Ipfigenia. Zij wordt geofferd door haar vader koning Agamemnon om de winden gunstig te doen draaien zodat hij oorlog kon gaan voeren in Troje. Uit wraak voor haar dochter vermoordt haar moeder Clytaemnestra daarop de vader. Uit wraak voor de vader vermoordt de zoon Orestes daarop de moeder. In de opera van Gluck krijgt Ipfigenia een tweede leven als priesters in de tempel van Diana en komt alles goed tussen haar en haar broer omwille van het overwinnen van de liefde op de haat.
Heden zijn moorden vervangen door woorden en is familie vervangen door andere derden maar de wraak eist nog altijd een even grote plaats op. Of de liefde uiteindelijk ook overwint, valt nog af te wachten.
Ik ben ooit verliefd geworden op een man wiens gelaat fijn en edel was en wiens handen dik en ruw. Ging het mij om het gelaat, de handen of om de vreemde combinatie? Ik weet het niet maar één ding is zeker: het gelaat bleek uiteindelijk niet wat het leek, de vreemde combinatie was mij uiteindelijk niet vreemd maar de handen zijn mij altijd blijven intrigeren.
Helaas zijn die intrigerende handen nooit verder gegaan dan een handdruk.
Men zegt dat de ogen de spiegels zijn van de ziel maar ik denk dat het de handen zijn. In verschillende religies hebben handen een grote symbolische waarde in functie van de houding die ze aannemen: open, gesloten, uitreikend, opgeheven, gebald. Eén ding is duidelijk: de rechterhand staat voor yang, actief, heerschappij, rede en de linkerhand voor yin, ontvankelijk, overgave, emotie.
Misschien moeten we allen wat meer onze eigen handen en elkaars handen koesteren zoals ze zijn.
Camille Claudel was een franse beeldhouwster. Ze werkte samen met Rodin, die ze achteraf verweet haar gebruikt te hebben. We weten niet wat daar vanuit professioneel en romantisch perspectief juist is gebeurd maar ze werd krankzinnig. Of liever, ze sloten haar op in een gesticht wegens paranoia.
Uit haar brieven bleek dat ze een zeer gezonde maar verdrietige geest had.
Eerst houden we van mensen omdat ze in onze ogen perfect zijn. Daarna zijn we teleurgesteld omdat ze in realiteit niet perfect zijn. Tenslotte houden we van ze omwille van de scheuren.
Vergeven. Het is een woord dat lelijk klinkt. Bovendien betekent het zowel vergiffenis schenken als vergiftigen. Moeten we daar nu uit afleiden dat vergeven tevens vergiftigen is? De van Dale omschrijft vergiftigen ook als doen sterven door vergif, vol zijn van iets schadelijks. Iemand iets vergeven is hem tevens schade toebrengen. Ik denk dat dat waar is want je ontneemt iemand zijn verantwoordelijkheid en waar is dat goed voor?
Maar ook schade (en daarover gaat het mij) aan diegene die vergeeft. Doorgaans zegt men: wel vergeven maar niet vergeten. De persoon wil wel maar de tijd speelt zijn (negatieve) rol. Je voelt dat er iets niet klopt. Ik zeg liever: niet vergeven maar wel vergeten. De persoon wil niet maar de tijd speelt zijn (positieve) rol. Dit lijkt me authentieker.
De tijd speelt een belangrijk rol in ieders leven.
Hij is al van even geleden maar 'Das Leben der Anderen' is een heel mooie film. Over Stasi-mensen die gewone-mensen laten afluisteren omdat ze ervan verdacht worden staatsvijand te zijn. De afluisteraar wordt bezield door die gewone mensen en beschermt hen zelfs op het einde. De ene gewone mens bezwijkt onder de druk van het regime. De andere gewone mens overleeft het en schrijft nadien een boek ter ere van de afluisteraar als 'goede mens'.
Mensen veranderen soms van de ene kant naar de andere. Wij hebben van allen iets te leren.
Draag mij als een zegel op je hart, als een zegel aan je arm: want de liefde is sterk als de dood, met de onverbiddelijkheid van het dodenrijk sluit zij ieder ander buiten. Haar vonken zijn bliksemschichten, vlammen van de Heer. Geen stortvloed van water kan de liefde blussen, geen rivier spoelt haar weg. Al bood iemand mij alles wat hij bezit voor de liefde, men zou hem met verachting moeten afwijzen.
Is de waarheid belangrijk op zich? Nee, want waarheid die opgesloten ligt in zichzelf kent geen tijd en ruimte, geen manifestatie. Die bestaat op zich maar die heeft geen betekenis omdat er niet 'iemand' is voor wie het iets betekent. Is de waarheid dan belangrijk voor iemand? Ja, tenminste voor diegene voor wie ze iets betekent. Voor diegene wiens leven hier en nu mede bepaald wordt door de waarheid van dan en toen. Is het belangrijk de waarheid te delen met een ander? Ja, tenminste voor diegene voor wie de ander iets betekent. Voor diegene die de ander wil zien, zoals hij werkelijk is.
Te moeilijk uitgelegd? Wel, ik hou er niet van dat men tegen mij liegt.
Wanneer slaat eerbied om in minachting? Is dat wanneer die persoon kenmerken vertoont die de ene of andere richting aanwijzen? Zeker. Alleen is het ook mede in functie van onze perceptie van die persoon. Als die gemiddeld is verloopt de switch redelijk matig. Wanneer onze perceptie in de ene richting overdreven was, zal ze ook in de andere richting doorslaan. Het vertrouwen is dan cruciaal. Ik wou dat ik dat kon herstellen maar dat kan niet. Je kan een gebroken vaas in de vuilbak gooien, eenzelfde of een andere kopen, lijmen, zo goed mogelijk laten herstellen maar je wéét dat de scherven er ooit lagen.
Waarschijnlijk hebt u uw eigen mening over het verschil tussen een meisje en een volwassen vrouw. Maar ik heb er één gehoord dewelke ik echt wel een duidelijk criterium vindt: wanneer ze stopt met de 'drama queen' uit te hangen.
Toen ik een tiener was, noteerde ik leuk uitziende uitspraken die ik eigenlijk niet begreep. Ik heb dat boekje nog. Nu begrijp ik ze wel en misschien vindt u ze er nog wel leuk uitzien. Onderstaande gaan over 'weten en denken'. Helaas noteerde ik toen nooit de auteurs en kan ik u die ook niet meer meegeven.
§ Als er wat te weten valt, wie weet was dan dat weten wat wetenswaardig was?
§ Ik weet steeds meer van steeds minder totdat ik tenslotte alles weet van niets en niets van alles.
§ Als mijn denken niet klopt met de werkelijkheid, des te erger voor de werkelijkheid.
§ Woorden zijn de vooruitgang van het menselijk denken.
Vroeger geloofde ik mijn vader. Ik geloofde wat mijn vader geloofde. Toen geloofde ik hem niet meer. Ik geloofde het omgekeerde van wat hij geloofde. Nu geloof ik toch mijn vader. Ik geloof opnieuw in wat hij geloofde. Soms hebben we een onweg nodig.
We shall not cease from exploration and the end of all our exploring will be te arrive where we started and know the place for the first time.
Soms denken we dat ons emotioneel leed niet te vergoeden valt. Door niets of niemand. We kunnen niets bedenken dat dat zou kunnen compenseren. We kunnen niemand bedenken dat dat zou kunnen verhelpen. We denken in absolute termen van alles of niets. Tot er iets of iemand verschijnt dat geenszins absoluut is maar blijkbaar toch wel helend werkt. Het brengt de balans toch terug in evenwicht. Wij zijn terug in evenwicht door iets waarvan we niet dachten dat het ons in evenwicht zou kunnen brengen.
Zoals een oosters spreekwoord: "Wie zegt dat hij onomkoopbaar is, heeft zijn prijs nog niet gehoord".
Beleefdheid is nog geen deugdzaamheid (het gaat eraan vooraf, het lijkt er al een beetje op maar het is er nog geen). Liefde is geen deugdzaamheid meer ( het is er al voorbij, het includeert het al en het is het per definitie).
Zou daarom liefde soms samengaan met onbeleefdheid?
We zijn soms teveel bezig met de mensen en de dingen rondom ons. We laten ons meeslepen naar hoogtes en laagtes van het moment. In feite is het belangrijker om te weten waar we naartoe willen, wat ons doel is, wat we willen bereiken. Het focussen op een doel redt soms de mens van de ondergang. Iemand heeft me dat lang geleden gezegd en ik heb dat betwist maar hij had gelijk.
Het punt is dat je wel moet achterhalen wat het juiste doel voor jezelf is...
De trein is altijd een beetje reizen. Inderdaad, hij wordt aangekondigd met 5 minuten vertraging, komt uiteindelijk een half uur later aan, kan niet vertrekken wegens de afwezigheid van de conducteur, vertrekt uiteindelijk drie kwartier later, de helft van de passagiers heeft geen plaats om te zitten en de trein kan helaas niet tot de plaats van bestemming doorrijden. Er moet nog eens over gestapt worden.
Weet u wanneer de menselijkheid begint? Hebt u een idee waardoor en wanneer de mens zich begon te onderscheiden van het dier? Welk moment en welke activiteit zijn bepalend geweest? Niet de zorg voor partner en jongen want dat daar zijn dieren even goed toe in staat. Niet het spel of de agressie want in beide zijn sommige dieren zelfs veel beter. Volgens sommigen begint de beschaving wanneer men zijn doden begraaft. Volgens een vriend begint de menselijkheid met de humor. Denkt u er maar eens rustig over na wanneer menselijkheid begonnen is.
Volgens mij begint de menselijkheid wanneer men zijn ego op totaal vrije basis onderschikt aan de ander.
Mensen sterven maar soms te jong. Ze stonden nog volop in het leven, vrouw en kinderen. Er valt op zich geen zin in te ontdekken. De nabestaanden kunnen er misschien na verloop van tijd een zin aan géven maar op zich is er geen. De tijd staat voor even stil. Voor de rest van de wereld draait de wereld verder. Onverschillig voor het mensenleed.
Sommige voelen zich altijd slachtoffer en duiden de ander dan aan als dader. Maar zijn we niet meestal tegelijk slachtoffer én dader? Volgens Stefan Hertmans is Medea alvast beide. We kunnen er iets uit leren.
'Medea heeft gekozen voor een wereld waarin alleen zwart en wit bestaan kunnen bestaan, niet de grijswaarden van het geëmancipeerde stel dat zich neerlegt bij de sociale en affectieve werkelijkheid waarin exclusiviteit een tijdelijke droom van de eerste verliefdheid is. Maar dat doet ze niet omdat ze een romantische monogame idealiste zou zijn, ze doet dat omdat het opofferen van leven (van haar broer) een tol vraagt aan de goden; ze staat bij hen in het krijt en dat weet ze. In die zin kan men Medea's vreselijke moord op haar beide kinderen ook zien als de verschuldigde zuivering, de catharsis die ze broodnodig had om haar schuld te delgen; op haar, haar man en haar kinderen rust de vloek van het broederbloed en het verraad- een dionysische schuld. Ze grijpt het overspel van haar man aan om haar tol aan de goden te betalen. Daarom is Medea net zo schuldig als Jason; ze weten beiden wat ze waard zijn en ze weten van elkaar dat ze types zijn die niet aarzelen om de Rubicon tussen goed en kwaad tegen iedere prijs over te steken.
(uit Stefan Hermans, het zwijgen van de tragedie, 2007, p. 97)
We leggen meestal graag de bal in het kamp van de ander om te zien wat die gaat doen. Soms is het beter om de bal in eigen kamp te houden en niet afhankelijk te zijn van wat de ander gaat doen of niet doen. Eigenlijk een weigering om mee te spelen. Meestal omdat je een ander spel op het oog hebt.
Als het op liefde aankomt, verwerpen we het onderscheid tussen moreel en immoreel in ruil voor het onderscheid tussen 'echt' en 'gekunsteld'. We tonen te veel begrip voor onze daden om ze te veroordelen; in plaats daarvan veroordelen we onze motieven. Na ons van een gedragscode te hebben losgemaakt, onderwerpen we ons aan een motiveringscode om gevoelens van schaamte en verontrusting te ontwikkelen, die onze ouders op minder gekunstelde wijze kregen. We verwierpen hun religieuze moraal, omdat die de mens tegenover zijn instincten plaatste en hem belastte met een loodzware schuld voor zonden die in werkelijkheid het resultaat van natuurwetten waren. Toch boeten we nog steeds voor de schepping: we beschouwen onszelf liever als mislukkelingen dan ons geloof te verzaken in de mogelijkheid van volmaaktheid. We klampen ons vast aan de hoop op de eeuwige liefde door zelfs haar tijdelijke waarde te ontkennen. Het is minder pijnlijk om te denken: "ik ben oppervlakkig', 'zij is egocentrisch', 'we konden niet met elkaar overweg', 'het was allemaal maar lichamelijk', dan het eenvoudige feit te aanvaaarden dat liefde een voorbijgaand gevoel is, om redenen die buiten onze macht en zelfs buiten onze persoonlijkheid liggen. Maar wie kan zich met zijn eigen verstandelijke redenering geruststellen? Geen enkel argument kan de leegte van een uitgeblust gevoel opvullen- die herinnering aan de uiteindelijke leegte, onze fatale wispelturigheid. We staan zelfs tegenover het leven onwaarachtig.
Vijgen na Pasen. Wat wil dat zeggen? Iets zoets voor iemand op een te laat moment en daar dus geen boodschap meer aan heeft. Hij heeft geen honger meer want hij is al doodgegaan. Belangrijker en meer nog: hij is ondertussen ook reeds opgestaan uit het graf. Hij is een nieuw iemand. Die hoeven geen vijgen meer.
Wat als hij wel die vijg had gekregen? Zou hij dan niet doodgegaan zijn? Waarschijnlijk wel. De vraag is of hij nog zou zijn opgestaan uit zijn graf. We weten het niet maar als dat wél zo zou zijn, dan zou dat een bewijs zijn dat de wereld onverschillig is. Blijkbaar hopen we nog altijd op een rechtvaardige wereld.