Zoals de meeste kathedralen in Engeland
heeft Liverpool zijn eigen kathedraalkoor. Om het vriendelijk te zeggen: niet
de top, als je vergelijkt met de eenzame hoogtes die Westminster, Sint Paul, of
Kings college bereiken. Waarom dan deze groep vermelden?
Hun selectiebeleid geniet de
twijfelachtige eer om twee monumenten te hebben geweigerd toen ze nog knaap
waren: de Beatles Paul McCartney en Georges Harrison werden niet muzikaal en/of
goed genoeg bevonden om lid te worden. Dat het koor later twee klassieke
stukken van Paul McCartney heeft uitgevoerd was een magere compensatie.
Tijdens de
Middeleeuwen won de indeling van het kerkgebouw aan de hand van graden van
sacraliteit aan belang. In de architectuur en de liturgie uitte zich dit in de
materiële scheiding tussen het koor en het kerkschip. Er ontstonden twee aparte
ruimten binnen hetzelfde gebouw. in tegenstelling van wat we intuïtief zouden
denken, steeg het aantal niet-liturgische activiteiten in aantal en
diversiteit. Tenminste dit was zo wat betreft het kerkschip. Het koor werd meer
en meer een heilige plaats die gereserveerd moest worden voor God en de heilige
liturgie.
We vinden verschillende
sporen terug die erop wijzen dat de agapè-maaltijden uitlopers hadden in de
Middeleeuwen. Zo gebeurde het dat er brood en bier werd verdeeld onder de armen
bij begrafenissen of jaargetijden. Een gebruik van in wijn gedrenkte stukjes
cake die na de huwelijksinzegening aan het koppel en soms aan de aanwezigen
werden gegeven, wordt in verband gebracht met de vroegchristelijke
bruilofts-agapè; en ook de agapè bij het doopsel lijkt uitlopers te hebben. De
bedeling van brood onder de armen kan ook uit de agapè-maaltijden zijn
voortgevloeid. Voorts bestonden er tijdens de Middeleeuwen tal van
parochiefeesten. Waarschijnlijk door gebrek aan een andere ruimte die voldoende
groot was, vonden deze feesten, die meestal een goed doel dienden, plaats in
het schip van de kerk. Deze gang van zaken kreeg niet de steun van de
bisschoppen. Immers, zoals aartsbisschop Reynolds meende,
bepaalde zonen van gulzigheid en
dronkenschap, wiens god hun buik is, verorberen met Pasen haastig het Lichaam
van de Heer, en zetten zich dan neer in de kerk zelf om te eten en te drinken
alsof ze in een herberg zijn.
Bisschoppen
en synodes hebben ook gereageerd tegen het dansen in kerken. Toch bleef het
gebruik bestaan, niet enkel tijdens volksfeesten, maar ook binnen de liturgie.
Een dans die waarschijnlijk in de 8ste eeuw ontstond en vandaag nog steeds
jaarlijks door achtduizend mensen wordt gedanst, is de processie van
Echternach.Een nieuw fenomeen in de
Middeleeuwen is het spelen van spelletjes binnen de kerk en zelfs binnen de
liturgie. Dit kon gaan van het maken van grapjes, iets wat overigens tot nog
vrij recent gebruikelijk was tijdens de vieringen op Laetare-zondag, tot heuse
balspelen. Ook het luiden van klokken kon deel uitmaken van deze, voor ons
misschien wel bevreemdende gebruiken. Eveneens waarschijnlijk nieuw in de
Middeleeuwen was het spelen van theaterstukjes binnen het kerkgebouw en soms
ook tijdens de liturgie. Dit gebruik kende een lange traditie en was
wijdverspreid. Theater is net als dans ook een vorm van expressie en heeft
bovendien de kracht toeschouwers op te nemen in de belangrijke en vaak
mysterieuze gebeurtenissen uit het leven van Jezus en van de Kerk. Het gebeurde
dat voorstellingen werden opgevoerd ten voordele van projecten. Ook tegen
theater in de kerken hebben verschillende personen en synodes gereageerd. De
godvruchtige bedoeling van de spelen kwam immers meer en meer in de schaduw van
het vermakend karakter te staan.
In de
Middeleeuwen gebeurde het ook dat allerlei goederen in de kerk werden verkocht.
Belangrijke feesten van onder andere heiligen trokken immers massas volk naar
de centra. Kooplieden lieten zo een kans natuurlijk niet aan zich voorbijgaan.
Maar niet enkel zij werden er beter van, ook de parochies waren blij met de
extra inkomsten uit standgeld. Vele veroordelingen volgden, maar zij waren niet
allemaal even restrictief.
Kerken
bleven ook gebruikt worden als vergaderplaats en discussieruimte, dit zowel
voor de Kerk als voor het lokaal burgerlijk bestuur. Ook het Engelse parlement
kwam geruime tijd samen in een kerk. De middeleeuwse gilden gebruikten de kerk,
waar zij vaak ook een eigen kapel of altaar hadden, eveneens voor vergaderingen
en verkiezingen. Het gebeurde zelfs dat vergaderingen doorgingen tijdens de
uren van de diensten. De kerk bleef ook aantrekkelijk voor hen die een
juridische handeling stelden. Rechtspraak gebeurde vaak nog in een kerk. Als
belangrijk centrum van een gemeenschap bleef de kerk ook de ideale plaats om belangrijke
aankondigingen te doen.
Na de
verheffing van het christendom tot staatsgodsdienst kwam er ook een grondige
verandering in het soort kerkgebouwen.
Naast de centrale
cultushal werden ook aparte gebouwen en kamers voorzien voor andere functies
als het toedienen van het doopsel, het onderdak verlenen aan de voorgangers of
zelfs soms reizigers en ruimtes waar men armen kon opvangen en helpen. Het huis
van God, Domus Dei, was maar een deel van het groter huis, Domus Ecclesiae. De secundaire functies waren wonen en
slapen, eten en drinken, dansen, verkoop van goederen, bijeenkomsten,
rechtshandelingen, aankondigingen, opslagplaats, onderwijs en
bibliotheek. Net zoals gebruikelijk was in de Griekse en Romeinse tempels
werden kerken gebruikt voor incubatie. Gelovigen hoopten door te overnachten in
een kerkgebouw dat zij zouden genezen. Soms verbleef men verschillende dagen in
het gebouw en ging het verblijf gepaard met baden. Verschillende teksten over
wonderbaarlijke genezingen zijn tot op vandaag overgeleverd. Men kende ook
reeds een soort van kerkasiel. Dit gebruik werd eveneens overgenomen uit het
heidendom. Het woord asiel gaat overigens terug op het Griekse woord άσυλον
ofasylon, dat verwees naar de
onschendbare heilige plaats. Oorspronkelijk werd voornamelijk de altaarruimte,
en in tweede instantie de gehele kerkruimte door het ius sanctuarii van de
Romeinse overheid erkend als heiligdom.
De
agapè-maaltijd, die in de apostolische tijd een vast onderdeel van het
christelijk vieren was, wordt een punt van betwisting in de tijd van de
kerkvaders. Ambrosius van Milaan zou een van de belangrijkste tegenstanders
worden, mede doordat ook Augustinus zijn visie door hem liet beïnvloeden. Canon
XXVIII van de synode van Laodicea (ergens tussen 343-381) is overduidelijk:
Het is niet toegestaan feesten van
liefde, zoals ze worden genoemd, te houden in een huis van de Heer, of een kerk,
noch is het toegestaan te eten of banken te plaatsen in het huis van de Heer.
Ondanks het
feit dat vele agapè-maaltijden een nobel doel hadden, zoals het verstrekken van
eten aan de armen, moeten zij vaak zijn uitgelopen op braspartijen.
Niettegenstaande bleef op vele plaatsen de agapè-maaltijd of gelijkaardige
feesten in gebruik. Met het dansen in kerken was het anders gesteld. Het
gebruik om op belangrijke feesten te dansen in kerken werd door verschillende
bisschoppen en synodes verboden. De verkoop van dranken en allerlei andere
goederen onderging hetzelfde lot.
Het gebeurde
dat kerken als opslagplaatsen gingen dienen voor waardevolle goederen, graan en
dieren. Dit werd enkel bij uiterste noodzaak toegelaten, bijvoorbeeld ten
tijden van oorlog of belegering. De kerkgebouwen waren immers meestal centraal
gelegen en betrekkelijk stevige constructies. Uitzonderlijk werden ook dieren
van reizigers in de kerk toegelaten. Maar ook hier gold dat het uit noodzaak
moest zijn.
Doordat de
bisschop jurisdictie bezat werd er ook recht gesproken in kerken, of toch zeker
in het secretarium of de sacristie. Zoals we vandaag nog het gebruik van zweren
op de Bijbel kennen, zo bestonden er ook gelijkaardige rituelen met de altaren
of graven van heiligen. Het gebeurde ook dat documenten met een juridische
waarde werden opgesteld en ondertekend op deze plaatsen. Kerken werden eveneens
gebruikt om wetten en beslissingen van de Staat af te kondigen.
Christenen hadden afstand genomen van
de tempel als stenen gebouw. Dit betekende echter niet dat zij geen eigen
cultusplaatsen zouden bouwen. In de Handelingen van de Apostelen lezen we dat
christenen in de eerste eeuw zowel de eredienst met de joden volgden als onder
christenen samen kwamen bij iemand aan huis. Daar
braken zij het brood en hadden zij samen maaltijd. Deze liturgie lijkt sterk
op wat Jezus met zijn apostelen had gedaan tijdens het Laatste Avondmaal. De
apostelen bleven iedere dag, in de tempel of bij iemand aan huis, onderricht
geven en de goede boodschap verkondigen dat Jezus de Messias is.
Ook de christenen buiten Jeruzalem
waren verbonden met bepaalde woningen. Zo weten we uit onder andere de brief
die Paulus aan de christenen van Rome schreef dat Prisca en Aquila een gemeente
bij hen aan huis hadden
De eerste ruimten waar christenen
samenkwamen zal dan ook vaak de grootste kamer in een woonhuis geweest zijn en
dit was waarschijnlijk de eetkamer. De bovenzaal, die hiervoor meestal was
ingericht en waarover op verschillende plaatsen wordt gesproken in de
Handelingen van de Apostelen, had bovendien nog een
bijzondere waarde omdat het ook juist in deze ruimte was dat Jezus met zijn
Apostelen het Laatste Avondmaal had gevierd.
Het is te veronderstellen dat de kamers
na verloop van tijd werden heringericht zodat zij aan de noden van de
gemeenschap konden voldoen. Doordat de gemeenschappen groter werden, werd er
ook steeds een groter gedeelte van de private woningen voor de gemeenschap
voorzien. Muren werden uitgebroken en het doopsel werd in een aparte kamer
toegediend. Dit moet ongetwijfeld ook invloed hebben gehad op de identiteit van
de plaats van samenkomst. De gemeente kreeg langzamerhand, gesteund door
giften, een eigen huis. Zij het dat het huis hoogstwaarschijnlijk nog eigendom
bleef van een bepaalde persoon.De huiskerk was
ontstaan. De christenen kwamen niet meer samen in een of ander huis maar op
een bepaalde plaats die voor deze samenkomst was ingericht.
Archeologen hebben op verschillende
plaatsen restanten van deze huiskerken gevonden. De bekendste site is
ongetwijfeld Doura Europos in het huidige Syrië aan de oever van de Eufraat. De oorspronkelijke woning dateert van rond 200 en werd
volgens de in de streek gebruikelijke vorm en grootte gebouwd. Rond 231 werd
een muur weggehaald waardoor een ruimte ontstond die plaats kon bieden aan
ongeveer vijftig personen. Andere ruimten kregen een functie als baptisterium
of sacristie. Het is mogelijk dat de tweede grootste ruimte werd gebruikt als
plaats waar de agapè, het
vriendschapsmaal, werd gehouden of waar de catechumenen plaats namen.
Ondanks de gewijzigde functie en de verbouwingen
bleef het gebouw langs buiten het karakter van een gewone woning behouden.
Naarmate
de gemeenschap groter werd kreeg de huiskerk verschillende functies waarvan
sommige een duidelijk seculier karakter hadden. De huiskerk bleef in de eerste
plaats het huis van samenkomst van een gemeenschap, meer dan dat zij de
verblijfplaats van God was. De gemeenschap kwam er samen om liturgie te vieren
en voor het gemeenschapsmaal, of voor andere bijeenkomsten. Daarnaast bood zij
onderdak aan de voorgangers en werd zij tevens gebruikt voor catechese. Turner
spreekt voorts van haar functie als bibliotheek, als plaats waar relieken
werden ondergebracht, als school of als opvangplaats voor zieken en armen.
Voor je deze blog leest, moet je goed
weten dat ik een heel grote sympathie heb voor de organist Christophe Bursens
waar ik het gisteren over had. Geen misverstand daar over!
Mijn conservatieve reflex heeft het
echter wel moeilijk met de formule van In
vino musica. De teaser waarmee de uitnodiging sluit, is : een sterk
verhaal in een mooie sacrale ruimte. En laat het nu net dat zijn, waar ik het
moeilijk mee heb. Al in de middeleeuwen waren er momenten waarop er moest
ingegrepen worden bij het misbruik van kerken. Is een wijnproeverij wel een
aangewezen evenement in een kerk die nog altijd as such in gebruik is? Ik
begrijp best dat een kerk ook een plaats van gemeenschapsvorming kan zijn voor een
katholieke/christelijke gemeente. En zelfs het kerkgebouw gebruiken als een
ideale akoestische concertplaats kan er misschien nog wel door (gesteld dat de
muziek niet ingaat tegen de religieuze sfeer die er noodzakelijk hangt). Maar
een wijnproeverij ??
Ik heb het al moeilijk met het gebruik
van een ontwijde kerk voor bourgondische slemppartijen (denk aan de voormalige
Jezuietenkerk in de Vlamingstraat in Brugge).
Misschien toch eens het evangelie
herlezen over de kooplieden in de tempel? En anders te rade gaan bij onze
Moslimbroeders en hun respect voor godsdienst.
Leuke
uitnodiging gekregen van Christophe Bursens (titularis-organist van de
Sint-Jozefkerk in Sint-Niklaas). Twee werelden die van mekaar kunnen genieten
en leren:
IN VINO MUSICA
Geniet met
alle zintuigen!
ZONDAG 8 MEI
2016, 15U
Sint-Rochuskerk
Sombeke (Waasmunster)
Christophe
Bursens (orgel & klavecimbel) en Piet Van Steenbergen (gamba) laten u
renaissance- en barokmuziek ontdekken uit Frankrijk, Italië, Spanje en
Duitsland, wijnlanden waaruit vinoloog Joost Prové u heerlijke wijnen laat
verkennen en proeven. Smaak en klank versterken elkaar. Ervaar al luisterend
hoe anders wijn smaakt als organist en wijnproever Prové verbanden legt tussen
muziek en de smaak van wijn.
Muziek
vertelt steeds een verhaal en ademt aard en temperament van land en volk. Met
wijn is het net zo: hij neemt je mee op reis en is een gids die vertelt over de
bodem, de omgeving en de persoonlijkheid van de wijnboer.
Psalmen
een schat die honderden jaren componisten uitnodigde om hun muzikale talenten
te botvieren. Katholiek zowel als protestant, anglicaan zowel als methodist.
Allen werden zij geïnspireerd door de joodse traditie.
Indien de
Heer het huis niet bouwt, bouwen vergeefs de werkers
Op 23 april
1616 stierf in Stratford-upon-Avon William Shakespeare, Engelands grootste
schrijver. Er zijn van hem 154 sonnetten en nog enkele langere gedichten
bekend, maar zijn naam zal toch vooral verbonden blijven met zijn 38
toneelstukken.
Heeft iemand in zichzelve geen muziek;
roert hem de meng'ling niet van zoete tonen; die man deugt tot verraad, tot
list en roof.
De
koopman van Venetië 1597
Is 't hart van zware zorgen krank,
en dof en droef 't gemoed,
Muziek maakt, met haar zilvren klank,
spoedig weer alles goed.
De hinde die zou willen trouwen met de
leeuw zal zeker sterven van liefde.
Als
logopedist spitste ik mijn oren gisteren toen op Radio Eén een item ging over
de stem van rocklegende Freddy Mercury. Wetenschappers hebben achterhaald
waarom de stem van de voormalig leadzanger van Queen zo memorabel was.
De
excentrieke verschijning en uitbundige levensstijl van Freddie Mercury maakten
hem uniek. Maar de legendarische zanger van de band Queen, wordt natuurlijk
tot op de dag van vandaag vooral geroemd om zijn ongeëvenaarde stemgeluid. En
nu, bijna 25 jaar nadat de rockheld aan de gevolgen van aids overleed, hebben
wetenschappers in kaart
gebracht waarom zijn stem zo speciaal was.
Dit deed het
internationale team van wetenschappers door naar albums van Queen en interviews
met Mercury te luisteren. Ze ontdekten dat de frequentie waarmee hij sprak rond
de 117,3 Hertz lag, de frequentie die je meestal vindt bij baritons. Dit terwijl
de voormalig zanger van Queen meestal als tenor zong.
Aan de hand
van 28 a-capella-opnames concludeerden de onderzoekers verder dat de vibrato van Mercury
rond de 7,04 Hertz lag. Opmerkelijk hoog, aangezien de vibrato van de meeste
niet-klassieke zangers een of twee Hertz lager ligt.
Ook werd het
strottenhoofd van Freddie Mercury gefilmd met hoge-snelheid-cameras. Nu ja,
niet het strottenhoofd van de echte zanger, maar van imitator Daniel
Zangger-Borch. Ze hadden hem gevraagd het grom-geluid van Mercury na te doen.
(In bovenstaand filmpje kun je dit horen bij 2:48). De wetenschappers ontdekten
dat de Freddie Mercury hierbij bij het produceren van dit geluid een deel van
de stembanden moest gebruiken die door de meesten niet worden benut bij het
praten of zingen.
Overigens
staat Mercury onder sommigen ook wel bekend als de man met een stembereik van
vier octaven. Maar daarvoor hebben de onderzoekers helaas geen bewijs van
kunnen vinden. Maar, zo melden ze, het is ook niet uitgesloten
Het is het
weekje van de begrafenissen: drie in drie dagen tijd. In elk van die diensten
wordt telkens weer gesproken over afscheid nemen. Nochtans gaat het vaak over
iets anders: nabijheid. De woorden om iemand te troosten ontbreken of zijn een
heel schriele troost voor diegenen die in rouw zijn. En dan is de pure
aanwezigheid het meest aangewezen teken om uit te drukken dat je zou willen
steunen. Tegelijkertijd is het een prikje in je eigen vel, want je voelt iets
van de angst voor de eigen dood, die onverbiddelijke meester die ieder van ons
ooit op bezoek krijgt.
Marcel Proust (1871-1922) schreef tussen 1908 en 1922 de romanreeks À la
recherche du temps perdu. Op een gegeven moment wordt de volwassen hoofdpersoon
bij het eten van een in bloesemthee gedoopte madeleine herinnerd aan een
periode uit zijn kindertijd: de vergeten omgeving van het huis en de omgeving
waarin het huis stond, ziet hij opeens helder voor ogen. Deze onvrijwillige
herinnering is bij hem onlosmakelijk verbonden met de madeleine. Het moment dat
een verleden in het heden weer tegenwoordig wordt dat is wat in de geschiedenisfilosofie
présence wordt genoemd.
Meestal gebeurt zoiets onvrijwillig zoals ook in het verhaal van
Proust maar wellicht kan het onbewuste verleden ook bewust tevoorschijn gehaald
worden. Muziek kan daarvoor ee uitstekend hulpmiddel zijn. Wanneer iemand
muziek beluistert die hij al geruime tijd niet meer heeft gehoord, maar
waarnaar hij intensief heeft geluisterd in een bepaalde periode van zijn leven,
dan komen de herinneringen aan deze periode terug. Er zijn voorbeelden te over
van dementerende mensen die bij het horen van hun favoriete muziek ineens hele
teksten of melodieën kunnen oprakelen.
Nee, aan de garnalenvangst kan het niet
liggen, want die wordt op het laatste moment afgelast wegens te stormachtige
zee. Het werd dan maar een dagje Brugge-Oostende met heel de familie. Brugge
gaf ons één van grootste rommelmarkten van het land, en Oostende liet ons het
tamelijk onbekende paradijs voor wandelaars en kinderen ontdekken in het
Maria-Hendrikapark. Ondanks het vrij onschuldig vertier van de dag, laat mijn
linkerarm het afweten, wat zowel het typen als het aankleden laat staan het
dirigeren héél vervelend wordt. Dus, ff buiten strijd!
Alhoewel de
Choralies één van grootste en leukste koorevenementen van Europa is, zou ik
bijna spijt krijgen dat ik niet ook naar de geweldige zangweken in Berwang kan (13-27
augustus). Eén van mijn favoriete dirigenten, Tim Brown, is de muziekdirecteur
van een zangveertiendaagse die o.m. Beethovens Mis in C op het programma heeft.
De week combineert ateliers voor zangers met o.m. tochten naar de Zugspitze en
excursies naar de legendarische kastelen van de Beierse koning Lodewijk II.
Jean Burrows, Administrator, Berwang Holiday Music
Course
10 Willow Close, Hutton, Brentwood, Essex CM13 2NT, United Kingdom
Tel: +44 (0)1277 213949
Mobile: +44 (0)7718 586134
Ik verneem dat het koor Ter Looveren uit
Zelzate ter ziele is gegaan: verhaal van een langzame dood en een verlies voor
de gemeente. De doodstrijd rekken heeft natuurlijk geen zin, als het lichaam
helemaal uitteert en de medicijn zo bitter is dat de patiënt ze weigert.
Nochtans zat er letterlijk en figuurlijk waarschijnlijk nog altijd muziek in.
Het kan bijna niet anders of er moet toch nog iets over blijven van de spirit
die een rijke traditie mogelijk maakte.
Misschien was het de moeite waard geweest om de goede sectie van de
dames af te scheiden en te proberen een heus dameskoor op te richten, dat
langzaam kon groeien en het grote repertorium voor damesstemmen aan te boren. Hadden
ze met een mooie naam kunnen kiezen,
iets met bloemen en lente of zo.
Tijd is een relatief begrip. Daarom
gaat hij sneller, naarmate wij ouder worden. Maar in het perspectief van de
eeuwigheid is onze seconde die wij hier mogen doorbrengen zo voorbij.
Tussen haakjes: realiseer jullie zich dat
er minder tijd is voorbij gegaan tussen Cleopatra en de uitvinding van IPad,
dan tussen de bouw van de piramides en het verschijnen van die zelfde Cleopatra?
De liefde voor muziek berust
voor een belangrijk deel op aanleg. Dat volgt uit twee nieuwe, interessante
studies.
Wetenschapsblad Molecular Psychiatry presenteert een genetische analyse van
bijna 800 mensen uit een kleine 80 families. Zij werden door Finse onderzoekers
getest op verschillende muzikale vaardigheden, als luisteraar of als musicus:
het onderscheiden van toonhoogte en toonduur, en het herkennen van korte
melodielijnen. Die testuitslagen werden vergeleken met hun genenprofiel. Daar
kwam een heel lijstje genetische kenmerken uit die, van het oor tot diep in de
hersenen, de muzikale aanleg mede bepalen.
De geïdentificeerde stukjes DNA spelen onder meer een rol bij de ontwikkeling
van het binnenoor, waar geluidsprikkels via duizenden haarcellen worden omgezet
in elektrische signaaltjes naar de hersenen. Ook houden de genen verband met de
werking van het hersengebiedje waar geluiden naar toonhoogte worden gesorteerd,
en met de amygdala (de 'emotionele hersenkern').
Dat muzikale aanleg en vaardigheden deels in de genen verankerd liggen, zal
geen verbazing wekken. Het is vast niet helemaal toeval dat bijvoorbeeld de
Nederlandse topvioliste Janine Jansen zo'n muzikale vader heeft (orgel,
klavecimbel), en twee getalenteerde broers (klavecimbel, cello).
"Dergelijke eigenschappen hebben bijna altijd wel een erfelijke
component", zegt VU-hoogleraar Daniëlle Posthuma, expert in complexe genetische
processen.
De Finnen geven in hun studie helaas niet aan hoe groot het effect van de
gevonden DNA-treffers precies is, zegt Posthuma. Ook zou hun onderzoek nog eens
moeten opnieuw gedaan worden, om de resultaten te bevestigen. "En er
kunnen nog honderden andere genen bij muzikale aanleg betrokken zijn. Dit is
pas een begin." Opmerkelijk is verder dat de onderzoekers ook een 'hit'
hadden bij genen die verband lijken te houden met schizofrenie:
muziekliefhebbers en schizofrene mensen delen dus mogelijk een stukje erfelijke
achtergrond.
Dan zijn er ook nog de mensen die warm noch koud worden van muziek. Daarover
gaat een ander onderzoek, recent beschreven in wetenschappelijk tijdschrift
Current Biology. Muziek doet met veel mensen iets en dat valt te meten aan hun
huidreacties en hun hartslag. Maar een klein deel van de mensheid toont geen
enkele meetbare reactie.
Dat werd getest door proefpersonen te laten luisteren naar populaire en
zelfgekozen muziekfragmenten. Sommige proefpersonen reageerden daar helemaal
niet op. Dat was niet omdat ze nergens plezier aan beleven; depressieve zielen
werden zorgvuldig buiten dit Spaans-Canadese onderzoek gehouden. De
proefpersonen moesten ook een spelletje doen waarbij ze direct geld konden
winnen of verliezen. Daar reageerden de onverschilligen voor muziek net zo
blij, opgewonden of verdrietig op als gepassioneerde muziekliefhebbers.
Volgens de onderzoekers steekt het interne beloningssysteem van de hersenen
ingewikkelder in elkaar dan gedacht. Of het nu gaat om muziekbeleving of om het
winnen van een spel, in beide gevallen kunnen ze voor een dopaminestoot in de
hersenen zorgen die een genotsbeleving geeft. Maar dat systeem heeft blijkbaar
verschillende 'toegangspoorten' die selectief dicht kunnen blijven. Hoe mooi
Janine Jansen dan ook speelt, de dopaminekick blijft uit.
Scientias
Nederland heeft nogal wat artikels over de invloed van muziek op ziektebeelden,
op de waarneming, op lichamelijke reacties in het algemeen. Een leuk onderzoek
gaat over muziek en zwangerschap.
Wanneer
vrouwen zwanger zijn, reageren ze sterker op muziek. Ze vinden het veel
uitgesprokener mooi of onprettig en ook hun bloeddruk verandert sterker wanneer
muziek klinkt. Dat blijkt uit een nieuw onderzoek. Onderzoekers verzamelden een
groep vrouwen waaronder ook enkele zwangere vrouwen en lieten ze korte
fragmenten muziek horen. Sommige van deze fragmenten muziek waren aangepast,
zodat ze minder plezierig waren om naar te luisteren. De zwangere vrouwen
bleken de muziek ietsje anders te beoordelen dan vrouwen die niet zwanger
waren. Zo vonden ze de prettige muziek prettiger en de minder prettige muziek
aanzienlijk minder prettig dan de vrouwen die niet zwanger waren.
Ook de
bloeddruk van zwangere vrouwen reageerde sterker op de muziek dan die van
niet-zwangere vrouwen. Hun bloeddruk daalde duidelijk wanneer ze dissonante
muziek hoorden, maar steeg wanneer dissonante muziek achteruit werd afgespeeld.
Dus onplezierige muziek veroorzaakt in tegenstelling tot sommige andere
stressfactoren niet altijd een stijging van de bloeddruk, stelt onderzoeker
Tom Fritz. In plaats daarvan is de reactie van het lichaam net zo dynamisch
als de muziek zelf.
Het
onderzoek suggereert dat muziek zwangere vrouwen extra prikkelt. Elke
akoestische manipulatie van de muziek beïnvloedde de zwangere vrouwen sterker
dan vrouwen die niet zwanger waren.
De grote
vraag is natuurlijk waarom het lichaam van zwangere vrouwen zo sterk op muziek
reageert. De onderzoekers vermoeden dat het ongeboren kind werkt aan zijn
muziekperceptie door de intense fysieke reactie die de moeder op muziek
vertoont, te observeren. Eerder onderzoek toonde al aan dat de hartslag van een
foetus van 28 weken oud verandert wanneer een bekend liedje klinkt. Vanaf 35
weken veranderen zelfs de bewegingen van de foetus als deze een bekend liedje
hoort.
Vandaag nog eventjes nagenieten van het
dagje Brugge, dag waar tweede rode draden doorliepen. Alhoewel, als je het
kluwen een beetje lostrok, was het maar een draad. Guido Gezelle, de Société
Archéologique van Brugge, het Gruuthusepaleis, de bidkapel in de O.L.Vrouwkerk
en de buste van Karel V in de zaal van het Brugse Vrije zij werden grote deskundigheid
door Inge Geysen met mekaar verbonden. Daarnaast was er natuurlijk zoals bij
een goed koor past de ontdekking van de Brugse streekbieren.
Ik ben Carlo (Carlo Claes), geboren op 20 september 1944. Als je goed telt weet je hoe oud / jong ik ben. Enkele jaren geleden gaf ik mijn job als resoc-coördinator van Waas en Dender op om met brugpensioen te gaan. Sindsdien kan ik mij aan mijn echte passie wijden: de koormuziek. Ik dirigeer twee koren: Fiori Musicali uit Sint-Niklaas en het Hanswijkkoor in Mechelen. Zo ontmoet ik iedere week een hoop fijne, lieve mensen. Maar hier is de wereld nog veel groter. Dus kom ik nu ook jou tegen.