De bachelor. Welke vrouw wil daar in hemelsnaam aan meedoen? Welke vrouw wenst zichzelf zo te vernederen? Welke vrouw ziet zichzelf als koopwaar waaruit te kiezen valt? Welke vrouw laat de keuze voor een relatie compleet afhankelijk zijn van één partij? Welke vrouw wil dat voor een publiek tonen? Dat laatste is voor mij uitgesloten. Over de rest zwijg ik als vermoord.
Wat volwassen mensen allemaal niet doen om zich belangrijk te voelen. Nog erger dan kinderen. "Ik wil de grootste hebben". Raymond zong het zo overtuigend en beklemtoonde aldus de zelfrelativering ervan. Dat laatste ontbreekt bij diegenen die het niet kunnen zingen.
We hebben een paard. Mijn dochter kan dat paard berijden en onder controle houden. Wat een geruststelling. Als ze zo'n groot paard onder haar gezag kan houden, kan ze vast zichzelf onder gezag houden.
Volgens de geschiedeniskenner is er een gebrek aan opvolging van de actualiteit. Hij heeft gelijk en ik beken schuld. De wereld is echter voor mij te groot, te snel, te veel, te triest. Het is al moeilijk genoeg om de actualiteit van mijn eigen leven op te volgen vanuit mijn eigen geschiedenis, laat staan die van de wereld. Toekomstig denken doe ik al helemaal niet. Ik ben een epicurist geworden.
Mensen die komen vertellen dat ze gaan scheiden (zelfs om gegronde redenen) maar die daarvoor nooit hebben laten blijken dat er een probleem was: het voelt altijd wat raar aan. Het zegt niet zoveel over hen, over mij, over ons maar wel over de beschaamdheid dat iets fout gaat, dat het ideale plaatje dat ze zo graag aan zichzelf en aan anderen laten zien, aan diggelen is geslagen. We hebben naar de scherven gekeken, niet om te lijmen, gewoon gekeken naar de scherven.
Blijkbaar heb ik veel plezier in mijn werk. Zo blijkt uit het 'werkplezierspel'. Omdat allerlei voorwaarden die ik belangrijk vind, ook aanwezig zijn. Typisch voor mij schijnt te zijn dat ik veel belang hecht aan 'het begrijpen van de positie en de rol van anderen'. Veel minder aan 'interesse tonen voor anderen'. Het laatste is een emotionele kwestie. Het eerste is een verstandelijke kwestie. Welwel.
Ik heb een probleem met mensen die woorden zeggen die ze eigenlijk niet menen. Specifieker: ik heb een probleem met mensen die hartelijk spreken zonder hun hart te laten spreken. Spreek dan gewoon niet of wees simpelweg beleefd maar doe niet alsof.
Leiders zijn slechts verliezers. Anders zouden ze geen leiders zijn. Leiders willen immers niet lijden maar leiden. Voorop lopen, beslissen en vooral het doel in het oog houden. De wegen die niét naar Rome leiden zijn voor de verliezers.
De pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet. Dat de pot zelf ook zwart is, wordt niet alleen verzwegen maar telt zelfs niet mee. Vreemd hoe sommige mensen met eigen leugens omgaan. Het is voor hen geen leugen, het bestaat niet, het is van andere wereld. Door die twee werelden splijten ze zichzelf in twee terwijl ze juist eigenlijk één en zichzelf willen zijn.
Sommige mensen overdrijven weleens. Andere overdrijven dan nog meer. Tegen elkaar op. Het heeft geen zin maar het is ook een manier om contact te zoeken, om duidelijk te maken dat je met elkaar iets hebt, dat je niet onverschillig bent. Daarna trekken ze zich terug en zijn ze terug even zoet. Ik zal maar geen vergelijking maken.
Ze zijn gewonnen! Ze hebben altijd al verloren omdat ze nog volop aan het groeien zijn, nog niet rijp genoeg maar ze hebben gewonnen. Het was spannend, steeds op het nippertje maar we hebben geroepen, onbeschaamd, ophitsend en ze hebben gewonnen. Met een laatste geweldige driepunter: een bal die, geworpen vanop verre afstand, net vóór de bel, enkele seconden door de lucht suist en recht in de mand terecht komt. Wow.
Kunst is terug te voeren op de authenciteit van de kunstenaar. Er zijn ook imitaties. Oprechte zelfs. De beste waartoe mensen in staat zijn. We kunnen er zelfs van houden. Maar authentiek is het niet.
Hij zei dat zijn gezin wit was. Dat kon betekenen dat hij dat als zuiver beschouwd, als neutraal, als ten dienste van hem, als weinig betekenisvol, als negatie dat mensen kleur zou kunnen hebben. Dat ze dus wel betekenisvol zouden kunnen zijn, dat ze niet dienste staan van hem, dat ze niet neutraal zijn, dat ze niet wit zijn. Dat ze wachten tot hij ze ziet staan.
Ze zei: God bestaat zolang je hoopt. Wanneer je niet meer hoopt, moet je op jezelf bestaan. Of zelf voor God spelen. Dat komt op hetzelfde neer maar het eerste is leger dan het tweede.