Christenen hadden afstand genomen van
de tempel als stenen gebouw. Dit betekende echter niet dat zij geen eigen
cultusplaatsen zouden bouwen. In de Handelingen van de Apostelen lezen we dat
christenen in de eerste eeuw zowel de eredienst met de joden volgden als onder
christenen samen kwamen bij iemand aan huis. Daar
braken zij het brood en hadden zij samen maaltijd. Deze liturgie lijkt sterk
op wat Jezus met zijn apostelen had gedaan tijdens het Laatste Avondmaal. De
apostelen bleven iedere dag, in de tempel of bij iemand aan huis, onderricht
geven en de goede boodschap verkondigen dat Jezus de Messias is.
Ook de christenen buiten Jeruzalem
waren verbonden met bepaalde woningen. Zo weten we uit onder andere de brief
die Paulus aan de christenen van Rome schreef dat Prisca en Aquila een gemeente
bij hen aan huis hadden
De eerste ruimten waar christenen
samenkwamen zal dan ook vaak de grootste kamer in een woonhuis geweest zijn en
dit was waarschijnlijk de eetkamer. De bovenzaal, die hiervoor meestal was
ingericht en waarover op verschillende plaatsen wordt gesproken in de
Handelingen van de Apostelen, had bovendien nog een
bijzondere waarde omdat het ook juist in deze ruimte was dat Jezus met zijn
Apostelen het Laatste Avondmaal had gevierd.
Het is te veronderstellen dat de kamers
na verloop van tijd werden heringericht zodat zij aan de noden van de
gemeenschap konden voldoen. Doordat de gemeenschappen groter werden, werd er
ook steeds een groter gedeelte van de private woningen voor de gemeenschap
voorzien. Muren werden uitgebroken en het doopsel werd in een aparte kamer
toegediend. Dit moet ongetwijfeld ook invloed hebben gehad op de identiteit van
de plaats van samenkomst. De gemeente kreeg langzamerhand, gesteund door
giften, een eigen huis. Zij het dat het huis hoogstwaarschijnlijk nog eigendom
bleef van een bepaalde persoon. De huiskerk was
ontstaan. De christenen kwamen niet meer samen in een of ander huis maar op
een bepaalde plaats die voor deze samenkomst was ingericht.
Archeologen hebben op verschillende
plaatsen restanten van deze huiskerken gevonden. De bekendste site is
ongetwijfeld Doura Europos in het huidige Syrië aan de oever van de Eufraat. De oorspronkelijke woning dateert van rond 200 en werd
volgens de in de streek gebruikelijke vorm en grootte gebouwd. Rond 231 werd
een muur weggehaald waardoor een ruimte ontstond die plaats kon bieden aan
ongeveer vijftig personen. Andere ruimten kregen een functie als baptisterium
of sacristie. Het is mogelijk dat de tweede grootste ruimte werd gebruikt als
plaats waar de agapè, het
vriendschapsmaal, werd gehouden of waar de catechumenen plaats namen.
Ondanks de gewijzigde functie en de verbouwingen
bleef het gebouw langs buiten het karakter van een gewone woning behouden.
Naarmate
de gemeenschap groter werd kreeg de huiskerk verschillende functies waarvan
sommige een duidelijk seculier karakter hadden. De huiskerk bleef in de eerste
plaats het huis van samenkomst van een gemeenschap, meer dan dat zij de
verblijfplaats van God was. De gemeenschap kwam er samen om liturgie te vieren
en voor het gemeenschapsmaal, of voor andere bijeenkomsten. Daarnaast bood zij
onderdak aan de voorgangers en werd zij tevens gebruikt voor catechese. Turner
spreekt voorts van haar functie als bibliotheek, als plaats waar relieken
werden ondergebracht, als school of als opvangplaats voor zieken en armen.

|