Blijkbaar heb ik veel plezier in mijn werk. Zo blijkt uit het 'werkplezierspel'. Omdat allerlei voorwaarden die ik belangrijk vind, ook aanwezig zijn. Typisch voor mij schijnt te zijn dat ik veel belang hecht aan 'het begrijpen van de positie en de rol van anderen'. Veel minder aan 'interesse tonen voor anderen'. Het laatste is een emotionele kwestie. Het eerste is een verstandelijke kwestie. Welwel.
Ik heb een probleem met mensen die woorden zeggen die ze eigenlijk niet menen. Specifieker: ik heb een probleem met mensen die hartelijk spreken zonder hun hart te laten spreken. Spreek dan gewoon niet of wees simpelweg beleefd maar doe niet alsof.
Leiders zijn slechts verliezers. Anders zouden ze geen leiders zijn. Leiders willen immers niet lijden maar leiden. Voorop lopen, beslissen en vooral het doel in het oog houden. De wegen die niét naar Rome leiden zijn voor de verliezers.
De pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet. Dat de pot zelf ook zwart is, wordt niet alleen verzwegen maar telt zelfs niet mee. Vreemd hoe sommige mensen met eigen leugens omgaan. Het is voor hen geen leugen, het bestaat niet, het is van andere wereld. Door die twee werelden splijten ze zichzelf in twee terwijl ze juist eigenlijk één en zichzelf willen zijn.
Sommige mensen overdrijven weleens. Andere overdrijven dan nog meer. Tegen elkaar op. Het heeft geen zin maar het is ook een manier om contact te zoeken, om duidelijk te maken dat je met elkaar iets hebt, dat je niet onverschillig bent. Daarna trekken ze zich terug en zijn ze terug even zoet. Ik zal maar geen vergelijking maken.
Ze zijn gewonnen! Ze hebben altijd al verloren omdat ze nog volop aan het groeien zijn, nog niet rijp genoeg maar ze hebben gewonnen. Het was spannend, steeds op het nippertje maar we hebben geroepen, onbeschaamd, ophitsend en ze hebben gewonnen. Met een laatste geweldige driepunter: een bal die, geworpen vanop verre afstand, net vóór de bel, enkele seconden door de lucht suist en recht in de mand terecht komt. Wow.
Kunst is terug te voeren op de authenciteit van de kunstenaar. Er zijn ook imitaties. Oprechte zelfs. De beste waartoe mensen in staat zijn. We kunnen er zelfs van houden. Maar authentiek is het niet.
Hij zei dat zijn gezin wit was. Dat kon betekenen dat hij dat als zuiver beschouwd, als neutraal, als ten dienste van hem, als weinig betekenisvol, als negatie dat mensen kleur zou kunnen hebben. Dat ze dus wel betekenisvol zouden kunnen zijn, dat ze niet dienste staan van hem, dat ze niet neutraal zijn, dat ze niet wit zijn. Dat ze wachten tot hij ze ziet staan.
Ze zei: God bestaat zolang je hoopt. Wanneer je niet meer hoopt, moet je op jezelf bestaan. Of zelf voor God spelen. Dat komt op hetzelfde neer maar het eerste is leger dan het tweede.
Sommigen vinden elkaar in wat gemeenschappelijk is. Anderen is wat juist 'anders' is. Het laatste gaat meestal gepaard met veel confrontatie. Die confrontatie is doorgaans nogal hard. Enkel het leren omgaan ermee wordt zachter doorheen de tijd.
Jonge mensen hebben veel verwachtingen van het leven, al weten ze eigenlijk niet goed wat die juist zijn. Achteraf constateren ze dat die verwachtingen niet ingelost zijn, al weten ze nog altijd niet goed wat die juist waren.
Het stormt. Ik hou wel van het wilde ervan, het ongenadige, het machtige, het natuurlijke. Terwijl we tegelijk kunnen genieten van de warmte van menselijke aanwezigheid en van muntthee.
Ze zijn jong en ze willen wat: meestal een vriendje dat niet bij hen past maar wel de nodige opwinding en pijn veroorzaakt. Dat duurt tot zo lang ze de pijn niet meer verdragen en aldus ook aan de opwinding willen verzaken.
Sommige vrouwen zijn ronduit dapper. Hun leven verloopt niet zoals verwacht had mogen worden maar ze kiezen een nieuw pad. Ze verkopen wat ze hadden, settelen zich opnieuw, realiseren een oude droom en worden weer gelukkig. Ik heb daar mateloos bewondering voor.