- 1 rosbief (ca. 400 gram) - oesterzwammen (ca. 200 gram) - parma ham (4 plakken) - pakje bladerdeeg - 1 ei - grove mosterd - olijfolie - wat bloem - peper & zout - huishoudfolie
Pureer de oesterzwammen. Indien het gedroogde oesterzwammen zijn, eerst laten wellen, dan uitlekken, en dan pureren. Bak de oesterzwammen in een pan met wat olie, peper en zout, tot het grootste deel van het vocht is verdampt.
Maak een koekenpan heet met olie en geef de rosbief een kleurtje. 30 seconden aan elke kant is voldoende. Leg een stuk folie op het werkblad, en leg hier de parma ham op, zodat ze elkaar licht overlappen. Smeer de oesterzwammenpuree over de ham, tot een laagje van een paar millimeter dik.
Smeer de rosbief in met de grove mosterd, en leg hem in het midden van de rij paramaham. Wikkel met behulp van de folie de ham om de rosbief heen. Leg dit voor ongeveer 20 minuten in de koelkast, zodat de smaken lekker in elkaar kunnen trekken.
Bestuif het werkblad met bloem, leg hier de bladerdeeg plakken op, in een groot vierkant. Leg hier het rosbief pakket op, en smeer het omliggende deeg in met eidooier. Vou nu alles dicht en snij de overtollige stukken deeg weg. Leg met de naad naar beden in de koelkast, gedurende 20 minuten.
Verwam de oven voor op 200 graden.
Neem het pakketje uit de koelkast, en kerf de bovenkant in, om de centimeter. Smeer het deeg in met eidooier. Plaats in de oven. Verlaag na 20 minuten de temperatuur naar 180 graden, en laat nog 15 minuten bakken.
Overigens maakt Gordon Ramsay dit ook, en staat er zelfs een filmpje daarvan op YouTube!
Venkel en courgette in plakken snijden. De bouillon aan de kook brengen en hierin de venkel beetgaar koken. Courgette en lente-uitjes toevoegen en nog drie minuten laten koken.
Sint-Jakobsvruchten toevoegen, maar de bouillon niet meer laten koken. De Sint-Jakobsvruchten drie minuten mee gaar laten worden in de bouillon.
De groenten en de Sint-Jakobsvruchten in borden scheppen.
De bouillon op smaak brengen met peper, zout en pastis. De bouillon in de borden scheppen en het geheel versieren met stukjes tomaat en de garnalen.
Vijgen met cabrales en Pedro-Ximenez siroop (4 p.)
- 300 ml. Pedro Ximenez - 4 grote rijpe vijgen - 60 gr. cabrales - 2 el olijfolie - 100 gr. rucola
De grill voorverwarmen
De pedro Ximenez tie minuten laten inkoken tot een siroop.
De vijgen kruisgewijs vanaf de bovenkant tot de helft insnijden. De cabrales over de vijgen verdelen. De vijgen onder de grill plaatsen tot de kaas begint te smelten.
De olijfolie door de rucola mengen en de sla over vier borden verdelen.
De vijgen op de rucola leggen. De siroop over de vijgen en langs de rucola schenken.
Serveren met een glas Pedro Ximenez.
Ook als dessert, zonder de rucola, te serveren.
(Uit 'Vinos de Jerez = delicious', extra bijlage bij Delicious., 10/07)
- 5 middelgrote bloemige aardappelen - 650 gr. tarwebloem - 6 gr. droge gist - 1 dl. halfvolle melk - 4 el zongedroogde tomaten - 1 bussel basilicum - 1 el oregano - 5,5 dl. water - 4 el olijfolie - 1 el zout
Kook de aardappelen gaar en maak er puree van.
Meng de bloem, het zout, de gist, de fijngehakte basilicum, de oregano en de fijngehakte tomaten onder de lauwe melk, water en olijfolie.
Giet dit mengsel beetje bij beetje bij de aardappelpuree. Kneed tot een gladde massa en laat het deeg een half uurtje rusten op een warme plaats. Kneed opnieuw.
Strooi wat bloem in een bakblik. Doe het deeg in de bakvorm en bak het brood gedurende 40 min in een voorverwarmde oven op 180°C.
- 3 paprika's - 1/2 Spaanse peper, fijn gesneden - 6 middelgrote of 12 kleine pijlstaartinktvissen - 3 el olijfolie - 2 tenen knoflook, gehakt - 2 bosuitjes, fijngesneden - 200 ml. Fino - 1 bos peteselie, gehakt - 1 bos koriander, gehakt
De oven voorverwarmen op 180 °C.
De paprika's twintig minuten roosteren in de oven tot ze zwart zijn. In een plastic zak doen, dichtknopen en vijf minuten laten staan. Vel, zaad een zaadlijsten verwijderen terwijl je het vocht opvangt. De paprika in kleine blokjes snijden.
De inktvis schoonmaken. de kop met tentakeltjes voorzichtig van het lijf trekken. De ingewanden en het inktzakje komen dan vanzelf mee. De tentakels net onder de kop eraf snijden. De tentakels grof snijden. De rest van de kop weggooien.Voorzichtig de plasticachtige balein uit het lichaam trekkenn het roze vel van het lichaam verwijderen. De inktvis goed schoonspoelen en afdrogen met keukenpapier.
Eén eetlepel olijfolie in een wok verhitten. De look en de tentakels één minuut roerbakken. Bosui, Spaanse peper en paprikablokjes toevoegen. Afblussen met vijftig milliliter Fino. De koriander en de peterselie toevoegen. Laten indikken tot het meeste vocht verdwenen is. Laten afkoelen.
De inktvissen vullen met het paprikamengsel. (niet te fel vullen, de inktvissen krimpen tijdens het garen) Dichtprikken met een tandenstoker.
De rest van de olie verhitten. De inktvis in twee minuten aanbakken. De rest van de Fino, het paprikavocht en een scheut water toevoegen. Afdekken en drie à vier minuten laten garen. (zeker niet langer, anders wordt de inktvis taai)
De inktvis uit de pan halen en warm houden. De saus verder laten inkoken, eventueel licht binden.
De inktvis serveren met de saus en een glas Fino.
(Uit 'Vinos de Jerez is delicious' , een bijlage bij Delicio.us van 10/07)
De ham krokant bakken in een droge anti-aanbakpan. Laten uitlekken en afkoelen op keukenpapier.
De gekookote mosselen en de look grof hakken. Drie eetlepels olijfolie verwarmen en de knoflook in drie minuten goudbruin bakken, het vuur laag draaien en de mosselen toevoegen. Op smaak brengen met peper en zout. Het mengsel, afgedekt met aluminiumfolie, apart houden.
De Sint-Jakobsnoten in drie eetlepels olijfolie in twee à drie minuten aan elke kant goudbruin bakken. Over vier borden verdelen.
Op elke Sint-Jakobsnoot wat mosseltapenade scheppen en garneren met een stukje krokante ham.
Serveren met een glaasje koude Manzanilla-sherry.
(Uit : Vinos de Jerez = delicious, een extra bijlage bij Delicio.us van 10/07)
- 500 gr. aardappelen - 140 ml. melk - 1 sneetje witbrood - 400 gr. worstvlees - 1 el worcestersaus - 1 el tomatenketchup - 1 el fijngehakte bladpeterselie - nootmuskaat - 12 dunne plakken pancetta of spek van minstens 20 cm. lengte - 40 gr. geraspte parmezaan - peper en zout
De aardappelen schillen en in stukjes snijden. de aardappelen koken, afgieten en pureren met veertig milliliter van de melk.
De korst van het brood halen en het kruim in blokjes snijden. Het brood één minuut in de rest van de melk weken, laten uitlekken en de overtollige melk eruit knijpen.
Het brood, het vlees, de ketchup, worcestersaus, peterselie en nootmuskaat door elkaar kneden en op smaak brengen met peper en zout.
Een muffinplaat met twaalf vormpjes van ongeveer vijfentachtig milliliter inhoud nemen en de zijkanten van elk vormpje bekleden met een plak pancetta of bacon. De vulling over de vormpjes verdelen en afdekken met een bergje aardappelpuree.
De taartjes met de kaas bestrooien en ze in twintig minuten gaar en goudbruin bakken in een voorverwarmde oven van 190°C.
Warm serveren met tomatensaus.
(Feeling 03/07 : Artikel : 'Hartig met een korstje')
voor het deeg : - 225 gr. bloem - 1 ei - 0.6 dl. olijfolie - zout
voor de vulling : - tomaten - mozzarella - pesto - zout
De bloem zeven. Het ei loskloppen in de olijfolie en vijf gram zout toevoegen. Met de bloem vermengen en tot een bol kneden. Minstens één uur laten rusten in de koelkast.
Het deeg dun uitrollen en er circeltjes van ongeveer twaalf centimeter doorsnede uit snijden. De taartjes met wat pesto besmeren en beleggen met een kwartje ontpitte tomaat en plakjes mozzarella. Op smaak brengen met pesto. De taartjes vijftien minuten in een voorverwarmde oven van 180°C. bakken.
- 1 kg. tomaten - 30 gr. suiker - 4 el water - sap van 1/2 citroen - 2 eiwitten - 1 bosje basilicum - worcestersaus - cayennepeper - zout - enkele takjes rode basilicum, ter versiering
De tomaten ontvellen, ontpitten en in blokjes snijden. De suiker met het water aan de kook brengen. Gedurende één minuut laten koken, de gesnipperde basilicum erdoor roeren en laten afkoelen.
De siroop mixen met de tomatenblokjes en het geheel op smaak brengen met citroensap, worcestersaus, zout en cayennepeper.
De eiwitten stijf kloppen met een snuifje zout en voorzichtig door de tomatenpuree scheppen.
Tot een sorbet draaien in een ijsmachine.
Of anders, het mengsel in een kom scheppen en deze in de diepvries zetten. Om het kwartier losroeren.
De sorbet garneren met rode basilicum.
(Feeling 05/07. Uit het artikel : Tafeltje dek je : Buffetrecepten)
- 1 kalfsgebraad van 1.5 kg. - 2 teentjes knoflook - 6 laurierblaadjes - 6 takjes tijm of razemarijn - 2 dl. witte wijn - 1 el paprika - olijfolie - peper en zout - citroensap
De knoflook pellen en in stukjes snijden.
Het vlees rondom inkerven en in elk gleufje een stukje look steken. De kruiden over het vlees verdelen en vastbinden met keukenkoord. Het vlees bestrooien met paprika, peper en zout. Minstens twee uur laten marineren op een koele plaats.
Het vlees ongeveer anderhalf uur laten braden in een voorverwarmde oven van 175°C. Regelmatig bedruipen met de vrijgekomen sappen.
Het vlees uit de braadslee nemen. De witte wijn in de braadslee gieten en aan de kook brengen. De aanbaksels losschrapen en de wijn nog eventjes laten inkoken.
De saus kruiden met peper en zout, enkele druppels citroensap en vier eetlepels olijfolie.
(Zie ook Mierikswortelsaus, blog 10/11/07) (Zie ook Sals rossa, blog 09/11/07)
(Feeling 05/07. Uit artikel : Tafeltje dek je : buffetrecepten)
Eén kilogram tomaten grof snijden. In een pan doen. Twee in stukjes gesneden grote wortelen, drie teentjes look, twee takjes selderij en anderhalve deciliter olijfolie toevoegen en aan de kook brengen. Een klontje suiker en vier eetlepels wijnazijn toevoegen. Alles gedurende twee en half à drie uur zachtjes laten, koken. De saus grondig mixen en op smaak brengen met olijfolie, zout en chilipeper.
Serveren bij de gemarineerde zalm (blog 09/11/07) of het gemarineerd kalfsgebraad (blog 10/11/07).
- 1/4 l. kippenbouillon - 40 gr. aardappelen - 1 bosje platte peterselie - 2 dl. room - 1/2 blaadje gelatine - peper en zout . De aardappelen schillen en in blokjes snijden. Twintig minuten zacht laten koken in de kippenbouillon. De gelatine weken in koud water, uitknijpen en oplossen in de kippenbouillon. De peterselie vier minuten blancheren in koud water en laten uitlekken. De peterselie door de bouillon mixen. De bouillon laten afkoelen en de room erdoor roeren.
Het mengsel in een sifon, geschikt voor slagroom, gieten. De sifon onder druk zetten en hem minstens vijftien minuten in de koelkast zetten. De mousse bij de zalm serveren.
(Feeling, 05/07 ; artikel 'Tafeltje dek je : buffetrecepten')
- 1 zalmfilet met vel, zonder graten - 100 gr.zout - 100 gr. suiker - 1 bosje dille - peper
voor de peterseliemousse :
- 1/4 l. kippenbouillon - 40 gr. aardappelen - 1 bosje platte peterselie - 2 dl. room - 1/2 blaadje gelatine - peper en zout
De zalm in twee gelijke stukken verdelen. Het zout met de suiker vermengen. De dille grof hakken. Het zoutmengsel over de stukken vis verdelen. Kruiden met peper en de dille over de stukken vis verdelen. Eén stuk vis in een schotel leggen, velkant naar beneden. Het tweede stuk vis er bovenop leggen, velkant naar boven. Een stuk plasticfolie over de vis leggen en er een gewicht op zetten. De zalm achtenveertig uur laten marineren op een frisse plek. Na het marineren de dille en uitgelekt vocht verwijderen. De zalm droogdeppen en in dunne plakjes snijden.
De aardappelen schillen en in blokjes snijden. Twintig minuten zacht laten koken in de kippenbouillon. De gelatine weken in koud water, uitknijpen en oplossen in de kippenbouillon. De peterselie vier minuten blancheren in koud water en laten uitlekken. De peterselie door de bouillon mixen. De bouillon laten afkoelen en de room erdoor roeren.
Het mengsel in een sifon, geschikt voor slagroom, gieten. De sifon onder druk zetten en hem minstens vijftien minuten in de koelkast zetten. De mousse bij de zalm serveren.
(Zie ook Mierikswortelsaus, blog 10/11/07) (Zie ook Sals rossa, blog 09/11/07)
(Feeling, 05/07 ; artikel 'Tafeltje dek je : buffetrecepten')
- 6 gedroogde shii-take paddenstoelen (= 15 gr.) - 1/2 gekookte kip - 3 el plantaardige olie - 4 lente-uitjes, dun gesneden - 1 el bloem - 125 ml. kippenboillon - 1 el sojasaus - 1 el oestersaus - 1 el hoi sin of pruimensaus - 3 el gehakte korianderblaadjes - 16 velletjes bladerdeeg (diepvries) - 1 eierdooier, losgeklopt met 1 el melk - jonge Aziatische bladsla
De shii-takes dertig minuten in heet water. De paddenstoelen afgieten, de steeltjes verwijderen en in dunne plakjes snijden.
Het kippenvlees fijn hakken (er is 260 gram nodig).
De lente-uitjes in olie fruiten tot ze zacht zijn. Bestrooien met de bloem, nog één minutt laten doorbakken. Geleidelijk de kippenbouillon erdoor roeren. De paddenstoelen en de sauzen toevoegen en het geheel twee minuten laten indikken op een zacht vuurtje. De kip en de koriander erdoor roeren. Het mengsel laten afkoelen.
Het kipmengsel over acht velletjes bladerdeeg verdelen en de randen bestrijken met het eier-melkmengsel. Afdekken met de rest van de deegvelletjes. Rond de vulling goed aandrukken.
Met een uitsteekvormpje van tien centimeter de pasteitjes rondom bijsnijden.
Bestrijken met de rest van het eier-melkmengsel, twee kleine inkepingen in de bovenkant maken en de pasteitjes op een met bakpapier beklede bakplaat leggen.
De pasteitjes vijftien minuten bakken in een op 200°C voorverwarmde oven. Ze zijn dan goudbruin en de vulling is door en door warm.
- 450 gr. pompoen (nettogewicht) - 80 gr. rozijnen - 500 gr. bloem - 20 gr. boter - 1 tl gedroogde gist - 2 el donkerbruine suiker - 1 kl kaneel - 1 el vloeibare honing - 2 dl. water - 2 el melk - extra bloem om te kneden
De pompoen zacht stomen. De gestoomde pompoen samen met de boter fijnprakken.
De gist oplossen in enkele eetlepels lauw water. Twintig minuten laten gisten.
De bloem bij het pompoenmengsel voegen en een deegbal vormen. De gist en de overige ingrediënten (behalve de rozijnen) toevoegen.
Het deeg een tiental minuten kneden tot het soepel aanvoelt.
Het deeg in een mengkom, bestrooid met bloem, leggen, afdekken met folie en één uur op een warme plaats laten rijzen.
De rozijnen door het deeg werken, een twintigtal balletjes vormen, deze bestrijken met melk en op een ingeboterde bakplaat leggen.
Gedurende twintig minuten in een voorverwarmde oven van 200°C bakken.
Deze broodjes zijn perfect voor een ontbijt, besmeerd met echte boter.
De gemiddelde Vlaming at in 2006 thuis 38.3 kg verse aardappelen. Het al dan niet regelmatige frietkraambezoekje werd dus niet meegerekend. Dit is een status quo. Aardappelen blijven daarbij veruit de belangrijkste aardappel begeleider met 79.6 %. De belangrijkste bereidingswijzen zijn koken, pureren en bakken. Info : VLAM
De Internationale Diabetesfederatie verwacht dat tegen 2025 één Belg op tien aan diabetes zal lijden. Momenteel lijden 600.000 volwassen Belgen (7.9 %) aan diabetes. En de helft weet dat niet eens. Dus, doe de test :
- 100 gr. courgette, grof geraspt, drooggedept met een handdoek - 180 gr. zelfrijzende bloem - 80 gr. maïsmeel - 1 kl. bakpoeder - 1,9 dl. melk - 1 ei - 2 tl zout - 1 kl komijnzaad - 1kl chilivlokken
Alle ingrediënten mengen met een vork, niet kneden. Het deeg in een ingevette bakvorm leggen en gedurende ongeveer 35 minuten bakken in een voorverwarmde oven van 220 °C.
Het brood uit de vorm halen en nog 10 minuten verder bakken zonder vorm.
Tip : een snede van dit brood belegd met verse geitenkaas