Ik ben een boek aan het lezen over hersenonderzoek 'Wij zijn ons brein' van Dick Swaab. Interessant. Uit het eerste hoofdstuk blijkt dat verschillende kenmerken (waaronder genderidentiteit) reeds bepaald zijn in onze hersenen nog voor we geboren worden. Dat zal zo wel doorgaan. Op het einde zal ik mij ongetwijfeld vragen moeten stellen over het concept van 'vrije wil'.
Ik ben met weinig tevreden. Ik heb weliswaar méér dan dat weinige waarmee ik tevreden ben, veelal omdat de omgeving daar verwachtingen rond heeft en ik daar ook enigszins wil aan beantwoorden gezien het relatieve belang van de omgeving maar ikzelf zou met veel minder kunnen. Less is more maar voorlopig is more less.
Er zijn mensen die zich niet aan afspraken houden. Ze veranderen ze als het hen niet goed uitkomt. Ik begrijp dat. Wat ik niet begrijp is de vanzelfsprekendheid ervan. Voor mij zegt het iets over het karakter van onze maatschappij: wegwerp en consumptie. Maar ik trek graag conclusies die altijd verder reiken dan de feiten. Zo verwijt men mij toch soms.
Mensen zijn altijd bang. Bang dat een méér voor iemand anders, een minder voor hen betekent. Dat is ook zo als je veel wil krijgen. Als je veel te geven hebt, speelt dan geen rol.
God wordt in het leven geroepen als we er zelf niet mee aan uit kunnen. Als we het zelfs mét God niet kunnen begrijpen of zelfs nog minder, dan zijn voor altijd af van God. Dan is er het leven zoals het is. De vraag waarom we leven wordt dan irrelevant. Een waarom-vraag wordt dan als zingevingsvraag slechts een zinloze vraag.
Gelijken zoeken elkaar op. Men kan interesse hebben in een ongelijke wegens het on-gelijke maar uiteindelijk kiest men voor de gelijke. Mensen zijn gelijk in het menselijk-zijn (daarvoor zijn er mensenrechten) maar daar stopt het ook. Voor al het overige is er ongelijkheid. Ik heb het daar moeilijk mee.
De wetten in ons land zijn er om de gemeenschap te laten functioneren, niet omdat wij ze goed vinden, laat staan dat ze heilig zijn. Zelfs al zijn we het er niet mee eens: we moeten ze naleven daar de wetgever (doorgaans) op basis van ervaring een regel heeft bedacht die (waarschijnlijk van alle mogelijke verscheidene oplossingen) de meest leefbare is voor alle partijen. Als dat meer in ons nadeel lijkt en meer in het voordeel van de andere partij (tenminste vanuit het eigen egocentrische standpunt), dan zijn we ontstemd. Het omgekeerde stelt ons tevreden. Omdat het de zwakste beschermd.
We kunnen allerlei principes hanteren maar uiteindelijk is er maar één basic kardinale deugd: rechtvaardigheid! Moeilijk voor ons mensen gezien al onze kleine kantjes.
De mannen ondernemen de actie maar eigenlijk zijn het de vrouwen die éérst verleiden. Dat wisten de schrijvers van de Bijbel al. Dit is een bericht voor al de te brave vrouwen.
Vergaderingen maken duidelijk wie iemand is in de manier waarop ze reageren: tegendraads of constructief, meeloper of visie. Sommige zijn slechts een haan. In de pan ermee...
Er is geen probleem met emoties, zelfs niet met negatieve emoties als boosheid, droefheid, angst of haat. Zolang ze maar niet met pijn gepaard gaan. Pijn verwijst altijd naar oude verbintenissen, niet naar de huidige.
Het is al even geleden dat ik een roman gelezen heb. Waarschijnlijk omdat ik het zo moeilijk vind om er nog één te vinden dat mij boeit. Maar ik heb een roman als cadeau gekregen: 'De geschiedenis van de liefde' van Nicole Krauss. Pakkend vanaf de eerste pagina en ik wéét dat dit wel een goed boek zal zijn.
We hebben veel en we denken dat we niet zonder kunnen. Nochtans liggen de zaken simpel: alle dagdagelijkse prakische dingen hebben we zeker nodig, alle uitzonderlijke mooie dingen hebben we nodig. Al de rest is overbodig.
Zij is mooi en jong en ze doet er niets mee. Hij is ouder en ervaren en hij doet er niets mee. De eerste zou moeten studeren om slimmer worden, de twee zou moeten reflecteren om wijzer worden. En ik, ik ben vooral streng.
Er gaat niets boven een intens gesprek met iemand. Intense gesprekken: ik leef ervoor. Weg met alle oppervlakkige gesprekken, weg met beleefdheden, weg met concurrerende toestanden. Ik ben voorstander van de dingen ten gronde te verkennen, te confronteren, te analyseren, te vergelijken, te beargumenteren, vanuit een totaal ander daglicht te bekijken, te verdedigen en tenslotte tot een overeenkomst te komen.
Alles gaat goed met mij. Ja, alles gaat zijn gang. Ik ben bijzonder tevreden op verschillende vlakken. Maar kom wel niet teveel zeuren. Ik heb tijd om te werken, tijd om niets te doen maar ik heb geen tijd om naar gezeur te luisteren. Het komt goed of het komt zelfs niet goed maar zeuren zal daaraan niets veranderen.
De mentaliteit van vakmannen: ze vragen wat ze willen, zonder omwegen, zonder uitleg, zonder te denken wat jij denkt. Zij weten waar ze naartoe willen en dat is ze voldoende. Ik hou er wel van.
Ik heb enkel en alleen berouw, maar dan ook werkelijk berouw, over de negatieve connotaties die ik heb bij mensen terwijl ik weet dat die eigenlijk de mijne zijn en ze de werkelijkheid van die mensen overstijgt.
Wat wij liefde noemen is een huis met vele kamers. Laat mij minimaal een onderscheid maken tussen drie kamers en de oude Grieken in herinnering brengen: de eros (de fysieke aantrekkingskracht, ook wel verliefdheid genoemd), de filia (de overeenstemming tussen zielen, ook wel vriendschap genoemd) en de agapè (de trouw aan iets hogers dan onszelf, ook soms God genoemd). In relationele termen betekent dat laatste de trouw aan een relatie, het zich houden aan principes, het in ere houden van de banden die we met de andere hebben. Het gaat hierbij niet om onszelf, ook niet om de andere maar om het derde en bindende aspect: de relatie op zichzelf, de verbintenis die is aangegaan en het zich houden aan het engagement dat is aangegaan. Op het eerste scoren de minnaars goed, op het laatste onze kinderen en ouders.
Nu; concreet; toegepast; even simplistisch: kunt u aangaan hoeveel percent van uw liefde voor iemand in drie kamers zit? Als u dat kunt en u ziet een redelijke evenwichtige verdeling, dan denk ik dat u goed bezig bent. Zoniet, dan moet u misschien een paar accenten verleggen....
Eén sterretje is soms voldoende om ons naar de zevende hemel te brengen. Eén sterretje en het heelal staat tot onzer beschikking. Vergeet niet dat een sterretje (cfr. wikipedia) zoals onderstaand gedefinieerd moet worden. In feite zouden we er bang van moeten zijn. We zijn dat ook.
De bachelor. Welke vrouw wil daar in hemelsnaam aan meedoen? Welke vrouw wenst zichzelf zo te vernederen? Welke vrouw ziet zichzelf als koopwaar waaruit te kiezen valt? Welke vrouw laat de keuze voor een relatie compleet afhankelijk zijn van één partij? Welke vrouw wil dat voor een publiek tonen? Dat laatste is voor mij uitgesloten. Over de rest zwijg ik als vermoord.
Wat volwassen mensen allemaal niet doen om zich belangrijk te voelen. Nog erger dan kinderen. "Ik wil de grootste hebben". Raymond zong het zo overtuigend en beklemtoonde aldus de zelfrelativering ervan. Dat laatste ontbreekt bij diegenen die het niet kunnen zingen.
We hebben een paard. Mijn dochter kan dat paard berijden en onder controle houden. Wat een geruststelling. Als ze zo'n groot paard onder haar gezag kan houden, kan ze vast zichzelf onder gezag houden.
Volgens de geschiedeniskenner is er een gebrek aan opvolging van de actualiteit. Hij heeft gelijk en ik beken schuld. De wereld is echter voor mij te groot, te snel, te veel, te triest. Het is al moeilijk genoeg om de actualiteit van mijn eigen leven op te volgen vanuit mijn eigen geschiedenis, laat staan die van de wereld. Toekomstig denken doe ik al helemaal niet. Ik ben een epicurist geworden.
Mensen die komen vertellen dat ze gaan scheiden (zelfs om gegronde redenen) maar die daarvoor nooit hebben laten blijken dat er een probleem was: het voelt altijd wat raar aan. Het zegt niet zoveel over hen, over mij, over ons maar wel over de beschaamdheid dat iets fout gaat, dat het ideale plaatje dat ze zo graag aan zichzelf en aan anderen laten zien, aan diggelen is geslagen. We hebben naar de scherven gekeken, niet om te lijmen, gewoon gekeken naar de scherven.
Blijkbaar heb ik veel plezier in mijn werk. Zo blijkt uit het 'werkplezierspel'. Omdat allerlei voorwaarden die ik belangrijk vind, ook aanwezig zijn. Typisch voor mij schijnt te zijn dat ik veel belang hecht aan 'het begrijpen van de positie en de rol van anderen'. Veel minder aan 'interesse tonen voor anderen'. Het laatste is een emotionele kwestie. Het eerste is een verstandelijke kwestie. Welwel.
Ik heb een probleem met mensen die woorden zeggen die ze eigenlijk niet menen. Specifieker: ik heb een probleem met mensen die hartelijk spreken zonder hun hart te laten spreken. Spreek dan gewoon niet of wees simpelweg beleefd maar doe niet alsof.
Leiders zijn slechts verliezers. Anders zouden ze geen leiders zijn. Leiders willen immers niet lijden maar leiden. Voorop lopen, beslissen en vooral het doel in het oog houden. De wegen die niét naar Rome leiden zijn voor de verliezers.
De pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet. Dat de pot zelf ook zwart is, wordt niet alleen verzwegen maar telt zelfs niet mee. Vreemd hoe sommige mensen met eigen leugens omgaan. Het is voor hen geen leugen, het bestaat niet, het is van andere wereld. Door die twee werelden splijten ze zichzelf in twee terwijl ze juist eigenlijk één en zichzelf willen zijn.
Sommige mensen overdrijven weleens. Andere overdrijven dan nog meer. Tegen elkaar op. Het heeft geen zin maar het is ook een manier om contact te zoeken, om duidelijk te maken dat je met elkaar iets hebt, dat je niet onverschillig bent. Daarna trekken ze zich terug en zijn ze terug even zoet. Ik zal maar geen vergelijking maken.
Ze zijn gewonnen! Ze hebben altijd al verloren omdat ze nog volop aan het groeien zijn, nog niet rijp genoeg maar ze hebben gewonnen. Het was spannend, steeds op het nippertje maar we hebben geroepen, onbeschaamd, ophitsend en ze hebben gewonnen. Met een laatste geweldige driepunter: een bal die, geworpen vanop verre afstand, net vóór de bel, enkele seconden door de lucht suist en recht in de mand terecht komt. Wow.
Kunst is terug te voeren op de authenciteit van de kunstenaar. Er zijn ook imitaties. Oprechte zelfs. De beste waartoe mensen in staat zijn. We kunnen er zelfs van houden. Maar authentiek is het niet.
Hij zei dat zijn gezin wit was. Dat kon betekenen dat hij dat als zuiver beschouwd, als neutraal, als ten dienste van hem, als weinig betekenisvol, als negatie dat mensen kleur zou kunnen hebben. Dat ze dus wel betekenisvol zouden kunnen zijn, dat ze niet dienste staan van hem, dat ze niet neutraal zijn, dat ze niet wit zijn. Dat ze wachten tot hij ze ziet staan.
Ze zei: God bestaat zolang je hoopt. Wanneer je niet meer hoopt, moet je op jezelf bestaan. Of zelf voor God spelen. Dat komt op hetzelfde neer maar het eerste is leger dan het tweede.
Sommigen vinden elkaar in wat gemeenschappelijk is. Anderen is wat juist 'anders' is. Het laatste gaat meestal gepaard met veel confrontatie. Die confrontatie is doorgaans nogal hard. Enkel het leren omgaan ermee wordt zachter doorheen de tijd.
Jonge mensen hebben veel verwachtingen van het leven, al weten ze eigenlijk niet goed wat die juist zijn. Achteraf constateren ze dat die verwachtingen niet ingelost zijn, al weten ze nog altijd niet goed wat die juist waren.
Het stormt. Ik hou wel van het wilde ervan, het ongenadige, het machtige, het natuurlijke. Terwijl we tegelijk kunnen genieten van de warmte van menselijke aanwezigheid en van muntthee.
Ze zijn jong en ze willen wat: meestal een vriendje dat niet bij hen past maar wel de nodige opwinding en pijn veroorzaakt. Dat duurt tot zo lang ze de pijn niet meer verdragen en aldus ook aan de opwinding willen verzaken.
Sommige vrouwen zijn ronduit dapper. Hun leven verloopt niet zoals verwacht had mogen worden maar ze kiezen een nieuw pad. Ze verkopen wat ze hadden, settelen zich opnieuw, realiseren een oude droom en worden weer gelukkig. Ik heb daar mateloos bewondering voor.
Ik ben het eens met Hugo Camps deze morgen in De Morgen: " Er is nood aan leermeesters die zich verheffen boven de waan van de dag". Hij heeft het dan over politieke leiders. Ik beschik niet over de capaciteiten om een leider te zijn. Ik kan slechts proberen om mij te verheffen in mijn kleine wereld.
Ik ben niet echt een wensmens. Ik ben tevreden met wat is. En de enige echte wens die ik heb, is er één waarbij ik afhankelijk ben van anderen. Zo moet dat ook zou zijn bij wensen. Dingen die je volledig zelf kan controleren en realiseren, zijn niet wenswaardig.