat die honderden jaren componisten uitnodigde om hun muzikale talenten
te botvieren. Katholiek zowel als protestant, anglicaan zowel als methodist.
Allen werden zij geïnspireerd door de joodse traditie.
Indien de
Heer het huis niet bouwt, bouwen vergeefs de werkers
Op 23 april
1616 stierf in Stratford-upon-Avon William Shakespeare, Engelands grootste
schrijver. Er zijn van hem 154 sonnetten en nog enkele langere gedichten
bekend, maar zijn naam zal toch vooral verbonden blijven met zijn 38
toneelstukken.
Heeft iemand in zichzelve geen muziek;
roert hem de meng'ling niet van zoete tonen; die man deugt tot verraad, tot
list en roof.
De
koopman van Venetië 1597
Is 't hart van zware zorgen krank,
en dof en droef 't gemoed,
Muziek maakt, met haar zilvren klank,
spoedig weer alles goed.
De hinde die zou willen trouwen met de
leeuw zal zeker sterven van liefde.
Als
logopedist spitste ik mijn oren gisteren toen op Radio Eén een item ging over
de stem van rocklegende Freddy Mercury. Wetenschappers hebben achterhaald
waarom de stem van de voormalig leadzanger van Queen zo memorabel was.
De
excentrieke verschijning en uitbundige levensstijl van Freddie Mercury maakten
hem uniek. Maar de legendarische zanger van de band Queen, wordt natuurlijk
tot op de dag van vandaag vooral geroemd om zijn ongeëvenaarde stemgeluid. En
nu, bijna 25 jaar nadat de rockheld aan de gevolgen van aids overleed, hebben
wetenschappers in kaart
gebracht waarom zijn stem zo speciaal was.
Dit deed het
internationale team van wetenschappers door naar albums van Queen en interviews
met Mercury te luisteren. Ze ontdekten dat de frequentie waarmee hij sprak rond
de 117,3 Hertz lag, de frequentie die je meestal vindt bij baritons. Dit terwijl
de voormalig zanger van Queen meestal als tenor zong.
Aan de hand
van 28 a-capella-opnames concludeerden de onderzoekers verder dat de vibrato van Mercury
rond de 7,04 Hertz lag. Opmerkelijk hoog, aangezien de vibrato van de meeste
niet-klassieke zangers een of twee Hertz lager ligt.
Ook werd het
strottenhoofd van Freddie Mercury gefilmd met hoge-snelheid-cameras. Nu ja,
niet het strottenhoofd van de echte zanger, maar van imitator Daniel
Zangger-Borch. Ze hadden hem gevraagd het grom-geluid van Mercury na te doen.
(In bovenstaand filmpje kun je dit horen bij 2:48). De wetenschappers ontdekten
dat de Freddie Mercury hierbij bij het produceren van dit geluid een deel van
de stembanden moest gebruiken die door de meesten niet worden benut bij het
praten of zingen.
Overigens
staat Mercury onder sommigen ook wel bekend als de man met een stembereik van
vier octaven. Maar daarvoor hebben de onderzoekers helaas geen bewijs van
kunnen vinden. Maar, zo melden ze, het is ook niet uitgesloten
Het is het
weekje van de begrafenissen: drie in drie dagen tijd. In elk van die diensten
wordt telkens weer gesproken over afscheid nemen. Nochtans gaat het vaak over
iets anders: nabijheid. De woorden om iemand te troosten ontbreken of zijn een
heel schriele troost voor diegenen die in rouw zijn. En dan is de pure
aanwezigheid het meest aangewezen teken om uit te drukken dat je zou willen
steunen. Tegelijkertijd is het een prikje in je eigen vel, want je voelt iets
van de angst voor de eigen dood, die onverbiddelijke meester die ieder van ons
ooit op bezoek krijgt.
Marcel Proust (1871-1922) schreef tussen 1908 en 1922 de romanreeks À la
recherche du temps perdu. Op een gegeven moment wordt de volwassen hoofdpersoon
bij het eten van een in bloesemthee gedoopte madeleine herinnerd aan een
periode uit zijn kindertijd: de vergeten omgeving van het huis en de omgeving
waarin het huis stond, ziet hij opeens helder voor ogen. Deze onvrijwillige
herinnering is bij hem onlosmakelijk verbonden met de madeleine. Het moment dat
een verleden in het heden weer tegenwoordig wordt dat is wat in de geschiedenisfilosofie
présence wordt genoemd.
Meestal gebeurt zoiets onvrijwillig zoals ook in het verhaal van
Proust maar wellicht kan het onbewuste verleden ook bewust tevoorschijn gehaald
worden. Muziek kan daarvoor ee uitstekend hulpmiddel zijn. Wanneer iemand
muziek beluistert die hij al geruime tijd niet meer heeft gehoord, maar
waarnaar hij intensief heeft geluisterd in een bepaalde periode van zijn leven,
dan komen de herinneringen aan deze periode terug. Er zijn voorbeelden te over
van dementerende mensen die bij het horen van hun favoriete muziek ineens hele
teksten of melodieën kunnen oprakelen.
Nee, aan de garnalenvangst kan het niet
liggen, want die wordt op het laatste moment afgelast wegens te stormachtige
zee. Het werd dan maar een dagje Brugge-Oostende met heel de familie. Brugge
gaf ons één van grootste rommelmarkten van het land, en Oostende liet ons het
tamelijk onbekende paradijs voor wandelaars en kinderen ontdekken in het
Maria-Hendrikapark. Ondanks het vrij onschuldig vertier van de dag, laat mijn
linkerarm het afweten, wat zowel het typen als het aankleden laat staan het
dirigeren héél vervelend wordt. Dus, ff buiten strijd!
Ik ben Carlo (Carlo Claes), geboren op 20 september 1944. Als je goed telt weet je hoe oud / jong ik ben. Enkele jaren geleden gaf ik mijn job als resoc-coördinator van Waas en Dender op om met brugpensioen te gaan. Sindsdien kan ik mij aan mijn echte passie wijden: de koormuziek. Ik dirigeer twee koren: Fiori Musicali uit Sint-Niklaas en het Hanswijkkoor in Mechelen. Zo ontmoet ik iedere week een hoop fijne, lieve mensen. Maar hier is de wereld nog veel groter. Dus kom ik nu ook jou tegen.